ECLI:NL:RBMNE:2024:699 - Rechtbank Midden-Nederland - 13 februari 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Strafrecht Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/173548-23, 16/249135-21 (gev. ttz) en 13/048491-22 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] , geboren op [1999] te [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] , [woonplaats] , hierna: verdachte.
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M. Rademaker en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. O. Bolluyt, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.
2 TENLASTELEGGING
De tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
ten aanzien van parketnummer 16/249135-21
feit 1 in de periode van 27 augustus 2021 tot en met 15 september 2021 in Almere opzettelijk 195,76 gram hennep aanwezig heeft gehad;
feit 2 op 15 september 2021 in Almere opzettelijk 23,68 gram cocaïne, 7,86 gram heroïne en 3,31 gram MDMA aanwezig heeft gehad;
feit 3 op 15 september 2021 in Almere een fiets heeft geheeld;
feit 4 op 15 september 2021 in Almere een wapen van categorie II in de zin van de Wet wapens en munitie, te weten een taser, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van parketnummer 16/173548-23
feit 1 in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 12 juli 2023 in Almere samen met een ander of anderen heeft gedeald in cocaïne; (hierna: feit 5)
feit 2 op 12 juli 2023 in Almere opzettelijk 9,9 gram cocaïne aanwezig heeft gehad. (hierna: feit 6)
De rechtbank nummert de hierboven weergegeven en onder verschillende parketnummers ten laste gelegde feiten door als de feiten 1 tot en met 6.
3 VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich met betrekking tot de onder 1, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft zich met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit voor wat betreft het aanwezig hebben van de MDMA ook gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en voor wat betreft het aanwezig hebben van cocaïne en heroïne bepleit verdachte hiervan vrij te spreken. Tot slot heeft hij met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde feit bepleit dat verdachte van het ‘medeplegen’ dient te worden vrijgesproken en heeft hij zich op het standpunt gesteld dat alleen de periode vanaf februari 2023 bewezen kan worden verklaard.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Bewijsmiddelen
-
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van 15 september 2021, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland;
[3] -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] van 15 september 2021, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland.
[4]
Feit 2
Bewijsmiddelen
1. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in een proces-verbaal van bevindingen
Ik werd gebeld door één van deze bewoners. Zij gaf te kennen dat ze een vreemde situatie had waargenomen in de kelderbox ruimte alwaar [verdachte] zijn kelderbox had. Buren hadden aan haar te kennen gegeven dat zij [verdachte] regelmatig in het kruipluik bezig hadden gezien in de hal van de kelderboxruimte. Dit betrof de kruipruimte in de gezamenlijke hal. Nu had deze buurvrouw dit zelf ook waargenomen en is daarop op een later moment in genoemde kruipruimte gaan kijken. Tot haar verbazing zag zij een plastic tas met daarin drugs liggen. Bewoner schrok hiervan en sloot de kruipruimte weer af. Hierna zocht zij contact met mij als wijkagent.
2. Verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] hebben in een proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage
Op 15 september 2021 waren wij in overleg met ZSM naar de kelderbox gegaan die hoort bij de woning van [adres] te [woonplaats] . Dit om deze te doorzoeken ter inbeslagname.
Vervolgens liepen wij de gang in en hier zagen wij een houten plank die het kruipluik afdekte. Vervolgens opende [verbalisant 7] dit luik en wij zagen dat er diverse goederen lagen zoals: plastic tassen, een bord, potjes, veel gripzakjes met onder ander het logo van cannabis erop, een brief geadresseerd aan verdachte [verdachte] , Lycamobile, simkaarten en nog meer afval gelijkende voorwerpen.
Wij vonden een bordje met nummer [nummer] aan de rechterkant in de box. Wij hebben vervolgens de ruimte doorzocht en vonden een kentekenbewijs op naam van verdachte [verdachte] .
Vervolgens wilde ik, [verbalisant 6] , nog een aantal foto's maken van het kruipluik. Ik opende het luik en zag dat er in de betonnen fundering holtes zaten. Ik zag dat er iets in deze holtes zat. Vervolgens haalde ik dit uit de holtes. Ik zag dat dit twee gripzakjes betroffen en een sok met een gripzakje erin. In één zakje zaten veel witte bolletjes, in nog één zakje zaten zwarte bolletjes en in het zakje die in de sok zat, zaten diverse papieren gevouwen enveloppen.
De hoeveelheden zijn als volgt: • 135 witte bolletjes; • 21 enveloppen; • 30 zwarte bolletjes.
3. De kennisgeving van inbeslagneming
Inbeslagneming Plaats: [straat] , [woonplaats] (aangetroffen in kruipluik) Datum: 15 september 2021 Omstandigheden: aangetroffen in kruipluik
Volgnummer 1 Goednummer: PL0900-2021294529-2876291 Object: poeders Aantal: 135 stuks Inhoud/specificatie: 135 bolletjes wit poeder
4. De kennisgeving van inbeslagneming
Inbeslagneming Plaats: [straat] , [woonplaats] (aangetroffen in kruipluik) Datum: 15 september 2021 Omstandigheden: aangetroffen in kruipluik
Volgnummer 1 Goednummer: PL0900-2021294529-2876283 Object: poeders Aantal: 21 stuks Inhoud/specificatie: 21 enveloppen wit poeder
5. De kennisgeving van inbeslagneming
Inbeslagneming Plaats: [straat] , [woonplaats] (kruipluik gezamenlijke berging) Datum: 15 september 2021 Omstandigheden: aangetroffen in kruipluik Volgnummer 1 Goednummer: PL0900-2021294529-2876280 Object: poeders Aantal: 30 stuks Inhoud/specificatie: bruin poeder
6. De kennisgeving van inbeslagneming
Inbeslagneming Plaats: [adres] , [woonplaats] Datum: 14 september 2021 Omstandigheden: aangetroffen tijdens doorzoeking
Beslagene Achternaam: [verdachte] Voornamen: [voornamen]
Volgnummer 1 Goednummer: PL0900-2021294529-2876282 Object: verdovende mid (overige) Inhoud/specificatie: kristallen
7. Verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] hebben in een proces-verbaal van bevindingen met bijlagen
Sporendrager Goednummer: PL0900-2021294529-2876283 SIN: AAMI0494NL Relatie met SIN: AAPD2923NL Object: poeders Inhoud/specificatie: 21 enveloppen wit poeder Omschrijving: wikkels met wit poeder Bijzonderheden: betroffen 4 wikkels met de tekst “ [bijnaam 2 verdachte ] ” en 17 blanco wikkels Gewicht netto: 6,08 gram Aantal monsters: 1
Monster A Spoornummer: PL0900-2021294529-169119 SIN: AAPD2923NL Relatie met SIN: AAMI0494NL Spooromschrijving: overige, cocaïne Datum veiligstellen: 16 september 2021 Plaats veiligstellen: 21 wikkels met wit poeder 6,08 gram totaal
Bijlage rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 september 2021:
Resultaten en conclusie
Kenmerk: AAPD2923NL Omschrijving FO: poeder, wit, uit 6,08 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: drie Conclusie: bevat cocaïne
Sporendrager Goednummer: PL0900-2021294529-2876280 SIN: AAMI0493NL Relatie met SIN: AAPD2922NL Object: poeders Aantal: 30 stuks Inhoud/specificatie: bruin poeder Omschrijving: bolletjes met licht bruin poeder Gewicht netto: 7,86 gram Aantal monsters: 1
Monster B Spoornummer: PL0900-2021294529-169120 SIN: AAPD2922NL Relatie met SIN: AAMI0493NL Spooromschrijving: overige, heroïne Datum veiligstellen: 16 september 2021 Plaats veiligstellen: 30 bolletjes met bruin poeder totaal 7,86 gram
Bijlage rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 september 2021:
Resultaten en conclusie
Kenmerk: AAPD2922NL Omschrijving FO: poeder en brokjes, bruin, uit 7,86 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: drie Conclusie: bevat heroïne
Sporendrager Goednummer: PL0900-2021294529-2876291 SIN: AAMI0496NL Relatie met SIN: AAPD2921NL Object: poeders Inhoud/specificatie: 135 bolletjes wit poeder, soort onbekend Omschrijving: bolletjes met witte brokjes Gewicht netto: 17,55 gram Aantal monsters: 1
Monster C Spoornummer: PL0900-2021294529-169121 SIN: AAPD2921NL Relatie met SIN: AAMI0496NL Spooromschrijving: overige, cocaïne Datum veiligstellen: 16 september 2021 Plaats veiligstellen: 135 bolletjes met witte brokjes totaal 17,55 gram
Bijlage rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 september 2021:
Resultaten en conclusie
Kenmerk: AAPD2921NL Omschrijving FO: poeder en brokjes, wit, uit 17,55 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: drie Conclusie: bevat cocaïne
Sporendrager Goednummer: PL0900-2021294529-2876082 SIN: AAMI0495NL Relatie met SIN: AAPD2920NL Object: verdovende mid (overige) Inhoud/specificatie: kristallen, soort onbekend Omschrijving: gripzakje met beige kristallen Gewicht netto: 3,31 gram Aantal monsters: 1
Monster D Spoornummer: PL0900-2021294529-169122 SIN: AAPD2920NL Relatie met SIN: AAMI0495NL Spooromschrijving: overige, MDMA Datum veiligstellen: 16 september 2021 Plaats veiligstellen: 1 gripzakje met beige kristallen totaal 3,31 gram
Bijlage rapport NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 september 2021:
Resultaten en conclusie
Kenmerk: AAPD2920NL Omschrijving FO: poeder en brokjes, beige, uit 3,31 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: een Conclusie: bevat MDMA
8. Verdachte heeft ter terechtzitting van 31 januari 2024 verklaard:
Het klopt dat de verdovende middelen die op 15 september 2021 in mijn kamer in de woning aan de [adres] in [woonplaats] zijn aangetroffen van mij zijn. Het gaat dan om de aangetroffen MDMA.
Bewijsoverweging
Vormverzuim De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim omdat de doorzoeking van de kruipruimte onrechtmatig was. De daaruit voortvloeiende onderzoeksresultaten, waaronder het aantreffen van de cocaïne en heroïne, zouden om die reden moeten worden uitgesloten van het bewijs. De raadsman heeft op grond daarvan vrijspraak bepleit.
De rechtbank constateert dat de politie de kruipruimte in de gezamenlijke keldergang onder de woning van verdachte heeft doorzocht. De keldergang betreft een openbare ruimte die toegang verleent tot de deuren van de kelderboxen van onder andere de woning van verdachte.
Als de verdediging een beroep doet op een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a, eerste lid, Sv moet dat gemotiveerd worden uiteengezet, waarbij aandacht dient te worden besteed aan de in artikel 395a, tweede lid, Sv genoemde factoren. De verdediging heeft in de eerste plaats onvoldoende onderbouwd waarom het vormverzuim zodanig ernstig is dat het dient te leiden tot bewijsuitsluiting, maar ook het nadeel dat de verdachte door het geschonden voorschrift heeft ondervonden is niet gemotiveerd uiteengezet. Er is – in de kern bezien – niet meer aangevoerd dan dat er een vormverzuim heeft plaatsgevonden tijdens de doorzoeking en dat daarmee bewijs jegens de verdachte is vergaard. Dat in de onderhavige zaak sprake is van een inbreuk op het recht op een eerlijk proces – los van het rechtens niet te respecteren belang van de verdachte dat de zaak niet aan het licht komt – is gesteld noch gebleken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het vormverzuim niet zodanig dat het in het onderhavige geval tot bewijsuitsluiting dan wel strafvermindering dient te leiden. De rechtbank volstaat derhalve met de constatering ervan.
Het voorhanden hebben van cocaïne en heroïne De raadsman heeft subsidiair bepleit dat verdachte van het voorhanden hebben van cocaïne en heroïne dient te worden vrijgesproken, omdat hij ontkent dat hij deze verdovende middelen opzettelijk voorhanden heeft gehad. Verdachte zou geen wetenschap van deze verdovende middelen hebben.
De cocaïne en heroïne zijn in een kruipruimte, te betreden door een keldergang van onder meer de woning waar verdachte verbleef, aangetroffen. Verdachte heeft hier geen redelijke verklaring voor kunnen geven. Dat verdachte geen weet zou hebben van de cocaïne en heroïne, acht de rechtbank onaannemelijk. In dezelfde kruipruimte is namelijk ook een brief die aan verdachte is gericht, gevonden. Daarnaast heeft een buurvrouw van verdachte verklaard dat buren aan haar te kennen hadden gegeven dat zij verdachte regelmatig in de kruipruimte bezig hadden gezien. Dit betrof de kruipruimte waar de cocaïne en heroïne zijn aangetroffen. De buurvrouw had dit zelf ook waargenomen en is op een later moment in de kruipruimte gaan kijken. Zij trof daar toen een plastic tas met drugs aan.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat het niet anders kan dan dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de kruipruimte en dat hij daar ook over kon beschikken. De rechtbank acht het voorhanden hebben van cocaïne en heroïne, en daarmee het onder 2 ten laste gelegde feit, wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
Bewijsmiddelen Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal aangifte van [aangever] door verbalisant [verbalisant 10] van 13 september 2021, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland.
[15]
Feit 4
Bewijsmiddelen Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage door verbalisant [verbalisant 12] van 15 september 2021, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland.
[17]
Feit 5
Bewijsmiddelen
1. Verbalisant [verbalisant 15] heeft in een proces-verbaal van bevindingen
Naar aanleiding van verdenkingen omtrent de handel in drugs door verdachte [verdachte] werden er historische gegevens opgevraagd van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Algemeen historische gegevens In de ontvangen historische gegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat het nummer op 10 februari 2023 reeds actief was. De laatste inkomende en/of uitgaande contact was op 15 juni 2023. Dit betrof ook de laatste dag van de gevorderde periode. Het gaat hier dan om 126 dagen aan historische gegevens. In de genoemde periode bleek dat er 6690 ingaande en uitgaande gesprekken waren gevoerd.
[telefoonnummer] Het genoemde telefoonnummer staat in het bedrijfsprocessysteem van de politie gekoppeld aan een persoon genaamd [medeverdachte ] , geboren op [1986] te [geboorteplaats] . [medeverdachte ] heeft in de genoemde periode 526 keer contact gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] . [medeverdachte ] is bij de politie bekend met drugs-gerelateerde meldingen. [medeverdachte ] staat bij de politie bekend als harddrugsgebruiker.
[telefoonnummer] Het genoemde telefoonnummer staat in het bedrijfsprocessysteem van de politie gekoppeld aan een persoon genaamd [A] . [A] heeft in de genoemde periode 470 keer contact gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] [A] heeft antecedenten op de Opiumwet. [A] is bij de politie bekend met drugs-gerelateerde meldingen. [A] staat bij de politie bekend als harddrugsgebruiker
[telefoonnummer] Het genoemde telefoonnummer staat in het bedrijfsprocessysteem van de politie gekoppeld aan een persoon genaamd [B] . [B] heeft in de genoemde periode 75 keer contact gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] . [B] is bij de politie bekend met drugs-gerelateerde meldingen. [B] staat bij de politie bekend als harddrugsgebruiker.
2. Verbalisant [verbalisant 16] heeft in een proces-verbaal van bevindingen
Uit onderzoek was gebleken dat [verdachte] gebruik zou maken van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit nummer werd door het onderzoeksteam geïntercepteerd. Tevens hebben we ook het IMEI nummer wat meegezonden werd met het bovenstaand telefoonnummer geïntercepteerd. Dit betreft het telefoonnummer [telefoonnummer] .
De gesprekken gevoerd middels het telefoonnummer [telefoonnummer] werden afgeluisterd en verwerkt in de periode van 20 juni 2023 tot en met 22 juni 2023. De gesprekken gevoerd middels het IMEI-nummer [IMEI nummer] werden afgeluisterd en verwerkt in de periode van 22 juni 2023 tot en met 11 juli 2023.
[telefoonnummer]
- Sessienummer 1364 Datum: 22 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [F] (fon) BUM [telefoonnummer]
[telefoonnummer] : Yo [F] : Yo, kun je een halve geven [telefoonnummer] : Wie is dit? [F] : he [F] (fon) [telefoonnummer] : Heb alleen grote man, zeg je eerlijk [F] : Nee halve [telefoonnummer] : Doe normaal man [F] : doe lief man [telefoonnummer] : Zeker [F] : zeker, volgende keer een hele [telefoonnummer] : Moet ik wisselgeld meenemen [F] : wat zeg je [telefoonnummer] : Moet ik wisselgeld meenemen [F] : uh ja ntv [telefoonnummer] : Hoeveel [F] : uh wacht even, (vraagt aan iemand op de achtergrond: heb je 25? oke hoef geen wissel, is goed ik zorg voor 25 goed? hoe lang ga je er over doen? [telefoonnummer] : Kwartiertje [F] : Kwartiertje, oke, top
- Sessienummer 1711 Datum: 23 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud:
[telefoonnummer] : Ewa [telefoonnummer] Kun je [medeverdachte ] naar mij sturen met een hele [telefoonnummer] : Ja [telefoonnummer] : Hoe laat gaat hij doen [telefoonnummer] : [medeverdachte ] , kan je even met hem mee [telefoonnummer] : Yo [telefoonnummer] : Yo, hij komt nu
- Sessienummer 2984 Datum: 24 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud:
[telefoonnummer] :Yo [telefoonnummer] : Yo, kan ik [telefoonnummer] : Hoeveel [telefoonnummer] : Ik wil snuif eh [telefoonnummer] : Ga naar [straat] , [straat] [telefoonnummer] : ja, hele en eh ntv [telefoonnummer] : Is goed broer, [straat] [telefoonnummer] : Is goed, ben er met 5 minuten [telefoonnummer] : Is goed gab, ga naar [straat]
[IMEI nummer]
- Sessienummer 2717 Datum: 25 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [telefoonnummer] BUM [medeverdachte ] NG
[telefoonnummer] vraagt waar [N] is [medeverdachte ] zegt dat [N] bij hem thuis is en dat hij hem kan bellen op zijn nummer [telefoonnummer] zegt dat hij niet opneemt [medeverdachte ] zegt ja oke [telefoonnummer] zegt dat die Tatta in poort ntv nodig [medeverdachte ] zegt hoe? Tatta poort? wat heeft ie nodig? [telefoonnummer] zegtja, waar is mijn fiets? een grote en een kleintje [medeverdachte ] zegt oke is goed ik ga hem nu bellen
- Sessienummer 3897 Datum: 26 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [bijnaam 2 verdachte ] SH WGD [telefoonnummer]
[bijnaam 2 verdachte ] kantoor, kantoor [telefoonnummer] nee nee nee ik wil daar niet komen, kom naar houten brug dan, dinges heeft ook nodig [M] [bijnaam 2 verdachte ] hoeveel? [telefoonnummer] voor mijn een donnie (of woorden van gelijke strekking) [bijnaam 2 verdachte ] moet [N] sturen [telefoonnummer] serieus jongen [bijnaam 2 verdachte ] wat nou even serieus, wat maak je grapjes man wat is dat [telefoonnummer] ik weet het, ik weet het [bijnaam 2 verdachte ] dat jij problemen met hun allemaal is niet mijn zaak [telefoonnummer] nee hoor helemaal niet zo bedoelt excuses kom je [bijnaam 2 verdachte ] ik ga [N] sturen of anders haal het op [telefoonnummer] nou liever niet ik kom zelf naarjou [bijnaam 2 verdachte ] jo
- Sessienummer 4256 Datum: 26 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [bijnaam 2 verdachte ] SH BUM [telefoonnummer]
[bijnaam 2 verdachte ] hoeveel heb je? NNV 2 29 [bijnaam 2 verdachte ] 2 euro 29? NNV ja sorry man maar ik heb, ja sorry man, ik heb 5 uur gereisd man [bijnaam 2 verdachte ] van waar? NNV van ehh van [D] maar ik heb wel hele goeie Speed [bijnaam 2 verdachte ] je praat heet man NNV nee nee nee nee [bijnaam 2 verdachte ] jawel man NNV maar ehhh alsjeblief kan je komen? [bijnaam 2 verdachte ] kan je komen..., naar je dromen..., NNV alsjeblieft [bijnaam 2 verdachte ] ja kom maar naar [medeverdachte ] NNV ja dan wordt ik in elkaar gemept [bijnaam 2 verdachte ] nee hoor NNV alsjeblieft man [bijnaam 2 verdachte ] kom even naar [medeverdachte ] NNV oke oke
- Sessienummer 4312 Datum: 27 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [bijnaam 2 verdachte ] SH WGD NNV
[E] vraagt of het echt goeie is dat voor 100 wil dat hij 5 gram wil en vraagt wat dat kost [bijnaam 2 verdachte ] zegt ja wat kan ik jou zeggen ik lig te slapen [E] zegt 100 100 100 [bijnaam 2 verdachte ] zegt hoeveel [E] zegt 100 [bijnaam 2 verdachte ] zegt 100? [E] vraagt hoeveel 5 gram kost NNV neemt de telefoon weer van [E] over en vraagt hoeveel 5 gram kost dat zijn batterij leeg is [bijnaam 2 verdachte ] zegt 200 NNV zegt 200 dan heb je extra en goeie, ze vraagt of het kant en klaar is [bijnaam 2 verdachte ] zegt ja
- Sessienummer 8482 Datum: 30 juni 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: NG [verdachte] [telefoonnummer] WGD [G] NG
[G] : is geen 1 he (fon) ? [verdachte] : jawel man [G] : oke, is geen halfje, he [verdachte] : ja , niet mijn naam, niet mijn naam, niet mij naam zeggen man [G] : wat zeg je?
Opmerking verbalisant op de achtergrond zegt [medeverdachte ] SH: " niet zijn naam zeggen"
[verdachte] : niet mijn naam zeggen alsjeblieft man
Opmerking verbalisant op de achtergrond zegt [medeverdachte ] SH: " niet zijn naam, niet zijn naam"
[G] : oke oke. Eentje volledig, niet half half [verdachte] : hoeveel is daar [G] : ik wil 1tje , kijk dit is minder he, dit is minder dan 1 [verdachte] neeman, [G] : wholla is minder dan 1 man [verdachte] : nee nee.
- Sessienummer 8852 Datum: 1 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] BUM [telefoonnummer]
[verdachte] : Hoeveel [telefoonnummer] : 20, als het snel is 30 of noq sneller doe ik 40 [verdachte] : Man dan kom ik alleen voor 40 [telefoonnummer] : wat zeg je' [verdachte] : Dan kom ik alleen voor 40 [telefoonnummer] : maar je hebt geen 30 of zo, mag ik drie voor 2 of vijf voor vier [verdachte] : Vijf voor vier [telefoonnummer] : of drie voor twee [verdachte] : Vijf voor vier of anders ik kom niet [telefoonnummer] : ik moet even kijken, ik ben je zo terug
- Sessienummer 9390 Datum: 1 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] SH ghost NG WGD [telefoonnummer]
[verdachte] : Yo [telefoonnummer] : fakka ghost [verdachte] : fakka
- Sessienummer 9983 Datum: 2 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] sh WGD NNV
[verdachte] : ben aan het maken man, kan je [medeverdachte ] niet sturen NNV: [medeverdachte ] sturen? [verdachte] : krijgt ie eentje van mij NNV: oke is goed
- Sessienummer 9988 Datum: 2 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] sh WGD NNV
NNV: hey ik kom met waggie ben onderweg, waar kan ik je zien? [verdachte] : no no no [medeverdachte ] , [medeverdachte ] moet komen anders kan het niet, niemand kan naar boven komen
[verdachte] : no man no man ik ben aan het koken man ik kan niet weg van die koken toch NNV: ja maar [medeverdachte ] heeft geen dingen die heeft gebeld ik ga komen toch
- Sessienummer 10700 Datum: 4 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] sh BUM [medeverdachte ] sh
[verdachte] : jo bro [medeverdachte ] :ja [verdachte] : waar is [N] ? [medeverdachte ] : ehhh bij mij
- Sessienummer 11908 Datum: 6 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] sh BUM [medeverdachte ] sh
[verdachte] vraagt waar [N] is [medeverdachte ] geeft aan dat hij beneden is [verdachte] zegt dat [H] er 4 wil hebben [medeverdachte ] zegt is goed geef het door
- Sessienummer 13401 Datum: 08 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] : [verdachte] [medeverdachte ] : [medeverdachte ]
[verdachte] : Broer iemand naar de krullenbol [I] [medeverdachte ] : Ja [verdachte] : Die wilt een hele man [medeverdachte ] : Oke [verdachte] : Kan je niet even snel prikke (fon) [medeverdachte ] : Krullenbol krullenbol krullenbol uhmm [verdachte] : Krullenbol achter [J] , bel me als je achter [J] bent [medeverdachte ] :oh bij [J] ja oke oke is goed
- Sessienummer 13559 Datum: 08 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] [telefoonnummer] SH BUM [telefoonnummer]
[verdachte] : Ik stuur [N] naar buiten [N] [telefoonnummer] : Wat zeg je? [verdachte] : Ik stuur [N] naar buiten [telefoonnummer] : Is goed
- Sessienummer 13610 Datum: 08 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] [telefoonnummer] SH BUM [N] [telefoonnummer] SH [verdachte] : [verdachte] [N] : [N]
[verdachte] : Heb je nog een hele daar? [N] :Ja man [verdachte] : He [N] :Ja ja [verdachte] :Oke is goed bro kom eraan
- Sessienummer 13817 Datum: 9 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] : [verdachte] [telefoonnummer]
[verdachte] : Yo [telefoonnummer] : Liefie waar ben je? [verdachte] : Ik ben uh, bel [N] , bel [N] [telefoonnummer] : Luister hoeveel kost twee en een half? [verdachte] : Twee en een half een barkie, barkie wil ik zien [telefoonnummer] : Uhhh oke bel [N] voor mij. Laat die mij bellen [verdachte] : Ja
- Sessienummer 13870 Datum: 9 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] [telefoonnummer] : I NNM [telefoonnummer]
NNM: Heb je een appeltje bij je broer? [verdachte] : Hoeveel heb je? NNM: Gewoon 20 toch [verdachte] : Nee man alleen maar bankoes broer, weet je hoe laat het is NNM: Broer, ik kom naar je toe broer [verdachte] : broer ik heb borrie broer, kom borrie NNM: Nosso Nosso [verdachte] : He? NNM: Nosso [verdachte] : Wat dan? NNM: Nosso Nosso [verdachte] : Lotto Lotto Lotto is barkie 80 NNM: Broer Nosso [verdachte] : Lotto is barkie 80 broer! NNM: Broer, snuif snuif [verdachte] : Ja barkie 80 NNM: Broer ik wil een appeltje, snuif [verdachte] : Ja barkie 80 broer. Ik zeg je een paar keer al
- Sessienummer 15222 Datum: 10 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] SH BUM [telefoonnummer]
[telefoonnummer] : Yo. Wie is dit? [verdachte] : [bijnaam 2 verdachte ] ! [telefoonnummer] : [bijnaam 2 verdachte ] ..Oh! Ewa! [verdachte] : Wat doe je? [telefoonnummer] : Ik heb niet eens gezegd wat ik wou.. Heb je? [verdachte] : Maar wat doe je broer, ik vraag wat doe je? [telefoonnummer] : Ik ben bij Leger, bij de brug aan het wachten op je collega.
- Sessienummer 15265 Datum: 10 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] SH BUM [N] SH
[verdachte] : Die van jou is op? [N] : Nee, hij wil die balletjes. Hij wil vast man. [verdachte] : Nee man, hij moet gewoon balletjes rollen. [N] : Arabisch [verdachte] : Aah, gewoon drie hele man. [N] : Drie hele? [verdachte] : Ja man. [N] : Wacht even. Hij heeft sowieso twee nodig.
