Artikel 3
Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid: A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen; B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren; C. aanwezig te hebben; D. te vervaardigen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AU9130 - Hoge Raad - 10 april 2006
ECLI:NL:HR:2015:3309 - Hoge Raad: Beoordeling van uitbuiting bij mensenhandel vereist brede toets - 23 november 2015
Voor het bewijs van (het oogmerk van) uitbuiting bij mensenhandel (art. 273f Sr) is niet alleen de mate van keuzevrijheid van het slachtoffer van belang. De rechter moet alle omstandigheden van het geval meewegen, zoals het economisch voordeel voor de verdachte.
ECLI:NL:HR:2020:1523 - Ontneming en Onschuldpresumptie: 'Voldoende Aanwijzingen' Vereist Bewijs Buiten Redelijke Twijfel - 28 september 2020
De Hoge Raad stelt dat de eis van 'voldoende aanwijzingen' voor andere strafbare feiten in een ontnemingszaak (art. 36e lid 2 Sr) verenigbaar moet zijn met de onschuldpresumptie. Dit betekent dat buiten redelijke twijfel moet worden vastgesteld dat de betrokkene die feiten heeft begaan.
ECLI:NL:HR:2014:194 - Witwassen zonder brondelict: bewijslast OM en toetsingskader rechter - 27 januari 2014
Bij een witwasverdenking zonder direct bewijs voor een brondelict moet het OM een witwasvermoeden onderbouwen. Een verklaring van de verdachte, hoe onvolledig ook, kan het OM verplichten nader onderzoek te doen om een legale herkomst met voldoende zekerheid uit te sluiten voor een veroordeling.
ECLI:NL:HR:2016:23 - Gedoogbeleid Coffeeshop: Passief gedogen wekt geen gerechtvaardigd vertrouwen - 18 januari 2016
Passief gedogen van een grote, externe voorraad door een coffeeshophouder is onvoldoende om het gerechtvaardigd vertrouwen te wekken dat geen vervolging zal plaatsvinden. De vervolgingsbeslissing van het Openbaar Ministerie is slechts in zeer beperkte mate toetsbaar door de rechter.
ECLI:NL:HR:2015:3031 - APV-verbod op drugsgebruik naast de Opiumwet: een kwestie van motief - 12 oktober 2015
Een gemeentelijk verbod (APV) op openlijk drugsgebruik is verbindend en treedt niet in de materie van de Opiumwet. De Opiumwet, gericht op volksgezondheid, stelt het gebruik zelf niet strafbaar. De APV, gericht op openbare orde, mag dit wel aanvullend regelen vanwege het andere motief.
ECLI:NL:HR:2015:3328 - Verbindendheid lokaal blowverbod: APV mag openbaar drugsgebruik verbieden - 16 november 2015
Een gemeentelijke verordening (APV) die openbaar drugsgebruik verbiedt, is verbindend. De Opiumwet stelt het gebruik zelf niet strafbaar, maar het aanwezig hebben. De APV-bepaling dient de openbare orde en dupliceert de Opiumwet, die de volksgezondheid beschermt, niet en is dus toegestaan.
ECLI:NL:HR:2015:3696 - Medeplegen van aanwezig hebben hennepkwekerij: sleutelbezit en aanwezigheid voldoende - 21 december 2015
Voor het bewijs van medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van een hennepkwekerij is het voldoende dat verdachten zich bij het pand bevonden, over een sleutel beschikten, er eerder waren geweest en een van hen spontaan meldde dat er hennep werd geteeld.
ECLI:NL:HR:2016:874 - Verbeurdverklaring en ontneming: verrekening is in beginsel noodzakelijk - 16 mei 2016
De Hoge Raad oordeelt dat verbeurdverklaring, net als de ontnemingsmaatregel, strekt tot het afnemen van criminele winst. Daarom is het oordeel van een hof dat een verbeurdverklaard geldbedrag niet in mindering wordt gebracht op het te ontnemen voordeel in zijn algemeenheid onjuist en ontoereikend gemotiveerd.