Uitspraak inhoud

Team Strafrecht

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08.710017.14 Datum uitspraak: 9 oktober 2025

Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:

[terbeschikkingsgestelde], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], adres bekend bij de rechtbank, hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1 De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 april 2016 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven:

De terbeschikkingstelling is ingegaan op 22 september 2016. Bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 17 oktober 2024 is de maatregel laatstelijk verlengd en is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. De maatregel eindigt, behoudens nadere voorziening, op 22 september 2025.

2 De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:

[naam 2], unitmanager;

  • de voortgangsverslagen van de reclassering van 20 februari 2025 en 16 juni 2025.

3 De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 12 augustus 2025 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.

Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 25 september 2025. De rechtbank heeft op die zitting gehoord:

De officier van justitie heeft ter zitting verzocht om de vordering tot verlenging van de maatregel af te wijzen.

De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben eveneens verzocht de vordering af te wijzen.

4 De beoordeling

De vordering is op 12 augustus 2025 ingediend. Dit is tijdig.

De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.

De rechtbank neemt bij haar overwegingen de over de terbeschikkinggestelde opgemaakte pro Justitia rapportage, het verlengingsadvies van de reclassering en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.

Het rapport van de psycholoog en de toelichting van de deskundige ter zitting Het rapport van de psycholoog houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van schizofrenie. Daarnaast is sprake van een stoornis in het gebruik van verschillende middelen (cocaïne, cannabis en alcohol), in langdurige remissie binnen gereguleerde omstandigheden. Middelengebruik vormde ten tijde van de indexdelicten de cruciale risicofactor. Na instelling op Clozapine zijn de psychotische symptomen (hallucinaties en wanen) verdwenen. Het is de vraag of ook nog een persoonlijkheidsproblematiek kan worden vastgesteld, nu veel van het gedrag van de terbeschikkinggestelde uit de schizofrenie en de verslaving kan worden begrepen. Sinds de indexdelicten hebben zich geen agressieve incidenten voorgedaan. De terbeschikkinggestelde is langdurig abstinent van middelen en functioneert al jaren psychisch stabiel. Hij is ingebed in een stabiele leefsituatie, heeft zicht in de risico’s en zijn copingvaardigheden om met spanningen om te gaan zijn toegenomen. Het afgelopen jaar waren met name zijn beperkte draagkracht en sociaal terugtrekgedrag nog zichtbaar. De terbeschikkinggestelde is zich hiervan bewust en heeft zijn leven hierop aangepast. Er is sprake van ziektebesef en -inzicht. De terbeschikkinggestelde is goed ingesteld op medicatie, die hij in eigen beheer heeft. Hoewel hij hinderlijke bijwerkingen zegt te ervaren als gewichtstoename en een tragere verwerkingssnelheid, toont hij zich gemotiveerd om de medicatie te blijven gebruiken, ook als de terbeschikkingstelling zou worden beëindigd. De ambulante begeleiding is afgebouwd naar maandelijks contact, wat zonder problemen is verlopen. De verzelfstandiging heeft zich voortgezet. Sinds april 2025 staat de woning op naam van de terbeschikkinggestelde. Hij werkt 25 uur per week en er lijkt sprake van een goede balans tussen draagkracht en draaglast. Hij heeft een zinvolle vrijetijdsbesteding en ontleent steun aan zijn netwerk. De terbeschikkinggestelde heeft de wens in de toekomst een relatie aan te gaan en toont zich bereid zich hierin te laten begeleiden. Op zijn verzoek heeft de terbeschikkinggestelde het afgelopen jaar geoefend met gecontroleerd alcoholgebruik. Dit bleef beperkt tot enkele alcoholische consumpties, mede omdat alcohol voor hem weinig meerwaarde zou hebben en hij alcoholvrij bier lekkerder zou vinden. De begeleiding geeft aan dat hij hierin authentiek overkomt. Het gebruik van alcohol heeft niet geleid tot zucht naar drugs. Daarnaast heeft de terbeschikkinggestelde het afgelopen jaar geoefend met onbegeleide bezoeken aan zijn familie in [woonplaats] , de plaats waar de nabestaanden van het slachtoffer wonen. De terbeschikkinggestelde heeft zich goed gehouden aan de van deur-tot-deur bezoekregeling. Hij is zich bewust van de gevoelens van de nabestaanden en is er niet op uit om hen op te zoeken of tegen te komen.

De terbeschikkinggestelde lijkt intrinsiek gemotiveerd het pro-sociale en stabiele leven voort te zetten. Beschermende factoren zijn abstinentie van middelen, medicatiegebruik, stabiele leefomstandigheden en zijn motivatie om een pro-sociaal leven te leiden. Na een zorgvuldig vormgegeven resocialisatietraject, waarbij alle stappen probleemloos zijn verlopen, is de terbeschikkinggestelde al enige tijd zelfstandig in staat om de risico’s adequaat te managen. Voor verdere forensische begeleiding binnen een verplicht kader worden geen aanwijzingen meer gezien. Voortzetting van de ambulante begeleiding door Kairos, gericht op het monitoren van medicatie en begeleiding bij een toekomstige relatie, is geïndiceerd. Bij beëindiging van de maatregel wordt het recidiverisico als laag ingeschat. De psycholoog adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling niet te verlengen.

Deskundige Jansen heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft zij opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde, sinds hij goed is ingesteld op medicatie, altijd stabiel heeft gefunctioneerd. Hij toont geen impulsief of agressief gedrag en is betrouwbaar en open over zijn zucht. Zolang de terbeschikkinggestelde zich blijft houden aan de beschermende factoren, is de verwachting dat hij het stabiele functioneren zal kunnen voortzetten.

Het reclasseringsadvies en de toelichting van de deskundige ter zitting Het rapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. De terbeschikkinggestelde is op dit moment een ander persoon dan ten tijde van de indexdelicten. Door de behandeling in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling is hij op positieve wijze veranderd. Alle leefgebieden zijn inmiddels op orde. De terbeschikkinggestelde gebruikt medicatie voor zijn psychotische klachten en is sinds 2017 stabiel. Hij erkent het nut en de noodzaak van deze medicatie, en het medicatiegebruik zal blijvend gemonitord worden door Kairos. De terbeschikkinggestelde ervaart geen stress en weet ook bij wie hij terecht kan in stressverhogende omstandigheden. De terbeschikkinggestelde werkt 25 uur per week en zijn schulden zijn afgelost. De terbeschikkinggestelde heeft op dit moment geen partnerrelatie, maar beschikt wel over steunende contacten binnen zijn familie en een vriend. De ambulante begeleiding van IrisZorg (Forensisch Expert Team) en de reclassering zal volledig worden overgenomen door Kairos. De terbeschikkinggestelde is intrinsiek gemotiveerd om de hulpverlening van Kairos blijvend te accepteren. Het recidiverisico wordt zowel in de huidige situatie als bij een beëindiging als laag ingeschat. De reclassering adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling niet te verlengen.

Deskundige [naam 1] heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft zij opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde het lange, zorgvuldige traject goed heeft doorlopen en dat hij toe is aan de volgende stap in zijn leven. De terbeschikkinggestelde kent de behandelaars van Kairos, wat maakt dat de overgang naar de nieuwe situatie naar verwachting geen spanningen zal opleveren. Kairos zal ook na beëindiging van de maatregel toezicht houden op het medicatiegebruik. De verwachting is dat de terbeschikkinggestelde, indien nodig, zelf om hulp zal vragen.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkinggestelde gedurende negen jaar is behandeld in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling, en dat hij in de loop van dit traject op positieve wijze is veranderd. Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van schizofrenie. Daarnaast is sprake van een stoornis in het gebruik van middelen, in langdurige remissie binnen gereguleerde omstandigheden. De terbeschikkinggestelde is langdurig abstinent van middelen en is gemotiveerd om abstinent te blijven. Hij ziet in dat medicatiegebruik en abstinentie voorwaarden zijn voor zijn psychische stabiliteit. De medicatie is bij hem in eigen beheer. Sinds mei 2023 woont de terbeschikkinggestelde zelfstandig in een huurwoning. Hij functioneert al geruime tijd op alle leefgebieden zelfstandig en stabiel. Er is sprake van een goede samenwerking met zowel IrisZorg als Kairos. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de afspraken en stelt zich controleerbaar op. In de afgelopen jaren hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. De terbeschikkinggestelde is goed sociaal-maatschappelijk ingebed en de positieve ontwikkeling heeft zich in de afgelopen periode verder doorgezet. Ook na beëindiging van de maatregel zal de terbeschikkinggestelde ambulante hulpverlening behouden van Kairos. De terbeschikkinggestelde heeft zelf aangegeven veel waarde te hechten aan deze ondersteuning en de begeleiding te willen voortzetten. Het recidiverisico wordt door zowel de psycholoog als de reclassering als laag ingeschat, ook in het geval van beëindiging van de maatregel.

Gelet op het voorgaande wordt niet meer voldaan aan de wettelijke criteria voor verlenging van de terbeschikkingstelling, waarvan de verpleging van overheidswege per 17 oktober 2024 voorwaardelijk is beëindigd. Immers, de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist niet langer dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van artikel 6:2:17, lid 1, Sv vindt beëindiging van de terbeschikkingstelling echter niet plaats dan nadat de verpleging van overheidswege gedurende minimaal een jaar voorwaardelijk beëindigd is geweest. Aangezien de voorwaardelijke beëindiging op 17 oktober 2024 is ingegaan, is aan deze voorwaarde om tot beëindiging van de maatregel te kunnen komen nog niet voldaan.

Naar het oordeel van de rechtbank vormt een verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling, nu niet aan de verlengingsgrond van artikel 38d, lid 2, Sr is voldaan, in het geval van de terbeschikkinggestelde een schending van het in artikel 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) besloten liggende verbod op willekeurige detentie.

Artikel 94 van de Grondwet schrijft voor dat binnen het Koninkrijk der Nederlanden geldende wettelijke voorschriften geen toepassing vinden, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Het EVRM is een dergelijk verdrag.

De ratio van de regeling van artikel 6:2:17, lid 1, Sv is onder meer gelegen in het voorkomen van een abrupte beëindiging van de zorg en het toezicht. De terbeschikkinggestelde heeft echter een geleidelijk traject doorlopen en verkeert al geruime tijd in een stabiele situatie. Verlenging van de maatregel met een jaar acht de rechtbank in strijd met deze ratio. Gelet op al het voorgaande, is naar het oordeel van de rechtbank in het geval van de terbeschikkinggestelde het onverkort toepassing geven aan artikel 6:2:17, lid 1, Sv in strijd met artikel 5 EVRM. Het daarin bepaalde dient in dit specifieke geval dan ook buiten toepassing te worden gelaten.

Gelet hierop zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie afwijzen.

5 De beslissing

De rechtbank:

  • wijst de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkingsgestelde] af.

Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2025.