[N] roept een persoon welke bij hem is. Ik hoor dat het volgende gesprek tussen [N] en een onbekende man plaatsvindt: [N] : [K] ! [K] ! Kom eens! Kom kom. Hij is er. Hij moet nog halen. Hij heeft alleen nog drie hele. gekookt, oh nee, niet gekookt, gewoon zacht. Maar hij moet straks halen, dus je moet even wachten. NNM: Ja, maar als hij vast die drie hele geeft, is dat goed. [N] : Ja, maar drie hele is gewoon een pakje van gemaakt he. ik moet sowieso een appeltje hebben. NNM: NN [N] : Kijk wat je nodig hebt man! Dan kun je het toch uitkoken! Moet je zelf weten.
- Sessienummer 15867 Datum: 11 juli 2023 Zender: [telefoonnummer] Ontvanger: [telefoonnummer] Inhoud: [verdachte] [telefoonnummer] : I [telefoonnummer] : NNM
NNM: Kan je iemand sturen naar midden? [verdachte] : Hoeveel heb je? NNM: Donnie [verdachte] : Compleet? NNM: Ja man [verdachte] : Oke kom kom NNM: Ik kom er aan ja?
3. Verbalisanten [verbalisant 15] en [verbalisant 17] hebben in een proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagen
Gespreksverslag Wij spraken op 16 augustus 2023 met [B] op een locatie in Almere. Van dit gesprek maakten wij het volgende gespreksverslag op:
Opmerking verbalisanten: Wij lieten [B] een SKDB-foto van [verdachte] zien. V: We tonen je een foto van een persoon welke wij aangehouden hebben. Kun je ons vertellen of je hem kent? A: Ja, deze ken ik wel. Ik heb inderdaad wel eens bij hem gekocht.
V: Heb je wel eens cocaïne gekocht van hem? A: Ja.
V: Hoe noemde je hem? A: Ik noemde hem altijd [bijnaam 1 verdachte ] . Ik zal eens kijken. Ja, hij staat ook onder de naam [bijnaam 1 verdachte ] in mijn telefoon.
V: Op welk telefoonnummer was deze jongen te bereiken voor de verkoop van drugs? A: Eens kijken. Ik belde hem altijd op het telefoonnummer [telefoonnummer] .
V: In welke aantallen verkocht hij het? A: Ik kocht altijd gewoon bolletjes. Vaak kocht ik twee bolletjes per keer.
V: En wat moest je hiervoor betalen? A: Zoals altijd. Een tientje per bolletje. Ik kocht dus vaak voor twintig euro.
V: Hoe vaak per week bestelde je cocaïne bij [bijnaam 1 verdachte ] ? A: Dat verschilde per week. Vaak twee of drie keer per week.
V: Hoe verliepen de deals met [bijnaam 1 verdachte ] over het algemeen? A: Ik belde hem gewoon en dan kwam hij naar mij toe en kreeg ik de drugs.
V: Hoe lang koop jij al drugs bij [bijnaam 1 verdachte ] ? A: Dat is wel lastig om te zeggen. Ik denk dat ik sinds één of anderhalf jaar bij hem kocht.
V: Wanneer kocht je voor het eerst cocaïne bij [bijnaam 1 verdachte ] ? A: Ik denk zo'n anderhalf jaar geleden.
4. Verbalisanten [verbalisant 15] en [verbalisant 17] hebben in een proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagen
Gespreksverslag
*Wij spraken op 16 augustus 2023 met [getuige 1] . Van dit gesprek maakten wij het volgende gespreksverslag op:*
V Hoe lang kocht je al drugs bij [bijnaam 2 verdachte ] ? A: Ik koop mijn drugs sinds één jaar tot anderhalf jaar bij [bijnaam 2 verdachte ] . Ik denk dat ik anderhalf jaar geleden voor het eerst cocaïne bij hem gekocht heb.
5. [getuige 1] heeft volgens een proces-verbaal van verhoor getuige
Heeft u op 16 augustus 2023 bij de politie naar waarheid verklaard? Altijd.
U heeft toen ook een naam genoemd van hoe u de persoon die u belde noemde. Kunt u zich nu nog die naam herinneren? Ja, dat kan ik mij herinneren: [bijnaam 2 verdachte ] . Ik ken hem niet van zijn naam, ik ken hem als [bijnaam 2 verdachte ] .
De politie heeft u daar ook naar gevraagd. U heeft toen het volgende verklaard in antwoord op de vraag hoe lang u al drugs koopt bij [bijnaam 2 verdachte ] : “Al wel een hele tijd. Ik koop mijn drugs sinds één tot anderhalf jaar bij [bijnaam 2 verdachte ] . Ik denk dat ik anderhalf jaar geleden voor het eerst cocaïne bij hem heb gekocht.” Wat is u reactie daarop? Dat kan ik mij niet heugen, dat ik dat heb verklaard. Als er sprake is van anderhalf jaar, dan is het niet constant anderhalf jaar geweest. Dan is dat meer de tijd geweest dat ik hem heb leren kennen. Ik kende hem namelijk niet zo lang, ik ken hem van de straat in de buurt waar ik woonde. Hoe ging dat dan in zijn werk, hoe kwam het tot een afspraak? Ik belde hem en dan vroeg ik of ik hem kon zien of niet. Als ik iets nodig had, dan nam ik contact met hem op en vroeg ik hem of hij iets had. Dan had ik een snuifje nodig: cocaïne.
De politie heeft u ook gevraagd of [bijnaam 2 verdachte ] alleen werkte of samen met anderen. Weet u nog wat u toen heeft geantwoord? Ja, ik zag af en toe een andere gast.
Kunt u die omschrijven? Krullend donker haar, hij was slank, iets voller dan ik. Het is moeilijk te zeggen welke afkomst hij van origine had, misschien Marokkaans, misschien Turks. Hij had ongeveer dezelfde huidskleur als ik. De rechter-commissaris laat de getuige een foto zien op pagina 530 van het dossier. Dat is [bijnaam 2 verdachte ] .
De rechter-commissaris laat de getuige een tweede foto zien op pagina 531 van het dossier. Hij kan lijken op de jongen die ooit eens bij mij langskwam, met dat donker krullende haar wat ik net zei. Ik denk dat ik hem één keer heb ontmoet of zo. Die derde moet een oudere man zijn, maar die kan ik mij niet heugen want die ken ik niet.
Op vragen van mr. C. Lammers, raadsvrouw van de verdachte [medeverdachte ] :
U heeft het wel over een ‘loopjongen’. Wat kunt u zich daar nu nog over herinneren? Dat moet dus die gast zijn die ik heb ontmoet, met dat krullende haar.
Waaruit leidt u dan af dat dat een ‘loopjongen’ is? Omdat hij bracht waar ik op zat te wachten. Hij kwam met de cocaïne.
Rechter-commissaris: weet u nog wie u in dat specifieke geval eerst gebeld had, toen die jongen met krullend haar de cocaïne kwam brengen? Ik sprak altijd met één man, dat was de gast die ik ken als [bijnaam 2 verdachte ] .
Hoe weet u zo zeker, dat juist die dag, waarvan u niet zeker weet op welke dag dat precies was, dat u het bij [bijnaam 2 verdachte ] heeft besteld als u ook soms bij andere mensen cocaïne bestelde? Ik heb op dat moment alleen met [bijnaam 2 verdachte ] gesproken, en met niemand anders. Want als ik iemand anders bel, dan zeg ik die ene af. Ik laat mensen niet voor niks met dingen rondwarrelen.
