Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XXVII. Vernieling of beschadiging
Artikel 350

Artikel 350 (Opzettelijke wederrechtelijke vernieling goederen en dieren)

Laatste versie

1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit artikelonderdeel stelt dat een persoon die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat een persoon wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vijfde categorie, indien deze persoon opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.