ECLI:NL:RBGEL:2025:7686 - Schending waarheidsplicht leidt tot nietontvankelijkheid van eisers - 15 september 2025
Uitspraak
Essentie
De kantonrechter oordeelt dat het inbrengen van onjuiste informatie, zoals een misleidende foto, en het onvolledig voorlichten van de rechtbank een zodanige schending van de waarheidsplicht van artikel 21 Rv oplevert, dat de zwaarst mogelijke sanctie van niet-ontvankelijkheid van de eisers in hun vordering passend is.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10883529 \ CV EXPL 24-539
Vonnis van 27 november 2024
in de zaak van
1 [eiser 1] ,
te [plaats] , Polen,2. [eiser 2], te [plaats] ,3. [eiser 3], te [plaats] ,4. [eiser 4], te [plaats] , [plaats] , Italie,5. [eiser 5], te [plaats] , Polen,6. [eiser 6], te [plaats] , Polen,7. [eiser 7], te [plaats] , Bulgarije,8. [eiser 8], te [plaats] , Bulgarije,9. [eiser 9], te [plaats] , eisende partijen, hierna samen te noemen: [eisers] , gemachtigde: mr. M.M. van der Marel,
tegen
GOODSTAY GROEP B.V., te Nijkerk, gedaagde partij, hierna te noemen: Goodstay Groep, gemachtigde: mr. M.J.E. Stuurop.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 september 2024- de akte van [eisers]- de akte van Goodstay Groep.
1.2. Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.
2 De verdere beoordeling
2.1. Bij tussenvonnis van 11 september 2024 is [eisers] in de gelegenheid gesteld zich bij akte nader uit te laten over hoe het kon gebeuren dat zij een productie indient die niet weergeeft dat waarvoor het ter onderbouwing in de procedure is gebracht. [eisers] heeft een akte genomen en gesteld dat [eiser 2] (eiser sub 2) deze foto samen met andere foto’s aan de gemachtigde van [eisers] heeft gestuurd, omdat hij de contactpersoon was. De foto zat in het digitale archief van [eiser 2] , maar herkomst van deze foto kan niet worden achterhaald. Volgens [eisers] gaf de foto op zichzelf geen reden tot nader onderzoek nu alle eisers vaker te maken hadden met de inzet van politie op hun locatie. Daarnaast is volgens [eisers] de foto in lijn met andere in het geding gebrachte producties. De stelling die zij met deze foto wilde onderbouwen, namelijk dat sprake is van gevaarlijke werkomstandigheden vindt ook steun in andere bewijsmiddelen waarvan volgens [eisers] de juistheid niet is betwist.
2.2. Goodstay heeft bij antwoordakte gereageerd en de door [eisers] geschetste gang van zaken betwist. Zij voert aan dat ongeacht de manier waarop de foto tussen de producties is gekomen, deze in ieder geval bewust is geselecteerd en dat degene die dit heeft gedaan had kunnen en moeten zien dat de foto niet is genomen op een GoodStay-locatie. Daarnaast is ook nog bewust een onderschrift aan de foto toegevoegd. Met het bewust selecteren van de foto, het bewust toevoegen van een onderschrift en het bewust innemen van de stelling dat sprake is geweest van een politieoptreden op de Goodstay-locatie in Eindhoven, staat vast dat artikel 21 Rv is geschonden. Daarnaast is volgens Goodstay niet alleen met het inbrengen van deze foto artikel 21 Rv geschonden, maar heeft [eisers] ook onjuiste en irrelevante informatie in de procedure gebracht. Dit levert ook schending van artikel 21 Rv op en zou tot gevolg moeten hebben dat [eisers] niet-ontvankelijk wordt verklaard.
2.3. Artikel 21 Rv schrijft voor dat partijen verplicht zijn de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij/zij geraden acht. [eisers] heeft naar het oordeel van de kantonrechter in haar akte nog steeds onvoldoende openheid van zaken gegeven over de herkomst van de foto en hoe deze in het dossier is terechtgekomen. Feitelijk heeft [eisers] niets anders toegelicht, dan dat al bekend was. Door deze onjuiste informatie in te brengen doet zij ook afbreuk aan de geloofwaardigheid van de andere producties die zonder datum of expliciet blijkende herkomst zijn ingebracht. Daarbij is de kantonrechter met Goodstay van oordeel dat [eisers] ook op andere punten de kantonrechter daadwerkelijk onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. Zo zijn producties ingebracht die zien op de periode toen alle eisers reeds uit dienst waren, zoals productie 27 en 54 en is de vaststellingsovereenkomst van eiser sub 1 [eiser 1] niet ingebracht, dan wel is daar in ieder geval geen melding van gemaakt. Gelet op het voorgaande acht de kantonrechter zich onjuist en onvolledig voorgelicht en levert dit een zodanige schending van artikel 21 Rv op dat daaraan het gevolg van niet-ontvankelijkheid van [eisers] dient te worden verbonden.
2.4. [eisers] moet gelet op het voorgaande de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Goodstay Groep worden begroot op:
3 De beslissing
De kantonrechter
3.1. verklaart [eisers] niet-ontvankelijk in haar vordering,
3.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten van € 1.492,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
61525 / 32548