Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.1. Algemene bepalingen over het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.1.6a. Verkeer langs elektronische weg met de bestuursrechter
Artikel 8:36c

Artikel 8:36c (Ontvangsttijdstip elektronische berichten bestuursrechter)

Laatste versie

Dit artikel is gewijzigd in verband met de invoering van digitaal procederen. Zie voor de procedures en gerechten waarvoor digitaal procederen geldt het Overzicht gefaseerde inwerkingtreding op www.rijksoverheid.nl/KEI. 1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt. Na elke indiening langs elektronische weg ontvangt de indiener een ontvangstbevestiging in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

4. Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Voor overige gevallen luidt het artikel als volgt: 1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt.

2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

4. Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Uitleg in duidelijke taal

Dit artikel is gewijzigd in verband met de invoering van digitaal procederen. Zie voor de procedures en gerechten waarvoor digitaal procederen geldt het Overzicht gefaseerde inwerkingtreding op www.rijksoverheid.nl/KEI.

Deze tekst geeft aan dat dit artikel is aangepast vanwege de introductie van digitaal procederen. Voor informatie over de specifieke procedures en rechtbanken waar digitaal procederen van toepassing is, wordt verwezen naar het 'Overzicht gefaseerde inwerkingtreding' dat te vinden is op de website www.rijksoverheid.nl/KEI.

1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt. Na elke indiening langs elektronische weg ontvangt de indiener een ontvangstbevestiging in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid bepaalt dat het officiële moment van ontvangst van een elektronisch bericht door de bestuursrechter het tijdstip is waarop dat bericht daadwerkelijk is aangekomen in het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter. Verder stelt het dat de persoon die een bericht elektronisch indient (de indiener) na elke indiening een bevestiging van ontvangst zal krijgen binnen ditzelfde digitale systeem.

2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid stelt vast dat wanneer de bestuursrechter een bericht plaatst in het eerdergenoemde digitale systeem voor gegevensverwerking (zoals beschreven in het eerste lid), het officiële moment waarop de geadresseerde dit bericht heeft ontvangen, het tijdstip is waarop de bestuursrechter aan de geadresseerde een mededeling (kennisgeving) hierover heeft gestuurd buiten dit digitale systeem om.

3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid bepaalt dat wanneer een partij of een andere persoon die betrokken is bij de juridische procedure een bericht plaatst in het digitale systeem voor gegevensverwerking (genoemd in het eerste lid), het officiële moment van ontvangst voor de andere partijen en betrokkenen het tijdstip is waarop de bestuursrechter hen hierover een mededeling (kennisgeving) heeft gestuurd buiten het digitale systeem om.

4. Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid beschrijft een situatie waarin een partij of een andere betrokkene bij de procedure ervoor kiest niet digitaal bereikbaar te zijn buiten het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking. Als gevolg hiervan kan de kennisgeving die in het tweede en derde lid wordt genoemd, niet worden verstuurd. In dat geval wordt het bericht geacht te zijn ontvangen op het moment dat het voor die partij of betrokkene beschikbaar (toegankelijk) is geworden binnen het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Voor overige gevallen luidt het artikel als volgt:

Deze tekst geeft aan dat voor situaties die niet vallen onder de eerdergenoemde wijziging in verband met digitaal procederen, de hiernavolgende bepalingen van het artikel gelden.

1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt.

Dit lid bepaalt dat het officiële moment van ontvangst van een elektronisch bericht door de bestuursrechter het tijdstip is waarop dat bericht daadwerkelijk is aangekomen in het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter.

2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid stelt vast dat wanneer de bestuursrechter een bericht plaatst in het eerdergenoemde digitale systeem voor gegevensverwerking (zoals beschreven in het eerste lid), het officiële moment waarop de geadresseerde dit bericht heeft ontvangen, het tijdstip is waarop de bestuursrechter aan de geadresseerde een mededeling (kennisgeving) hierover heeft gestuurd buiten dit digitale systeem om.

3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid bepaalt dat wanneer een partij of een andere persoon die betrokken is bij de juridische procedure een bericht plaatst in het digitale systeem voor gegevensverwerking (genoemd in het eerste lid), het officiële moment van ontvangst voor de andere partijen en betrokkenen het tijdstip is waarop de bestuursrechter hen hierover een mededeling (kennisgeving) heeft gestuurd buiten het digitale systeem om.

4. Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit lid beschrijft een situatie waarin een partij of een andere betrokkene bij de procedure ervoor kiest niet digitaal bereikbaar te zijn buiten het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking. Als gevolg hiervan kan de kennisgeving die in het tweede en derde lid wordt genoemd, niet worden verstuurd. In dat geval wordt het bericht geacht te zijn ontvangen op het moment dat het voor die partij of betrokkene beschikbaar (toegankelijk) is geworden binnen het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

66 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:858 - Parket bij de Hoge Raad - 22 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:85822 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6595 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:65951 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6600 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:66001 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6601 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:66011 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6506 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:650629 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6508 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:650829 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6209 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 16 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:620916 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6262 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 16 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:626216 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6265 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 16 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:626516 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6157 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 15 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:615715 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6171 - Niet-ontvankelijk beroep door niet betalen griffierecht zonder verontschuldigbare reden - 15 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:617115 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank verklaart een beroep kennelijk niet ontvankelijk omdat het griffierecht niet is betaald. Een beroep op betalingsonmacht werd niet onderbouwd en er is geen verontschuldigbare reden aangevoerd voor het verzuim, waardoor een inhoudelijke beoordeling van de zaak op grond van artikel 8:41 Awb uitblijft.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtLoonbelasting, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6177 - Unierechtelijk verdedigingsbeginsel: dreigende verjaring rechtvaardigt snelle naheffing omzetbelasting - 15 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:617715 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een dreigende verjaring van de heffingstermijn een rechtvaardigingsgrond kan vormen voor het niet volledig horen van een belanghebbende vóór het opleggen van een naheffingsaanslag. Een schending van het unierechtelijke verdedigingsbeginsel is in dat geval niet ongeoorloofd.

BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3648 - Rechtbank Noord-Nederland - 4 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:36484 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtVermogensbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6001 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:60014 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5880 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:588029 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5798 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:579827 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5520 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:552018 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5458 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 14 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:545814 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5350 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:535011 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5352 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:535211 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht