Artikel 6:15 (Doorzendplicht onbevoegd orgaan en tijdigheid)
1. Indien het bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend bij een onbevoegd bestuursorgaan of bij een onbevoegde bestuursrechter, wordt het, onder vermelding van de datum van ontvangst, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien in plaats van een bezwaarschrift een beroepschrift is ingediend of omgekeerd.
3. Het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan is bepalend voor de vraag of het bezwaar- of beroepschrift tijdig is ingediend, behoudens in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien het bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend bij een onbevoegd bestuursorgaan of bij een onbevoegde bestuursrechter, wordt het, onder vermelding van de datum van ontvangst, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.
Dit betekent dat als een bezwaarschrift of beroepschrift wordt ingediend bij een bestuursorgaan dat niet bevoegd is, of bij een bestuursrechter die niet bevoegd is, dit geschrift zo spoedig mogelijk moet worden doorgezonden aan het wel bevoegde orgaan. Bij deze doorzending moet de datum waarop het oorspronkelijk is ontvangen (datum van ontvangst) worden vermeld. Tegelijkertijd (gelijktijdige mededeling) moet de persoon die het bezwaar- of beroepschrift heeft ingediend (de afzender) hiervan op de hoogte worden gesteld.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien in plaats van een bezwaarschrift een beroepschrift is ingediend of omgekeerd.
Dit betekent dat de regel uit het eerste lid ook geldt (van overeenkomstige toepassing is) wanneer iemand per ongeluk een beroepschrift indient terwijl het een bezwaarschrift had moeten zijn, of andersom (omgekeerd), wanneer een bezwaarschrift wordt ingediend waar een beroepschrift bedoeld was.
3. Het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan is bepalend voor de vraag of het bezwaar- of beroepschrift tijdig is ingediend, behoudens in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.
Dit betekent dat de datum en het tijdstip waarop het bezwaar- of beroepschrift oorspronkelijk bij het onbevoegde orgaan is ingediend (tijdstip van indiening), geldt als de officiële indieningsdatum om te bepalen of het op tijd (tijdig) is ingediend. Een uitzondering hierop (behoudens) is als er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht (wat inhoudt dat iemand de procesregels op een duidelijke en onredelijke manier misbruikt).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CRVB:2025:1007 - Centrale Raad van Beroep - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4190 - Rechtbank Midden-Nederland - 23 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8591 - Rechtbank Noord-Holland - 11 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18533 - Rechtbank Den Haag - 3 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6566 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11225 - Rechtbank Rotterdam - 23 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11067 - Ambtshalve beoordeling na termijnoverschrijding is geen appellabel besluit - 17 september 2025
Een ambtshalve inhoudelijke beoordeling, die door een bestuursorgaan wordt gegeven in hetzelfde geschrift als de nietontvankelijkverklaring van een te laat ingediend bezwaar, is geen besluit in de zin van de Awb. Tegen deze beoordeling staat daarom geen bezwaar of beroep open, oordeelt de rechtbank.
ECLI:NL:RBGEL:2025:7698 - Rechtbank Gelderland - 15 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4333 - Raad van State - 10 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4108 - Raad van State - 27 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5177 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 augustus 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8759 - Rechtbank Noord-Holland - 31 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4979 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 31 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4171 - Rechtbank Midden-Nederland - 28 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4793 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 24 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4795 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 24 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8601 - Rechtbank Noord-Holland - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17645 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4403 - Invordering dwangsom kan ook als de last nog niet onherroepelijk is - 17 september 2025
De voorzieningenrechter oordeelt dat een bestuursorgaan bevoegd is een verbeurde dwangsom in te vorderen, ook al is het besluit tot oplegging van de last onder dwangsom nog niet onherroepelijk. De wetgever voorziet in deze samenloop van procedures, zoals blijkt uit artikel 5:39, eerste lid, Awb.
ECLI:NL:RVS:2025:4364 - Geen hoger beroep mogelijk tegen vereenvoudigde afdoening door rechtbank - 15 september 2025
De Afdeling bestuursrechtspraak verklaart zich onbevoegd in een zaak over niet tijdig beslissen. Tegen een uitspraak van de rechtbank met toepassing van artikel 8:54 Awb (vereenvoudigde afdoening) staat volgens artikel 8:104 Awb geen hoger beroep open, maar uitsluitend het rechtsmiddel verzet bij diezelfde rechtbank.