Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Zevende afdeling. Verstek
Artikel 140

Artikel 140 (Verstek en voortgang procedure meerdere gedaagden)

Laatste versie

1. Zijn er meer gedaagden en is ten minste een van hen in het geding verschenen, dan wordt, indien ten aanzien van de overige gedaagden de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen, tegen dezen verstek verleend en tussen de eiser en de verschenen gedaagden voortgeprocedeerd.

2. Onder verschenen gedaagde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de gedaagde die in het geding is verschenen en tijdig het griffierecht heeft voldaan.

3. Tussen alle partijen wordt één vonnis gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.

4. Het eerste en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing in geval van oproeping van derden als partij in het geding als bedoeld in artikel 118.

Uitleg in duidelijke taal

1. Zijn er meer gedaagden en is ten minste een van hen in het geding verschenen, dan wordt, indien ten aanzien van de overige gedaagden de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen, tegen dezen verstek verleend en tussen de eiser en de verschenen gedaagden voortgeprocedeerd.

Dit lid bepaalt dat wanneer er meer gedaagden zijn en ten minste een van hen in het geding is verschenen, er een specifieke procedure geldt. Als ten aanzien van de overige gedaagden de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen, wordt tegen dezen verstek verleend. Vervolgens wordt tussen de eiser en de verschenen gedaagden voortgeprocedeerd.

2. Onder verschenen gedaagde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de gedaagde die in het geding is verschenen en tijdig het griffierecht heeft voldaan.

Dit lid verduidelijkt wat onder een 'verschenen gedaagde' zoals genoemd in het eerste lid, wordt begrepen. Het is de gedaagde die daadwerkelijk in het geding is verschenen én die tijdig het griffierecht heeft voldaan.

3. Tussen alle partijen wordt één vonnis gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.

Dit lid stelt dat er tussen alle partijen één vonnis wordt gewezen. Dit vonnis wordt beschouwd als een vonnis op tegenspraak.

4. Het eerste en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing in geval van oproeping van derden als partij in het geding als bedoeld in artikel 118.

Dit lid geeft aan dat het eerste en derde lid van dit artikel ook van overeenkomstige toepassing zijn. Dit geldt in de situatie van een oproeping van derden als partij in het geding, zoals beschreven in artikel 118.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

27 uitspraken gevonden
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5605 - Rechtbank Overijssel - 10 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:560510 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Ondernemingsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:1928 - Gerechtshof Amsterdam - 15 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:192815 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5519 - Rechtbank Overijssel - 10 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:551910 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5418 - Rechtbank Overijssel - 1 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:54181 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Vastgoedrecht, Erfrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9937 - Rechtbank Noord-Holland - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:993723 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11653 - Rechtbank Rotterdam - 3 oktober 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:116533 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVastgoedrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11390 - Rechtbank Rotterdam - 24 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1139024 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5598 - Huurachterstand en herhaalde wanprestatie rechtvaardigen ontbinding van de huurovereenkomst - 16 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:559816 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De kantonrechter ontbindt de huurovereenkomst wegens een huurachterstand van bijna drie maanden. De ontbinding wordt gerechtvaardigd door herhaalde wanprestatie, zoals het stelselmatig storneren van de huur, en bijkomende omstandigheden waaronder overlast en het niet meewerken aan geboden hulp door de huurder.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11006 - Onverschuldigde Betaling na Bankfraude: Beroep op Redelijkheid en Billijkheid Verworpen - 12 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1100612 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een ontvanger van frauduleus overgemaakt geld dit op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW) moet terugbetalen. Een beroep op de redelijkheid en billijkheid slaagt niet, omdat de rekeninghouder onzorgvuldig was door zijn pinpas en pincode onvoldoende te beschermen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6827 - Kantonrechter Amsterdam: Ontruiming sociale huurwoning wegens ontbreken hoofdverblijf en onderverhuur - 11 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:682711 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De kantonrechter oordeelt in kort geding dat een huurder van een sociale woning deze moet ontruimen. Het is voldoende aannemelijk gemaakt dat de huurder er niet zijn hoofdverblijf heeft en de woning heeft onderverhuurd. Deze ernstige tekortkomingen rechtvaardigen de ontruiming en het opleggen van een contractuele boete.

Civiel RechtHuurrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16440 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:164405 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht, Ondernemingsrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1645 - Gerechtshof Den Haag - 2 september 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:16452 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16026 - Rechtbank Den Haag - 20 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1602620 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Internationaal Privaatrecht, Transport en Handelsrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10427 - Rechtbank Rotterdam - 15 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1042715 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4992 - Rechtbank Oost-Brabant - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:499213 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Letselschaderecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9759 - Rechtbank Rotterdam - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:97598 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9760 - Rechtbank Rotterdam - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:97608 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5741 - Rechtbank Amsterdam - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:57416 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Insolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6976 - Rechtbank Amsterdam - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:697630 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5082 - Kantonrechter: loonbetaling door andere vennootschap doorbreekt arbeidsovereenkomst niet automatisch - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:508225 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De kantonrechter oordeelt in kort geding dat een werknemer geen loon kan vorderen van zijn oorspronkelijke werkgever, omdat aannemelijk is dat de arbeidsovereenkomst is overgegaan naar een zusterbedrijf. Ook een beroep op onrechtmatig handelen via misbruik van identiteitsverschil of vereenzelviging wordt afgewezen.

Civiel RechtArbeidsrecht, Verbintenissenrecht