Artikel 8a
1. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden om naleving van de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag en het Psychotrope Stoffen Verdrag en de bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften te verzekeren, of om misbruik van een middel als bedoeld in lijst I of II of van een substantie die deel uitmaakt van een stofgroep als bedoeld in lijst IA of een preparaat daarvan te voorkomen.
2. In de ontheffing wordt ten minste vermeld:
a. voor welke van de verboden, als bedoeld in de artikelen 2, 2a, eerste lid, of 3 zij wordt verleend; b. voor welke doeleinden zij wordt verleend; c. op welk perceel of in welke lokaliteit de desbetreffende handelingen mogen plaatsvinden; d. de wijze van opslag; e. de wijze van beveiliging; f. de manier waarop de voorraadadministratie is ingericht.