Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel II. Straffen
Artikel 14a

Artikel 14a (Niet-tenuitvoerlegging hoofd- en bijkomende straffen)

Laatste versie

1. In geval van veroordeling tot gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, tot hechtenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, tot taakstraf of tot geldboete, kan de rechter bepalen dat de straf of een gedeelte daarvan niet zal worden tenuitvoergelegd.

2. Ingeval van veroordeling tot gevangenisstraf van meer dan twee jaren en ten hoogste vier jaren kan de rechter bepalen dat een gedeelte van de straf, tot ten hoogste twee jaren, niet zal worden tenuitvoergelegd.

3. De rechter kan voorts bepalen dat opgelegde bijkomende straffen geheel of gedeeltelijk niet zullen worden tenuitvoergelegd.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van veroordeling tot gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, tot hechtenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, tot taakstraf of tot geldboete, kan de rechter bepalen dat de straf of een gedeelte daarvan niet zal worden tenuitvoergelegd.

Dit lid geeft aan dat, als er een veroordeling is tot een gevangenisstraf van maximaal twee jaar, tot hechtenis (waarbij vervangende hechtenis niet is inbegrepen), tot een taakstraf of tot een geldboete, de rechter kan beslissen dat de straf, of een deel van die straf, niet uitgevoerd zal worden.

2. Ingeval van veroordeling tot gevangenisstraf van meer dan twee jaren en ten hoogste vier jaren kan de rechter bepalen dat een gedeelte van de straf, tot ten hoogste twee jaren, niet zal worden tenuitvoergelegd.

Dit lid stelt dat, bij een veroordeling tot een gevangenisstraf die langer is dan twee jaar maar maximaal vier jaar duurt, de rechter kan beslissen dat een deel van de straf, tot een maximum van twee jaar, niet uitgevoerd zal worden.

3. De rechter kan voorts bepalen dat opgelegde bijkomende straffen geheel of gedeeltelijk niet zullen worden tenuitvoergelegd.

Dit lid voegt toe dat de rechter bovendien kan beslissen dat bijkomende straffen die zijn opgelegd, helemaal of voor een deel, niet uitgevoerd zullen worden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1556

ECLI:NL:HR:2013:15563 december 2013Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY5449

ECLI:NL:HR:2013:BY544912 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:807 - Hoge Raad: strenge eisen aan controle digitale gegevensdragers als bijzondere voorwaarde

ECLI:NL:HR:2022:80731 mei 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een bijzondere voorwaarde die toezicht op digitale gegevensdragers regelt, moet precies formuleren hoe de controle plaatsvindt en waarborgen dat de privacy van de veroordeelde niet verder wordt beperkt dan strikt noodzakelijk. Een te vaag geformuleerde voorwaarde is onrechtmatig en wordt vernietigd.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1968:AB6079

ECLI:NL:HR:1968:AB607926 november 1968Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:338 - Combinatie Contactverbod en Precisie Gebiedsverbod: Cumulatie Maatregel en Voorwaarde Toegestaan

ECLI:NL:HR:2019:33812 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een contactverbod gelijktijdig als vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v Sr) en als bijzondere voorwaarde (art. 14c Sr) kan worden opgelegd. Een gebiedsverbod dat verwijst naar een onbekend adres is echter nietig wegens onvoldoende precisie.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:248

ECLI:NL:HR:2021:2489 maart 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1403

ECLI:NL:HR:2021:140328 september 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:389 - Hoger beroep tegen TUL-beslissing blijft mogelijk na invoering Wet USB

ECLI:NL:HR:2020:3896 maart 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De invoering van de Wet USB heeft het stelsel van rechtsmiddelen niet gewijzigd voor TUL-beslissingen wegens schending van de algemene voorwaarde. Een hoger beroep tegen de veroordeling voor het nieuwe feit omvat nog steeds de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging.

StrafrechtStrafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AX1662

ECLI:NL:HR:2006:AX166213 juni 2006Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL7662

ECLI:NL:HR:2010:BL766211 mei 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak