ECLI:NL:RBOVE:2025:5583 - Rechtbank Overijssel: Bewijs medeplegen drugshandel vanuit een 'inpakhuis' - 16 september 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank veroordeelt een verdachte voor medeplegen van het bezit van een grote handelsvoorraad harddrugs, overtreding van de Geneesmiddelenwet (ketamine) en voorbereidingshandelingen. De rechtbank acht opzet en beschikkingsmacht bewezen op basis van de aangetroffen goederen, de verklaring en belastende chatgesprekken op de iPhone van de verdachte.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.096753.25 (P) Datum vonnis: 16 september 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte], geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats], wonende aan de [woonplaats], nu verblijvende in de P.I. [locatie].
1 Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 juli 2025 en van 2 september 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R. el Bellaj, advocaat in [plaats], naar voren is gebracht.
2 De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 2 september 2025, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte: feit 1: samen met een ander of anderen opzettelijk een hoeveelheid van verschillende soorten harddrugs aanwezig heeft gehad. feit 2: samen met een ander of anderen opzettelijk zonder registratie 775,85 gram ketamine in voorraad heeft gehad. *feit 3:*zich samen met een ander of anderen heeft beziggehouden met voorbereidings- of bevorderingshandelingen gericht op het inpakken en verzenden van bestellingen harddrugs binnen of buiten Nederland, door verzendlabels, labelprinters, deklading, een inpakmachine, een (digitale) weegschaal en een laptop voorhanden te hebben.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1Hij op of omstreeks 29 maart 2025, te [plaats], althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,opzettelijkaanwezig heeft gehad:- 17.049 gram MDMA, en/of- 3500 gram 2C-B, en/of- 3954 gram amfetamine, en/of- 150,55 gram cocaïne, en/of- 35 gram methamfetamine, en/of- 50 LDS-zegels,in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, 2C-B, cocaïne,amfetamine, methamfetamine en/of LSD,zijnde (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezenkrachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2hij op of omstreeks 29 maart 2025 te [plaats], althans in Nederland,tezamen en in verenging met een of meer anderen, althans alleen,meermalen, althans eenmaal,al dan niet opzettelijkzonder registratie (een grote hoeveelheid/hoeveelheden van een) werkzame stoffen,waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten 775,85 gram ketamine,in voorraad heeft gehad;
3Hij op of omstreeks 29 maart 2025, te [plaats], althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoerenvan (grote) hoeveelheden MDMA, 2C-B, cocaïne, amfetamine, methamfetamine en/of LSD,in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, 2C-B, cocaïne, amfetamine,methamfetamine en/of LSD,zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtenshet vijfde lid van artikel 3a van die wet,- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede teplegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/ofinlichtingen te verschaffen en/of- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getrachtte verschaffen en/of- voorwerpen, vervoermiddelen, en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte, en/of zijnmedeverdachte(n), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot hetplegen van dat feitimmers heeft hij, verdachte,- verzendlabels en/of- een of meerdere labelprinters en/of labelwriters, en/of- deklading, en/of- een inpakmachine, en/of- een (digitale) weegschaal, en/of- een laptop,voorhanden gehad.
3 De bewijsmotivering
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1 tot en met 3 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2 Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 heeft de raadsman vrijspraak bepleit, nu verdachte weliswaar aanwezig was in de woning waar de drugs is aangetroffen, maar daar geen wetenschap van of beschikkingsmacht over heeft gehad. Ook bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om van een nauwe en bewuste samenwerking te kunnen spreken, zodat ook geen sprake is van medeplegen.
Ook met betrekking tot feit 3 heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de tenlastegelegde handelingen onder feit 3 meer zien op handelingen of feitelijkheden die het voorbereidingsproces an sich betreffen en niet op handelingen die genomen zijn ter voorbereiding of ter bevordering van het plegen van de feiten. Daarnaast is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier waaruit een bewuste en nauwe samenwerking van voldoende gewicht tussen verdachte en een of meer anderen terzake het voorhanden hebben van de aangetroffen goederen kan worden vastgesteld of waaruit dat kan worden afgeleid.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
3.3.1 De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en hetgeen ter zitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
- De [adres] in [plaats]
Op 29 maart 2025 omstreeks 16.35 uur zijn verbalisanten naar de woning aan de [adres] in [plaats] gegaan, naar aanleiding van een melding dat daar drugs verhandeld en gemaakt zou worden. Ter plaatse werd op kloppen/roepen/aanbellen niet open gedaan. Op enig moment horen en zien de verbalisanten dat een man via het dak aan de achterzijde van de woning naar de voorzijde aan het klimmen is. Op sommeren van de verbalisanten klimt de man naar beneden waar hij wordt staande gehouden. De man blijkt te zijn [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats], zijnde verdachte.
In de woning zijn op de bovenverdieping verschillende goederen aangetroffen, waaronder:
De aangetroffen goederen zijn in beslag genomen en onderzocht. In totaal zijn in de woning 30 dozen aangetroffen waarin pillen zaten met verschillende opdrukken/vormen, waaronder pillen in de vorm van Nijntje, met Dior-logo, in de vorm van een adelaar met een hakenkruis, met een Twitter-logo. Ook zijn in de dozen kristallen, witte blokken, pasta, wit poeder en 5 Pokémon-kaarten aangetroffen. Voornoemde inhoud van de dozen is zowel door de verbalisanten als ook door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) onderzocht (onder andere gewogen en indicatief getest). Op basis van deze onderzoeken kan worden vastgesteld dat van de aangetroffen pillen 17.049 gram MDMA bevat en 3.500 gram 2C-B. Een deel van het witte poeder en de witte blokken bevat cocaïne met een totaalgewicht van 150,55 gram. De pasta met een totaalgewicht van 3.954 gram bevat amfetamine. 9,94 gram van het witte poeder bevat MDMA. Een deel van de kristallen bevat methamfetamine met een totaalgewicht van 35 gram. De vijf aangetroffen Pokémonkaarten waren elk onderverdeeld in 50 zegels en bevatten LSD. Tot slot bevat een deel van de kristallen en een deel van het witte poeder ketamine met een totaalgewicht van 775,85 gram.
Ketamine is de werkzame stof voor de vervaardiging van geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder x.1 van de Geneesmiddelenwet. Door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is geconstateerd dat voor het adres [adres] in [plaats] geen registratie van een fabrikant en/of groothandelaar van werkzame stoffen bekend is en dat aan verdachte een dergelijke registratie niet is verleend.
De in de woning aangetroffen laptop is eveneens onderzocht met als doel om te achterhalen of het systeem recent voor de inbeslagname is gebruikt. Uit dat onderzoek komt naar voren dat het systeem op 29 maart 2025 om 16.27 uur is opgestart. Op dat tijdstip maakt de laptop verbinding met Wifi-netwerk met de naam ‘iPhone’, veelal betreft dat een mobiele hotspot. Onder verdachte is bij zijn aanhouding een iPhone inbeslaggenomen. Ook de veiliggestelde data van deze iPhone is onderzocht. Daaruit komt onder meer naar voren dat bij activatie van een mobiele hotspot op deze telefoon de netwerknaam ‘iPhone’ wordt gebruikt. Van de laptop is tevens de websitegeschiedenis van de Microsoft Edge browser onderzocht. Die browser is tussen 16.28 en 16.51 uur gebruikt. Verdachte is om 17.07 uur aangehouden. Er is ingelogd op en gebruikt gemaakt van een protonmail webmail-account genaamd ‘[accountnaam]’.
- De onder verdachte inbeslaggenomen iPhone
Uit de veiliggestelde data van de onder verdachte inbeslaggenomen iPhone komt verder naar voren dat de gebruiker van de telefoon op 12 maart 2025 omstreeks 15.31 uur naar ‘[alias 1]’ stuurt dat hij op het politiebureau is en dat hij hem zo belt. Om 15.40 uur antwoordt de gebruiker op de vraag van ‘[alias 1]’ hoe lang het nog duurt, dat hij zo klaar is en om 16.04 uur antwoord de gebruiker op de vraag van ‘[alias 1] of hij al onderweg is naar [alias 1]’ dat hij onderweg is en er zo is. Door de politie is onderzoek gedaan in de politiesystemen waaruit naar voren komt dat verdachte op 12 maart 2025 omstreeks 14.30 uur door de politie is meegenomen naar het bureau waar hij rond 15.45 uur weer is heengezonden.
Verder is op de iPhone de chatapplicatie Signal aangetroffen. De gebruiker van de telefoon heeft ‘.’ als gebruikersnaam. Op onder andere 7 februari 2025 heeft een chatgesprek plaatsgevonden tussen de gebruiker van de telefoon en ‘[alias 2]’. In dat gesprek krijgt de gebruiker van de telefoon ’s ochtends instructies van ‘[alias 2]’ over labels die hij moet printen, enveloppen die hij moet halen, krijgt hij de ‘logingegevens van proton: [accountnaam]:[wachtwoord]’ en vertelt ‘[alias 2]’ dat ‘Eagle, miffy (nijntje) en dior in een jumbo shopper in die kamer ligt’. Rond het middaguur vraagt ‘[alias 2]’: ‘Ben je daar al?’ en wanneer de gebruiker van de telefoon bevestigd dat hij ‘daar’ is, helpt ‘[alias 2]’ hem herinneren dat hij niet de drie orders moet vergeten die klaarliggen. Wanneer ‘.’ Aan ‘[alias 2]’ laat weten dat het internet het niet doet op de ‘lappie’, antwoordt die laatste dat ‘.’ geen verbinding via wifi moet maken, maar met een hotspot. Verder moppert ‘.’ dat alles vies is en niets gesorteerd ligt. Er wordt gesproken over speed, LSD, gripzakken, meth, inpakdozen, enveloppen en bestellingen, aan ‘.’ wordt door ‘[alias 2]’ inpakinstructies gegeven en hij vraagt aan ‘.’ ‘tot welke order is gelukt’, die daarop antwoordt ‘33vgm’. Op 10 februari 2025 meldt ‘.’ aan ‘[alias 2]’ dat de labelprinter aangeeft dat de verbinding is verbroken. Die vraagt aan ‘.’ of hij de kleine of de grote bedoelt en geeft ‘.’ instructies hoe hij het op kan lossen. Op de vraag van ‘[alias 2]’ een aantal uren later of ‘.’ nog bezig is, antwoord die laatste bevestigend. Daarop reageert ‘[alias 2]’ met de mededeling dat hij eraan komt.
- De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij op 29 maart 2025 in de woning aan de [adres] in [plaats] was. Hij was daar omstreeks 16.30 uur. Verdachte was daar omdat hij daar een klusje moest doen voor iemand uit het drugsmilieu. De sleutels van de woning die aan zijn eigen sleutelbos zaten, had hij de dag ervoor van iemand gekregen. De iPhone, die verdachte bij zich had toen hij werd aangehouden, was niet van hem. Die had hij ook de dag ervoor van iemand gekregen. Verdachte heeft niet naar de chatgeschiedenis gekeken en hij was in ieder geval niet de enige die gebruik maakte van die telefoon. In een van de kamers op de bovenverdieping van de woning stond een laptop op een tafel. Verdachte heeft een hotspot gemaakt van de iPhone om met die laptop verbinding met het internet te kunnen maken. Op de laptop heeft verdachte ingelogd op het protonmailadres ‘[accountnaam]’. Hij wachtte op verdere instructies van iemand. Hij wil niet zeggen van wie of wat voor instructies hij zou krijgen. Verdachte heeft dozen en verpakkingsmateriaal in de woning zien staan. Op het moment dat de politie zich meldde bij de woning, schrok verdachte en daarom is hij het dak op geklommen.
3.3.2 De overwegingen van de rechtbank Gelet op de hiervoor weergegeven bevindingen uit de politiesystemen met betrekking tot de aanhouding van verdachte op 12 maart 2025 omstreeks 14.30 uur, zijn heenzending omstreeks 15.45 uur en het chatgesprek dat tussen de gebruiker van de telefoon en ‘[alias 1]’ heeft plaatsgevonden op die datum en omstreeks die tijdstippen alsmede gelet op het feit dat verdachte – ruim twee weken later – tijdens zijn aanhouding in het bezit was van die iPhone, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte (dat hij de iPhone de dag ervoor van iemand heeft gekregen) ongeloofwaardig is. De rechtbank stelt dan ook vast dat de bij verdachte tijdens zijn aanhouding aangetroffen iPhone van hem is en dat hij de gesprekken heeft gevoerd die op die telefoon zijn aangetroffen.
- De feiten 1 en 2
Het verweer dat verdachte niet wist dat er MDMA, 2C-B, amfetamine, methamfetamine, cocaïne, LSD en ketamine in de woning aanwezig was, acht de rechtbank niet aannemelijk gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen goederen, die in verband kunnen worden gebracht met het inpakken van online bestelde verdovende middelen, het feit dat er pillen voor het blote oog zichtbaar op de grond lagen, het feit dat door het vacuüm trekken van de verpakking waarin de pillen waren verpakt duidelijk de contouren daarvan zichtbaar waren en het feit dat verdachte in de periode voor zijn aanhouding chatgesprekken heeft met ‘[alias 2]’, die gaan over het gereed maken voor verzending van verschillende verdovende middelen. Mede gelet op de inhoud van voornoemde chatgesprekken – waarin zowel door verdachte als door ‘[alias 2]’ wordt gesproken over ‘Eagle, miffy (nijntje) en Dior in een Jumbo shopper’, LSD, speed (de rechtbank begrijpt: amfetamine), meth, dozen, laptop op een bureau in een kamer, hetgeen allemaal overeenkomt met hetgeen de politie aan de [adres] in [plaats] heeft aangetroffen en het feit dat verdachte van ‘[alias 2]’ instructies krijgt over het inpakken van de verdovende middelen – is de rechtbank van oordeel dat de MDMA, 2C-B, amfetamine, methamfetamine, cocaïne, LSD en ketamine zich op 29 maart 2025 in de machtssfeer van verdachte hebben bevonden en dat verdachte ook wetenschap had van de aanwezigheid daarvan.
Wat betreft de ketamine overweegt de rechtbank verder dat ketamine een stof is van chemisch oorsprong met pijnstillende en verdovende eigenschappen en vanwege deze eigenschappen in geneesmiddelen voor de mens wordt toegepast. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een werkzame stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder x.1 van de Geneesmiddelenwet. Aan verdachte is geen registratie als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet verleend. Op grond van het vorenstaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte opzettelijk de ketamine zonder registratie in voorraad heeft gehad.
Bij de uiteenzetting van de redengevende feiten en omstandigheden is reeds naar voren gekomen dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander/anderen. De rechtbank acht daarom het medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
- Feit 3
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het feit dat uit de chatgesprekken naar voren komt dat verdachte bezig is geweest met het aan de hand van instructies verzendklaar maken van bestellingen van verdovende middelen in de periode voorafgaand aan 29 maart 2025, het feit dat hijzelf verklaard heeft dat hij op 29 maart 2025 in de woning was om ‘een klusje te doen voor iemand uit het drugsmilieu en aan het wachten was op instructies’, het feit dat hij was ingelogd op het protonmailadres ‘[accountnaam]’ (welk mailadres hij eerder ook gebruikte voor de bestellingen), het feit dat er MDMA, 2C-B, amfetamine, methamfetamine, cocaïne en LSD is aangetroffen in combinatie met alle overige voorwerpen zoals ze hiervoor onder 3.3.1 onder het subkopje ‘De [adres] in [plaats]’ zijn uiteengezet, verdachte wetenschap had van de omstandigheid dat hij met zijn handelingen de uitvoer van en de handel in MDMA, 2C-B, amfetamine, methamfetamine, cocaïne en LSD heeft bevorderd. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a Ow.
