Artikel 1

Laatste versie

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; b. substantie: stof van menselijke, dierlijke, plantaardige of chemische oorsprong, daaronder begrepen dieren, planten, delen van dieren of planten, alsmede micro-organismen; c. preparaat: een vast of vloeibaar mengsel van substanties; d. middel: substantie of preparaat; e. Enkelvoudig Verdrag: het op 30 maart 1961 te New York tot stand gekomen Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen (Trb. 1963, 81), zoals gewijzigd bij het op 25 maart 1972 te Genève tot stand gekomen Protocol tot wijziging van dat verdrag (Trb. 1987, 90); f. Psychotrope Stoffen Verdrag: het op 21 februari 1971 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake psychotrope stoffen (Trb. 1989, 129); g. Kaderbesluit 2004/757/JBZ: Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PbEU 2004, nr. L 335), zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2017/2103 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 tot wijziging van het Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde psychoactieve stoffen in de definitie van «drug» op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad; h. Besluit 2005/387/JBZ: Besluit 2005/387/JBZ van de Raad van 10 mei 2005 inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen (PbEU 2005, L 127); i. Verdrag tegen sluikhandel: het op 20 december 1988 tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (Trb. 1989, 97); j. Verdrag ter uitvoering van artikel 17 van het Verdrag tegen sluikhandel: het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel 17 van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (Trb. 2010, 165 en 239); k. stofgroep: groep van substanties die afgeleid is van eenzelfde structuur.

2. Voor toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de zouten van de substanties met die substanties gelijkgesteld.

3. Voor de toepassing van deze wet wordt onder vervaardigen begrepen raffineren en omzetten.

4. Onder binnen het grondgebied van Nederland brengen van middelen, bedoeld in de artikelen 2, 2a, eerste lid, en 3, is begrepen: het binnen het grondgebied van Nederland brengen van de voorwerpen of goederen, waarin die middelen verpakt of geborgen zijn en elke op het verder vervoer, de opslag, de aflevering, ontvangst of overdracht gerichte handeling, met betrekking tot die middelen, die binnen het grondgebied van Nederland zijn gebracht, of tot de voorwerpen of goederen, waarin die middelen verpakt of geborgen zijn.

5. Onder buiten het grondgebied van Nederland brengen van middelen, bedoeld in de artikelen 2, 2a, eerste lid, en 3, is begrepen: het buiten het grondgebied van Nederland brengen van de voorwerpen of goederen, waarin die middelen verpakt of geborgen zijn en het met bestemming naar het buitenland vervoeren, ten vervoer aannemen of ten vervoer aanbieden, het ten uitvoer dan wel ten wederuitvoer aangeven, daaronder begrepen het doen van een summiere aangifte bij uitgaan of het in kennis stellen van de wederuitvoer, in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2013, L 269) of het in, op of aan een naar het buitenland bestemd vaar-, voer- of luchtvaartuig aanwezig hebben van die middelen, of van die voorwerpen of goederen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad203x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB7134

ECLI:NL:HR:2008:BB713422 januari 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad169x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO9905

ECLI:NL:HR:2004:AO99056 juli 2004Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad160x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:7

ECLI:NL:HR:2013:72 juli 2013Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad144x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3309

ECLI:NL:HR:2015:330924 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Jeugdstrafrecht
Hoge Raad68x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:23 - Gedoogbeleid Coffeeshop: Passief gedogen wekt geen gerechtvaardigd vertrouwen

ECLI:NL:HR:2016:2319 januari 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Passief gedogen van een grote, externe voorraad door een coffeeshophouder is onvoldoende om het gerechtvaardigd vertrouwen te wekken dat geen vervolging zal plaatsvinden. De vervolgingsbeslissing van het Openbaar Ministerie is slechts in zeer beperkte mate toetsbaar door de rechter.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:AD2076

ECLI:NL:HR:1994:AD207629 maart 1994Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad55x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1985:AC8903

ECLI:NL:HR:1985:AC890328 mei 1985Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1017 - Ondervragingsrecht en getuige met geheugenverlies: geen schending artikel 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2017:10176 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het ondervragingsrecht is niet geschonden als een getuige door tijdsverloop feiten niet herinnert. De verdediging moet een behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging hebben gehad, wat hier het geval was. Dit is anders dan een weigering te verklaren.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad45x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1980:AC6985

ECLI:NL:HR:1980:AC698523 september 1980Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:AB7528

ECLI:NL:HR:1994:AB75281 februari 1994Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak