ECLI:NL:RBLIM:2025:8432 - Rechtbank Limburg - 26 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/338935-24, 03/206819-24 (gev.ttz), 03/080815-23 (gev.ttz), 03/146738-20 (tul) en 96/266243-22 (tul).
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 26 augustus 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte], geboren op [gebdd] 1981 te [gebplaats] , thans gedetineerd in [adres PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.H.A. Horsch, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 12 augustus 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte: In de zaak met parketnummer 03/338935-24: *Feit 1:*opzettelijk 1.553,09 gram amfetamine aanwezig heeft gehad; *Feit 2:*twee zelfgemaakte explosieven voorhanden heeft gehad; *Feit 3:*opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad; *Feit 4:*munitie voorhanden heeft gehad.
In de zaak met parketnummer 03/206819-24: opzettelijk 995,43 gram (met)amfetamine(olie) aanwezig heeft gehad;
In de zaak met parketnummer 03/080815-23: *Feit 1:*opzettelijk 29 gram amfetamine aanwezig heeft gehad; *Feit 2:*opzettelijk 10,9 gram ketamine, zonder vergunning, in voorraad heeft gehad.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten. De verdachte heeft deze feiten bekend. Ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 03/080815-23 heeft de officier van justitie aangevoerd dat een hoeveelheid van 17,84 gram bewezen kan worden verklaard.
3.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich ten aanzien van het bewijs van de tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, aangezien de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd. Ten aanzien van feit 2 in de zaak met parketnummer 03/338935-24 heeft de raadsman partiële vrijspraak bepleit, met dien verstande dat maar één explosief bewezen kan worden verklaard. Op pagina 38 van het procesdossier blijkt dat “explosief 2” verpakt was in regulier vuurwerk en dat de impact van dit explosief ook gelijk is aan regulier vuurwerk. Hierdoor is dit explosief niet aan te merken als een wapen van categorie II, onderdeel 7º van de Wet wapens en munitie.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraakoverweging feit 2 in de zaak met parketnummer 03/080815-23
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij 10,9 gram ketamine, zonder vergunning als bedoeld in artikel 1 sub a van de Geneesmiddelenwet, in voorraad heeft gehad. In de jurisprudentie
De verdachte wordt van dit feit vrijgesproken.
Ten aanzien van de overige tenlastegelegde feiten Aangezien de verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), met een opsomming van de bewijsmiddelen:
De zaak met parketnummer 03/338935-24:
-
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 oktober 2024;
[5] -
de kennisgevingen van inbeslagname;
[6] -
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 oktober 2024;
[7]
T.a.v. feit 2:
-
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 oktober 2024;
[8] -
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2024;
[9] -
de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 augustus 2025.
Partiële vrijspraak Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het voorhanden hebben van meerdere explosieven. Uit onderzoek is gebleken dat het in het dossier genoemde “explosief 2” verpakt zat in regulier vuurwerk en dat bij ontsteking van het explosief de impact gelijk is aan regulier vuurwerk. Zodoende kan dit explosief niet worden gekwalificeerd als een wapen van categorie II, onderdeel 7º van de Wet wapens en munitie.
T.a.v. feit 3:
-
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 oktober 2024;
[10] -
de kennisgevingen van inbeslagname:
[11] -
het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 18 november 2024;
[12] -
de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 augustus 2025;
T.a.v. feit 4:
-
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 oktober 2024;
[13] -
de kennisgevingen van inbeslagname:
[14] -
het proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 26 november 2024;
[15] -
de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 augustus 2025;
De zaak met parketnummer 03/206819-24:
-
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 september 2023;
[17] -
het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 24 november 2023;
[18] -
het rapport van het NFI d.d. 29 januari 2024;
[19] -
de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 augustus 2025.
De zaak met parketnummer 03/080815-23:
-
het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2023;
[21] -
de kennisgeving van inbeslagname;
[22]
Partiële vrijspraak Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een hoeveelheid van ongeveer 17,84 gram amfetamine bewezen kan worden verklaard. Van het overige wordt de verdachte partieel vrijgesproken.
3.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
In de zaak met parketnummer 03/338935-24 T.a.v. feit 1: op 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard-Geleen opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) ongeveer 1.553,09 gram (netto) amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
T.a.v. feit 2 op 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard-Geleen een wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (zelfgemaakt) explosief, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad;
T.a.v. feit 3: op 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard Geleen, opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
-
28,11 kg "Etna Fountain (B/shot)", en
-
2 stuks "Cobra 5 2G", en
-
4 stuks "Cobra 3 2G", en
-
149 stuks "Greta Thunder", en
-
3 stuks "Big Boy Boom", en
-
18 stuks "Viking Midgets",
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad:
T.a.v. feit 4: op 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard-Geleen
-
munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten 3 patronen van het merk Dynamit Nobel, kaliber .22 Long Rifle hollowpoint, en
-
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 1 patroon van het merk Lapula Finland, kaliber .22 Long Rifle, en
- 2 patronen van het merk Privi Partison, kaliber .380 auto, en
- 6 patronen van het merk Mansfeld en Treuenbritzen, kaliber 8.57mm, voorhanden heeft gehad.
In de zaak met parketnummer 03/206819-24 op 29 september 2023 te Sittard, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 995,43 gram (met)amfetamine(olie), zijnde (met)amfetamine(olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
In de zaak met parketnummer 03/080815-23 T.a.v. feit 1: op 22 maart 2023 te Sittard, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 17,84 gram amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. 03/338935-24 feit 1, 03/206819-24 feit 1 en 03/080815-23 feit 1: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
T.a.v. 03/338935-24 feit 2: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 7º;
T.a.v. 03/338935-24 feit 3: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
T.a.v. 03/338935-24 feit 4: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
5 De strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6 De straf
6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel moeten de voorwaarden worden verbonden die door de reclassering zijn geadviseerd.
6.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft verzocht om bij de strafbepaling rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en heeft in het bijzonder verwezen naar het rapport van de reclassering waarin is gerapporteerd dat de verdachte een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt gedurende het voorarrest. De raadsman heeft verzocht om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van het voorarrest. Om die reden heeft de raadsman verzocht om bij vonnis de voorlopige hechtenis van de verdachte op grond van artikel 67a lid 3 Sv op te heffen.
6.3 Het oordeel van de rechtbank Op 11 januari 2020 is verdachte levensgevaarlijk gewond geraakt toen hij in zijn garage aan het knutselen was met vuurwerk. Het vuurwerk explodeerde, zijn linkerhand werd daarbij volledig vernield en moest worden geamputeerd. In het daarop volgende politieonderzoek werden in de woning van de verdachte verdovende middelen, wapens, munitie en zwaar illegaal vuurwerk aangetroffen.
Op 30 november 2022 is hij hiervoor door deze rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden en die geheel voorwaardelijk. De rechtbank overwoog daarbij dat uit het reclasseringsadvies blijkt dat het ongeluk met het vuurwerk de verdachte heeft veranderd. De reclassering rapporteerde hierover als volgt: “Hij lijkt tot inkeer te zijn gekomen en heeft zijn leven gebeterd. Hij gebruikt geen drugs meer, heeft via hulpverlening een huurwoning gekregen en heeft een bijstandsuitkering. De verdachte is voornemens zijn leven op een positieve wijze voort te zetten. De reclassering schat het recidiverisico in als gemiddeld en acht toezicht of interventies niet nodig. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou voor de verdachte betekenen dat hij na detentie zijn leven opnieuw moet opbouwen, waardoor hij zijn positieve mindset kan verliezen.”
Ondanks deze stok achter de deur is de verdachte minder dan vier maanden later opnieuw de fout ingegaan. Op 22 maart 2023 werd bij een politiecontrole bij de verdachte zo’n 17 gram amfetamine aangetroffen.
Dit kan geen enkele misstap worden genoemd. Zes maanden later, op 29 september 2023, werd bij een politiecontrole bijna één liter amfetamineolie bij de verdachte aangetroffen.
En ook hier is het niet bijgebleven.
Op 24 oktober 2024 is er, naar aanleiding van informatie dat de verdachte zou handelen in zwaar vuurwerk, een doorzoeking in de woning van de verdachte verricht. Bij die doorzoeking werd niet alleen meer dan 1,5 kilo amfetamine aangetroffen, maar ook munitie (waaronder 3 hollow point patronen), 58 kilo illegaal vuurwerk en een zelfgemaakte pijpbom. Omtrent deze pijpbom heeft de verdachte opgemerkt dat hij deze voor iemand anders in bewaring hield. De rechtbank heeft daar echter haar twijfels bij. Twijfels die niet alleen worden gevoed door het feit dat de verdachte die ander verder niet heeft willen duiden, maar ook, en juist, door de omstandigheid dat, blijkens opengesneden stuks illegaal vuurwerk en aangetroffen metalen pijpen, het er alle schijn van heeft dat de verdachte toch wederom zelf aan het knutselen met explosieven was geslagen.
Het behoeft geen enkel betoog, en zeker niet bij deze verdachte, dat het voorhanden hebben van dergelijke hoeveelheden vuurwerk en een levensgevaarlijke pijpbom volstrekt ontoelaatbaar is. De rechtbank wil zich er geen voorstelling van maken van wat had kunnen gebeuren bij een ongecontroleerde ontploffing ervan. Ook het bezit van verdovende middelen is een ernstig strafbaar feit. De productie en handel in harddrugs zorgt voor schade en overlast voor de samenleving. De productie resulteert vaak in milieudelicten door dumping van allerhande chemicaliën en de handel gaat vaak gepaard met ernstige vormen van criminaliteit zoals bedreiging, afpersing en afrekeningen. Door de handel in verdovende middelen wordt ook de legale economie ondermijnd en de verdachte heeft door het bezit van verdovende middelen aan dit alles bijgedragen.
De verdachte heeft opgemerkt dat zijn fascinatie voor vuurwerk (en alles wat kan knallen) en zijn verslaving aan verdovende middelen ervoor gezorgd hebben dat hij weer de fout in is gegaan. Dit wordt ook onderkend door de reclassering in het over de verdachte uitgebrachte advies van 28 juli 2025. De reclassering schat het recidiverisico in als hoog en merkt verder in het advies op: “Betrokkene komt over als een beperkt cognitieve man waarbij de invloed van amfetaminen er ondanks alle (eerdere) waarschuwingen (hand verloren door vuurwerkongeval in 2020, eerdere veroordelingen, lopende proeftijd) naar alle waarschijnlijkheid voor zorgt dat betrokkene sterk naar binnen keert en totaal niet meer bezig is met zijn handelen en de risico’s en gevolgen ervan. Wij schatten daarnaast ook in dat betrokkenes middelengebruik zijn sensatiebelustheid stimuleert en dat het gebruik van amfetaminen de voortdurende onrust in zijn hoofd wegneemt (deze paradoxale werking kan duiden op de aanwezigheid van ADHD).”
De reclassering merkt verder op dat de verdachte “gedurende zijn preventieve hechtenis een positieve responsiviteit” heeft ontwikkeld. “Daar waar er aanvankelijk sprake was van een zorg mijdende en pro criminele houding, ziet de reclassering in onderhavig onderzoek iemand die bereid is om met hulp van de reclassering een drugs- en delictvrij bestaan op te bouwen. Dhr. [verdachte] volgt sinds april 2025 in detentie een ambulante behandeling bij de Rooyse Wissel (...) gericht op zijn verslaving en trauma (vuurwerkongeval).”