Op nadere vragen van de rechter-commissaris:
De politie heeft u een foto laten zien, op pagina 531 van het dossier. Ik toon u die nogmaals. De politie heeft u toen gevraagd of u die persoon herkende. Uw antwoord toen op 16 augustus 2023 was: ‘ja, dat is hem. Dat is die loopjongen van [bijnaam 2 verdachte ] .” Net wat ik zei, omdat ik met [bijnaam 2 verdachte ] gesproken heb en toen ontmoette ik hem.
6. [getuige 2] heeft volgens een proces-verbaal van verhoor getuige met fotobijlagen
V: Wat is de naam van de dealer? A: Ik heb zijn naam niet, wat ik wel hoorde is [bijnaam 2 verdachte ] zoiets. Ik heb wel eens twee verschillende mensen zien langskomen die de drugs bezorgde.
V: Wie benader je voor het verkrijgen van de drugs? A: [bijnaam 2 verdachte ] .
V: Wat kan je vertellen over je dealer? A: Niet veel. Ik had alleen contact met hem als ik wat nodig had. Hij liet soms een jongen iets brengen die ik ken als [medeverdachte ] .
V: Wat is zijn telefoonnummer? A: [telefoonnummer] is het nummer waar ik [bijnaam 2 verdachte ] normaal op bereik. Het nummer van [medeverdachte ] is [telefoonnummer] .
V: Hoe lang neem je als drugs af bij [bijnaam 2 verdachte ] ? A: Ik denk sinds november 2022.
V: Kan je de verstandhoudingen omschrijven tussen [bijnaam 2 verdachte ] en [medeverdachte ] ? A: Ik weet dat [medeverdachte ] geen baas is, hij gebruikt zelf ook. Ik weet dat hij wel eens gezeik had met [bijnaam 2 verdachte ] . [medeverdachte ] is meer een loopjongen.
V: Welke drugssoorten kun je bij wie bestellen? A: Ik weet dat ik crack bij [bijnaam 2 verdachte ] kon bestellen.
V: Hoeveel betaal je voor de drugs?
*A: Dat vind ik lastig, volgens mij is het 50 euro per gram.*
V: Wie is de persoon op foto 1? A: Ik ken deze jongen als [bijnaam 2 verdachte ] . Ik appte met deze jongen. Dit is de jongen die de drugs bracht.
V: Wie is de persoon op foto 3? A: Ja, [medeverdachte ] .
7. Verdachte heeft ter terechtzitting van 31 januari 2024 verklaard:
Het klopt dat ik in de periode vanaf februari 2023 tot en met 12 juli 2023 in Almere in cocaïne heb gedeald. Het klopt dat ik gebruik maakte van een ‘dealertelefoon’ met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik leverde de drugs onder andere op mijn fiets af, maar deed dit af en toe ook lopend of met de auto. Ik reed dan met een ander mee.
Bewijsoverwegingen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, kan worden vastgesteld dat verdachte in cocaïne heeft gehandeld. Verdachte maakte hierbij gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Hiermee werden een groot aantal gesprekken gevoerd over de verkoop van drugs.
De pleegperiode De raadsman heeft bepleit dat enkel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte vanaf februari 2023 in verdovende middelen heeft gehandeld. Dit volgt volgens de raadsman uit het technisch bewijs, zoals de historische gegevens van het door verdachte gebruikte telefoonnummer om te dealen en de verklaring van verdachte.
De rechtbank constateert dat bij aanvang van de periode waarover de historische gegevens van het door verdachte gebruikte telefoonnummer zijn opgevraagd, het nummer reeds actief was. Dit betekent dat, hoewel over de voorliggende periode geen historische gegevens voorhanden zijn, het telefoonnummer wel al in gebruik was. Uit de historische gegevens en de tapgesprekken volgt dat het telefoonnummer bij aanvang van de gevorderde periode gelijk al erg actief was. Verdachte heeft verklaard dat hij de telefoon in februari in ‘actieve staat’ heeft gekregen en pas vanaf dat moment zich bezig heeft gehouden met de handel in verdovende middelen. Dit niet nader onderbouwde scenario wordt echter weerlegd door de verschillende getuigenverklaringen in het dossier waaruit volgt dat verdachte deze getuigen ook al voor februari 2023 van verdovende middelen voorzag. De getuigen onderhielden contact met verdachte op hetzelfde telefoonnummer als waarvan verdachte heeft bekend dat hij de gebruiker was. Ook wordt verdachte door de getuigen aan de hand van een foto herkend als de persoon waarmee zij contact hadden. Geen van de getuigen verklaart daarbij dat ze eerder op hetzelfde telefoonnummer contact hadden met een andere dealer.
Getuige [B] heeft op 16 augustus 2023 verklaard dat zij sinds één tot anderhalf jaar lang cocaïne bij verdachte kocht. Dit zou teruggerekend betekenen dat de getuige in ieder geval vanaf 16 augustus 2022 cocaïne bij verdachte kocht. Getuige [getuige 1] heeft tijdens zijn verhoor bij de politie ook verklaard dat hij sinds één tot anderhalf jaar drugs bij verdachte kocht.
Het verweer van de raadsman dat de verklaringen van deze getuigen onbetrouwbaar zijn en daarom niet voor het bewijs mogen worden gebruikt, verwerpt de rechtbank. Alle drie de getuigen hebben los van elkaar bij de politie en/of de rechter-commissaris verdachte aan de hand van een foto herkend als zijnde hun dealer. De getuigen hebben verdachte gelijk herkend, aangegeven dat zij hem hebben ontmoet en het telefoonnummer van verdachte doorgegeven waarmee hij drugs dealde. De enkele omstandigheid dat deze getuigen afnemers zijn, betekent niet per definitie dat de door hen afgelegde verklaringen onbetrouwbaar zijn.
Gelet op de verklaringen van de getuigen kan worden vastgesteld dat verdachte zich in ieder geval vanaf 16 augustus 2022 heeft beziggehouden met de handel in verdovende middelen. De rechtbank neemt die datum dan ook als begindatum voor de pleegperiode.
Met betrekking tot het einde van de pleegperiode overweegt de rechtbank dat verdachte tot zijn aanhouding op 12 juli 2023 bezig is geweest met het dealen van harddrugs. Dit heeft verdachte op de zitting ook bekend en volgt eveneens uit de tapgesprekken en de getuigenverklaringen.
De rechtbank concludeert dan ook dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 12 juli 2023 in harddrugs heeft gehandeld.
Het medeplegen De raadsman heeft bepleit dat geen sprake is van medeplegen en verdachte daarom hiervoor dient te worden vrijgesproken. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt als volgt.
