Artikel 27
1. Op vordering van de officier van justitie kan de rechtbank ter zitting de gevangenneming van de opgeëiste persoon bevelen.
2. Voordat het onderzoek ter zitting wordt gesloten, beslist de rechtbank ambtshalve omtrent de gevangenhouding van de opgeëiste persoon, zo deze in bewaring of in verzekering is gesteld.
3. In geval van verlenging van de termijn als bedoeld in artikel 22, vierde en vijfde lid, beslist de rechtbank ten minste bij elke verlenging ambtshalve omtrent de verlenging van de vrijheidsbeneming van de opgeëiste persoon.
4. In geval van weigering van de overlevering als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, kan de rechtbank de gevangenhouding van de opgeëiste persoon bevelen tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBAMS:2025:6187 - Rechtbank Amsterdam - 21 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5749 - Rechtbank Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5751 - Rechtbank Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7086 - Rechtbank Amsterdam - 25 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7130 - Rechtbank Amsterdam - 24 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6875 - Rechtbank Amsterdam: Algemene detentiegarantie Letland onvoldoende om kastenstelsel-risico weg te nemen - 17 september 2025
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat een algemeen reëel gevaar op onmenselijke behandeling in Letland, door het zogenaamde kastenstelsel, niet wordt weggenomen door algemene garanties. Omdat op de persoon toegespitste informatie ontbreekt, wordt de beslissing over de overlevering aangehouden op grond van artikel 11 OLW.