Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel IIA. Maatregelen
Tweede afdeling. Terbeschikkingstelling
Artikel 38e

Artikel 38e (Maximale duur en verlenging terbeschikkingstelling)

Laatste versie

1. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege gaat een periode van vier jaar niet te boven, tenzij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

2. Behoudens de gevallen waarin een bevel als bedoeld in artikel 37b, of artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, van het Wetboek van Strafvordering is gegeven, gaat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling een periode van negen jaar niet te boven.

3. Indien de totale duur van de terbeschikkingstelling niet in tijd is beperkt, kan de termijn van de terbeschikkingstelling telkens worden verlengd, wanneer de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist.

Uitleg in duidelijke taal

1. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege gaat een periode van vier jaar niet te boven, tenzij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

Dit lid bepaalt dat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling, wanneer daarbij een bevel tot verpleging van overheidswege is gegeven, in principe niet langer mag duren dan vier jaar. Een uitzondering op deze regel geldt indien de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd vanwege een misdrijf dat gericht was tegen de lichamelijke integriteit (onaantastbaarheid van het lichaam) van een of meer personen, of daarvoor gevaar veroorzaakte.

2. Behoudens de gevallen waarin een bevel als bedoeld in artikel 37b, of artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, van het Wetboek van Strafvordering is gegeven, gaat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling een periode van negen jaar niet te boven.

Dit lid stelt dat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling een periode van negen jaar niet overschrijdt. Dit geldt echter niet (behoudens) in de gevallen waarin een specifiek bevel is gegeven, zoals omschreven in artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht of artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, van het Wetboek van Strafvordering.

3. Indien de totale duur van de terbeschikkingstelling niet in tijd is beperkt, kan de termijn van de terbeschikkingstelling telkens worden verlengd, wanneer de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist.

Dit lid regelt dat wanneer de totale duur van de terbeschikkingstelling niet van tevoren in tijd is begrensd, de termijn van deze maatregel steeds opnieuw (telkens) kan worden verlengd. Een dergelijke verlenging is mogelijk op het moment dat de veiligheid van andere personen, of de algemene veiligheid van personen in het algemeen, dit vereist (eist).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

79 uitspraken gevonden
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1043 - Doorbreking medisch beroepsgeheim bij weigerende observandus: toetsing proportionaliteit - 1 juli 2025

ECLI:NL:HR:2025:10431 juli 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een machtiging tot doorbreking van het medisch beroepsgeheim (art. 37a lid 7 Sr) toereikend is gemotiveerd als het hof de 'substantiële toegevoegde waarde' van de gegevens voor het onderzoek aantoont, zelfs als er al enige informatie beschikbaar is.

StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1044 - Doorbreking medisch beroepsgeheim weigerende observandus: bescherming privacy van derden - 1 juli 2025

ECLI:NL:HR:2025:10441 juli 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een machtiging tot doorbreking van het medisch beroepsgeheim (art. 37a lid 7 Sr) kan worden verleend, zelfs als er gegevens van derden in het dossier zitten. Het hof mag vertrouwen op de toezegging van de AGWO dat deze gegevens zullen worden verwijderd.

StrafrechtStrafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht, Materieel Strafrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:856 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:85626 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3422 - Rechtbank Noord-Nederland - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:342221 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:7215 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:721530 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:7048 - Vrijspraak moord ondanks plan om te steken, veroordeling voor doodslag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:704824 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat voorbedachte rade niet is bewezen, ondanks de verklaring van verdachte dat hij had besloten het slachtoffer te steken. Omdat het precieze moment van dit besluit onduidelijk bleef, kon de rechtbank niet vaststellen of er tijd was voor beraad, wat leidde tot vrijspraak voor moord.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Penitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11341 - Rechtbank Rotterdam legt TBS met voorwaarden op voor belaging en mishandeling - 23 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1134123 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank veroordeelt een verminderd toerekeningsvatbare verdachte voor onder meer belaging en mishandeling van zijn ex-partner. Er wordt een gevangenisstraf en een TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd. De rechtbank oordeelt expliciet dat de feiten geen geweldsmisdrijf vormen in de zin van artikel 38e Sr.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17048 - Volledige ontoerekeningsvatbaarheid leidt tot TBS met voorwaarden bij mishandeling van ambtenaren - 16 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1704816 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank Den Haag verklaart mishandelingen van ambtenaren bewezen, maar ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid door een psychose. De rechtbank legt een TBS-maatregel met voorwaarden op, omdat de veiligheid van anderen dit vereist en de verdachte behandelbereidheid toont.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1291 - Gerechtshof Den Haag - 9 juli 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:12919 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6855 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:685510 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:6015 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:60159 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:6016 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:60169 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:6017 - Rechtbank Overijssel - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:60179 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6850 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:68509 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5876 - Rechtbank Overijssel - 7 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:58767 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11682 - Rechtbank Rotterdam - 7 oktober 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:116827 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5861 - Rechtbank Overijssel - 6 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:58616 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5862 - Rechtbank Overijssel - 6 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:58626 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5863 - Rechtbank Overijssel - 6 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:58636 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2662 - Gerechtshof Amsterdam - 2 oktober 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:26622 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak