Artikel 74 (Schadevergoeding wegens tekortkoming verbintenis)
1. Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
2. Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, vindt lid 1 slechts toepassing met inachtneming van hetgeen is bepaald in de tweede paragraaf betreffende het verzuim van de schuldenaar.
Uitleg in duidelijke taal
1. Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
Dit lid betekent letterlijk dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade te vergoeden die de schuldeiser daardoor lijdt. Deze verplichting geldt echter niet ('tenzij') als de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
2. Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, vindt lid 1 slechts toepassing met inachtneming van hetgeen is bepaald in de tweede paragraaf betreffende het verzuim van de schuldenaar.
Dit lid betekent letterlijk dat voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, de regel van lid 1 slechts toepassing vindt (oftewel, de verplichting tot schadevergoeding uit lid 1 geldt dan alleen) wanneer rekening wordt gehouden met (met inachtneming van) hetgeen is bepaald in de tweede paragraaf betreffende het verzuim van de schuldenaar.