Arrest inhoud

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-002759-23

Uitspraakdatum: 3 september 2025

TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 24 mei 2023 met parketnummer 16-318259-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1977, wonende te [adres] , thans verblijvende in P.I. [locatie] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 augustus 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot vernietiging van het vonnis en veroordeling van verdachte ter zake van de onder 1, 2, 3 subsidiair, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten tot:

Daarnaast heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat

  • de vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [benadeelde] toegewezen dient te worden tot een bedrag van € 33.910,35 te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;

  • ten aanzien van het beslag: het hof hoeft hierover geen beslissing te nemen omdat verdachte afstand heeft gedaan van het beslag.

Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. R.H. Lagerweij, en de advocaat van de benadeelde partij, mr. W. van Egmond, en benadeelde partij naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij vonnis van de rechtbank vrijgesproken van het onder 3 primair ten laste gelegde en veroordeeld ter zake van het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf van tien jaar met aftrek van het voorarrest, oplegging van de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege en oplegging van de maatregel 38z Sr. Daarnaast heeft de rechtbank de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer en de vordering van de benadeelde partij toegewezen.

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een (deels) andere bewijsbeslissing en een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

1.op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2008 tot en met 2 januari 2017, in [plaats] , in elk geval in Nederland, met (zijn minderjarig kind) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer] en/of

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of

  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en/of

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en/of

  • het laten betasten/aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;

2.op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2017 tot en met 2 januari 2021 te [plaats] , in elk geval in Nederland, met (zijn minderjarig kind) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer] en/of

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of

  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en/of

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en/of

  • het laten betasten/aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;

  1. primairop één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2021 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, (zijn minderjarig kind) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal
  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer] en/of

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of

  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en/of

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en/of

  • het laten betasten/aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer]

en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte

  • misbruik/gebruik heeft gemaakt van het fysieke en/of geestelijke overwicht dat hij, verdachte (als vader en/of als volwassene), had over die [slachtoffer] en/of

  • misbruik/gebruik heeft gemaakt van het geestelijke overwicht dat hij, verdachte had over die [slachtoffer] wetende dat die [slachtoffer] verstandelijk beperkt is en/of

  • een patroon van jarenlang misbruik heeft gecreëerd;

  1. subsidiairhij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, bestaande die ontucht uit het (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal
  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en/of

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en/of

  • het laten betasten/aanraken van zijn penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;

4.op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens 7.288, althans een of meerdere, afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende (die) afbeeldingen, te weten (onder meer) een desktop Acer en/of een of meerdere SD kaart(en) en/of een Samsung Galaxy A52 en/of een laptop Acer en/of een of meer harddisk(s) en/of een Sony Handcam en/of een of meer USB stick(s),

van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten (zijn minderjarig kind) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, en/of in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (zie onder meer pagina 342 tot en met 348 van het (eind)dossier en/of de collectiescan, bijlage IIb):

het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het met de/een vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer] althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van die [slachtoffer] althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten die [slachtoffer] , waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,

(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

5.op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens 116.005, althans een of meerdere, afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten (onder meer) een desktop Acer en/of een of meerdere SD kaart(en) en/of een Samsung Galaxy A52 en/of een laptop Acer en/of een of meer harddisk(s) en/of een Sony Handcam en/of een netbook en/of een of meerdere (andere) Samsung apparaten en/of een of meer USB stick(s),

van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (zie onder meer pagina 337 tot en met 342 van het (eind)dossier en/of de collectiescan, bijlage IIa):

het (met geweld) met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het (met geweld) met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het (met geweld) met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam

en/of

het (met geweld) met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en/of

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

6.hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 juni 2010 tot en met 10 juni 2015, in [plaats] , in elk geval in Nederland, met (zijn minderjarig kind) [benadeelde] , geboren op [geboortedag 3] 2003, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , te weten (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [benadeelde] en/of

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [benadeelde] en/of

  • het brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van de penis van die [benadeelde] in zijn, verdachtes, mond en/of

  • het betasten/aanraken van de penis van die [benadeelde] en/of het aftrekken van die [benadeelde] en/of

  • het laten betasten/aanraken van zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde] en/of het zich laten aftrekken door die [benadeelde] en/of het zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [benadeelde] ;

7.hij in of omstreeks de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, zijn kinderen, [benadeelde] , geboren op [geboortedag 3] 2003, en/of [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, heeft mishandeld door hen/hem/haar in die periode veelvuldig, in elk geval meerdere malen, seksueel te misbruiken, althans door veelvuldig, in elk geval meerdere malen, ontuchtige handelingen met en/of bij hen/hem/haar te plegen, welke handelingen al dan niet mede bestonden uit het binnendringen van hun/zijn/haar lichaam, en/of aan die [benadeelde] beelden te laten zien van waarop hij, verdachte, [slachtoffer] betast, binnendringt en/of seksueel misbruikt, waardoor die [benadeelde] en/of [slachtoffer] psychisch letsel heeft/hebben bekomen en/of een hevige onlust veroorzakende geestelijke gewaarwording bij hen/hem/haar is veroorzaakt, waardoor opzettelijk door hem, verdachte, de gezondheid van die [benadeelde] en/of [slachtoffer] werd benadeeld.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak ten aanzien van feiten 3 primair, 6 en deels 7

Overweging ten aanzien van feit 3 primair

Het hof acht – net als de advocaat-generaal en de rechtbank – niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan. Verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

Overweging ten aanzien van feit 6

Standpunt van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde. Zij acht de verklaringen van [benadeelde] (hierna: aangever) betrouwbaar. Als steunbewijs voor de verklaring van aangever verwijst de advocaat-generaal naar de aangetroffen camera en de waargenomen emoties bij aangever. Ook kan volgens de advocaat-generaal gebruik worden gemaakt van schakelbewijs. De ontucht betreft een soortgelijk feit als de feiten tegen aangeefster [slachtoffer] (hierna: aangeefster) en de omstandigheden waaronder de ontucht is gepleegd waren gelijk.

Standpunt van de verdediging Verdachte ontkent stellig dat hij seksuele handelingen bij of met aangever, zijn zoon, heeft verricht. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van aangever onvoldoende betrouwbaar zijn en dat zijn verklaringen bovendien geen steun vinden in het dossier. Er moet vrijspraak volgen, gelet op het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

Overweging van het hof Het hof stelt vast dat aangever voldoende consistente verklaringen bij de politie (tweemaal) en rechter-commissaris heeft afgelegd. Aangever verklaart – kort samengevat – dat verdachte hem in een periode van vijf jaar vele malen op verschillende plekken heeft misbruikt.

