Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Eerste titel. Algemene bepalingen
Derde afdeling. Algemene voorschriften voor procedures
Artikel 21

Artikel 21 (Waarheidsplicht en volledigheidsplicht partijen)

Laatste versie

Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.

Uitleg in duidelijke taal

Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.

Dit artikel stelt dat de betrokken partijen in een juridische procedure de plicht hebben om alle feiten die relevant zijn voor de te nemen beslissing, compleet (volledig) en overeenkomstig de waarheid (naar waarheid) te presenteren (aan te voeren). Indien deze verplichting niet wordt gerespecteerd (nageleefd), heeft de rechter de bevoegdheid om daaruit de conclusie (gevolgtrekking) te trekken die hij gepast (geraden) acht.