Bij de uiteenzetting van de redengevende feiten en omstandigheden is reeds naar voren gekomen dat verdachte de voorbereidingshandelingen samen met een ander/anderen heeft verricht en dat zijn opzet daar ook op was gericht. De rechtbank acht daarom het medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1hij op 29 maart 2025, te [plaats],tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijkaanwezig heeft gehad:- 17.049 gram MDMA, en- 3500 gram 2C-B, en- 3954 gram amfetamine, en- 150,55 gram cocaïne, en- 35 gram methamfetamine, en- 50 LSD-zegels,zijnde (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezenkrachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2hij op 29 maart 2025 te [plaats], tezamen en in verenging met een of meer anderen, opzettelijkzonder registratie (een grote hoeveelheid/hoeveelheden van een) werkzame stoffen,waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten 775,85 gram ketamine,in voorraad heeft gehad;
3hij op 29 maart 2025, te [plaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten- het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen,- het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoerenvan grote hoeveelheden MDMA, 2C-B, cocaïne, amfetamine, methamfetamine en LSD,zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtenshet vijfde lid van artikel 3a van die wet,- voorwerpen, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte, en/of zijnmedeverdachte(n), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot hetplegen van dat feitimmers heeft hij, verdachte,- verzendlabels en- een of meerdere labelprinters en/of labelwriters, en- deklading, en- een inpakmachine, en- een laptop,voorhanden gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) in artikel 2 en 10a van de Opiumwet, artikel 38 van de Geneesmiddelenwet en in de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 het misdrijf: handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2 het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk gepleegd;
feit 3 het misdrijf: medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde of het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
5 De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
6 De op te leggen straf of maatregel
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in voorarrest is doorgebracht.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om bij het opleggen van een straf rekening te houden met de rol van verdachte bij de strafbare feiten en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Gelet op het feit dat de reclassering de kans op recidive als laag inschat en het feit dat verdachte nadrukkelijk geen bemoeienis wenst van instanties. Hij wil zijn leven op eigen kracht weer op de rails krijgen, met hulp van zijn familie en vooral zijn moeder. Zij gaat hem helpen bij het zoeken/vinden van een baan, zodat hij weer over een positieve dagbesteding beschikt. Inmiddels heeft hij gedurende vijf maanden geen verdovende middelen meer gebruikt.
6.3 De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een handelsvoorraad harddrugs en het treffen van voorbereidingshandelingen voor de handel daarin. De woning waar verdachte is aangehouden was namelijk ingericht als een soort inpakhuis. Daar is een handelsvoorraad aan verdovende middelen en andere voorwerpen met betrekking tot de wereldwijde handel in en distributie van die verdovende middelen aangetroffen om in de vraag van afnemers te kunnen voorzien.
Verdachte en zijn mededader(s) bekommerden zich bij hun handel niet om de gezondheidsrisico’s voor anderen en de schadelijke gevolgen voor de maatschappij en hebben kennelijk enkel uit winstbejag gehandeld. Zij hebben bijgedragen aan het in stand houden van de ondermijnende criminaliteit die rondom de handel en de productie van drugs de laatste jaren grote vormen aanneemt. Daaronder valt ook het witwassen van de inkomsten uit de drugshandel, waardoor de integriteit van het economisch handelsverkeer wordt aangetast. Weliswaar wordt verdachte niet voor witwasfeiten veroordeeld, maar dit aspect van drugshandel kleeft vaak wel aan het verdienmodel en dat rekent de rechtbank ook hem aan. Verdachte vormde een schakel in de drugsketen die veel rand- en gevolgcriminaliteit veroorzaakt.
De persoon van verdachte Uit het strafblad van verdachte van 10 juni 2025 komt naar voren dat verdachte in het verleden vaker is veroordeeld voor onder meer Opiumwetdelicten, voor het laatst door de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 februari 2023.
Door de reclassering is over verdachte op 28 augustus 2025 een adviesrapport uitgebracht. Uit dat rapport komt naar voren dat sprake is van een delictpatroon inzake drugsdelicten. Het algemene recidiverisico wordt ingeschat als hoog. De reclassering constateert instabiliteit op meerdere leefgebieden, zoals middelengebruik, huisvesting, financiën, dagbesteding, houding en psychosociaal functioneren. Verdachte wil zijn leven op eigen kracht op orde krijgen, hetgeen tot op heden niet is gelukt. Verdachte toont zich ambivalent ten opzichte van professionele hulp op het gebied van verslavingszorg en psychische klachten. Hij is gehecht aan zijn zelfstandigheid in het oplossen van problemen. Verdachte heeft niet meegewerkt aan een in 2023 opgelegd reclasseringstoezicht. Enkel als verdachte ter zitting zijn medewerking toezegt, vindt de reclassering het opstellen van een plan van aanpak en het opleggen van bijzondere voorwaarden geïndiceerd.
De strafoplegging Voor misdrijven van deze ernst en gezien de hoeveelheid verdovende middelen worden door rechters in de regel langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. Tegen verdachte is een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist. De rechtbank is, gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en het kennelijke gemak waarmee verdachte zich met dit soort criminele activiteiten inlaat, van oordeel dat een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren passend en geboden, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
7 De in beslag genomen voorwerpen
7.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle onder verdachte in beslag genomen drugs moeten worden onttrokken aan het verkeer en dat de overige op de beslaglijst opgenomen goederen verbeurd moeten worden verklaard.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers 2, 3, 7, 8, 39 tot en met 41 moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke feit 3 is begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde drugs onder de nummers 42 tot en met 58 vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
8 De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 57 Sr.
9 De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
-
verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
-
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
-
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
-
verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 het misdrijf: handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2 het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk gepleegd;
feit 3 het misdrijf: medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde of het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
-
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
-
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 2, 3, 7, 8, 39 tot en met 41;
-
verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 42 tot en met 58.