Anders dan door de verdediging is aangevoerd blijkt uit de verklaringen van aangever niet dat hij zijn vader ‘erin heeft willen luizen’. Integendeel. Aangever heeft in eerste instantie helemaal geen aangifte willen doen, uit angst dat het gezin uit elkaar zou vallen. Hij is uiteindelijk pas gaan verklaren toen verdachte al in voorlopige hechtenis zat op verdenking van misbruik van aangeefster en het bezit en vervaardigen van kinderporno. In de verklaringen die aangever vervolgens heeft afgelegd spaart hij zichzelf niet en maakt hij het misbruik niet groter. Zo heeft aangever onder meer verklaard dat het initiatief voor het verrichten van seksuele handelingen bij zijn vader lag en op een gegeven moment van hem zelf kwam, omdat hij dacht dat dit normaal was.

Daarnaast stelt het hof vast dat aangever al vóór de kinderpornografische afbeeldingen op de computer van verdachte werden gevonden (ook die van aangeefster, het zusje van aangever) in het informatieve gesprek sprak over misbruik door zijn vader (verdachte) van zijn zusje en dat daarvan beelden waren gemaakt, wat later ook gebleken is. Hetzelfde geldt voor zijn verklaring over de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen op de computer van zijn vader. Ook dat is juist gebleken.

De verklaringen van aangever komen aldus op het hof betrouwbaar over. Het kan dus goed zijn dat het is gegaan zoals aangever heeft verklaard. Daar tegenover staat de verklaring van de verdachte, die zegt dat hij geen seksuele handelingen bij aangever heeft verricht.

Juridisch kader Op grond van artikel 342, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, niet uitsluitend worden aangenomen op grond van de verklaring van één getuige. Ook niet als het hof deze verklaring betrouwbaar zou achten. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen is dus bijkomend bewijs (steunbewijs) nodig uit een van de getuige – in dit geval aangever – onafhankelijke bron. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad betekent deze bewijsminimumregel in zedenzaken niet dat vereist is dat het (seksueel) misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever op bepaalde punten bevestiging vindt in de andere bewijsmiddelen*.*Deze bewijsmiddelen moeten voldoende steun geven aan de verklaring van aangever, in die zin dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staan met de inhoud van de verklaring van aangever. In ieder geval mag tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband. Een ‘de auditu’-verklaring (‘van horen zeggen’), inhoudende een weergave van wat de getuige (in dit geval aangever) aan de betrokken andere getuige heeft verteld, levert onvoldoende steun op. Indien een verklaring van een getuige daarentegen (mede) een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van het slachtoffer, kan die waarneming wel voldoende steunbewijs opleveren.

De vraag die het hof, gelet op het hiervoor geschetste kader, moet beantwoorden is of de belastende betrouwbaar geachte verklaringen zoals afgelegd door aangever, voldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. Het hof is met de verdediging van oordeel dat dit niet het geval is en overweegt daartoe als volgt.

Onvoldoende steunbewijs Volgens de advocaat-generaal kan het steunbewijs worden gevonden in het aantreffen van een zwarte handycam in de woning van verdachte, de verklaring van [getuige] die emoties/gedrag heeft waargenomen bij aangever en door schakelbewijs met de feiten 1, 2en 3.

Zoals het hof hiervoor heeft overwogen kan een eigen waarneming van een emotionele toestand van aangever door een getuige (voldoende) steunbewijs opleveren. [getuige] , de ambulant begeleider van aangever, heeft weliswaar verklaard over gedragingen die zij heeft waargenomen bij aangever nadat hij had aangegeven iets te willen vertellen, maar het niet onder woorden kon brengen, namelijk: het zichzelf tegen de bankleuning aan drukken met zijn knieën en handen voor zijn borst, maar deze waarneming is naar het oordeel van het hof onvoldoende om als steunbewijs te dienen voor de ten laste gelegde ontucht. Het hof overweegt dat het gesprek plaatsvond op 13 april 2021, ongeveer zes jaar na het ten laste gelegde feit. Het ging dus niet om de waarneming direct na het voorval. Bovendien volgt uit de brief die aangever diezelfde dag naar [getuige] stuurt dat – kort samengevat – ‘de timeline van hoe alles ongeveer is gegaan’ is dat aangever zowel op de basisschool als middelbare school is gepest, dat er in de periode van 7 tot 12 jaar seksueel misbruik speelde, dat hij en zijn zusje een speeldingetje zijn geweest en ‘wanneer je er op terug kijkt zie je dus hoeveel er fout is gegaan en hoe dit onvergeefbaar is’ en dat op de basisschool suïcidale gedachten begonnen en later steeds meer op de middelbare school tot uiteindelijk een ernstige depressie. De dingen die aangever nu het meest dwarszitten zijn: ‘eenzaamheid, verleden, thuissituatie, school en online’. Gelet op het tijdsverloop en de inhoud van deze brief acht het hof aannemelijk dat de gemoedstoestand en het gedrag van aangever mede het gevolg zijn geweest van andere factoren dan het misbruik. Ook acht het hof de waargenomen gedragingen in een te ver verwijderd verband staan tot het onder 6 tenlastegelegde.

Ook de in de woning aangetroffen handycam vormt geen steunbewijs voor de verklaringen van aangever. Nu verdachte en aangever (als gezin) in één huis woonden ziet het hof het aantreffen van een vergelijkbare camera in de woning als aangever in zijn aangifte heeft beschreven niet als ondersteuning.

Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat het vereiste steunbewijs evenmin gevonden kan worden in schakelbewijs. Volgens vaste jurisprudentie mogen verklaringen van andere aangevers in zedenzaken tegen dezelfde verdachte als schakelbewijs worden gebruikt. Daarvoor is wel vereist dat die verklaringen (en eventueel steunbewijs dat daarvoor is) op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertonen met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte. Voor zover uit het dossier, in het bijzonder de beschrijving van de beelden, blijkt op welke wijze en onder welke omstandigheden het misbruik van aangeefster, het zusje van aangever, heeft plaatsgevonden, komt dit onvoldoende overeen met de verklaringen van aangever. Een wezenlijk verschil is dat in de zaak van aangeefster sprake is van (deels) andere handelingen en een andere uitvoering, zoals het gebruik van speeksel in plaats van vaseline als glijmiddel en het gebruik van een handdoek om sperma weg te wrijven in plaats van papieren zakdoekjes. Ook is anders dan bij aangever bij zijn zusje sprake van het vervaardigen en bewaren van kinderporno, het doorgaan bij verzet van haar en een vergaande manipulatie door documenten aan aangeefster te tonen waarin verdachte zich voordoet als een ander persoon, een penvriendin of hacker. Tenslotte is aangever een jongen en zijn zusje een meisje. Concluderend kan niet vastgesteld worden dat sprake was van een zelfde modus operandi, anders dan dat het misbruik in hetzelfde gezin zou hebben plaatsgevonden. Andere overeenkomsten, zoals dat zowel aangever als zijn zusje het niet verder mochten vertellen, zijn zo algemeen en veelvoorkomend in dergelijke situaties, dat daarmee niet gezegd kan worden dat dit een specifieke overeenkomst is. Nu niet kan worden vastgesteld dat de feiten op essentiële punten overeenkomen kan het hof geen gebruik maken van schakelbewijs.

Het hof stelt vast dat het dossier ook geen overige stukken bevat die tot steunbewijs kunnen dienen. De verklaring van aangever over de kinderpornografische afbeeldingen op de computer van zijn vader draagt, zoals hiervoor is overwogen, bij aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangever, maar biedt geen steunbewijs, nu het bekijken van deze afbeeldingen niet specifiek in verband kan worden gebracht met het moment waarop zijn eigen seksueel misbruik zou hebben plaatsgevonden.

Alles overwegend is het hof van oordeel dat het dossier geen steunbewijs bevat voor de verklaring van aangever, waardoor niet is voldaan aan het bewijsminimum. Het hof zal verdachte om die reden vrijspreken van het onder 6 ten laste gelegde. Overweging ten aanzien van feit 7

Standpunt van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 7 ten laste gelegde. Zij heeft aangevoerd dat de gezondheid van aangever en aangeefster zijn benadeeld. Het betreft heel ernstige nare feiten die in elk geval bij aangever diepe sporen hebben nagelaten.

Standpunt van de verdediging Nu verdachte onder feit 7 (grotendeels) dezelfde handelingen wordt verweten als onder feit 6, stelt de verdediging zich op het standpunt dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de psychische mishandeling van aangever [benadeelde] .

Overweging van het hof Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (psychische) mishandeling van aangeefster [slachtoffer] en aangever [benadeelde] .

Ten aanzien van de tenlastegelegde mishandeling van aangever [benadeelde] overweegt het hof dat verdachte wordt vrijgesproken van het seksueel misbruik van aangever. Hierdoor resteert alleen de beschuldiging dat verdachte beelden van het seksueel misbruik van aangeefster aan aangever heeft laten zien. Hoewel dit handelen van verdachte als (zeer) schokkend heeft te gelden en aangever hierdoor psychisch zou kunnen beschadigen, stelt het hof vast dat deze handeling geen dusdanig structureel karakter had dat daaruit in zijn algemeenheid afgeleid kan worden dat sprake was van psychische mishandeling. Mede hierdoor en daarnaast het ontbreken van gegevens over de gevolgen die dit specifieke handelen bij aangever tot gevolg zou hebben gehad, is dit onvoldoende om tot een bewezenverklaring van mishandeling in de zin van artikel 300 Sr te komen. Dit brengt mee dat verdachte van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op aangever zal worden vrijgesproken.

Ten aanzien van aangeefster [slachtoffer] overweegt het hof dat zij vanaf (in elk geval) haar derde tot haar zestiende levensjaar veelvuldig seksueel is misbruikt door verdachte, haar vader. Gelet op de aard van de gedragingen van verdachte, de duur van het seksueel misbruik en de wijze waarop het misbruik heeft plaatsgevonden, is het hof van oordeel dat verdachte daarbij ook opzet had op het benadelen van de gezondheid van aangeefster. Daarbij is naar het oordeel van het hof met name de context waarin dit misbruik plaatsvond, van belang. Het hof overweegt daarbij in het bijzonder dat verdachte aangeefster ernstig psychisch heeft gemanipuleerd om tot het misbruik te kunnen komen. Het was voor aangeefster `normaal' geworden om seksuele handelingen met en bij haar vader te moeten verrichten, dusdanig dat zij hem dat kennelijk nog steeds niet verwijt. Voor zover zij wel tegengas gaf, oefende verdachte zoveel psychische druk op haar uit dat zij wel moest blijven voldoen aan zijn seksuele wensen. Een van de vele manieren waarop verdachte dat deed, was door aan aangeefster vanaf haar twaalfde jaar brieven te sturen waarin hij zich onder meer voordeed als penvriendin. In de brieven werden aan aangeefster verschillende opdrachten gegeven, bestaande uit vergaande seksuele handelingen bij haar vader, waarmee zij punten kon verdienen. Op deze manier probeerde verdachte aangeefster over te halen seksuele handelingen bij hem te verrichten die zij eerder had geweigerd. Ook verschafte verdachte aangeefster via fictieve personages zogenaamd wetenschappelijke informatie, bijvoorbeeld dat uit onderzoek naar voren zou zijn gekomen dat het doorslikken van sperma gezond is voor de huid, en manipuleerde hij haar op die manier om deze handeling wél te doen. Ook stuurde hij haar een brief waarin hij zich voordeed als hacker. In de brief dreigde hij dat als zij geen seksuele handelingen meer bij haar vader zou uitvoeren zoals beschreven in de brief, verdachte zou worden aangegeven bij de politie en zij uiteindelijk haar ouders zou verliezen en bij jeugdzorg zou belanden. Dat uit het dossier niet expliciet blijkt dat aangeefster psychisch letsel heeft opgelopen doet aan dit oordeel niet af. Het is namelijk een feit van algemene bekendheid dat hierdoor de psychische gezondheid ernstig kan worden geschaad. Alleen al het feit dat aangeefster de handelingen van verdachte ‘normaal’ is gaan vinden, geeft op zichzelf al aan dat haar psychische gezondheid hierdoor is geschaad.

Nu het hof verdachte vrijspreekt van het onder 6 en deels 7 ten laste gelegde hoeft het voorwaardelijke verzoek van de verdediging om een betrouwbaarheidsonderzoek van de verklaringen van aangever geen nadere bespreking.

Overweging met betrekking tot het bewijs van het onder 4 en 5 ten laste gelegde

Standpunt van de verdediging De raadsvrouw verzoekt ten aanzien van de feiten 4 en 5 om partiële vrijspraak van in totaal 74.945 afbeeldingen, althans in elk geval 209 afbeeldingen onder feit 4 en onder feit 5 17.611 afbeeldingen, nu dit dubbeltellingen betreffen.

Standpunt van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 4 en 5 ten laste gelegde. Hoewel niet is vereist dat de kinderpornografische afbeeldingen uniek (en dus geen dubbele afbeeldingen) zijn, heeft het openbaar ministerie er geen bezwaar tegen als wordt uitgegaan van de unieke afbeeldingen. Ook dan gaat het om buitensporig veel afbeeldingen.

Overweging van het hof Uit het proces-verbaal van bevindingen (aanvulling beoordelen beeldmateriaal) dat op 21 juni 2024 is opgemaakt en op 24 juni 2024 is ondertekend door [verbalisant] blijkt dat het totaal aantal kinderpornografische afbeeldingen 123.293 betreft. Hiervan zijn 48.348 afbeeldingen uniek.

Het hof overweegt dat dubbeltellingen, in die zin dat sprake is van kopieën van bestanden, voor de bewezenverklaring op zich niet relevant zijn. Immers, iedere verveelvoudiging van een bestand leidt tot een nieuw bestand op zich. In zoverre verwerpt het hof het verweer.

Verder is een aantal afbeeldingen in het bestandspad ‘unallocated’ aangetroffen, waardoor deze afbeeldingen niet meer vrij te benaderen waren zonder speciale software of kennis. De enkele bevinding dat kinderpornografisch materiaal is aangetroffen in het unallocated bestandspad van een gegevensdrager is in zijn algemeenheid onvoldoende voor het aannemen van bezit in de zin van artikel 240b Sr. Nu verdachte over grote hoeveelheden (deels zelf vervaardigde) kinderpornografische afbeeldingen beschikte acht het hof het aannemelijk dat verdachte ook over deze afbeeldingen heeft beschikt. Van contra-indicaties is niets gesteld of gebleken.

Het verweer wordt verworpen. Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4, 5 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.op tijdstippen in de periode van 3 januari 2008 tot en met 2 januari 2017, in [plaats] , met zijn minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer] en

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en

  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en

  • het laten betasten/aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;

2.op tijdstippen in de periode van 3 januari 2017 tot en met 2 januari 2021 te [plaats] , met zijn minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de mond van die [slachtoffer] en

  • het duwen/brengen en/of houden en/of (heen en weer) bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en

  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en

  • het laten betasten/aanraken van zijn, verdachtes, penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;

  1. subsidiairhij op tijdstippen in de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , meermalen, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, bestaande die ontucht uit het (telkens) meermalen, in elk geval eenmaal
  • het met zijn, verdachtes, hand(en) en/of mond en/of tong betasten/aanraken van de vagina en/of borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer] en

  • het betasten/aanraken van zijn penis en/of zich aftrekken in de nabijheid van/naast die [slachtoffer] en

  • het laten betasten/aanraken van zijn penis en/of het zich laten aftrekken door die [slachtoffer] ;

4.op tijdstippen in de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , 7.288 afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende (die) afbeeldingen, te weten (onder meer) een desktop Acer en een SD kaart en een Samsung Galaxy A52 en harddisks en een Sony Handcam,

van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten (zijn minderjarig kind) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, is betrokken, heeft vervaardigd en in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (zie onder meer pagina 342 tot en met 348 van het (eind)dossier en/of de collectiescan, bijlage IIb):

het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] ,

en

het met de/een vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van die [slachtoffer] ,

en

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van die [slachtoffer] ,

en

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van die [slachtoffer] waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten die [slachtoffer] , waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,

(waarbij) de afbeelding (aldus) telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

5.op tijdstippen in de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , 116.005 afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten (onder meer) een desktop Acer en een SD kaart en een Samsung Galaxy A52 en een laptop Acer en harddisks en een netbook en meerdere (andere) Samsung apparaten en USB sticks,

van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit (zie onder meer pagina 337 tot en met 342 van het (eind)dossier en/of de collectiescan, bijlage IIa):

het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam

en

het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

7.hij in de periode van 3 januari 2008 tot en met 8 februari 2022 te [plaats] , zijn kind, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, heeft mishandeld door haar in die periode veelvuldig seksueel te misbruiken, welke handelingen mede bestonden uit het binnendringen van haar lichaam, waardoor opzettelijk door hem, verdachte, de gezondheid van die [slachtoffer] werd benadeeld.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd.

Het onder 3 subsidiair bewezenverklaarde levert op: ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.

waarbij het hof opmerkt dat ten aanzien van de feiten 1, 2 en feit 3 subsidiair sprake is van eendaadse samenloop. Het onder 4 bewezenverklaarde levert op: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt en terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd.

Het onder 5 bewezenverklaarde levert op: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd.

Het onder 7 bewezenverklaarde levert op: mishandeling, begaan tegen zijn kind, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en maatregelen

Het standpunt van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot oplegging van:

Het standpunt van de verdediging Door de verdediging is primair verzocht om oplegging van een deels voorwaardelijke straf met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden. Subsidiair is aangevoerd dat de combinatie van een gevangenisstraf met een tbs-maatregel met voorwaarden volstaat. Deze straf doet ook recht aan het vergeldingsprincipe. Meer subsidiair, als het hof komt tot oplegging van de tbs-maatregel met verpleging, heeft de verdediging verzocht om geen gevangenisstraf van tien jaar op te leggen, omdat dit zou betekenen dat verdachte pas over zeven jaar start met behandeling.

Het oordeel van het hof De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Het hof sluit zich grotendeels aan bij de overwegingen van de rechtbank. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan jarenlang seksueel misbruik van zijn dochter [slachtoffer] . Het seksueel misbruik is (in elk geval) begonnen toen zij slechts drie jaar oud was en heeft voortgeduurd tot de aanhouding van verdachte, toen zij zestien jaar oud was. In feite weet [slachtoffer] niet beter dan dat zij door haar vader is misbruikt. Regelmatig moest zij haar vader aftrekken, pijpen en geslachtsgemeenschap met hem hebben. Van de seksuele handelingen bij [slachtoffer] maakte verdachte ook jarenlang foto's en filmpjes, kennelijk als herinnering en met de bedoeling zich daar later (nogmaals) aan te verlustigen. Uit het dossier blijkt ook dat hij [slachtoffer] op verschillende momenten met seksuele handelingen fysiek pijn heeft gedaan.

Ten behoeve van zijn eigen lustenbevrediging heeft verdachte bij dit alles zijn dochter voorgelogen en psychisch gemanipuleerd. Voor zijn dochter was het `normaal' geworden om seksuele handelingen met en bij haar vader te moeten verrichten. Voor zover zij wel tegengas gaf, oefende verdachte zoveel psychische druk op haar uit dat zij wel moest blijven voldoen aan zijn seksuele wensen.

Met zijn handelen heeft verdachte op zeer ernstige wijze misbruik gemaakt van de kwetsbare en afhankelijke positie van zijn eigen kind. In het geval van verdachte was de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van zijn dochter des te groter, omdat ook zijn vrouw, moeder van [slachtoffer] , een verstandelijke beperking heeft en niet in staat was tegengas te geven. Verdachte heeft van deze positie ernstig misbruik gemaakt, terwijl hij in het gezin juist degene was die stabiliteit en bescherming had kunnen en moeten bieden. Hij heeft het vertrouwen dat een kind in haar vader mag stellen en de veiligheid die zij van hem mag verwachten op een buitengewoon ernstige wijze beschaamd en veronachtzaamd. Verdachte heeft alleen oog gehad voor zijn eigen directe behoeftebevrediging en is daarbij volledig voorbijgegaan aan het welzijn van [slachtoffer] en haar lichamelijke integriteit.

Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het gedurende vele jaren op grote schaal in bezit hebben van kinderporno. Het gaat om 7.288 afbeeldingen van dochter [slachtoffer] en 116.005 afbeeldingen van andere kinderen, waarvan in totaal 48.348 unieke afbeeldingen. Ook als het hof uitgaat van unieke afbeeldingen is sprake van een zeer grote hoeveelheid kinderporno. Ten aanzien van de afbeeldingen van [slachtoffer] geldt dat hij die ook zelf heeft vervaardigd en daarop onder meer de seksuele handelingen te zien zijn die zij bij verdachte moest verrichten en moest ondergaan. Ten aanzien van de afbeeldingen met andere kinderen geldt dat bij de vervaardiging van kinderporno kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Het hof houdt verdachte medeverantwoordelijk voor dat misbruik, omdat hij door kinderporno te verzamelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar.

Dit soort zedendelicten wordt als uitermate schokkend ervaren in de samenleving. De samenleving is er op ingericht kinderen zo goed mogelijk te beschermen. Dat is bij [slachtoffer] door toedoen van verdachte niet gelukt. [slachtoffer] is toen zij zes jaar oud was uit huis geplaatst omdat er vermoedens waren van seksueel misbruik. De Raad voor de Kinderbescherming kon dat niet hard maken en verdachte heeft het toen hardnekkig ontkend. [slachtoffer] is toen teruggeplaatst waarna het misbruik nog eens tien jaar lang verder ging.

Het is een feit van algemene bekendheid dat door seksueel misbruik de psychische gezondheid van het slachtoffer ernstig kan worden geschaad. Voor [slachtoffer] geldt dat zij verdachte nog altijd steunt en hoopt dat hij snel weer thuis komt. Deze houding van [slachtoffer] , mede gelet op de jarenlange manipulatie door verdachte, baart het hof veel zorgen. De persoon van verdachte Uit het de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 15 juli 2025 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.

Het hof heeft verder kennis genomen van de ten aanzien van verdachte opgestelde rapporten en adviezen:

  • een pro justitia rapportage van het Pieter Baan Centrum van 11 november 2022, opgemaakt en ondertekend door [naam 1] , GZ-psycholoog en [naam 2] ,

psychiater;

  • een reclasseringsadvies van 1 mei 2023, opgemaakt en ondertekend door [naam 3] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland;

  • een NIFP consult strafrechtspleging van 21 februari 2022, opgemaakt door [naam 4] , psychiater;

  • de toelichting van de deskundigen [naam 1] , GZ-psycholoog en [naam 2] , psychiater, ter terechtzitting bij de rechtbank van 10 mei 2023;

  • een aanvullend pro justitia rapport van het Pieter Baan Centrum van 24 maart 2025,

opgemaakt en ondertekend door [naam 1] , GZ-psycholoog en [naam 2] , psychiater.

Uit het rapport van het Pieter Baan Centrum van 11 november 2022 volgt dat bij verdachte een autismespectrumstoornis (ASS) is gediagnostiseerd. De deskundigen constateren dat verdachte non-verbaal gedrag van anderen niet goed kan interpreteren en afstemmen, waardoor wederkerigheid in het contact nagenoeg ontbreekt. Daarnaast kan verdachte details niet gemakkelijk tot een betekenisvol geheel maken. Verdachte leeft vanuit een rigide geconstrueerde denkwereld, die feitelijk niet corrigeerbaar (leerbaar) is en neigt tot fixaties. De ernst wordt conform de DSM 5 op niveau 2 ingeschat (op een 3 punt-schaal) wat betekent dat dit substantiële ondersteuning vereist. Volgens de deskundigen is de seksuele identiteit van verdachte weinig ontwikkeld en diffuus. Verdachte is vooral gericht op directe behoeftebevrediging en op eigen belang. Concluderend is volgens de deskundigen sprake van incest. Mogelijk is er, bij een bewezenverklaring, sprake van pedofilie van het niet exclusieve type (niet alleen aangetrokken tot kinderen), seksueel aangetrokken tot meisjes, niet helemaal uit te sluiten tot jongens, beperkt tot incest. De diagnose autismespectrumstoornis heeft de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte, in relatie tot het ten laste gelegde beïnvloed. Het gedrag van verdachte ten tijde van het ten laste gelegde is passend bij het patroon van incest, maar is gecompliceerd door de kenmerken van de autismespectrumstoornis. Door zijn autismespectrumstoornis heeft verdachte geen rem op zijn lustbeleving. De deskundigen adviseren daarom de hands-on feiten, en het daarbij in het verlengde liggende maken van opnames, in verminderde mate toe te rekenen. Met betrekking tot het vervaardigen en bezitten van kinderporno wordt geadviseerd verdachte dit in verminderde mate toe te rekenen, waarbij het verband tussen de stoornis en het ten laste gelegde wel geringer is omdat het minder lust gedreven is. Ten aanzien van het recidiverisico vermeldt de rapportage dat uit de gestructureerde risicotaxatie instrumenten een matig-laag recidiverisico volgt op toekomstige seksuele delicten, maar dat de deskundigen op basis van de geïndividualiseerde klinische risicobeoordeling het recidiverisico hoger inschatten (op matig). Daarbij overwegen de deskundigen dat rekening moet worden gehouden met de specifieke psychopathologische context van verdachte waarin het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden. De differentiaal diagnostische overweging dat pedofilie niet uitgesloten kan worden moet hierbij in ogenschouw worden genomen. Wanneer hiervan wel sprake zou zijn, zou het risico op recidive hoger zijn. De dochter van verdachte zou inmiddels in aanmerking komen voor plaatsing in een begeleide/beschermde woonvorm van een instelling voor verstandelijk beperkten. Hoewel daarmee het recidiverisico deels lijkt ondervangen, is het niet ongewoon dat incest doorgaat wanneer het slachtoffer volwassen wordt. Verdachte zegt zijn dochter nooit meer te willen misbruiken. Echter probeert hij, zelfs in het Pieter Baan Centrum, nog immer contact met haar te krijgen en is dat wederzijds. Mogelijk is zijn dochter onmachtig grenzen te stellen of kan zij vanuit oude patronen zelf initiatief nemen naar verdachte. Verdachte wordt thuis nauwelijks tot niet gecorrigeerd in zijn gedrag en vanuit zijn autismespectrumstoornis zullen opgedane cognitieve inzichten niet verinnerlijken in zijn persoonlijkheid, of opgedane kennis en regels zijn voor hem moeilijk te generaliseren. Dat betekent dat hij een ervaring in de ene situatie niet of onvoldoende kan toepassen in een andere of nieuwe situatie, aldus de deskundigen. Verder vermeldt de rapportage dat uit de SAPROF, die beschermende factoren in kaart brengt, naar voren komt dat interne beschermende factoren niet aanwezig zijn (zo is sprake van een beneden gemiddelde intelligentie, onveilige hechting, gebrekkige coping en gebrek aan empathie). Op de motivationele items (motivatie om positief deel te nemen aan de maatschappij) is enigszins beschermend dat verdachte gemotiveerd is om mee te werken aan behandeling. Externe beschermende factoren zijn beperkt. Er is geen sociaal steunend en corrigerend netwerk. De relatie van verdachte werkt niet beschermend. Concluderend zijn de beschermende factoren beperkt. Volgens de deskundigen heeft verdachte langdurend toezicht, controle en behandeling/begeleiding nodig, omdat intrinsieke veranderingen door het gebrek aan mentaliserend vermogen, egocentrisme en alleen cognitief leren zonder het vermogen te generaliseren beperkt zullen zijn. Vanuit de handicaps passend bij de autismespectrumstoornis is het voor verdachte moeilijk om zich aan voorwaarden te houden. Desondanks achten de deskundigen gelet op het matig ingeschatte recidiverisico en de aard van het risicomanagement behandeling vanuit een forensisch Fact-team met reclasseringstoezicht in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een deels voorwaardelijk strafdeel afdoende om de risico's te managen. Echter om dit langdurend te kunnen vormgeven, geven de onderzoekers in overweging daarnaast een gedragsbeïnvloedende maatregel op te leggen. De maatregel tbs is overwogen, maar hiervoor kan gesteld worden dat het recidiverisico te laag is en de nadruk van behandeling niet ligt op intramurale behandeling, aldus nog steeds de deskundigen.

Ter zitting bij de rechtbank hebben de deskundigen van het Pieter Baan Centrum toegelicht dat zij, nu blijkt dat de dochter van verdachte nog wel thuis woont – hetgeen voor hen nieuwe informatie is – het risico op recidive voor incest hoger inschatten dan ten tijde van het opstellen van hun rapportage, toen de stand van zaken was dat [slachtoffer] uit huis zou gaan. Zij onderschrijven op dit punt de inschatting van het risico van de recidive van de reclassering. Desgevraagd is door de deskundigen bevestigd dat het recidiverisico aanzienlijk is indien verdachte op enig moment in de gelegenheid zou zijn zich te ontfermen over minderjarigen, zoals een kleinkind of een oppaskind.

Uit het rapport van het Pieter Baan Centrum van maart 2025 volgt dat in het aanvullende onderzoek, waaraan verdachte naar vermogen meewerkte, de diagnostiek uit het onderzoek van 2022 kan worden bevestigd, maar blijkt ook de autismespectrumstoornis ernstiger en het onvermogen toch nog groter dan eerder ingeschat. Er is geen sprake van een door de tijd heen stevig in de persoonlijkheid gefundeerd zelfbeeld, dat gebaseerd is op een innerlijke representatie van zichzelf in relatie tot anderen en de wereld om hem heen. Verdachte is niet in staat om onderscheid te maken tussen zelf en ander. Vanaf de buitenkant bezien, gaat hij instrumenteel, berekenend en manipulatief (antisociaal) om met anderen en is zijn coping bagatelliserend en externaliserend, maar dit lijkt niet zozeer gebaseerd op een (bewuste, manipulatieve) keuze, maar komt voort uit een empathisch defect en een gewetensdefect samenhangend met de autismespectrumstoornis. Op basis van het in de PI gevonden kladblok van verdachte, met beschrijvingen van zijn seksuele fantasieën met betrekking tot kinderen in de leeftijd van 6 tot 8 jaar, met een fascinatie voor vagina's die aansluiten bij een al langer bestaande focus op minderjarige meisjes (kinderporno downloaden en bekijken, interesse in minderjarige meisjes, de dromen over minderjarige meisjes, waarover hij tijdens het PBC-onderzoek 2022 vertelde) is er thans voldoende onderbouwing om de diagnose pedofiele stoornis, niet exclusieve type, seksueel aangetrokken tot meisjes, nu wel vast te stellen. De pedofilie wordt gezien als ingebed in de autismespectrumstoornis, dat wil zeggen bij een man die weinig begrijpt van zichzelf en de wereld om hem heen, die emotioneel defect is, handelt op basis van een concept in zijn hoofd, zonder affectieve verankering en die geen bewuste afwegingen kan maken op basis van de impact van zijn gedrag op anderen. De diagnose autismespectrumstoornis (ASS) heeft de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte, in relatie tot het ten laste gelegde (indien bewezen), beïnvloed. Het gedrag van verdachte ten tijde van het ten laste gelegde is passend bij het patroon van incest, waarbij er sprake is van een pedofiele stoornis. Dit wordt gecompliceerd door de ASS. Vanuit ASS is er bij verdachte sprake van een onvermogen zich te verplaatsen in een ander. Zijn gedrag komt daardoor niet sociaal met de ander afgestemd tot stand, maar is primair egocentrisch gedreven. Als gevolg van het autistisch defect in interrelationele sociaal- emotionele invoelingsvermogen heeft hij weinig tot geen rem op het uitleven van zijn lusten. Hij wordt door de afwezigheid van empathische vermogens niet geremd door het zich voor kunnen stellen van doorleefde spijt-, schuld- en schaamtegevoelens, waardoor hij gewoon- weg pragmatisch manipuleert om zijn eigen behoeften te bevredigen. Dat maakt beter begrijpelijk dat hij weinig verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen gedrag. Door zijn beperking/handicap (ASS) heeft verdachte het ongepaste en de impact van zijn handelen onvoldoende door en ziet hij niet het perspectief van de ander (zoals dat van zijn dochter). Hij kan zijn gedachten evenmin aan zijn omgeving toetsen, waardoor hij de facto in zijn egocentrische wereld leeft. Al deze facetten maken dat verdachtes realiteitstoetsing gestoord is (dit is niet psychotisch) en heeft hij dus geen rem op zijn lustbeleving, wat heeft uitgemond in het ten laste gelegde. Door de pedofiele stoornis ligt de lustbeleving nog meer op de voorgrond. Door het huidige aanvullende onderzoek wordt de ASS ernstiger en het onvermogen groter dan in 2022 ingeschat. Daarbij is zijn beperking ook ernstiger doordat een pedofiele stoornis kon worden vastgesteld, wat de ernst van de beperking/handicap van verdachte ernstiger maakt. Dat maakt dat voor de hands-on feiten, en het daarbij in het verlengde liggende maken van opnames, geadviseerd wordt verdachte deze feiten in verminderde mate toe te rekenen. Rekening houdend met de ernst van de stoornissen zou, wanneer een vijfpuntsschaal zou worden toegepast, geadviseerd worden deze feiten in sterk verminderde mate toe te rekenen. Omdat er geen verdere exploratie van verdachtes seksualiteit kon plaatsvinden doordat hij een nieuwe (onbewust geconstrueerde) waarheid of fixatie heeft, heeft verdachte nog minder grip op de onderliggende dynamiek. In 2022 leek hij het maatschappelijk verankerde incestverbod cognitief te onderschrijven, maar was er sprake van cognitieve vervormingen en het ontbreken van doorleefde empathie vanuit ASS. Door zijn nieuwe waarheid/fixatie is duidelijk geworden dat verdachte geen contact heeft met de onderliggende motivaties en gevoelens. Met betrekking tot het bezitten van kinderporno wordt geadviseerd verdachte dit in verminderde mate toe te rekenen, waarbij het verband tussen stoornis en het ten laste gelegde geringer is dan bij de hands-on feiten omdat het minder lust gedreven is.

Net als in 2022 is op basis van de gestructureerde risicotaxatie-instrumenten sprake van een matig-laag recidiverisico op toekomstige seksuele delicten. Deze instrumenten geven een statistisch onderbouwd risico op groepsniveau weer en geen 'geobjectiveerd individueel' risico. Aangezien de problematiek qua ASS en de pedofiele stoornis nu ernstiger wordt beoordeeld dan in 2022, wordt vanuit de klinische beoordeling het recidiverisico als hoog ingeschat. Verdachte is nog onvoorspelbaarder geworden, minder corrigeerbaar en minder leerbaar. Nu de dochter van verdachte niet in een begeleide/beschermde woonvorm is gaan wonen, maar thuis bij haar moeder is, is niet uitgesloten dat de incest door blijft gaan. Daarbij kunnen incest en pedofilie naast elkaar bestaan. Door de mogelijke genderdysforie en mogelijke transitie neemt de fixatie op vagina's niet af. Een transitie is daarmee geen recidive verlagende factor. Nu er sprake is van ernstigere pathologie in de zin van een pedofiele stoornis en ASS, waarbij verdachte onvoorspelbaarder is, minder corrigeerbaar en minder leerbaar, en het recidiverisico als hoog wordt ingeschat, adviseren onderzoekers - in tegenstelling tot in 2022 - een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Een GVM kan gezien de chroniciteit van de problematiek daarnaast nog overwogen worden.

Tot slot volgt uit het reclasseringsadvies uit 2023 dat de reclassering het risico op recidive eveneens als hoog inschat. Bij verdachte is onvoldoende probleem- en ziektebesef aanwezig. Daarnaast heeft hij onvoldoende besef van de ernst van zijn handelen. De hoge inschatting van het risico op recidive hangt sterk samen met het feit dat dochter nu toch thuis is blijven wonen en daarmee direct weer met verdachte in één woning zal wonen. Naar de inschatting van de reclassering zal er, door het gegeven dat dochter thuis blijft wonen, een acuut risico ontstaan bij vrijlating van verdachte en terugkeer naar de woning, zonder dat er eerst behandeling heeft plaatsgevonden. De psychische problematiek van verdachte lijkt, in combinatie met zijn beperkte inlevingsvermogen en zijn uitspraken en de ernst van de tenlastelegging, dusdanig ernstig dat de reclassering zich, op dit moment, niet kan vinden in het advies van enkel ambulante behandeling. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een onvoorwaardelijke straf. Daarnaast adviseren zij oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.

Ter zitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat hij na zijn detentie wil terugkeren naar zijn gezin.

Gevangenisstraf De bewezenverklaarde feiten zijn zeer ernstige strafbare feiten. De oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht vermelden alleen al voor een gewoonte maken van het vervaardigen van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaren. Voor incest worden in de regel ook jarenlange onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd. In het geval van verdachte gaat het om jarenlang stelselmatig misbruik van zijn kind, waarbij zij ook nog eens werd gemanipuleerd en psychische dwang werd toegepast en waarbij zijn dochter [slachtoffer] ook pijn heeft gehad.

Niet kan worden volstaan met een andere straf dan een vrijheidsbenemende straf van lange duur. Nu het hof – anders dan rechtbank – voor wat betreft de feiten 6 en deels 7 tot een vrijspraak komt acht het hof oplegging van een gevangenisstraf van zeven jaar en zes maanden passend en geboden. Het hof heeft hierbij gelet op (enigszins) vergelijkbare zaken en rekening gehouden met de verminderde toerekenbaarheid van de feiten aan verdachte.

Het hof overweegt met betrekking tot het procesverloop in hoger beroep in deze zaak dat de behandeling van de zaak in hoger beroep niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden. Als uitgangspunt heeft in deze zaak, waarin de verdachte in verband met de bewezenverklaarde feiten in voorlopige hechtenis verblijft, te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindarrest binnen zestien maanden nadat hoger beroep is ingesteld, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en zijn raadsvrouw op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. Verdachte heeft op 6 juni 2023 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 mei 2023 en het hof wijst op 3 september 2025, bijna 25 maanden later, arrest. In hoger beroep heeft weliswaar op verzoek van de verdediging nader onderzoek plaatsgevonden, maar de tijd die hiermee gemoeid was maakt niet dat het onderzoek niet eerder had kunnen worden afgerond. Het hof is van oordeel dat deze overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben. Het hof zal de straf daarom matigen tot een gevangenisstraf van zeven jaar.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Terbeschikkingstelling met verpleging Vooropgesteld wordt dat aan de voorwaarden voor het opleggen van een tbs-maatregel is voldaan, in die zin dat:

  • sprake is van een tbs-waardig delict: de bewezen verklaarde feiten zijn alle misdrijven waarop minimaal vier jaar gevangenisstraf is gesteld;

  • is vastgesteld dat bij verdachte ten tijde van het delict sprake was van een gebrekkige

ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens, te weten een autismespectrumstoornis en een pedofiele stoornis;

  • de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het

opleggen van de maatregel vereist (gevaarscriterium);

  • het hof beschikt over adviezen van gedragsdeskundigen van verschillende disciplines,

waaronder een psychiater, die verdachte hebben onderzocht.

In aanvulling hierop overweegt het hof ten aanzien van het gevaarscriterium het volgende. Naar het oordeel van het hof vereisen de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen dat de maatregel van tbs wordt opgelegd.

Het hof acht, met de rechtbank en de advocaat-generaal en zoals de deskundigen aanvullend hebben geadviseerd, behandelingen in het kader van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf of in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden niet afdoende om het recidiverisico af te wenden. Het hof schat het herhalingsgevaar, en daarmee het gevaar dat verdachte vormt voor de veiligheid van anderen als hoog in, zeker voor wat betreft de incest. Uit de aanvullende rapportage volgt onder meer dat bij verdachte een pedofiele stoornis wordt gediagnosticeerd en dat de autismespectrumstoornis van verdachte onveranderlijk ("een defect") is en ook ernstiger dan eerder ingeschat. Risicoverhogende factoren zijn een beperkt steunend netwerk, geen intieme relatie met zijn vrouw, sociale afwijzing/eenzaamheid, desinteresse in het welzijn van anderen, ontoereikende probleemoplossende vaardigheden en deviant seksueel gedrag (pedofilie). In de aanvullende rapportage van het Pieter Baan Centrum volgt onder meer: ‘Doordat betrokkene een nieuwe (onbewust geconstrueerde) waarheid of fixatie heeft is duidelijk geworden dat hij geen contact heeft met de onderliggende motivaties en gevoelens. Seksuele gevoelens splitst hij af en hij heeft geen enkel inzicht. Echter moet er van uitgegaan worden dat zijn driften/lusten wel doorgaan gezien de opgeschreven fantasieën. De seksualiteitsbeleving is bij hem niet geïntegreerd. Er is geen affectieve verankering. Hij is hierdoor nog onvoorspelbaarder geworden, minder corrigeerbaar en minder leerbaar. Nu de dochter van betrokkene niet in een begeleide/beschermde woonvorm is gaan wonen, maar thuis bij haar moeder is, is niet uitgesloten dat de incest door blijft gaan. Daarbij kunnen incest en pedofilie naast elkaar bestaan. Door de mogelijke genderdysforie en mogelijke transitie neemt de fixatie op vagina's niet af. Een transitie is daarmee geen recidive verlagende factor.’

Het hof overweegt dat de deskundigen hebben aangegeven dat verdachte langdurig toezicht en behandeling nodig heeft. In hun aanvullend rapport in 2025 adviseren zij nu, gelet op de aangescherpte diagnose en de inschatting van het hoge recidivegevaar, een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.

Alles afwegend is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de oplegging van de tbs-maatregel met verpleging noodzakelijk maakt. Minder vergaande modaliteiten, bijzondere voorwaarden bij een straf, of een tbs-maatregel met voorwaarden, acht het hof onvoldoende toereikend om het herhalingsgevaar van verdachte te beteugelen. Daarnaast zou dat betekenen dat het hof, bij een deels voorwaardelijke modaliteit, geen gevangenisstraf zoals hiervoor overwogen kan opleggen, wat naar het oordeel van het hof geen recht zou doen aan de ernst van het bewezenverklaarde.

Het hof benadrukt dat de door de verdediging geponeerde stelling dat de oplegging van tbs met verpleging van overheidswege een ‘ultimum remedium’ is, niet uit de wet volgt. Voor de vraag of tbs moet worden opgelegd dient te worden vastgesteld dat wordt voldaan aan de wettelijke eisen in artikel 37a Sr. Voor de vraag of een bevel moet worden gegeven dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege wordt verpleegd dient te worden vastgesteld dat wordt voldaan aan de wettelijke eisen in artikel 37b Sr. Het gaat daarbij om het opleggen van de meest passende maatregel in de specifieke situatie. Overwogen moet worden of de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen die verpleging eist. De wet eist niet dat eerst een minder ingrijpende sanctie (straf of maatregel) moet worden opgelegd dan wel een vrijwillig of minder ingrijpend behandeltraject moet worden gevolgd alvorens de maatregel tbs met bevel tot verpleging van overheidswege kan worden opgelegd. Voor deze verdachte geldt dat het verlagen van de risico’s op herhaling niet anders kan plaatsvinden dan binnen het kader van de tbs met verpleging van overheidswege.

Tot slot stelt het hof vast dat de maatregel wordt opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel is daarom niet in tijd beperkt.

Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (38z Sr) Ter bescherming van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen zal het hof verder een gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in art. 38z lid 1 Sr is voldaan.

Zoals het hof hiervoor heeft overwogen volgt uit de rapporten van de deskundigen dat de kans op herhaling als hoog wordt ingeschat en dat sprake is van weinig beschermende factoren. Oplegging van de maatregel is in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen.

Mede gelet op de inschatting van de deskundigen, is het hof van oordeel dat het creëren van een mogelijkheid om verdachte, ook na zijn tbs-behandeling, langdurig onder toezicht te stellen noodzakelijk is om het recidiverisico in de toekomst terug te kunnen dringen, dan wel op een aanvaardbaar niveau te houden. Daarnaast biedt deze maatregel de mogelijkheid om op enig moment toezicht uit te kunnen oefenen op verdachte zonder dat het voortduren van de tbs-maatregel hiervoor noodzakelijk is.

Gelet hierop acht het hof het noodzakelijk om de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr op te leggen. De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de aan de verdachte opgelegde tbs-maatregel plaatsvinden en pas op dat moment worden de voorwaarden bij en de duur van de maatregel door de rechter vastgesteld.

Beslag

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte afstand heeft gedaan van alle in beslag genomen voorwerpen.

Door de verdediging is in hoger beroep verzocht om teruggave van de inbeslaggenomen digitale camera aan verdachte.

Het hof overweegt dat verdachte ter zitting van de rechtbank van 10 mei 2023 afstand heeft gedaan van alle gegevensdragers, voor zover die niet zijn teruggegeven. Evenals de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat het ten aanzien van de in beslaggenomen voorwerpen geen beslissing hoeft te nemen omdat verdachte hiervan afstand heeft gedaan.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 33.910,35, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.

Het hof kan alleen een schadevergoeding toekennen als bewezen is dat verdachte de strafbare feiten die met de schade verband houden heeft begaan. Nu het hof verdachte vrijspreekt van feit 6 en ten aanzien van de benadeelde partij voor feit 7 zal het hof aangever, als benadeelde partij, niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering.

Verdachte en de benadeelde partij worden veroordeeld in hun eigen kosten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 37a, 37b, 38z, 55, 57, 240b (oud), 244 (oud), 245 (oud), 248 (oud), 249 (oud), 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4, 5 en 7 tenlastegelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1, 2, 3 subsidiair, 4, 5 en 7 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.

Legt aan de verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. J.A.M. Kwakman en mr. L. Pieters, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier, en op 3 september 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken. mr. H.J. Deuring en mr. L. Pieters zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.