Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel VI. Samenloop van strafbare feiten
Artikel 57

Artikel 57 (Meerdaadse samenloop gelijksoortige hoofdstraffen misdrijven)

Laatste versie

1. Bij samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, wordt één straf opgelegd.

2. Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld, doch - voor zover het gevangenisstraf of hechtenis betreft - niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, wordt één straf opgelegd.

Dit betekent dat als er sprake is van samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd, en deze feiten samen meer dan één misdrijf opleveren waarvoor gelijksoortige hoofdstraffen zijn vastgesteld, er één straf wordt opgelegd.

2. Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld, doch - voor zover het gevangenisstraf of hechtenis betreft - niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.

Dit lid verduidelijkt dat het maximum van deze straf het totaal van de hoogste straffen is die op de feiten zijn gesteld. Echter, wanneer het gevangenisstraf of hechtenis betreft, is dit maximum niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.