Dit vonnis is gewezen door R.J. Postma, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 september 2025.
Buiten staat Mr. *** is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen. De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer LXFBH24005-504. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van bevindingen van 30 maart 2025 , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant op pagina 1 e.v.
Op zaterdag 29 maart 2025 was ik ter plaatse aan het [adres] te [plaats].Ik stapte terug uit en zag dat het dakraam inmiddels geopend was. Ik weet zeker dat deze bij aankomst bij het pand gesloten was. Ik gaf dit door aan de collega's aan de voorzijde. Zij zagen vervolgens een man over het dak klimmen. Deze man liet zijn telefoon van het dak vallen. Na aanroepen kwam hij naar beneden waarna hij werd staande gehouden.
Ik liep vervolgens de trap op naar boven. Op de kamer meteen links zag ik een machine staan. Ik zag dat er naast deze machine allemaal conserveer blikken zonder deksel lagen. Ik zag dat de deksels er naast lagen. Ik zag dat het apparaat bedoeld was om conserveerblikken dicht te persen. Ik zag dat er meerdere bliklabels naast het apparaat lagen. In de kamer daarnaast zag ik meerdere dozen. Ik zag meerdere witte dozen met geadresseerde adressen in landen als Kenia, Oostenrijk en Frankrijk. Ik zag dat er ook dozen "dental sticks" voor honden stonden. Ik zag dat er op de grond van de kamer een pil lag. Door zijn vorm en opdruk had ik het vermoedden dat dit ging om een XTC pil. Ik zag dat er een doos "dental sticks" open stond. Ik zag dat hier een zilveren verpakking in zat. Ik zag dat dit een vacuüm verpakt pakketje betrof. Ik zag door het vacuüm trekken van de verpakking duidelijk de contouren van meerdere pillen in de verpakking. Ik zag dat er op de tafel een printer stond. Ik zag dat er een laptop bovenop stond. Ik zag dat er twee label printers op het bureau stonden. Na het aantreffen van al deze goederen ben ik naar de collega gelopen welke met de man stonden die van het dak af klom. Gezien het feit dat er iemand vanuit deze woning op het dak was geklommen en hij daar werd aangetroffen, in combinatie met alle aangetroffen goederen, merkte ik hem aan als verdachte van het overtreden van de Opiumwet. De verdachte werd vervolgens door een andere politieambtenaar aangehouden. Ik paste vervolgens een veiligheidsfouillering toe bij de verdachte. Ik trof hierbij een telefoon aan in zijn broekzak. Deze heb ik inbeslaggenomen voor onderzoek. In zijn broekzak trof ik ook een sleutelbos aan. Ik heb met deze sleutelbos gepoogd om de voordeur van de [adres] te [plaats] te openen. Ik zag dat de sleutel van de sleutelbos in het slot paste. Ik zag en voelde dat ik het slot middels deze sleutel kon draaien en dat de deur van het slot ging. De aangehouden verdachte was dus in het bezit van een sleutel van de woning aan het [adres] te [plaats].
-
Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant op pagina 5 e.v.Op zaterdag 29 maart 2025, omstreeks 16.45 uur kwamen wij ter plaatse aan het [adres] in [plaats].Op zaterdag 29 maart 2025, omstreeks 17.05 uur kwam de man van het dak af. Ik hoorde dat de collega van de [nummer 1] aan hem vroeg wat hij op het dak deed. Ik hoorde dat deman zei dat hij aan het chillen was op het dak. Ik, verbalisant [verbalisant 1] hoorde dat de collega van de [nummer 1] aan hem vroeg wat zijn identiteit was. Ik hoorde dat hij zei, dat zijn naam [verdachte] was, en geboren was op [geboortedatum] 1999. Ik bevroeg de genoemde persoon middels het politiesysteem en zag dat zijn foto overeenkwam met de persoon die voor mij stond.Wij zijn de woning in gegaan. Hierbij troffen wij op de boven verdieping dozen aan die al dichtzaten, een machine om conserveerblikken te persen, verzend labels, hondenvoer, kinderspelletjes aan. Hierbij zag ik in de kamer waar de dozen stonden twee pillen van Dior op de grond liggen. Ik zag dat er op de tafel een doos hondenvoer openstond met een zilverkleurige zak erin. In deze zilverkleurige zak zaten geel gekleurde pillen. Wij zijn begonnen met het in beslag nemen van de dozen, verzendlabels, laptop en printers die aanwezig waren in de woning.
-
Het proces-verbaal van bevindingen van 29 maart 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant op pagina 14 e.v.Op zaterdag 29 maart 2025, omstreeks 20.00 uur, waren wij verbalisanten [verbalisant 1] en[verbalisant 2], belast met het uitpakken en wegen van de aangetroffen drugs.Hierbij waren de genoemde zakjes gewogen en per doos genoteerd:Alle inhoud is netto gewogen.
Doos 1:- 472,75 gram LV pillen,- 267,68 gram LV pillen,- 591,44 gram Thuisbezorgd pillen. Doos 2:- 232,81 gram kristallen,- 217,84 gram roze blok,- 228,68 gram Twitter pillen,- 69,14 gram kristallen,- 437,73 gram roze Audi pillen,- 383,79 gram roze Audi pillen. Doos 3:- 477,09 gram Hakenkruis pillen,- 471,31 gram Hakenkruis pillen,- 74,31 gram Hakenkruis pillen,- 769,52 gram kristallen. Doos 4:- 426,67 gram roze Audi pillen,- 538,97 gram roze Audi pillen,- 499,32 gram roze Audi pillen,- 270,40 gram roze Audi pillen. Doos 5:- 568,59 gram Dior pillen,- 629,73 gram Dior pillen,- 418,26 gram Hakenkruis pillen. Doos 6:- 623,27 gram Nijntje pillen,- 337,52 gram Hakenkruis pillen,- 509,93 gram Nijntje pillen,- 263,99 gram Nijntje pillen,- 400,61 gram Dior pillen. Doos 7:- 461,87 gram Dior pillen,- 621,12 gram Dior pillen,- 646,26 gram Dior pillen,- 167,67 gram Dior pillen. Doos 8:- 513,09 gram Hakenkruis pillen,- 462,09 gram Hakenkruis pillen,- 486,38 gram Hakenkruis pillen,- 174,05 gram Hakenkruis pillen. Doos 9:- 978,84 gram pasta,- 1006 gram pasta. Doos 10:- 977,94 gram pasta,- 965,92 gram pasta. Doos 11:- 480,45 gram roze Audi pillen,- 454,83 gram roze Audi pillen,- 320,24 gram roze Audi pillen. Doos 12:- 570,41 gram LV pillen. Doos 13:- 775,01 gram gele Mercedes pillen. Doos 14:- 114,15 gram wit poeder,- 220,69 gram witte kristallen. Doos 15:- 597,57 gram roze Audi pillen. Doos 16:- 20,47 gram wit blok. Doos 17:- 566,01 gram Nijntje pillen,- 572,73 gram Nijntje pillen. Doos 18:
- 806,54 gram Hakenkruis pillen.
Doos 19:- 75,53 gram pasta,- 24,63 gram Twitter pillen. Doos 20:- 221,44 gram Twitter pillen,- 9,94 gram wit poeder. Doos 21:- 9,97 gram kristallen,- 0,99 gram wit poeder. Doos 22:- 556,20 gram Twitter pillen,- 556,09 gram Twitter pillen. Doos 23:- 24,99 gram kristallen. Doos 24:- 290,13 gram LV pillen. Doos 25:- 190,44 gram roze Dior pillen. Doos 26:- 253,21 gram wit poeder. Doos 27:- 104,82 gram Twitter pillen. Doos 28:- 188,55 gram gele Mercedes pillen. Doos 29:- 5,56 gram Pokémon kaarten, 50 LSD zegels. Doos 30:- 65,96 gram roze Audi pillen,- 2,75 gram LV pillen,- 25,29 gram witte pasta,- 14,94 gram wit poeder.
Om de totale aantallen te kunnen bereken hebben wij de pillen afzonderlijk gewogen:-Roze Audi: 0,61 gram per stuk,-LV: 0,27 gram per stuk,-Gele Mercedes: 0,19 gram per stuk,-Twitter: 0,46 gram per stuk,-Roze Dior: 0,40 gram per stuk,-Nijntje: 0,29 gram per stuk,-Hakenkruis: 0,46 gram per stuk,-Thuisbezorgd: 0,43 gram per stuk.
Het proces-verbaal van bevindingen van 30 maart 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten op pagina 20 e.v.
Op 30 maart 2025 werd een onderzoek ingesteld aan een hoeveelheid verdovende middelen welke aan ons verbalisanten [verbalisant 3], [verbalisant 4] en [verbalisant 5] ter beschikking werden gesteld door [verbalisant 2] op het basisteam Groene Beemden.Om tot een indicatieve testuitslag te komen is gebruik gemaakt van het testmiddel Nirlab. Dit apparaat werkt door middel van een nabij infrarood licht om stoffen te kunnen scannen door een plastic verpakking heen.
Doos 1:- 472,75 gram LV pillen, 2025079318-29: MDMA- 267,68 gram LV pillen, 2025079318-29: MDMA- 591,44 gram Thuisbezorgd pillen. 2025079318-30: MDMA
Doos 2:- 232,81 gram kristallen, 2025079318-31: Ketamine- 217,84 gram roze blok, 2025079318-32: Geen testuitslag- 228,68 gram Twitter pillen, 2025079318-34: MDMA- 69,14 gram kristallen, 2025079318-31: Ketamine- 437,73 gram roze Audi pillen, 2025079318-33: MDMA- 383,79 gram roze Audi pillen. 2025079318-33: MDMA
Doos 3:- 477,09 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-35: MDMA- 471,31 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-35: MDMA- 74,31 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-35: MDMA- 769,52 gram kristallen. 2025079318-36: MDMA
Doos 4:- 426,67 gram roze Audi pillen, 2025079318-37: MDMA- 538,97 gram roze Audi pillen, 2025079318-37: MDMA- 499,32 gram roze Audi pillen, 2025079318-37: MDMA- 270,40 gram roze Audi pillen. 2025079318-37: MDMA
Doos 5:- 568,59 gram Dior pillen, 2025079318-38: MDMA- 629,73 gram Dior pillen, 2025079318-38: MDMA- 418,26 gram Hakenkruis pillen. 2025079318-39: MDMA
Doos 6:- 623,27 gram Nijntje pillen, 2025079318-41: 2C-B- 337,52 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-42: MDMA- 509,93 gram Nijntje pillen, 2025079318-41: 2C-B- 263,99 gram Nijntje pillen, 2025079318-41: 2C-B- 400,61 gram Dior pillen. 2025079318-43: MDMA
Doos 7:- 461,87 gram Dior pillen, 2025079318-44: MDMA- 621,12 gram Dior pillen, 2025079318-44: MDMA- 646,26 gram Dior pillen, 2025079318-44: MDMA- 167,67 gram Dior pillen. 2025079318-44: MDMA
Doos 8:- 513,09 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-45: MDMA- 462,09 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-45: MDMA- 486,38 gram Hakenkruis pillen, 2025079318-45: MDMA- 174,05 gram Hakenkruis pillen. 2025079318-45: MDMA
Doos 9:- 978,84 gram pasta, 2025079318-46: Amfetamine- 1006 gram pasta. 2025079318-46: Amfetamine
Doos 10:- 977,94 gram pasta, 2025079318-47: Amfetamine- 965,92 gram pasta. 2025079318-47: Amfetamine
Doos 11:- 480,45 gram roze Audi pillen, 2025079318-48: MDMA- 454,83 gram roze Audi pillen, 2025079318-48: MDMA- 320,24 gram roze Audi pillen. 2025079318-48: MDMA
Doos 12:- 570,41 gram LV pillen.2025079318-49: MDMA
Doos 13:- 775,01 gram gele Mercedes pillen. 2025079318-50: 2C-B
Doos 14:- 114,15 gram wit poeder, 2025079318-51: Cocaïne- 220,69 gram witte kristallen. 2025079318-52: Ketamine
Doos 15:- 597,57 gram roze Audi pillen. 2025079318-53: MDMA
Doos 16:- 20,47 gram wit blok. 2025079318-54: Cocaïne
Doos 17:- 566,01 gram Nijntje pillen, 2025079318-55: 2C-B- 572,73 gram Nijntje pillen. 2025079318-55: 2C-B
Doos 18:- 806,54 gram Hakenkruis pillen. 2025079318-56: MDMA
Doos 19:- 75,53 gram pasta, 2025079318-57: Amfetamine- 24,63 gram Twitter pillen. 2025079318-58: MDMA
Doos 20:- 221,44 gram Twitter pillen, 2025079318-60: MDMA- 9,94 gram wit poeder. 2025079318-59: MDMA
Doos 21:- 9,97 gram kristallen, 2025079318-62: Methamfetamine- 0,99 gram wit poeder. 2025079318-61: Cocaïne
Doos 22:- 556,20 gram Twitter pillen, 2025079318-63: MDMA- 556,09 gram Twitter pillen. 2025079318-63: MDMA
Doos 23:- 24,99 gram kristallen. 2025079318-64: Methamfetamine
Doos 24:- 290,13 gram LV pillen. 2025079318-65: MDMA
Doos 25:- 190,44 gram roze Dior pillen. 2025079318-66: MDMA
Doos 26:- 253,21 gram wit poeder. 2025079318-67: Ketamine
Doos 27:- 104,82 gram Twitter pillen. 2025079318-68: MDMA
Doos 28:- 188,55 gram gele Mercedes pillen. 2025079318-69: 2C-B
Doos 29:- 5,56 gram Pokémon kaarten, 50 LSD zegels. 2025079318-70: Geen testuitslag, ambtshalve herkenbaar als LSD-zegels.
Doos 30:- 65,96 gram roze Audi pillen, 2025079318-73: MDMA- 2,75 gram LV pillen, 2025079318-74: MDMA- 25,29 gram witte pasta, 2025079318-75: Amfetamine- 14,94 gram wit poeder. 2025079318-76: Cocaïne
- Het proces-verbaal forensisch onderzoek, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten op pagina 25 e.v.BevindingenWij zagen blauwe kratten met klepdeksel met daarin zakken. Wij zagen dat op de zakken detekst "doos l" tot en met "doos 30" geschreven stond. Wij zagen dat er bij elke zak een kennisgeving van inbeslagname (KVI) aanwezig was.Op de KVI's zagen wij welke verdovende middelen erin zaten die indicatief getest warendoor de collega's van Zeeland-West Brabant. Wij, verbalisanten, hebben de verdovende middelen apart van elkaar verpakt, verzegeld en gewaarmerkt met SIN stickers.[Afbeelding][Afbeelding]
De processen-verbaal onderzoek verdovende middelen, voor zover in onderling verband en samenhang bezien inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten op de pagina's 36 e.v., en 42 e.v.
[Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]
-
De geschriften, te weten de rapportages NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut, telkens opgemaakt op 23 juni 2025 en ondertekend door ing. [verbalisant 6], voor zover in onderling verband en samenhang bezien inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 67 e.v.[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]
-
De geschriften, te weten de rapportages NFiDENT van het Nederlands Forensisch Instituut, telkens opgemaakt op 23 danwel 24 juni 2025 en ondertekend door ing. [verbalisant 7], voor zover in onderling verband en samenhang bezien inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 80 e.v.