Het dossier bevat concrete aanwijzingen die wijzen op een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten ‘ [medeverdachte ] ’ en ‘ [N] ’ in de handel in harddrugs. De rechtbank baseert dat oordeel op het volgende, in onderling verband en samenhang bezien:
Gelet op voornoemde omstandigheden kan worden vastgesteld dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten heeft gehandeld in drugs. Verdachte heeft hierbij een sturende rol gehad. Hij is degene geweest die contact onderhield met de afnemers en de drugs regelde. De rollen van de medeverdachten hielden het brengen en afleveren van drugs in. Hierbij kregen zij vaak opdracht van verdachte om naar afnemers te gaan of hen in de woning aan de [adres] in [woonplaats] te ontvangen. De omstandigheid dat de één een meer leidinggevende rol heeft gehad dan de ander maakt het antwoord op de vraag of hier sprake is geweest van medeplegen in dit geval niet anders. Zij hebben ieder op zich essentiële handelingen verricht met betrekking tot het dealen in drugs en daardoor een bijdrage van voldoende gewicht gehad aan het delict.
Conclusie De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 12 juli 2023 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het dealen van cocaïne.
Feit 6
Bewijsmiddelen Dit feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft dit feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
-
de kennisgeving van inbeslagneming van 13 juli 2023;
[27] -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen met bijlagen door verbalisanten [verbalisant 18] en [verbalisant 8] van 17 juli 2023, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland.
[28]
5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 in de periode van 27 augustus 2021 tot en met 15 september 2021 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 195,76 gram hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 2 op 15 september 2021 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer
- 23,68 gram zijnde cocaïne,
- 7,86 gram zijnde heroïne, en
- 3,31 gram zijnde MDMA,
feit 3 op 15 september 2021 te Almere een fiets heeft verworven en voorhanden heeft, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 4 op 15 september 2021 te Almere een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een taser, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
feit 5 in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 12 juli 2023 te Almere tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd en vervoerd (gebruikers)hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middels als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 6 op 12 juli 2023 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9,9 gram zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feiten 2 en 6 telkens: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3 opzetheling;
feit 4 handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 5 medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8 OPLEGGING VAN STRAF
8.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
-
een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 23 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals beschreven in het reclasseringsrapport van 26 januari 2024;
-
een taakstraf van 180 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 90 dagen hechtenis.
8.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de omstandigheid dat verdachte licht verstandelijke beperkt is en een turbulente geschiedenis c.q. jeugd heeft gehad. Ook verzoekt de raadsman rekening te houden met de omstandigheden dat door zijn eerdere aanhouding verdachte niet meer thuis kon wonen, op straat moest leven en problemen in de relatie met zijn moeder heeft. Daarnaast heeft de raadsman de rechtbank verzocht om rekening te houden met de omstandigheden dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld, artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht deels van toepassing is en een deel van de feiten 2,5 jaar geleden hebben plaatsgevonden. De raadsman heeft de rechtbank verzocht verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf die gelijk is aan de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten met daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarden de voorwaarden zoals beschreven in het reclasseringsrapport van 26 januari 2024 en eventueel een taakstraf, indien noodzakelijk ter voorkoming van een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3 Het oordeel van de rechtbank Bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van één en ander ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De aard en ernst van de feiten Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zestal strafbare feiten. In de eerste plaats heeft hij zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van hard- en softdrugs (hennep, cocaïne, heroïne en MDMA) in 2021. Vervolgens heeft hij zich in 2022 en 2023 schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en dealen van harddrugs (cocaïne) gedurende een periode van ongeveer elf maanden. Soft- en harddrugs vormen een bedreiging voor de volksgezondheid. De handel in drugs gaat veelal gepaard met verschillende vormen van ondermijnende criminaliteit en illegale geldstromen, waardoor de samenleving ernstig ontwricht raakt. Het gebruik van drugs brengt veelal ook overlast met zich. Door in drugs te handelen en deze aanwezig te hebben, heeft verdachte deze ondermijning en overlast mede in stand gehouden. Hij heeft daarbij kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin en bovendien geprofiteerd van de kwetsbaarheid van verslaafden. In strafverzwarende zin houdt de rechtbank daarnaast rekening met dat verdachte in nauwe samenwerking met anderen in drugs heeft gedeald. De rechtbank houdt hierbij ook rekening met de rolverdeling binnen dit samenwerkingsverband, waarbij de rechtbank verdachte ziet als de ‘opdrachtgever’ en zijn aandeel dus relatief groter acht dan van de medeverdachten die meer als ‘loopjongen’ fungeerden. Ook houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met de omstandigheid dat verdachte een langere tijd, sinds 2021, hard- en softdrugs voorhanden heeft gehad en in de loop der jaren zijn rol hierin is gegroeid. Naast het voorhanden hebben van harddrugs is hij immers ook begonnen met het dealen ervan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een fiets. In het algemeen bevordert heling het plegen van strafbare feiten zoals diefstal, doordat het zorgt voor een markt voor gestolen goederen of bijdraagt aan het verhullen van dergelijke delicten. Verdachte heeft doelbewust meegeholpen aan het in stand houden van deze delicten en die illegale markt. Daarnaast heeft verdachte hiermee laten zien dat hij alleen oog heeft voor zijn eigen belang en dat hij geen respect heeft voor de eigendommen van anderen.
Tot slot heeft hij zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een taser. Het bezit van een dergelijk wapen kan leiden tot gevaarlijke situaties. Het ongecontroleerde bezit van wapens brengt in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en versterkt bovendien in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid.
Persoonlijke omstandigheden De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 11 december 2023 betreffende verdachte, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor vergelijkbare strafbare feiten.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 26 januari 2024. De reclassering adviseert om bij een bewezenverklaring aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden meldplicht bij de reclassering, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, contactverbod met medeverdachte [medeverdachte ] , begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en geen andere huisvesting zonder toestemming.
De op te leggen straf De rechtbank heeft bij het bepalen van de soort en zwaarte van de op te leggen straf onder meer acht geslagen op de oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht voor het verhandelen van harddrugs. Voor handel gedurende een periode van zes tot twaalf maanden geldt als oriëntatiepunt voor meerderjarige verdachten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de bewezen verklaarde feiten, mede vanuit een oogpunt van normbevestiging en generale preventie, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. De rechtbank ziet in het licht van de speciale preventie en de over verdachte opgemaakte rapportage echter reden om de gevangenisstraf deels in voorwaardelijke vorm op te leggen. Het doel van de voorwaardelijke gevangenisstraf is om verdachte ervan te weerouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal daarom, naast de algemene voorwaarden, de bijzondere voorwaarden opleggen zoals die door de reclassering zijn geadviseerd in het rapport van 26 januari 2024, met uitzondering van de voorwaarde contactverbod met medeverdachte [medeverdachte ] . De rechtbank acht deze voorwaarde niet van belang, nu niet is gebleken dat dit noodzakelijk is.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 300 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 143 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf voor de duur van 180 uren passend en geboden. De rechtbank wijkt af van de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank een langer voorwaardelijk deel als stok achter de deur op zijn plaats vindt.
Voorlopige hechtenis Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
9 BESLAG
9.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen fiets atb, telefoons, creditcards, pas, geldbedragen ter hoogte van € 190,-, € 5,-, € 700,- en € 0,80 verbeurd te verklaren. Verder heeft zij gevorderd om het geldbedrag ter hoogte van € 900,- te onttrekken aan het verkeer. Met betrekking tot de geldbedragen ter hoogte van € 10,- en € 202,95, de doos en de verdovende middelen (cocaïne) heeft zij geen standpunt ingenomen.
