Artikel 47 (Daderschap en uitlokking)
1. Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
1°. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen; 2°. zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.
2. Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
Dit betekent dat de personen die als daders van een strafbaar feit worden beschouwd, gestraft zullen worden.
1°. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;
- degenen die het strafbare feit zelf uitvoeren (plegen);
- degenen die een ander het strafbare feit laten uitvoeren (doen plegen);
- degenen die samen met anderen het strafbare feit uitvoeren (medeplegen).
2°. zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.
- giften;
- beloften;
- misbruik van gezag;
- geweld;
- bedreiging;
- misleiding;
- of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen.
2. Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen.
Dit lid verduidelijkt dat voor de personen genoemd onder 1°, sub 2° (de uitlokkers), alleen die handelingen strafbaar zijn die zij opzettelijk hebben uitgelokt, inclusief de gevolgen van die uitgelokte handelingen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3474 - Overzichtsarrest Medeplegen: de afbakening met medeplichtigheid en de vereiste bijdrage - 1 december 2014
De Hoge Raad zet de criteria voor medeplegen uiteen. Een bewezenverklaarde intellectuele of materiële bijdrage moet van voldoende gewicht zijn. Het louter aanwezig zijn en zich niet distantiëren is onvoldoende. De rechter moet bij een niet-uitvoerende rol nauwkeurig motiveren waarom de samenwerking nauw en bewust was.
ECLI:NL:HR:2016:1316 - Medeplegen van bankoverval door telefonische aansturing zonder fysieke aanwezigheid - 4 juli 2016
Een cruciale, planmatige bijdrage vóór de uitvoering van een delict, zoals een telefoontje naar een 'insider' om een bankoverval te faciliteren, kan van voldoende gewicht zijn om als medeplegen te kwalificeren, ook zonder fysieke aanwezigheid van de verdachte tijdens de overval zelf.
ECLI:NL:HR:2014:3637 - Overzichtsarrest Medeplegen: Criteria voor Nauwe en Bewuste Samenwerking - 15 december 2014
De Hoge Raad formuleert aandachtspunten voor het onderscheid tussen medeplegen en medeplichtigheid. Voor medeplegen is een intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht vereist. De rechter moet de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking specifiek motiveren, zeker als de bijdrage niet in de gezamenlijke uitvoering ligt.
ECLI:NL:HR:2011:BP6581 - Medeplegen vereist meer dan alleen functioneel daderschap als eigenaar - 23 mei 2011
De Hoge Raad oordeelt dat voor het bewijs van medeplegen een nauwe en bewuste samenwerking is vereist. Het enkele feit dat een verdachte als eigenaar van een growshop zeggenschap heeft en verantwoordelijk is, is onvoldoende om medeplegen aan te nemen en duidt eerder op functioneel daderschap.
ECLI:NL:HR:2016:515 - Ongewenstverklaring en Terugkeerrichtlijn: Hoge Raad stelt prejudiciële vragen - 28 maart 2016
De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie of een ongewenstverklaring van vóór de Terugkeerrichtlijn vervalt na vijf jaar en vanaf wanneer die termijn loopt: vanaf de uitvaardiging of pas na daadwerkelijk vertrek uit Nederland. De zaak wordt aangehouden.
ECLI:NL:HR:2011:BO4471 - Geef het mes: Opzet van de medeplichtige bij een excessief gronddelict - 21 maart 2011
Geef het mes! Arrest
Voor medeplichtigheid is opzet op het misdrijf vereist. Als de hoofddader een ernstiger misdrijf pleegt dan waarop het opzet van de medeplichtige was gericht, kan medeplichtigheid toch worden aangenomen als het misdrijf van de medeplichtige voldoende verband houdt met het gepleegde gronddelict.
ECLI:NL:HR:2013:1964 - Vluchtscooter: medeplegen na een afgebroken overval en onduidelijke bestuurder - 16 december 2013
De Hoge Raad oordeelt dat voor medeplegen bij een vlucht niet vereist is dat de rollen van bestuurder en bijrijder inwisselbaar zijn. De relevante samenwerking kan ook voortvloeien uit het eerdere gezamenlijke plan, zoals een voorgenomen overval, waar de vlucht een waarschijnlijk gevolg van is.