Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel II. Straffen
Artikel 14c

Artikel 14c

Laatste versie

1. Toepassing van artikel 14a geschiedt onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.

2. Bij toepassing van artikel 14a kunnen voorts de volgende bijzondere voorwaarden worden gesteld, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd, of een bij de veroordeling te bepalen gedeelte daarvan, dan wel binnen een door de rechter te bepalen termijn, ten hoogste gelijk aan de proeftijd, heeft te voldoen:

1°. gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het strafbare feit veroorzaakte schade; 2°. geheel of gedeeltelijk herstel van de door het strafbare feit veroorzaakte schade; 3°. storting van een door de rechter vast te stellen waarborgsom, ten hoogste gelijk aan het verschil tussen het maximum van de geldboete die voor het feit kan worden opgelegd en de opgelegde boete; 4°. storting van een door de rechter vast te stellen geldbedrag in het schadefonds geweldsmisdrijven of ten gunste van een instelling die zich ten doel stelt belangen van slachtoffers van strafbare feiten te behartigen. Het bedrag kan niet hoger zijn dan de geldboete die ten hoogste voor het strafbare feit kan worden opgelegd; 5°. een verbod contact te leggen of te laten leggen met bepaalde personen of instellingen; 6°. een verbod zich op of in de directe omgeving van een bepaalde locatie te bevinden; 7°. een verplichting op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode op een bepaalde locatie aanwezig te zijn; 8°. een verplichting zich op bepaalde tijdstippen te melden bij een bepaalde instantie; 9°. een verbod op het gebruik van verdovende middelen of alcohol en de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek; 10°. opneming van de veroordeelde in een zorginstelling; 11°. een verplichting zich onder behandeling te stellen van een deskundige of zorginstelling; 12°. het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang; 13°. het deelnemen aan een gedragsinterventie; 14°. andere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffende.

3. Indien bij de toepassing van artikel 14a een bijzondere voorwaarde is gesteld, zijn daaraan van rechtswege de voorwaarden verbonden dat de veroordeelde:

a. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en b. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in het zesde lid, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht.

4. Aan een bijzondere voorwaarde kan elektronisch toezicht worden verbonden.

5. Bij het stellen van één van de bijzondere voorwaarden genoemd in het tweede lid, onder 3° en 4°, vinden de artikelen 23, eerste en tweede lid, en 24 overeenkomstige toepassing.

6. De rechter kan opdracht geven dat de reclassering toezicht houdt op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan begeleidt.

7. Gedurende de proeftijd of gedurende de tijd dat deze is geschorst kan de rechter in de gestelde bijzondere voorwaarden of in de termijn waartoe deze voorwaarden in hun werking binnen de proeftijd zijn beperkt wijziging brengen, deze voorwaarden opheffen, alsnog bijzondere voorwaarden stellen en een opdracht als bedoeld in het zesde lid, geven, wijzigen of opheffen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

718 uitspraken gevonden
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6449 - Rechtbank Amsterdam - 14 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:644914 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5290 - Rechtbank Overijssel - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:529026 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5131 - Rechtbank Overijssel - 7 augustus 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:51317 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5229 - Rechtbank Overijssel - 5 augustus 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:52295 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18244 - Rechtbank Den Haag - 3 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:182443 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17936 - Rechtbank Den Haag - 26 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1793626 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17876 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1787624 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16866 - Mishandeling en vernieling: sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid door stoornissen - 12 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1686612 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank veroordeelt een verdachte voor mishandeling, bedreiging en vernieling tot een deels voorwaardelijke celstraf. Bij de strafoplegging wordt zwaar meegewogen dat de feiten de verdachte wegens een bipolaire stoornis en middelenmisbruik slechts in sterk verminderde mate kunnen worden toegerekend.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:10198 - Rechtbank Noord-Holland - 4 september 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:101984 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15647 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1564721 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6215 - Rechtbank Amsterdam - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:621513 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15083 - Rechtbank Den Haag - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1508313 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12873 - Rechtbank Den Haag - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1287317 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12742 - Rechtbank Den Haag - 16 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1274216 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:4581 - Rechtbank Amsterdam - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:45811 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2025:6499 - Rechtbank Amsterdam - 2 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:64992 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3818 - Rechtbank beoordeelt onderscheid tussen mishandeling en poging tot zware mishandeling - 19 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:381819 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat vuistslagen in het gezicht, ondanks een gebroken neus, niet kwalificeren als een poging tot zware mishandeling. Voorwaardelijk opzet wordt niet aangenomen, omdat het letsel beperkt herstel vergde zonder medische ingreep. De handelingen worden gekwalificeerd als eenvoudige mishandeling.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14600 - Rechtbank Den Haag - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:146008 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14531 - Rechtbank Den Haag - 5 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:145315 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Jeugdstrafrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3188 - Rechtbank Noord-Nederland - 5 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:31885 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht