ECLI:NL:RBOVE:2025:5861 - Rechtbank Overijssel - 6 oktober 2025
Uitspraak
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-163273-20 Datum uitspraak: 6 oktober 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1973 in [geboorteplaats], wonende aan de [adres], hierna te noemen: betrokkene.
1 De aanleiding
Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 maart 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren en ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van betrokkene voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
Tevens is de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) opgelegd.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 oktober 2023 en zou, behoudens nadere voorziening, zijn geëindigd op 24 september 2025.
2 De stukken
De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
3 De procedure
Het Openbaar Ministerie heeft op 12 augustus 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met één jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 22 september 2025. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar gehandhaafd. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat de voorwaarden worden gewijzigd, zoals geadviseerd in het verlengingsadvies van 22 juli 2025.
Betrokkene en zijn raadsvrouw hebben geen bezwaar gemaakt tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling en de wijziging van de voorwaarden.
4 De beoordeling
De vordering is op 12 augustus 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het verlengingsadvies van de reclassering, de pro Justitia rapportage en de toelichting van de deskundige op de zitting van 22 september 2025 in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de reclassering
Het rapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. In oktober 2023 is de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden gestart. Voorafgaand heeft betrokkene het penitentiaire programma gevolgd, dat hij positief heeft afgerond. Sinds maart 2025 woont betrokkene in een huurwoning in [plaats 1] en is hij als zelfstandige gaan werken voor een uitzendbedrijf in de installatietechniek. Tegelijkertijd is de ambulante zedenbehandeling gestart bij [instelling 1] in [plaats 2]. Betrokkene kon zich echter niet vinden in de wijze van communiceren en bejegening van [instelling 1]. Verder gaf betrokkene te kennen dat hij het gevoel had dat de afspraken niet goed werden nagekomen. In overleg met de reclassering is toen besloten om de samenwerking met [instelling 1] te stoppen en betrokkene aan te melden bij [instelling 2] in [plaats 1]. Betrokkene heeft bij [instelling 2] een driedaagse zedenbehandeling gevolgd, die hij in januari 2025 afgerond. Betrokkene heeft tijdens deze behandeling geleerd om stil te staan bij zijn emoties, inzicht te krijgen op de delictdynamiek en zijn kwetsbaarheden. Verder is uitgebreid aandacht besteed aan vroege risicosignalen. Betrokkene laat stabiliteit zien op verschillende leefgebieden, werkt goed samen met de reclassering en stelt zich controleerbaar op. Verder neemt betrokkene actief deel aan de gesprekken, heeft een open houding, is bereid tot verandering en is gemotiveerd om recidive te voorkomen. Binnen de huidige context wordt het recidiverisico als laag ingeschat. In de komende periode zal duidelijk worden of betrokkene het geleerde uit de behandeling kan toepassen in de praktijk. De reclassering en [instelling 2] zien de noodzaak om hierbij te monitoren of betrokkene voldoende inzicht heeft ontwikkeld om vroegtijdig risicosignalen te herkennen en hier adequaat op te reageren. Het is nog te vroeg om te concluderen dat betrokkene dit voldoende heeft geborgd en daarom wordt een verlenging van het toezicht vanuit de reclassering, binnen het huidige kader, noodzakelijk geacht. Als betrokkene de voorwaarden zou overtreden, is een behandeling geïndiceerd. Als het toezicht zou worden beëindigd, is het aannemelijk dat het recidiverisico zal oplopen tot matig. De reclassering adviseert daarom om de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Daarnaast adviseert de reclassering om de voorwaarden aan te passen, in die zin dat de voorwaarden met betrekking tot het meewerken aan een time-out en het vermijden digitale omgevingen seksueel kindermisbruik worden geherformuleerd. Met de voorgestelde herformulering is de reclassering voldoende in staat om te kunnen werken aan gedagsverandering en risicobeperking.
De deskundige ter zitting
Op zitting heeft deskundige [reclasseringswerker 1] het advies gehandhaafd en in aanvulling op het advies naar voren gebracht dat de start van het traject aanpassingen vergde vanuit zowel betrokkene als de reclassering. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat betrokkene behandeling zou volgen bij [instelling 1], maar dit liep uit op een conflictsituatie. Er hebben toen meerdere gesprekken plaatsgevonden. Hoewel normaliter niet zomaar een behandeling wordt beëindigd, leek de sfeer zodanig dat voortzetting niet wenselijk was. In het begin liet betrokkene weinig van zichzelf zien. Vermoedelijk had dit te maken met zijn achtergrond, waarin hij heeft geleerd om problemen zelfstandig op te lossen. Binnen de behandeling is hier specifiek op ingezet. In de afgelopen maanden is betrokkene actief gaan meedenken in het traject. Ook de zus van betrokkene is nauw betrokken. Betrokkene is uiteindelijk gestopt met de behandeling bij [instelling 2]. Dit is besproken met de behandelaar. Hoewel voortzetting mogelijk was, bestond het risico dat dit zou leiden tot verminderde motivatie bij betrokkene. Er waren voldoende aanknopingspunten om het traject zonder verdere behandeling voort te zetten. Betrokkene heeft alle doelen opgepakt die binnen het traject waren gesteld en er is gedurende de periode geen sprake geweest van een terugval of decompensatie. Een eventuele terugval is onder de tbs-maatregel beter op te pakken en te herstellen dan onder de GVM-maatregel. Een terugval onder de GVM-maatregel, brengt het risico met zich dat betrokkene opnieuw in detentie raakt. Het komende jaar krijgt betrokkene de kans om binnen een minder gestructureerd kader te laten zien in hoeverre hij het geleerde in de praktijk weet toe te passen. Het voorstel tot aanpassing van de voorwaarden is onderdeel van een landelijke standaard en noodzakelijk om het toezicht adequaat te kunnen uitvoeren.
De pro Justitia rapportage
Het rapport van de psycholoog houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij betrokkene is sprake van een pedofiele stoornis. Tijdens zijn detentie heeft betrokkene actief meegewerkt aan behandeling en na de detentie is de behandeling ambulant voortgezet bij [instelling 2]. In januari 2025 is de behandeling – naar inschatting van [instelling 2] – vroegtijdig beëindigd. In de afgelopen jaren heeft betrokkene met de behandeling zicht gekregen op zijn gevoelswereld, zijn coping en kwetsbaarheden. Betrokkene werkt goed samen met de reclassering, stelt zich begeleidbaar op en heeft inmiddels stabiliteit op verschillende leefgebieden. Binnen de huidige context en het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt het recidiverisico als laag geschat. Als betrokkene zonder enig toezichthoudend kader zou raken, is er geen zicht meer op hoe de verdere inbedding in de maatschappij verloopt en hoe betrokkene omgaat met stressvolle situaties. Betrokkene zou dan geen enkele hulpverlening hebben om op terug te vallen. Voornoemde situatie wordt vooralsnog te kwetsbaar geacht en verwacht wordt dat het recidiverisico dan zal oplopen tot matig. Het is nog te vroeg om te concluderen dat betrokkene voldoende mogelijkheden heeft ontwikkeld om vroege risicosignalen te herkennen en hier adequaat op te reageren. Betrokkene heeft laten zien jarenlang een dubbelleven te kunnen leiden, toezicht blijft daarom vooralsnog noodzakelijk. Daarnaast is het van belang dat betrokkene verder maatschappelijk inbedt en laat zien dat hij de risicosignalen herkent. De psycholoog acht daarom verlenging van het toezicht vanuit de reclassering noodzakelijk, welke het meest passend wordt geacht vanuit kader van de terbeschikkingstelling. De psycholoog adviseert daarom om te maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van het verlengingsadvies van de reclassering, de pro Justitia rapportage en het verhandelde ter zitting, stelt de rechtbank vast dat sprake is van stoornissen bij betrokkene en een recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan.
De rechtbank overweegt dat betrokkene positieve stappen heeft gezet en op verschillende leefgebieden stabiel functioneert. Betrokkene is in detentie al gestart met het volgen van behandeling en heeft na zijn detentie de ambulante behandeling bij [instelling 2] positief afgerond. In de komende periode zal worden gekeken of betrokkene het geleerde uit de behandeling kan toepassen in de praktijk en of hij de risicosignalen tijdig weet te herkennen. Als betrokkene zonder enig toezichthoudend kader zou raken, is er geen zicht meer op hoe de verdere inbedding in de maatschappij verloopt en hoe betrokkene omgaat met stressvolle situaties. Betrokkene zou dan geen enkele hulpverlening hebben om op terug te vallen. Het huidige kader is dan ook noodzakelijk om het recidiverisico laag te houden. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met één jaar verlengen.
Voorts ziet de rechtbank, op basis van het reclasseringsadvies en het verhandelde ter zitting, voldoende aanleiding om de voorwaarden te wijzigen, en deze te herformuleren, zoals is omschreven in het reclasseringsadvies van 22 juli 2025. De overige voorwaarden, zoals die sinds de beslissing van 25 maart 2022 gelden, blijven onverkort van kracht.
5 De beslissing
De rechtbank:
-
Betrokkene werkt mee, indien de reclassering dit nodig acht, aan een time-out in een forensische psychiatrische instelling, zulks te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar. **-**Betrokkene vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Betrokkene onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
-
het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
-
het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
-
het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Betrokkene bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Betrokkene werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Betrokkene verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Betrokkene verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
-
zodat de voorwaarden komen te luiden:
-
Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
-
Dat de betrokkene:
-
digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;
-
digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
-
geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma's (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);
-
inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder 1. en 2. zal vermijden en bespreekt hoe dit verloopt in gesprekken met de reclassering. Het toezicht op de naleving van de onderdelen 1. tot en met 3. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die de betrokkene in gebruik heeft. Betrokkene werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die betrokkene in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past betrokkene de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet. De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen. De controles mogen maximaal (circa) drie keer per jaar worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de betrokkene.
Aldus gegeven door mr. S.H. Peper, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. J.G.M. Fluttert, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 oktober 2025.