De reclassering adviseert vervolgens om bij een veroordeling een deels voorwaardelijke straf op te leggen met een aantal bijzondere voorwaarden. Deze zijn een meldplicht bij de reclassering, actieve deelname aan een gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik, het (indien dit wenselijk wordt geacht) verblijven in een instelling voor begeleid wonen, een harddrugsverbod en het zich inspannen voor het vinden en behouden van een dagbesteding.
Wanneer de rechtbank dan de ernst van de bewezenverklaarde feiten in ogenschouw neemt, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, let op de persoon van de verdachte en de straffen die doorgaans worden opgelegd voor vergelijkbare feiten, dan is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. Alleen al voor het voorhanden hebben van de hoeveelheden amfetamine als in het onderhavige geval worden doorgaans gevangenisstraffen opgelegd van tussen de 9 en 12 maanden. Voor het voorhanden hebben van een explosief in een woning is een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden niet uitzonderlijk. Daarbij komt ook nog het voorhanden hebben van munitie.
De rechtbank sluit niet haar ogen voor de positieve ontwikkelingen die de verdachte sinds zijn detentie heeft doorgemaakt. Het voorzichtig positivisme van de reclassering wordt door de rechtbank gedeeld en de rechtbank ziet in de persoon van de verdachte aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te verbinden.
De rechtbank constateert dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden hier is overschreden. Als uitgangspunt geldt dat de behandeling van een zaak ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die een langere duur rechtvaardigen. In de zaak met parketnummer 03/080815-23 is de redelijke termijn met 5 maanden overschreden, buiten de schuld van verdachte om. Gelet op deze redelijk geringe overschrijding, zal de rechtbank volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden.
Alles afwegende legt de rechtbank aan de verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest. Aan het voorwaardelijke strafdeel worden de bijzondere voorwaarden verbonden die door de reclassering zijn geadviseerd. De proeftijd zal 3 jaren bedragen. Deze voorwaarden en de langere proeftijd acht de rechtbank noodzakelijk om het recidiverisico in te perken.
Door de raadsman is bepleit om een gevangenisstraf op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van het voorarrest. Deze straf acht de rechtbank niet passend. De feiten zijn daarvoor te ernstig. De rechtbank ziet dan ook, gelet op de op te leggen straf, geen aanleiding om het bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen. Een situatie als bedoeld in artikel 67a lid 3 Sv is niet aan de orde.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.
7 De vorderingen tot tenuitvoerlegging
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de politierechter (met parketnummer 96/266243-22) van 27 februari 2023 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken en van de bij vonnis van de meervoudige kamer (met parketnummer 03/146738-20) van 30 november 2022 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
7.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vorderingen.
7.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen moeten worden afgewezen, omdat het – gelet op de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van de verdachte – niet meer opportuun is om de tenuitvoerlegging te bevelen. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen deels moeten worden toegewezen en omgezet naar een taakstraf.
7.3 Het oordeel van de rechtbank Nu gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijden aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat in beginsel de tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijke straffen op zijn plaats zijn. De rechtbank ziet in hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht geen aanleiding tot een andere beslissing. Daarom zal de rechtbank beide vorderingen van de officier van justitie toewijzen en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straffen gelasten. De rechtbank ziet ook geen aanleiding om de straffen om te zetten naar een taakstraf.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
9 De beslissing
De rechtbank: Vrijspraak
- spreekt de verdachte in de zaak met parketnummer 03/080815-23 vrij van het onder feit 2 tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
Strafbaarheid
Straf
a. Meldplicht bij reclassering
De veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis bij de SVG reclassering Limburg (Mondriaan) op het telefoonnummer 088-5068888. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de regels en de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
Gedragsinterventie middelengebruik
De veroordeelde neemt, indien de reclassering dit nodig acht, actief deel aan de gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
De veroordeelde laat zich behandelen door de Rooyse Wissel of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie en stabilisatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
De veroordeelde verblijft, indien de reclassering dit nodig acht, in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
Harddrugsverbod
De veroordeelde gebruikt geen harddrugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
Dagbesteding
De veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
-
geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
-
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen; Beslissingen na voorwaardelijke veroordeling
- wijst af het verzoek tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. S.L.M. Venrooij en mr. dr. W. Kieboom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 augustus 2025.
