Artikel 244 (Definitie afwezigheid wil seksuele misdrijven)
Voor de toepassing van de misdrijven omschreven in de artikelen 240 tot met 243 ontbreekt bij een persoon in ieder geval de wil tot seksuele handelingen indien diegene in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert of een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap heeft dat deze niet of onvolkomen in staat is een wil te bepalen of kenbaar te maken omtrent de seksuele handelingen of daartegen weerstand te bieden.
Uitleg in duidelijke taal
Voor de toepassing van de misdrijven omschreven in de artikelen 240 tot met 243 ontbreekt bij een persoon in ieder geval de wil tot seksuele handelingen indien diegene in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert of een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap heeft dat deze niet of onvolkomen in staat is een wil te bepalen of kenbaar te maken omtrent de seksuele handelingen of daartegen weerstand te bieden.
- in een staat van bewusteloosheid verkeert;
- in een staat van verminderd bewustzijn verkeert;
- in een staat van lichamelijke onmacht verkeert; of
- een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap heeft dat deze niet of onvolkomen in staat is een wil te bepalen of kenbaar te maken omtrent de seksuele handelingen of daartegen weerstand te bieden.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:13675 - Rechtbank Den Haag - 25 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11554 - Rechtbank Rotterdam - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5050 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 september 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:5412 - Rechtbank Gelderland - 8 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:835 - Hoge Raad scherpt motiveringseis voor dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden aan - 1 juli 2025
De rechter moet een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden (art. 14e Sr) specifiek motiveren. Uit de motivering moet zonder meer blijken dat ernstig rekening moet worden gehouden met het gevaar dat de veroordeelde opnieuw een gewelds- of zedenmisdrijf zal begaan.
ECLI:NL:RBLIM:2025:9478 - Rechtbank Limburg - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6537 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3946 - Rechtbank Noord-Nederland - 30 september 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3849 - Vrijspraak in zedenzaak wegens onvoldoende betrouwbaar steunbewijs naast slachtofferverklaring - 25 september 2025
De rechtbank spreekt een verdachte van seksueel misbruik van een kind vrij. De verklaring van het slachtoffer staat op zichzelf en wordt onvoldoende ondersteund. De verklaring van een cruciale getuige wordt vanwege mogelijke rancune en een problematische relatie met de verdachte als onvoldoende betrouwbaar beschouwd en uitgesloten van het bewijs.
ECLI:NL:GHAMS:2025:2568 - Gerechtshof Amsterdam - 24 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17371 - Rechtbank Den Haag: Veroordeling voor gekwalificeerde opzetverkrachting bij onmacht slachtoffer - 22 september 2025
De rechtbank Den Haag veroordeelt een man voor gekwalificeerde opzetverkrachting. Het ontbreken van de wil bij het slachtoffer wordt afgeleid uit haar staat van lichamelijke onmacht door alcohol, haar verbale uitingen en fysieke afweer. Het doorgaan met handelingen ondanks deze signalen bewijst het opzet.