9.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft bepleit om de fiets Atb, de telefoons en het totale geldbedrag aan verdachte te retourneren. De raadsman heeft met betrekking tot de overige voorwerpen geen standpunt ingenomen.
9.3 Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan verdachte De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
Verbeurdverklaring De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:
Met behulp van deze voorwerpen is het onder 5 bewezen verklaarde feit begaan. Onttrekken aan het verkeer De rechtbank zal het volgende in beslag genomen voorwerp onttrekken aan het verkeer:
- cocaïne (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192959).
Met behulp van dit voorwerp is het onder 6 bewezen verklaarde feit begaan. Het ongecontroleerde bezit van dit voorwerp (cocaïne) is in strijd met de wet of met het algemeen belang.
10 VORDERING TENUITVOERLEGGING
Bij uitspraak van de politierechter van 15 februari 2023 van de rechtbank Amsterdam (parketnummer: 13/048491-22) is aan verdachte een geldboete opgelegd voor de hoogte van € 400,- voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar.
10.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging van voornoemde voorwaardelijke straf toe te wijzen.
10.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden afgewezen. Hij heeft bepleit dat het een andere feit betreft dan waarvan verdachte op dit moment wordt verdacht, hij geen geld heeft om de geldboete te betalen en hij hierdoor uiteindelijk de vervangende hechtenis zou moeten uitzitten.
10.3 Het oordeel van de rechtbank De rechtbank overweegt dat verdachte door de politierechter op 15 februari 2023 bij verstek is veroordeeld. Blijkens het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister zou deze uitspraak twee weken later onherroepelijk zijn geworden. De rechtbank zet vraagtekens bij de juistheid van deze notitie, omdat de brief waarin deze uitspraak aan verdachte wordt meegedeeld ongeadresseerd is en er anderszins niet is gebleken van een omstandigheid als bedoeld in artikel 366, tweede lid, Sv. In het dossier zit een brief die aan verdachte is gericht, maar waarop geen adres vermeld staat. Volgens de SKDB-staat van verdachte was zijn adres op dat moment onbekend en stond hij nergens ingeschreven. Ook heeft de rechtbank op de zitting van verdachte vernomen dat hij destijds niet op de hoogte was van de opgelegde voorwaardelijke straf. Ook anderszins is niet gebleken van een omstandigheid als bedoeld in artikel 366, twee lid, Sv. Nu nergens uit kan worden opgemaakt dat de zaak reeds onherroepelijk is, en dat de proeftijd op grond van artikel 6:1:18, eerste lid, Sv dus is ingegaan, zal de rechtbank de officier van justitie in de vordering tot tenuitvoerlegging niet-ontvankelijk verklaren.
11 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
12 BESLISSING
De rechtbank:
Bewezenverklaring
Strafbaarheid
Oplegging straf
o zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit; o ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; o medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
o zich binnen 2 (twee) werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij reclassering Leger des Heils op het adres De Meent 2, 8224 BR te Lelystad. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt; o actief deelneemt aan een Cova+ training of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider; o meewerkt aan het verkrijgen van stabiele huisvesting. Hij vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering. Indien de reclassering dit nodig acht, werkt hij mee aan het verblijf in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld; o zich inspant voor het vinden en behouden van (betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding), met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag; o meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
o telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192884 aangetroffen op de bank, goudkleurige achterzijde, wit, merk: Apple); o geldbedrag ter hoogte van € 900,- (omschrijving: PL0900-2021294529-2876058); o geldbedrag ter hoogte van € 190,- (omschrijving: PL0900-2021294529-2876060); o geldbedrag ter hoogte van € 5,- (omschrijving: PL0900-2021294529-2876061); o geldbedrag ter hoogte van € 700,- (omschrijving: PL0900-2021294529-2876059); o geldbedrag ter hoogte van € 0,80 (omschrijving: PL0900-2021294529); o geldbedrag ter hoogte van € 10,- (omschrijving: PL0900-2021294529-G2876075A); o geldbedrag ter hoogte van € 202,95 (omschrijving: PL0900-2021294529-G2876075); o 1 DS Doos (omschrijving: PL0900-2023115395-G3197799);
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
o fiets Atb (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192994); o telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192866, Apple); o telefoontoestel (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192877, wit, merk: Apple); o creditcard (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192958, visa); o creditcard (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192961 onv [creditkaarthouder 1] , Visa); o creditcard (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192983 onw [creditkaarthouder 2] , Visa); o creditcard (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192986 onv [creditkaarthouder 3] , Visa); o creditcard (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192988 onv [creditkaarthouder 4] , Visa); o pas (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192965 bankpas op naam van [rekeninghouder] , Oranje, merk: ING); o creditcard (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192980 onv [creditkaarthouder 5] , Visa);
- onttrekt het volgende voorwerp aan het verkeer:
o cocaïne (omschrijving: PL0900-2023115395-G3192959);
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 13/048491-22
- verklaart de officier van justitie in de vordering niet-ontvankelijk.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. den Haan, voorzitter, mrs. B.F. Hammerle en S. Mosterd, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.Z. Turan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 februari 2024.
Mr. Mosterd is buiten staat dit vonnis mede te onderteken.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
ten aanzien van parketnummer 16/249135-21
1 hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 27 augustus 2021 tot en met 15 september 2021 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 195,76 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 hij op of omstreeks 15 september 2021 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer
- 23,68 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
- 7,86 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, en/of
- 3,31 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
3 hij op of omstreeks 15 september 2021 te Almere, een fiets, althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4 hij op of omstreeks 15 september 2021 te Almere een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een taser, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van parketnummer 16/173548-23
1 hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2022 tot en met 12 juli 2023 te Almere, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, één of meer (gebruikers)hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middels als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 hij op of omstreeks 12 juli 2023 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9,9 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 24 september 2021, genummerd 2021295442, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 16, 100 tot en met 129, 1000 tot en met 1203, 2000 tot en met 2001 en 10000 tot en met 10061. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Pagina’s 1184-1187.
Pagina’s 1000-1008.
Pagina’s 1010 en 1011.
Pagina’s 1184-1187.
Pagina’s 1012-1028.
Pagina’s 10009 en 10010.
Pagina’s 100011 en 10012.
Pagina’s 100013 en 10014.
Pagina 100044.
Pagina’s 1012-1028.
Pagina 1091.
Pagina 1059.
Pagina’s 1012-1028.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal aangifte van 13 september 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina’s 318 en 319 (van het digitaal dossier).
Pagina’s 1069-1074.
Pagina’s 1062-1068.
Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 september 2023, genummerd MD2R023058 (onderzoek: Lagonda), opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 23, 100 tot en met 560, 600 tot en met 624, 700 tot en met 716, 800 tot en met 825 en 900 tot en met 973. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Pagina’s 112-117.
Pagina’s 155-181.
Pagina’s 519-525.
Pagina’s 526-532.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris van 9 januari 2024, pagina’s 1-8.
Pagina’s 305-312.
Pagina’s 526-532.
Pagina’s 256-258.
Pagina’s 937 en 937.
Pagina’s 295-304.