Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL I. RECHTEN EN VRIJHEDEN
Artikel 6. Recht op een eerlijk proces

Artikel 6. Recht op een eerlijk proces

Laatste versie

1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd, gedurende de gehele terechtzitting of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of nationale veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privé leven van procespartijen dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer de openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou schaden.

2. Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.

3. Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende rechten:

a. onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging; b. te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging; c. zich zelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen; d. de getuigen à charge te ondervragen of te doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden onder dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge; e. zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd, gedurende de gehele terechtzitting of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of nationale veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privé leven van procespartijen dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer de openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou schaden.

Dit lid stelt dat wanneer iemands burgerlijke rechten en verplichtingen worden vastgesteld, of wanneer wordt bepaald of een tegen hem ingestelde vervolging gegrond is, die persoon recht heeft op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak. Deze behandeling moet plaatsvinden binnen een redelijke termijn en door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden gewezen. Echter, de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd voor de gehele terechtzitting of een deel ervan. Dit is toegestaan in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of de nationale veiligheid in een democratische samenleving. Het kan ook wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privé leven van procespartijen dit vereisen. Tot slot kan dit ook, in de mate die de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk acht, wanneer openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou schaden.

2. Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.

Dit lid betekent dat iedere persoon tegen wie een vervolging is ingesteld, als onschuldig wordt beschouwd (gehouden) totdat zijn schuld volgens de wet (in rechte) is bewezen (komen vast te staan).

3. Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende rechten:

Dit lid specificeert dat een persoon tegen wie een vervolging is ingesteld, in het bijzonder de hierna genoemde rechten heeft:

a. onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging;

Dit betekent dat de persoon het recht heeft om onverwijld (direct), in een taal die hij begrijpt en gedetailleerd (in bijzonderheden), geïnformeerd te worden over de aard en de reden van de beschuldiging die tegen hem is ingebracht.

b. te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging;

Dit betekent dat de persoon het recht heeft om te beschikken over voldoende tijd en de benodigde middelen (faciliteiten) om zijn verdediging voor te bereiden.

c. zich zelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen;

Dit betekent dat de persoon het recht heeft om zichzelf te verdedigen of daarbij de hulp (bijstand) te krijgen van een raadsman (advocaat) naar eigen keuze. Indien hij niet genoeg geld (voldoende middelen) heeft om een raadsman te betalen (bekostigen), heeft hij het recht om kosteloos te worden bijgestaan door een toegevoegd advocaat, als de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit vereisen.

d. de getuigen à charge te ondervragen of te doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden onder dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge;

Dit betekent dat de persoon het recht heeft om de getuigen die tegen hem getuigen (à charge) te ondervragen of te laten ondervragen. Ook heeft hij het recht om getuigen die in zijn voordeel getuigen (à décharge) te laten oproepen en ondervragen, en dit moet gebeuren onder dezelfde voorwaarden als voor de getuigen à charge.

e. zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt.

Dit betekent dat de persoon het recht heeft om kosteloos de hulp van een tolk te krijgen, indien hij de taal die tijdens de zitting (ter terechtzitting) wordt gebruikt (gebezigd) niet begrijpt (verstaat) of niet spreekt.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4081x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken

ECLI:NL:HR:2016:25219 februari 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad1520x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD2578

ECLI:NL:HR:2008:BD257817 juni 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad1039x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AO9006

ECLI:NL:HR:2005:AO900622 april 2005Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad920x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:590 - Negatieve Verklaring voor Recht, Zorgplicht Adviseur en Buitengerechtelijke Kosten

ECLI:NL:HR:2019:59012 april 2019Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Dit arrest verduidelijkt de voorwaarden voor een negatieve verklaring voor recht, oordeelt dat advies van een in-huis adviseur van de aanbieder is verdisconteerd in het 'hofmodel', en stelt dat gestandaardiseerde buitengerechtelijke werkzaamheden niet voor separate vergoeding in aanmerking komen.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad864x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793

ECLI:NL:HR:2019:79328 mei 2019Dit wetsartikel wordt 32 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad589x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV7828

ECLI:NL:HR:2012:BV78286 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad571x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1413

ECLI:NL:HR:2018:141325 september 2018Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad520x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1889 - Hoge Raad nuanceert beoordelingskader vormverzuimen artikel 359a Sv

ECLI:NL:HR:2020:18891 december 2020Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad actualiseert de maatstaven voor de toepassing van artikel 359a Sv. Het arrest nuanceert de voorwaarden voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid, waarbij het de eis van 'doelbewustheid' of 'grove veronachtzaming' voor niet-ontvankelijkheid bijstelt als het proces als geheel oneerlijk was.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad439x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:623 - Vergoeding termijnoverschrijding: massazaken geen excuus voor vertraging

ECLI:NL:HR:2019:62319 april 2019Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Het indienen van een zeer groot aantal vergelijkbare zaken door een gemachtigde is geen bijzondere omstandigheid die een langere redelijke termijn rechtvaardigt. De rechter die de hoofdzaak behandelt, mag ook oordelen over de schadevergoeding wegens termijnoverschrijding. Wettelijke rente over griffierecht is verschuldigd vanaf vier weken na de uitspraak.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Europees Bestuursrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad411x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BO5046

ECLI:NL:HR:2011:BO504610 juni 2011Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak