Artikel 625 (Wettelijke verhoging loon bij vertraging)
1. Voor zover het in geld vastgesteld loon of het gedeelte dat overblijft na aftrek van hetgeen door de werkgever overeenkomstig artikel 628 mag worden verrekend, en na aftrek van hetgeen waarop derden overeenkomstig artikel 633 rechten doen gelden, niet wordt voldaan uiterlijk de derde werkdag na die waarop ingevolge de artikelen 623 en 624 lid 1 de voldoening had moeten geschieden, heeft de werknemer, indien dit niet-voldoen aan de werkgever is toe te rekenen, aanspraak op een verhoging wegens vertraging. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag vijf procent per dag en voor elke volgende werkdag een procent, met dien verstande dat de verhoging in geen geval de helft van het verschuldigde te boven zal gaan. Niettemin kan de rechter de verhoging beperken tot zodanig bedrag als hem met het oog op de omstandigheden billijk zal voorkomen.
2. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor zover het in geld vastgesteld loon of het gedeelte dat overblijft na aftrek van hetgeen door de werkgever overeenkomstig artikel 628 mag worden verrekend, en na aftrek van hetgeen waarop derden overeenkomstig artikel 633 rechten doen gelden, niet wordt voldaan uiterlijk de derde werkdag na die waarop ingevolge de artikelen 623 en 624 lid 1 de voldoening had moeten geschieden, heeft de werknemer, indien dit niet-voldoen aan de werkgever is toe te rekenen, aanspraak op een verhoging wegens vertraging. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag vijf procent per dag en voor elke volgende werkdag een procent, met dien verstande dat de verhoging in geen geval de helft van het verschuldigde te boven zal gaan. Niettemin kan de rechter de verhoging beperken tot zodanig bedrag als hem met het oog op de omstandigheden billijk zal voorkomen.
2. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
Dit lid betekent letterlijk: Van de bepalingen in dit artikel kan niet worden afgeweken op een wijze die nadelig is voor de werknemer.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:752 - Conclusie P-G: Rente en verhoging op loon en boedelschulden in faillissement - 4 juli 2025
De Procureur-Generaal adviseert dat de boedel wettelijke rente en wettelijke verhoging verschuldigd zijn over niet-tijdig betaald loon dat als boedelschuld kwalificeert. De curator moet, als goed werkgever, werknemers actief informeren over deze aanspraken. De loongarantieregeling van het UWV doet hier niet aan af.
ECLI:NL:RBLIM:2025:7009 - Overgang van onderneming: loonvordering ondanks uitsluiting in koopovereenkomst - 10 juli 2025
De rechtbank Limburg oordeelt dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege overgaat bij een overgang van onderneming, ook als de werknemer niet in de koopovereenkomst is genoemd. Het enkel ontvangen van een transitievergoeding, zonder een ondertekende beëindigingsovereenkomst, leidt niet tot een rechtsgeldige beëindiging van het dienstverband.
ECLI:NL:RBGEL:2025:7529 - Kantonrechter oordeelt VOF als werkgever op basis van gerechtvaardigd vertrouwen van werknemer - 29 augustus 2025
In kort geding oordeelt de kantonrechter dat een VOF, en niet een later genoemde B.V., als werkgever moet worden beschouwd. Het gerechtvaardigd vertrouwen van de werknemer, gebaseerd op de informatie bij het sluiten van de overeenkomst, is doorslaggevend voor het vaststellen van de contractspartij.
ECLI:NL:RBAMS:2025:6002 - Buitengerechtelijke vernietiging arbeidsovereenkomst wegens dwaling of bedrog afgewezen - 31 juli 2025
De kantonrechter oordeelt dat een werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd op grond van dwaling of bedrog. De werkgever kon niet bewijzen dat de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst wist dat zijn gezondheidsklachten hem langdurig zouden belemmeren in zijn werk.
ECLI:NL:RBZWB:2025:4558 - Opzegverbod tijdens ziekte: werkgever bewijst onvoldoende dat ontbindingsgrond losstaat van ziekte - 11 juli 2025
De rechtbank wijst een ontbindingsverzoek af vanwege het opzegverbod tijdens ziekte. De werkgever slaagde er niet in voldoende te stellen dat de aangevoerde ontslaggronden, zoals een verstoorde verhouding, geen verband hielden met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, zoals vastgesteld door de bedrijfsarts.
ECLI:NL:RBGEL:2025:5711 - Ontslag op staande voet na overhaaste loonstop vóór oordeel bedrijfsarts - 9 juli 2025
De rechtbank Gelderland oordeelt dat een ontslag op staande voet onterecht is. De werkgever handelde onzorgvuldig door al vóór het oordeel van de bedrijfsarts over te gaan tot een loonstop en het aanbieden van passende arbeid, ondanks het oncoöperatieve gedrag van de zieke werknemer.
ECLI:NL:RBZWB:2025:4010 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 25 juni 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:7017 - Rechtbank Rotterdam - 17 juni 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2563 - Hof wijst loonvordering af wegens onvoldoende onderbouwing en stelplicht - 30 september 2025
Het hof bekrachtigt de afwijzing van een loonvordering van bijna € 280.000. De appellant heeft onvoldoende feitelijk onderbouwd dat hij tien jaar voor de betreffende B.V. heeft gewerkt. Het hof passeert daarom zijn bewijsaanbod omdat hij niet heeft voldaan aan zijn stelplicht.