Buiten staat De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen. BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
In de zaak met parketnummer 03/338935-24 1 hij, op of omstreeks 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard-Geleen opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) ongeveer 1.553,09 (87,82 + 87,57 + 925,70 + 359,91 + 92,09) gram (netto) amfetamine, in elk geval een (of meer) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 hij, op of omstreeks 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard-Geleen een (of meer) wapen(s) van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (of meer) (zelfgemaakt(e)) explosie(f)(ven), zijnde een (of meer) voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad;
3 hij, op of omstreeks 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard Geleen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
-
28,11 (1,46 + 26,65) kg "Etna Fountain (B/shot)", en/of
-
2 stuks "Cobra 5 2G", en/of
-
4 stuks "Cobra 3 2G", en/of
-
149 (3 + 146) stuks "Greta Thunder", en/of
-
3 stuks "Big Boy Boom", en/of
-
18 stuks "Viking Midgets",
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad:
4 hij, op of omstreeks 24 oktober 2024 in de gemeente Sittard-Geleen
- munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten
3 patronen van het merk Dynamit Nobel, kaliber .22 Long Rifle hollowpoint, en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 1 patroon van het merk Lapula Finland, kaliber .22 Long Rifle, en/of
- 2 patronen van het merk Privi Partison, kaliber .380 auto, en/of
- 6 patronen van het merk Mansfeld en Treuenbritzen, kaliber 8.57mm, voorhanden heeft gehad;
In de zaak met parketnummer 03/206819-24 hij op of omstreeks 29 september 2023 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 995,43 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende (met)amfetamine(olie), zijnde (met)amfetamine(olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
In de zaak met parketnummer 03/080815-23
1
hij op of omstreeks 22 maart 2023 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 29 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 hij op of omstreeks 22 maart 2023 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, al dan niet opzettelijk niet voor onderzoek bedoelde geneesmiddelen, te weten 10,9 gram ketamine, zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 1 sub a van de Geneesmiddelenwet heeft bereid, in voorraad heeft gehad.
Zie Rb. Limburg 26 september 2023 (ECLI:NL:RBLIM:2023:5741) en Rb. Oost-Brabant 29 februari 2024 (ECLI:NL:RBOBR:2024:2116).
Zie Rb. Midden-Nederland 8 maart 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:1020) en Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 7 mei 20014 (ECLI:NL:RVS:2014:1628).
Zie Rb. Noord-Holland 6 januari 2025 (ECLI:NL:RBNHO:2025:27).
Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie met proces-verbaalnummer PL2300-2024173924, gesloten d.d. 27 januari 2025, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 359.
Pagina 10 tot en met 13.
Pagina 69, 72 en 75, 76 en 78.
Pagina 24 tot en met 30.
Pagina 10 tot en met 13.
Pagina 38 tot en met 40.
Pagina 10 tot en met 13.
Pagina 70, 73, 74, 80 en 81.
Pagina 297 tot en met 348.
Pagina 10 tot en met 13.
Pagina 82, 84 en 85.
Pagina 117 tot en met 120.
Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie met proces-verbaalnummer PL2300-2023154817, gesloten d.d. 7 juni 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 65.
Pagina 7 tot en met 10.
Pagina 47 tot en met 49.
Pagina 60 en 61.
Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie met proces-verbaalnummer PL2300-2023044167, gesloten d.d. 3 april 2023, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 28.
Pagina 4 en 5.
Pagina 24 en 25.