Artikel 131
1. Indien een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, is gedaan, besluit het CBR in de bij ministeriële regeling aangegeven gevallen, respectievelijk tot:
a. oplegging van een educatieve maatregel ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid, of b. een onderzoek naar de rijvaardigheid of de geschiktheid.
Het besluit wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de mededeling, genomen.
2. Bij het besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt:
a. in de gevallen, bedoeld in artikel 130, derde lid, de geldigheid van het rijbewijs van betrokkene voor één of meer categorieën van motorrijtuigen geschorst tot de dag waarop het in artikel 134, vierde of zevende lid, bedoelde besluit van kracht wordt; b. indien de geldigheid van het rijbewijs van betrokkene overeenkomstig onderdeel a wordt geschorst, en diens rijbewijs niet overeenkomstig artikel 130, tweede lid, is ingevorderd, bepaald dat betrokkene zijn rijbewijs dient in te leveren bij het CBR; c. indien de geldigheid van het rijbewijs van betrokkene niet overeenkomstig onderdeel a, wordt geschorst, doch diens rijbewijs wel overeenkomstig artikel 130, tweede lid, is ingevorderd, bepaald dat het rijbewijs onverwijld aan betrokkene wordt teruggegeven.
3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld ter uitvoering van het eerste lid.
4. Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder rijbewijs mede verstaan een rijbewijs afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:13182 - Rechtbank Den Haag - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11220 - Rechtbank Rotterdam - 25 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11213 - Rechtbank Rotterdam - 8 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10464 - Rechtbank Rotterdam - 25 augustus 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3651 - Rechtbank Noord-Nederland - 11 augustus 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8824 - Rechtbank Noord-Holland - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11296 - CBR ongeldigverklaring rijbewijs: baanverlies geen uitzonderlijk geval - 24 september 2025
De voorzieningenrechter oordeelt dat het CBR terecht het rijbewijs ongeldig verklaart na een diagnose van alcoholmisbruik. Nadelige gevolgen voor werk en inkomen zijn geen zeer bijzondere omstandigheden die een uitzondering op de dwingende wettelijke regels rechtvaardigen, ook wel een wettelijke toetsing genoemd.