[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]totaal = 18.599,61 gram
[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]= 3775,73 gram[Afbeelding]
-
Het geschrift, te weten een rapport Identificatie van drugs van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt en ondertekend op 15 juli 2025 door ing. [verbalisant 8], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 143 e.v.[Afbeelding]
-
Het proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek gebuik HP Notebook, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten op pagina 145 e.v.In opdracht van de leider in het onderzoek heb ik onderzoek gedaan naar de op de [adres] te [plaats] aangetroffen en in beslag genomen HP Notebook.Ik zag dat het betreffende systeem om 16:27 is opgestart en dat de gebruiker “HP” op 16:27 was ingelogd. Vervolgens zag ik ook op 16:27 dat de Notebook verbinding maakte met een WiFi-netwerk met de naam “iPhone”.
Vervolgens heb ik in de veiliggestelde data van de iPhone gekeken met BVH-goednummer [nummer 2]. Deze telefoon is ook bij de verdachte op 29 maart 2025 aangetroffen.Ik zag dat de netwerk naam ook ‘iPhone’ was, deze netwerknaam wordt ook gebruikt als Wi-Fi netwerk bij activatie van een Mobiele Hotspot.
Web geschiedenis:Vervolgens heb ik gekeken naar de website geschiedenis van de Microsoft Edge broweser.Ik zag dat kort voor het tijdstip van de aanhouding dat onderstaande websites zijn bezocht. En dat er ingelogd is op een protonmail webmail account van “[accountnaam]”.
[Afbeelding]
- Het proces-verbaal van bevindingen betreffende onderzoek telefoon, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten op pagina 157 e.v.Op zaterdag 29 maart 2025 is er tijdens de aanhouding van verdachte [verdachte] een telefoon in beslag genomen. Deze telefoon is een Apple iPhone 12 en heeft de inbeslagnamecode PAG028.31.009 gekregen. Uit onderzoek aan de telefoon blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] aan deze telefoon gekoppeld is. Uit een chat tussen de gebruiker van deze telefoon en de gebruiker van het telefoonnummer +[telefoonnummer 2] onder de naam [alias 1] kan worden opgemaakt dat de gebruiker van de telefoon op 12 maart 2025 op het politiebureau was.[Afbeelding] [Afbeelding]Uit onderzoek in de politiesystemen blijkt dat verdachte [verdachte] op 12 maart 2025 omstreeks 14:30 uur is meegenomen is naar het politiebureau in [plaats] voor het rijden onder invloed nadat hij betrokken was geweest bij een aanrijding met enkel materiele schade. Volgens de politiesystemen heeft [verdachte] tot ongeveer 15:45 uur op het politiebureau gezeten waarna hij na het ontvangen van zijn rijontzegging weg mocht gaan.
SignalOp deze telefoon is de chatapplicatie Signal geïnstalleerd. Verdachte [verdachte] heeft op Signal een leesteken, namelijk een punt, als gebruikersnaam. Er is een chatgesprek tussen de gebruikers [alias 2] en de gebruiker van het telefoonnummer +[telefoonnummer 1].[Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding] [Afbeelding]
[Afbeelding] [Afbeelding]
- Het geschrift, te weten een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, met als onderwerp bevoegdheidsbeoordeling 25-156 van 30 juli 2025, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 9], voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:Op verzoek van [verbalisant 10], brigadier bij Politie Eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX), heb ik een bevoegdheidsbeoordeling opgesteld betreffende
[verdachte] , geboren [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats], woonachtig [woonplaats],
in verband met op 29 maart 2025 op [adres] aangetroffen en inbeslaggenomen vermoedelijke werkzame stoffen. Uit de productbeoordeling die onder gelijk referentienummer is opgesteld, blijkt dat (een aantal van) de inbeslaggenomen producten zijn geclassificeerd als werkzame stof.Krachtens artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet is het verboden met werkzame stoffen handelsactiviteiten te verrichten als bedoeld in dit artikel, tenzij die natuurlijke persoon of rechtspersoon beschikt overeen registratie als bedoeld In dit artikel.
Op 30 juli 2025 is mij uit navraag bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namelijk door raadpleging van het API-register van de EudraGMDP databank, nietgebleken dat in Nederland een registratie is verleend tot het verrichten van activiteiten als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon gevestigd op voornoemd woonadres dan wel aan een natuurlijke persoon aanwezig op de locatie van inbeslagneming. Conclusies Aan verdachte Is geen registratie verleend als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet.
Hiermee beschikt verdachte nietover enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten met een werkzame stof als bedoeld In de Geneesmiddelenwet.
- Het geschrift, te weten een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, met als onderwerp productbeoordeling 25-156 van 29 juli 2025, opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 11], voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:Op verzoek van [verbalisant 10], brigadier bij Politie Eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX), heb ik een productbeoordeling opgesteld betreffende de op 29 maart 2025 aangetroffen en inbeslaggenomen producten (bijlage 1).De aangetroffen producten (1 en 2) zijn een substantie die geen farmaceutische vorm heeft. De substantie bevat (vrijwel) zuivere ketamine volgens de door het NFI uitgevoerde analyses (NFI zie bijlage 3).Ketamine is een stof van chemische oorsprong. De stof ketamine heeft pijnstillende en verdovende eigenschappen. Vanwege deze eigenschappen wordt de stof ketamine in geneesmiddelen voor de mens toegepast.
Conclusie De producten (1 en 2) voldoen aan de omschrijving van het begrip werkzame stofals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder x.1, van de Geneesmiddelenwet.
Bijlage 1
[Afbeelding]