ECLI:NL:RBGEL:2025:8028 - Ontslag op staande voet na psychose houdt geen stand, ontbinding volgt - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een ontslag op staande voet, gegeven na een incident veroorzaakt door een plotselinge psychose, onterecht is. De werkgever kon de dringende reden onvoldoende bewijzen. Wel wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden op de cumulatiegrond wegens een verstoorde verhouding en de impact op de werkvloer.
ECLI:NL:RBROT:2025:10803 - Discretionaire bevoegdheid werkgever bij vaststellen hoogte ongespecificeerde tantième - 10 september 2025
De kantonrechter oordeelt dat een werknemer recht heeft op achterstallige tantième. Bij het ontbreken van een afgesproken berekeningswijze en onderbouwing door de werknemer, sluit de rechter aan bij de berekening van de werkgever, omdat de werkgever een discretionaire bevoegdheid heeft bij de vaststelling ervan.
ECLI:NL:RBROT:2025:10630 - Onvoldoende duidelijk studiekostenbeding rechtvaardigt geen inhouding op loon - 4 september 2025
Een werkgever mag geen studiekosten verrekenen met de eindafrekening als de terugbetalingsregeling onvoldoende duidelijk is. De kantonrechter oordeelt in kort geding dat een beding waarin geen specifiek bedrag is opgenomen, en de financiële gevolgen niet vooraf helder zijn uiteengezet, in een bodemprocedure waarschijnlijk geen stand houdt.
ECLI:NL:RBNHO:2025:9036 - Loonvordering: wettelijke rente over wettelijke verhoging vereist ingebrekestelling - 14 augustus 2025
In een verstekzaak wijst de kantonrechter een loonvordering toe. De rechter oordeelt dat de wettelijke verhoging geen loon is waarvoor een fatale termijn geldt. Hierdoor is wettelijke rente over de wettelijke verhoging pas verschuldigd nadat de werkgever na ingebrekestelling in verzuim is.
ECLI:NL:RBZWB:2025:5717 - Ernstig verwijtbaar handelen van werkgever leidt tot billijke vergoeding bij ontslag - 31 juli 2025
De rechtbank kent een billijke vergoeding toe omdat de opzegging wegens langdurige arbeidsongeschiktheid het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Dit omvatte de wijze van overplaatsing en het structureel negeren van adviezen van de bedrijfsarts tijdens de reïntegratie.
ECLI:NL:RBOVE:2025:5010 - Ontslag op staande voet door werknemer wegens non-betaling loon - 29 juli 2025
De kantonrechter oordeelt dat het structureel niet betalen van loon een dringende reden is voor de werknemer om ontslag op staande voet te nemen. Dit handelen van de werkgever is ernstig verwijtbaar, waardoor de werkgever zowel een gefixeerde schadevergoeding als een transitievergoeding verschuldigd is.
ECLI:NL:RBLIM:2025:8537 - Ontslag op staande voet vernietigd wegens onduidelijk beleid over fooien - 18 juli 2025
De kantonrechter vernietigt een ontslag op staande voet omdat de werkgever geen duidelijk gecommuniceerd beleid had over het aannemen van fooien in de vorm van speelgeld. Ook de regels voor het gebruik van een speciale GSO-pas waren onvoldoende helder, waardoor de werknemer geen dringende reden had.
ECLI:NL:RBMNE:2025:3625 - Ernstig verwijtbaar handelen van werkgever door escalatie en gebrekkig verbetertraject - 18 juli 2025
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond en oordeelt dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De werkgever liet de arbeidsverhouding escaleren, negeerde klachten van de werknemer, en bood geen daadwerkelijke kans op verbetering, wat de toekenning van een billijke vergoeding rechtvaardigt.
ECLI:NL:RBDHA:2025:16827 - Schending reintegratieverplichting rechtvaardigt niet direct ontslag op staande voet - 17 juli 2025
De kantonrechter oordeelt dat een ontslag op staande voet wegens het niet nakomen van integratieverplichtingen onterecht is. Voor een dergelijke schending had de werkgever eerst gebruik moeten maken van specifiek wettelijke sancties, zoals een loonstop, wat het ontslag een te verstrekkende maatregel maakt.
ECLI:NL:RBROT:2025:10437 - Vernietiging opzegging werknemer wegens het misbruik van omstandigheden door werkgever - 17 juli 2025
De kantonrechter vernietigt de opzegging van een werknemer op grond van misbruik van omstandigheden. De werkgever zette de werknemer onder oneigenlijke druk door te dreigen met ontslag op staande voet zonder een duidelijke, gegronde reden te geven voor dit dreigement.
ECLI:NL:RBGEL:2025:6767 - Aios: arbeidsovereenkomst eindigt pas na einde opleidingsovereenkomst - 15 juli 2025
De rechtbank oordeelt dat een arbeidsovereenkomst van een aios, die onlosmakelijk is verbonden met de opleiding, niet van rechtswege kan eindigen zolang de opleidingsovereenkomst nog doorloopt. Een bezwaarprocedure bij de Geschillencommissie schorst het einde van de opleiding en daarmee ook de beëindiging van het dienstverband.