Artikel 56
1. Of ontbinding van het huwelijk of scheiding van tafel en bed kan worden uitgesproken en op welke gronden, wordt bepaald door het Nederlandse recht.
2. In afwijking van lid 1 wordt het recht van de staat van een gemeenschappelijke vreemde nationaliteit van de echtgenoten toegepast indien in het geding:
a. door de echtgenoten gezamenlijk een keuze voor dit recht is gedaan of een dergelijke keuze van een van de echtgenoten onweersproken is gebleven; of b. door een van de echtgenoten een keuze voor dit recht is gedaan en beide echtgenoten een werkelijke maatschappelijke band met het land van die gemeenschappelijke nationaliteit hebben.
3. Een rechtskeuze als bedoeld in het vorige lid moet uitdrukkelijk zijn gedaan of anderszins voldoende duidelijk blijken uit de in het verzoekschrift of het verweerschrift gebruikte bewoordingen.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHARL:2025:5984 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 30 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5854 - Rechtbank Overijssel - 29 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17089 - Internationale echtscheiding: Toepassing Pools recht op huwelijksvermogensregime via Haags Verdrag - 17 september 2025
De Rechtbank Den Haag spreekt de echtscheiding uit en bepaalt op basis van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 het toepasselijke recht op de verdeling. Omdat partijen een gemeenschappelijke Poolse nationaliteit hadden en geen rechtskeuze maakten, wordt hun huwelijksvermogensregime beheerst door het recht van Polen.