Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Aanwijzing van documenten
Artikel 1

Artikel 1

Laatste versie

1. Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen:

1°. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of een Nederlandse identiteitskaart en vervangende Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet; 2°. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie; 3°. een geldig nationaal, diplomatiek of dienstpaspoort dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de houder de nationaliteit van die andere lidstaat bezit; 4°. een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet, een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 of een rijbewijs dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waarvan de houder in Nederland woonachtig is, zolang de bij de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde termijn van geldigheid in Nederland niet is verstreken, aan de houder geen administratieve maatregel bedoeld in paragraaf 9 van hoofdstuk VI van de Wegenverkeerswet 1994 is opgelegd of aan hem niet de bijkomende straf bedoeld in artikel 179 van die wet is opgelegd en mits het rijbewijs is voorzien van een pasfoto van de houder.

2. Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.

Details

[Toekomstige wijziging(en) op 01-03-2027. Zie het overzicht van wijzigingen]

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

327 uitspraken gevonden
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8750 - Rechtbank Rotterdam - 15 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:875015 juli 2025Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10744 - Rechtbank Rotterdam - 8 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:107448 september 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8064 - Rechtbank Rotterdam - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:80648 juli 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:881 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:88126 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15194 - Rechtbank Den Haag - 14 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1519414 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3818 - Rechtbank beoordeelt onderscheid tussen mishandeling en poging tot zware mishandeling - 19 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:381819 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat vuistslagen in het gezicht, ondanks een gebroken neus, niet kwalificeren als een poging tot zware mishandeling. Voorwaardelijk opzet wordt niet aangenomen, omdat het letsel beperkt herstel vergde zonder medische ingreep. De handelingen worden gekwalificeerd als eenvoudige mishandeling.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11268 - Rechtbank Rotterdam - 5 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:112685 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8883 - Rechtbank Rotterdam - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:888322 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9139 - Rechtbank Rotterdam - 7 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:91397 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6815 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:68159 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6819 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:68199 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:5130 - Rechtbank Midden-Nederland - 2 oktober 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:51302 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2025:8432 - Rechtbank Limburg - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBLIM:2025:843226 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3347 - Rechtbank Midden-Nederland - 9 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:33479 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6820 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:68209 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:5188 - Rechtbank Midden-Nederland - 3 oktober 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:51883 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11283 - Onbevoegdheid in procedure onder bewind gestelde benadeelde partij in jeugdstrafzaak - 18 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1128318 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Rechtbank Rotterdam verklaart een vordering van een onder bewind gestelde benadeelde partij niet ontvankelijk. De rechthebbende is procesonbevoegd en de bewindvoerder was niet opgeroepen en had geen machtiging verleend, wat een niet te herstellen vormverzuim in de strafprocedure oplevert conform artikel 1:441 BW.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6862 - Rechtbank Amsterdam - 4 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:68624 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10401 - Rechtbank Rotterdam - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1040128 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15703 - Rechtbank Den Haag - 22 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1570322 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht