Terug naar bibliotheek
§ 6. Voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van de categorieën II, III en IV
Artikel 26

Artikel 26

Laatste versie

1. Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III voorhanden te hebben.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen die houder zijn van:

a. een verlof als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet, voor zover dit verlof reikt; of b. een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit als bedoeld in de Omgevingswet voor wat betreft voor jacht, beheer of schadebestrijding bestemde wapens van categorie III, die in de omgevingsvergunning zijn omschreven.

3. Onze Minister kan bij regeling vrijstelling van het verbod van het eerste lid voor wapens of munitie van categorie III verlenen met betrekking tot jagers en sportschutters, die hun vaste woon- of verblijfplaats buiten Nederland hebben.

4. Onze Minister kan ten aanzien van de personen bedoeld in het tweede lid regels vaststellen met betrekking tot:

a. de medische geschiktheid en vaardigheid in het omgaan met wapens; b. de vereiste kennis op het terrein van wapens; en c. het aantal wapens dat zij ten hoogste voorhanden mogen hebben.

5. Het is personen die de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt verboden een wapen van categorie IV voorhanden te hebben.

6. Onze Minister kan bij regeling vrijstelling van het verbod van het vijfde lid verlenen in het kader van in verenigingsverband beoefende sporten of door Onze Minister aangewezen recreatieve activiteiten in daartoe gevestigde bedrijven waarin wapens worden gedragen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie IV, onderdeel 4° en onderdeel 5° met betrekking tot kruisbogen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad291x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:125227 september 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad266x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA0502

ECLI:NL:HR:2007:BA050215 mei 2007Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad193x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:413 - Financiële steun aan terroristische organisatie: wanneer is sprake van deelneming?

ECLI:NL:HR:2017:41314 maart 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor 'deelneming' aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) méér nodig is dan alleen financiële steun. Naast het verrichten van een ondersteunende handeling moet ook bewezen worden dat de verdachte daadwerkelijk 'behoort tot het samenwerkingsverband' van de organisatie.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad169x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO9905

ECLI:NL:HR:2004:AO99056 juli 2004Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad138x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:504 - Wapens voorhanden hebben: bewust aanraken en nabijheid is voldoende

ECLI:NL:HR:2020:50431 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het bewust aanraken van wapens en vervolgens enkele uren in de directe nabijheid ervan verblijven is, ondanks het korte tijdsbestek, voldoende om de vereiste bewustheid en beschikkingsmacht voor 'voorhanden hebben' in de zin van de Wet wapens en munitie aan te nemen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Hoge Raad102x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1111 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling

ECLI:NL:HR:2017:111120 juni 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verruimt de criteria voor eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. De focus verschuift van de juridische strekking van delicten naar de feitelijke samenhang van de gedragingen en de vraag of de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Hoge Raad88x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:975 - Responsieplicht bij uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over de strafmaat

ECLI:NL:HR:2022:9755 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter moet een afwijking van een uitdrukkelijk onderbouwd strafmaatstandpunt motiveren. De Hoge Raad oordeelt dat het hof hieraan voldoet als uit de strafmotivering als geheel blijkt dat de aangevoerde gronden zijn meegewogen, maar niet opwogen tegen de door het hof genoemde argumenten.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:969

ECLI:NL:HR:2022:9695 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:192

ECLI:NL:HR:2024:19213 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:900 - Rechtmatigheid Ennetcom-data en rechterlijke machtiging voor gebruik in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:90028 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat Ennetcom-data, verkregen via een rechtshulpverzoek, rechtmatig is als voldaan wordt aan de door de buitenlandse rechter gestelde voorwaarden, zoals een Nederlandse rechterlijke machtiging. Het Wetboek van Strafvordering verzet zich niet tegen een dergelijke machtigingsprocedure.

StrafrechtStrafprocesrecht, Internationaal Strafrecht