Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VIII. Bijzondere bepalingen voor het rechtsgeding voor de kantonrechter
Artikel 395a

Artikel 395a (Aantekening uitspraak kantonrechter schriftelijk vonnis)

Laatste versie

1. Behoudens het bepaalde in artikel 395, tweede lid, en indien schriftelijk vonnis wordt gewezen, blijft het opmaken van het proces-verbaal der terechtzitting achterwege en wordt de uitspraak binnen tweemaal vier en twintig uur op een aan de kopie van de dagvaarding te hechten stuk aangetekend. De aantekening wordt door de kantonrechter gewaarmerkt.

2. De gegevens die de aantekening, bedoeld in het vorige lid, moet bevatten, worden, onverminderd het bepaalde in artikel 397a, derde lid, vastgesteld door Onze Minister van Veiligheid en Justitie. De aantekening vermeldt in ieder geval:

1°. de naam van de kantonrechter, de dag van de uitspraak en de omstandigheid of de uitspraak bij verstek of op tegenspraak is gedaan; 2°. indien een veroordeling is uitgesproken, het strafbare feit dat het bewezenverklaarde oplevert; 3°. de opgelegde straf of maatregel.

3. Zodra de aantekening is gewaarmerkt, kunnen de verdachte en zijn raadsman daarvan kennis nemen. De kantonrechter verstrekt desgevraagd een afschrift van de aantekening aan de verdachte en zijn raadsman.

4. Wordt alsnog aan artikel 395, tweede lid, onder b of c, toepassing gegeven, dan komt de in de vorige leden van dit artikel bedoelde aantekening te vervallen. De griffier haalt alsdan de aantekening door.

Uitleg in duidelijke taal

1. Behoudens het bepaalde in artikel 395, tweede lid, en indien schriftelijk vonnis wordt gewezen, blijft het opmaken van het proces-verbaal der terechtzitting achterwege en wordt de uitspraak binnen tweemaal vier en twintig uur op een aan de kopie van de dagvaarding te hechten stuk aangetekend. De aantekening wordt door de kantonrechter gewaarmerkt.

Dit betekent, met uitzondering van wat is bepaald in artikel 395, tweede lid, en wanneer een schriftelijk vonnis wordt uitgesproken, dat het opmaken van het proces-verbaal van de terechtzitting niet plaatsvindt. In plaats daarvan wordt de uitspraak binnen tweemaal vierentwintig uur (48 uur) op een stuk genoteerd dat aan de kopie van de dagvaarding wordt gehecht. De kantonrechter waarmerkt deze aantekening.

2. De gegevens die de aantekening, bedoeld in het vorige lid, moet bevatten, worden, onverminderd het bepaalde in artikel 397a, derde lid, vastgesteld door Onze Minister van Veiligheid en Justitie. De aantekening vermeldt in ieder geval:

De Minister van Veiligheid en Justitie stelt vast welke gegevens de aantekening, zoals genoemd in het eerste lid, moet bevatten. Dit gebeurt zonder afbreuk te doen aan (onverminderd) de bepalingen in artikel 397a, derde lid. De aantekening moet in ieder geval de volgende informatie bevatten:

1°. de naam van de kantonrechter, de dag van de uitspraak en de omstandigheid of de uitspraak bij verstek of op tegenspraak is gedaan;

Dit betreft de naam van de kantonrechter, de datum van de uitspraak, en of de uitspraak is gedaan terwijl de verdachte afwezig was (bij verstek) of nadat de verdachte zich heeft verweerd (op tegenspraak).

2°. indien een veroordeling is uitgesproken, het strafbare feit dat het bewezenverklaarde oplevert;

Dit betreft, indien een veroordeling is uitgesproken, het strafbare feit dat uit het bewezenverklaarde voortvloeit.

3°. de opgelegde straf of maatregel.

Dit betreft de straf of maatregel die is opgelegd.

3. Zodra de aantekening is gewaarmerkt, kunnen de verdachte en zijn raadsman daarvan kennis nemen. De kantonrechter verstrekt desgevraagd een afschrift van de aantekening aan de verdachte en zijn raadsman.

Zodra de kantonrechter de aantekening heeft gewaarmerkt, kunnen de verdachte en zijn raadsman de inhoud ervan inzien. Als zij daarom vragen (desgevraagd), verstrekt de kantonrechter een kopie (afschrift) van de aantekening aan de verdachte en zijn raadsman.

4. Wordt alsnog aan artikel 395, tweede lid, onder b of c, toepassing gegeven, dan komt de in de vorige leden van dit artikel bedoelde aantekening te vervallen. De griffier haalt alsdan de aantekening door.

Indien er alsnog toepassing wordt gegeven aan artikel 395, tweede lid, onder b of c, dan vervalt de aantekening die in de voorgaande leden van dit artikel is genoemd. De griffier zal in dat geval de aantekening doorhalen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:709

ECLI:NL:HR:2015:70924 maart 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1199

ECLI:NL:HR:2016:119914 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ3624

ECLI:NL:HR:2013:BZ362412 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1576

ECLI:NL:HR:2014:15761 juli 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:698

ECLI:NL:HR:2018:69815 mei 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:43

ECLI:NL:HR:2018:4316 januari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BO2956

ECLI:NL:HR:2011:BO295625 januari 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2006:AX6409

ECLI:NL:HR:2006:AX640927 juni 2006Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2014:1179

ECLI:NL:HR:2014:117920 mei 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2021:1419

ECLI:NL:HR:2021:141919 oktober 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak