Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL I. RECHTEN EN VRIJHEDEN
Artikel 5. Recht op vrijheid en veiligheid

Artikel 5. Recht op vrijheid en veiligheid (Recht op vrijheid en veiligheid)

Laatste versie

1. Een ieder heeft recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon. Niemand mag zijn vrijheid worden ontnomen, behalve in de navolgende gevallen en overeenkomstig een wettelijk voorgeschreven procedure:

a. indien hij op rechtmatige wijze is gedetineerd na veroordeling door een daartoe bevoegde rechter; b. indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gedetineerd, wegens het niet naleven van een overeenkomstig de wet door een gerecht gegeven bevel of teneinde de nakoming van een door de wet voorgeschreven verplichting te verzekeren; c. indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gedetineerd teneinde voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden geleid, wanneer er een redelijke verdenking bestaat, dat hij een strafbaar feit heeft begaan of indien het redelijkerwijs noodzakelijk is hem te beletten een strafbaar feit te begaan of te ontvluchten nadat hij dit heeft begaan; d. in het geval van rechtmatige detentie van een minderjarige met het doel toe te zien op zijn opvoeding of in het geval van zijn rechtmatige detentie, teneinde hem voor de bevoegde instantie te geleiden; e. in het geval van rechtmatige detentie van personen ter voorkoming van de verspreiding van besmettelijke ziekten, van geesteszieken, van verslaafden aan alcohol of verdovende middelen of van landlopers; f. in het geval van rechtmatige arrestatie of detentie van een persoon teneinde hem te beletten op onrechtmatige wijze het land binnen te komen, of van een persoon waartegen een uitwijzings- of uitleveringsprocedure hangende is.

2. Een ieder die gearresteerd is moet onverwijld en in een taal die hij verstaat op de hoogte worden gebracht van de redenen van zijn arrestatie en van alle beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht.

3. Een ieder die is gearresteerd of gedetineerd, overeenkomstig lid 1.c van dit artikel, moet onverwijld voor een rechter worden geleid of voor een andere magistraat die door de wet bevoegd verklaard is rechterlijke macht uit te oefenen en heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het proces in vrijheid te worden gesteld. De invrijheidstelling kan afhankelijk worden gesteld van een waarborg voor de verschijning van de betrokkene ter terechtzitting.

4. Een ieder, wie door arrestatie of detentie zijn vrijheid is ontnomen, heeft het recht voorziening te vragen bij het gerecht opdat deze spoedig beslist over de rechtmatigheid van zijn detentie en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de detentie onrechtmatig is.

5. Een ieder die het slachtoffer is geweest van een arrestatie of een detentie in strijd met de bepalingen van dit artikel, heeft recht op schadeloosstelling.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een ieder heeft recht op vrijheid en veiligheid van zijn persoon. Niemand mag zijn vrijheid worden ontnomen, behalve in de navolgende gevallen en overeenkomstig een wettelijk voorgeschreven procedure:

Dit betekent letterlijk dat elke persoon het recht heeft op vrijheid en de veiligheid van zijn of haar persoon. Niemand mag zijn of haar vrijheid worden afgenomen, behalve in de hierna volgende (navolgende) gevallen en in overeenstemming met (overeenkomstig) een procedure die wettelijk is voorgeschreven.

a. indien hij op rechtmatige wijze is gedetineerd na veroordeling door een daartoe bevoegde rechter;

Dit betekent: als de persoon op een rechtmatige wijze (volgens de wet) is gedetineerd (vastgehouden) nadat hij of zij is veroordeeld door een rechter die daartoe bevoegd is (de juiste rechter).

b. indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gedetineerd, wegens het niet naleven van een overeenkomstig de wet door een gerecht gegeven bevel of teneinde de nakoming van een door de wet voorgeschreven verplichting te verzekeren;

Dit betekent: als de persoon op een rechtmatige wijze is gearresteerd (aangehouden) of gedetineerd (vastgehouden) omdat hij of zij een bevel, dat overeenkomstig de wet door een gerecht (rechtbank) is gegeven, niet heeft nageleefd, of om te zorgen (teneinde te verzekeren) dat een verplichting, die door de wet is voorgeschreven, wordt nagekomen.

c. indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gedetineerd teneinde voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden geleid, wanneer er een redelijke verdenking bestaat, dat hij een strafbaar feit heeft begaan of indien het redelijkerwijs noodzakelijk is hem te beletten een strafbaar feit te begaan of te ontvluchten nadat hij dit heeft begaan;

Dit betekent: als de persoon op een rechtmatige wijze is gearresteerd of gedetineerd met het doel (teneinde) om voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden gebracht, wanneer er een redelijke verdenking bestaat dat hij of zij een strafbaar feit heeft gepleegd, of als het redelijkerwijs noodzakelijk is om hem of haar ervan te weerhouden (te beletten) een strafbaar feit te plegen of te vluchten nadat hij of zij dit heeft gedaan.

d. in het geval van rechtmatige detentie van een minderjarige met het doel toe te zien op zijn opvoeding of in het geval van zijn rechtmatige detentie, teneinde hem voor de bevoegde instantie te geleiden;

Dit betekent: in de situatie van rechtmatige detentie (wettige vasthouding) van een minderjarige (iemand die nog niet volwassen is) met als doel toezicht te houden op zijn of haar opvoeding, of in de situatie van zijn of haar rechtmatige detentie om hem of haar voor de bevoegde instantie te brengen.

e. in het geval van rechtmatige detentie van personen ter voorkoming van de verspreiding van besmettelijke ziekten, van geesteszieken, van verslaafden aan alcohol of verdovende middelen of van landlopers;

Dit betekent: in de situatie van rechtmatige detentie van personen om de verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen, of in het geval van geesteszieken (personen met een psychische stoornis), personen die verslaafd zijn aan alcohol of verdovende middelen, of landlopers (zwervers).

f. in het geval van rechtmatige arrestatie of detentie van een persoon teneinde hem te beletten op onrechtmatige wijze het land binnen te komen, of van een persoon waartegen een uitwijzings- of uitleveringsprocedure hangende is.

Dit betekent: in de situatie van rechtmatige arrestatie of detentie van een persoon om hem of haar te verhinderen (te beletten) op een onrechtmatige wijze (in strijd met de wet) het land binnen te komen, of van een persoon tegen wie een procedure voor uitwijzing (het land uitzetten) of uitlevering (overdragen aan een ander land) loopt (hangende is).

2. Een ieder die gearresteerd is moet onverwijld en in een taal die hij verstaat op de hoogte worden gebracht van de redenen van zijn arrestatie en van alle beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht.

Dit betekent dat elke persoon die gearresteerd is, onverwijld (direct, zonder onnodige vertraging) en in een taal die hij of zij verstaat, geïnformeerd moet worden over de redenen van zijn of haar arrestatie en over alle beschuldigingen die tegen hem of haar zijn ingediend.

3. Een ieder die is gearresteerd of gedetineerd, overeenkomstig lid 1.c van dit artikel, moet onverwijld voor een rechter worden geleid of voor een andere magistraat die door de wet bevoegd verklaard is rechterlijke macht uit te oefenen en heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het proces in vrijheid te worden gesteld. De invrijheidstelling kan afhankelijk worden gesteld van een waarborg voor de verschijning van de betrokkene ter terechtzitting.

Dit betekent dat elke persoon die gearresteerd of gedetineerd is volgens de voorwaarden van lid 1.c van dit artikel (dus bij redelijke verdenking van een strafbaar feit, of om een strafbaar feit of vlucht te voorkomen), onverwijld (direct) voor een rechter moet worden gebracht of voor een andere magistraat (rechterlijk ambtenaar) die volgens de wet bevoegd is om rechterlijke macht uit te oefenen. Deze persoon heeft het recht om binnen een redelijke termijn berecht te worden (dat zijn of haar zaak voor de rechter komt) of om, in afwachting van (hangende) het proces, in vrijheid te worden gesteld. Deze invrijheidstelling kan afhankelijk worden gemaakt van een waarborg (zoals een borgsom) om te verzekeren dat de betreffende persoon bij de rechtszitting (terechtzitting) aanwezig zal zijn.

4. Een ieder, wie door arrestatie of detentie zijn vrijheid is ontnomen, heeft het recht voorziening te vragen bij het gerecht opdat deze spoedig beslist over de rechtmatigheid van zijn detentie en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de detentie onrechtmatig is.

Dit betekent dat elke persoon van wie de vrijheid is afgenomen door arrestatie of detentie, het recht heeft om een voorziening (een juridische procedure) te vragen bij het gerecht (de rechtbank). Het doel hiervan is dat het gerecht spoedig (snel) een beslissing neemt over de rechtmatigheid (wettigheid) van zijn of haar detentie en de invrijheidstelling (vrijlating) beveelt als de detentie onrechtmatig (onwettig) is.

5. Een ieder die het slachtoffer is geweest van een arrestatie of een detentie in strijd met de bepalingen van dit artikel, heeft recht op schadeloosstelling.

Dit betekent dat elke persoon die slachtoffer is geworden van een arrestatie of een detentie die in strijd was met de regels (bepalingen) van dit artikel, recht op schadeloosstelling (een vergoeding voor de geleden schade) heeft.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

58 uitspraken gevonden
Rechtbank Den Haag6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:16727 - Rechtbank Den Haag - 10 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1672710 september 2025Dit wetsartikel wordt 84 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:829 - Parket bij de Hoge Raad - 8 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:8298 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 34 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGezondheidsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1066 - Parket bij de Hoge Raad - 3 oktober 2025

ECLI:NL:PHR:2025:10663 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:746 - Parket bij de Hoge Raad - 1 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:7461 juli 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1037 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:103726 september 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGezondheidsrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1715 - Gerechtshof Den Haag - 27 augustus 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:171527 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:OGHACMB:2025:194 - Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba - 30 juli 2025

ECLI:NL:OGHACMB:2025:19430 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2533 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253323 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16979 - Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting Marokko en de evenredige belangenafweging - 15 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1697915 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat het zicht op uitzetting naar Marokko niet ontbreekt, ondanks vertraging in de laissez-passer-aanvraag. De voortduring van de bewaring is evenredig, omdat het algemeen belang zwaarder weegt binnen de eerste zes maanden en er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn aangevoerd.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17088 - Rechtbank Den Haag - 1 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:170881 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16124 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1612427 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15658 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1565821 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11303 - Rechtbank Rotterdam - 18 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1130318 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16900 - Rechtbank Den Haag - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:169008 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13028 - Rechtbank Den Haag - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1302817 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:6016 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:60169 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17485 - Onrechtmatige vreemdelingenbewaring door te late uitspraak van de rechtbank - 23 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1748523 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat de vreemdelingenbewaring onrechtmatig is geworden doordat zij zelf de wettelijke termijnen voor de behandeling van het beroep heeft overschreden. Dit levert een schending op van het recht op een spoedige beoordeling zoals bedoeld in artikel 5, vierde lid, van het EVRM.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16571 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:165715 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11186 - Rechtbank Rotterdam - 5 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:111865 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtPenitentiair Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15683 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1568321 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht