Terug naar bibliotheek
Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
Titel VIa. Schadevergoeding en andere bijzondere kosten
Artikel 534

Artikel 534 (Schadevergoeding gewezen verdachte, billijkheid, verrekening, detentievermindering)

Laatste versie

1. De toekenning van een schadevergoeding heeft steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.

2. Bij de bepaling van het bedrag wordt ook rekening gehouden met de levensomstandigheden van de gewezen verdachte.

3. Indien de rechter beslist tot het toekennen van schadevergoeding, wordt het uit te keren bedrag verrekend met geldboeten en andere aan de staat verschuldigde geldsommen, tot betaling waarvan de verzoeker bij onherroepelijk geworden vonnis of arrest in een strafzaak is veroordeeld of tot betaling waartoe de verzoeker op grond van een jegens hem uitgevaardigde, onherroepelijk geworden strafbeschikking verplicht is, een en ander voor zover die nog niet door hem zijn voldaan.

4. In plaats van het toekennen van schadevergoeding kan de rechter beschikken dat de dagen die de gewezen verdachte op grond van een bevel tot inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis in detentie heeft doorgebracht – geheel of gedeeltelijk – in mindering worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van een uit anderen hoofde opgelegde onherroepelijke vrijheidsstraf.

5. De beschikking wordt onverwijld aan de gewezen verdachte of aan zijn erfgenamen betekend.

Uitleg in duidelijke taal

1. De toekenning van een schadevergoeding heeft steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.

Dit lid bepaalt dat een schadevergoeding altijd wordt toegekend, indien en voor zover de rechter van oordeel is dat, na alle omstandigheden in overweging te hebben genomen, er redenen van billijkheid zijn om dit te doen.

2. Bij de bepaling van het bedrag wordt ook rekening gehouden met de levensomstandigheden van de gewezen verdachte.

Dit betekent dat wanneer de rechter de hoogte van de schadevergoeding vaststelt, ook de levensomstandigheden van de persoon die voorheen verdachte was, worden meegewogen.

3. Indien de rechter beslist tot het toekennen van schadevergoeding, wordt het uit te keren bedrag verrekend met geldboeten en andere aan de staat verschuldigde geldsommen, tot betaling waarvan de verzoeker bij onherroepelijk geworden vonnis of arrest in een strafzaak is veroordeeld of tot betaling waartoe de verzoeker op grond van een jegens hem uitgevaardigde, onherroepelijk geworden strafbeschikking verplicht is, een en ander voor zover die nog niet door hem zijn voldaan.

Dit lid stelt dat als de rechter besluit schadevergoeding toe te kennen, het bedrag dat wordt uitgekeerd, zal worden verminderd met eventuele geldboeten en andere geldbedragen die de verzoeker aan de staat moet betalen. Dit geldt voor bedragen waartoe de verzoeker is veroordeeld in een strafzaak door een vonnis of arrest dat niet meer kan worden aangevochten (onherroepelijk), of waartoe de verzoeker verplicht is op basis van een strafbeschikking die tegen hem is uitgevaardigd en onherroepelijk is geworden. Deze verrekening vindt plaats voor zover de verzoeker deze bedragen nog niet heeft betaald.

4. In plaats van het toekennen van schadevergoeding kan de rechter beschikken dat de dagen die de gewezen verdachte op grond van een bevel tot inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis in detentie heeft doorgebracht – geheel of gedeeltelijk – in mindering worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van een uit anderen hoofde opgelegde onherroepelijke vrijheidsstraf.

Dit betekent dat de rechter, in plaats van een schadevergoeding toe te kennen, kan beslissen dat de dagen die de voormalige verdachte in hechtenis heeft doorgebracht (op basis van een bevel tot inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis), geheel of gedeeltelijk worden afgetrokken van een vrijheidsstraf die hem om een andere reden onherroepelijk is opgelegd en nog moet worden uitgevoerd.

5. De beschikking wordt onverwijld aan de gewezen verdachte of aan zijn erfgenamen betekend.

Dit lid bepaalt dat de beslissing van de rechter (de beschikking) direct officieel bekendgemaakt moet worden (betekend) aan de voormalige verdachte of, indien deze is overleden, aan zijn erfgenamen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

22 uitspraken gevonden
Gerechtshof Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2531 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253123 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Gerechtshof Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2532 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253223 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:7079 - Rechtbank Amsterdam - 25 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:707925 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtEuropees Strafrecht, Internationaal Strafrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2534 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253423 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6857 - Vergoeding detentiedag: tarief politiecel geldt ook bij overbrenging naar HvB - 11 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:685711 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank kent een hogere schadevergoeding toe voor een dag waarop een verzoeker van de politiecel naar een Huis van Bewaring wordt overgebracht. De rechtbank oordeelt dat het onbillijk zou zijn om de immateriële schade lager te begroten dan wanneer de verzoeker die dag was vrijgelaten.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6794 - Rechtbank Amsterdam - 10 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:679410 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtEuropees Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6496 - Rechtbank Amsterdam - 14 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:649614 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5639 - Rechtbank Amsterdam - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:563930 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtEuropees Strafrecht, Strafprocesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2468 - Gerechtshof Amsterdam - 15 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:246815 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:4791 - Rechtbank Amsterdam - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:47919 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Gerechtshof Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2612 - Gerechtshof Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:261230 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2608 - Gerechtshof Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:260830 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2613 - Gerechtshof Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:261330 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2461 - Gerechtshof Amsterdam - 26 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:246126 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2536 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253623 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6083 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:60832 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6085 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:60852 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6087 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:60872 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6090 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:60902 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10037 - Rechtbank Rotterdam - 31 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1003731 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht