Artikel 2 (Economische delicten misdrijf of overtreding)
1. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 1° en 2°, en artikel 1a, onder 1° en 2°, zijn misdrijven, voor zover zij opzettelijk zijn begaan; voor zover deze economische delicten geen misdrijven zijn, zijn zij overtredingen.
2. In afwijking van het eerste lid zijn overtredingen van voorschriften, gesteld krachtens artikel 15, tweede lid, van de Distributiewet, overtredingen, terwijl overtredingen van andere voorschriften, gesteld krachtens de Distributiewet, overtredingen zijn, voor zover deze wet in werking is getreden op grond van artikel 2 van de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma.
3. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 3°, zijn misdrijven of overtredingen, al naar gelang zij in de desbetreffende voorschriften als misdrijf dan wel als overtreding zijn gekenmerkt.
4. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 4°, en artikel 1a, onder 3°, zijn overtredingen.
5. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 5°, zijn misdrijven.
Uitleg in duidelijke taal
1. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 1° en 2°, en artikel 1a, onder 1° en 2°, zijn misdrijven, voor zover zij opzettelijk zijn begaan; voor zover deze economische delicten geen misdrijven zijn, zijn zij overtredingen.
Dit betekent letterlijk: De economische delicten die genoemd worden in artikel 1, onderdelen 1° en 2°, en in artikel 1a, onderdelen 1° en 2°, worden beschouwd als misdrijven, op voorwaarde dat (voor zover) zij met opzet (opzettelijk) zijn gepleegd (begaan). Als deze economische delicten geen misdrijven zijn (bijvoorbeeld omdat ze niet opzettelijk zijn begaan), dan worden ze beschouwd als overtredingen.
2. In afwijking van het eerste lid zijn overtredingen van voorschriften, gesteld krachtens artikel 15, tweede lid, van de Distributiewet, overtredingen, terwijl overtredingen van andere voorschriften, gesteld krachtens de Distributiewet, overtredingen zijn, voor zover deze wet in werking is getreden op grond van artikel 2 van de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma.
Dit betekent letterlijk: Als uitzondering (in afwijking) op wat in het eerste lid staat, geldt het volgende: het overtreden van voorschriften die zijn vastgesteld op basis van (krachtens) artikel 15, tweede lid, van de Distributiewet, wordt altijd beschouwd als overtredingen. Daarnaast geldt dat het overtreden van andere voorschriften die zijn vastgesteld op basis van de Distributiewet, ook overtredingen zijn, maar alleen op voorwaarde dat (voor zover) de Distributiewet van kracht is geworden (in werking is getreden) op basis van (op grond van) artikel 2 van de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma.
3. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 3°, zijn misdrijven of overtredingen, al naar gelang zij in de desbetreffende voorschriften als misdrijf dan wel als overtreding zijn gekenmerkt.
Dit betekent letterlijk: De economische delicten die genoemd worden in artikel 1, onderdeel 3°, zijn ofwel misdrijven, ofwel overtredingen. De classificatie hangt af van (al naar gelang) hoe ze in de betreffende (desbetreffende) voorschriften zijn aangemerkt (gekenmerkt): als een misdrijf of als een overtreding.
4. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 4°, en artikel 1a, onder 3°, zijn overtredingen.
Dit betekent letterlijk: De economische delicten die genoemd worden in artikel 1, onderdeel 4°, en in artikel 1a, onderdeel 3°, worden altijd beschouwd als overtredingen.
5. De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 5°, zijn misdrijven.
Dit betekent letterlijk: De economische delicten die genoemd worden in artikel 1, onderdeel 5°, worden altijd beschouwd als misdrijven.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBOVE:2025:5989 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9628 - Rechtbank Rotterdam - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9651 - Rechtbank Rotterdam - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9656 - Rechtbank Rotterdam - 22 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1269 - Gerechtshof Den Haag - 7 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9636 - Rechtbank Rotterdam - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5185 - Rechtbank Overijssel - 11 augustus 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1270 - Gerechtshof Den Haag - 7 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5584 - Onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor drugshandel, vuurwerk- en wapenbezit - 16 september 2025
De Rechtbank Overijssel veroordeelt een verdachte tot tien maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor het dealen van cocaïne en het bezit van harddrugs, illegaal vuurwerk en wapens. Wegens twijfels over zijn motivatie legt de rechtbank, in afwijking van het reclasseringsadvies, geen voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden op.
ECLI:NL:RBOVE:2025:5871 - Rechtbank Overijssel - 6 oktober 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1756 - Gerechtshof Den Haag - 6 augustus 2025
ECLI:NL:HR:2025:1088 - Hoge Raad - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:4617 - Rechtbank Amsterdam - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7433 - Rechtbank Amsterdam - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:11632 - Rechtbank Noord-Holland - 6 oktober 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5583 - Rechtbank Overijssel: Bewijs medeplegen drugshandel vanuit een 'inpakhuis' - 16 september 2025
De rechtbank veroordeelt een verdachte voor medeplegen van het bezit van een grote handelsvoorraad harddrugs, overtreding van de Geneesmiddelenwet (ketamine) en voorbereidingshandelingen. De rechtbank acht opzet en beschikkingsmacht bewezen op basis van de aangetroffen goederen, de verklaring en belastende chatgesprekken op de iPhone van de verdachte.