Uitspraak inhoud

Strafrecht

Zittingsplaats: Utrecht

Parketnummer: 16/016517-23

Tegenspraak (art. 279 Sv)

Vonnis van de meervoudig kamer van 15 augustus 2025 in de strafzaak van:

[verdachte], Geboren op [1999] in [geboorteplaats] , ingeschreven op het adres [adres] in [woonplaats] , hierna: de verdachte.

1 Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 1 augustus 2025.

Op de zitting waren aanwezig:

2 Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij in de periode van 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 in Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, samengevat:

feit 1 primair :, samen met anderen meerdere rekeninghouders van de SNS-bank en een rekeninghouder van de ABN-AMRO bank heeft opgelicht, door hen te bewegen tot het ter beschikking stellen van hun bankgegevens;

feit 1 subsidiair : dit is subsidiair ten laste gelegd als uitlokking van deze oplichting;

feit 1 meer subsidiair : dit is meer subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid aan deze oplichting;

feit 2 primair : samen met anderen 22.876 euro heeft gestolen van meerdere rekeninghouders van de SNS-bank en een rekeninghouder van de ABN-AMRO bank door middel van de door de oplichting verkregen bankgegevens;

feit 2 subsidiair : dit is subsidiair ten laste gelegd als uitlokking van deze diefstal;

feit 2 meer subsidiair : dit is meer subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid aan deze diefstal.

De volledige tekst van de beschuldiging staat in de bijlage bij dit vonnis.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Bewijs

4.1. Inleiding

Algemeen De verdachte wordt ervan beschuldigd betrokken te zijn bij bankhelpdeskfraude. Met bankhelpdeskfraude wordt in het algemeen een specifieke vorm van oplichting bedoeld. De werkwijze is in de meeste gevallen als volgt. De slachtoffers, bijna allemaal op hoge leeftijd, worden gebeld door een persoon die zich voordoet als een medewerker van de bank. De zogenaamde bankmedewerker probeert het vertrouwen van de slachtoffers te wekken, onder meer door specifieke informatie met hen te delen. De zogenaamde bankmedewerker vertelt de slachtoffers dat er frauduleuze activiteiten hebben plaatsgevonden op hun bankrekening(en). Ter voorkoming van (verdere) fraude met de bankrekening(en) moeten slachtoffers hun pincode(s) doorgeven en komt een koerier de bankpas(sen) ophalen. In sommige gevallen krijgen slachtoffers telefonisch een code, waarmee de koerier die de bankpas(sen) komt ophalen zich vervolgens identificeert. Nadat de koerier de bankpas heeft opgehaald, wordt er zo snel mogelijk en zo veel mogelijk geld gepind. Het samenwerkingsverband bestaat doorgaans uit meerdere personen: een persoon die zich voordoet als bankmedewerker en telefonisch contact opneemt met de aangever, een koerier die de bankpas(sen) ophaalt en een pinner.

De vermeende rol van verdachte In de maanden juni en juli 2021 zijn er diverse aangiftes gedaan van bankhelpdeskfraude. De politie is een onderzoek gestart naar de rol die de verdachte mogelijk heeft gehad bij deze bankhelpdeskfraude. In totaal zijn er drie aangiftes in het dossier die de politie heeft herleid naar de verdachte. De verdachte wordt er in deze drie zaken van beschuldigd een belangrijke rol te hebben vervuld in de oplichting, doordat hij adresgegevens en codes zou hebben doorgestuurd aan zijn medeverdachte, die daarmee de bankpassen bij slachtoffers thuis kon ophalen.

4.2. Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat kan worden bewezen dat de verdachte de oplichting en diefstal, zoals onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegd, samen met een ander heeft gepleegd.

De standpunten van de officier van justitie worden – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in paragraaf 4.4.

4.3. Standpunt van de verdediging

De advocaat van de verdachte verzoekt de rechtbank om de verdachte vrij te spreken van de feiten zoals deze onder 1 primair en 2 primair ten laste zijn gelegd.

De advocaat van de verdachte voert verschillende verweren over het bewijs. Deze worden - voor zover van belang voor de beoordeling - hierna besproken onder paragraaf 4.4.

4.4. Oordeel van de rechtbank

4.4.1. Bewijsmiddelen feiten 1 primair en 2 primair De rechtbank oordeelt dat de feiten 1 primair en 2 primair zijn bewezen. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende bewijsmiddelen:[1]

  • een proces-verbaal van aangifte, inhoudende de aangifte van [benadeelde]:

Plaats delict: [adres] , [woonplaats] Pleegdatum: 29 juli 2021

Welk probleem had u volgens de oplichter met uw computer: Ben gebeld door een nummer van de ABNAMRO. Er zou geprobeerd zijn om geld van mijn bankrekening af te halen. [2] Is de computer overgenomen door de oplichter: Ja. [3] Met welk programma is de computer overgenomen: Anydesk.com. [4] Welke handelingen voerde de man/vrouw uit op uw computer: Op een gegeven moment kwam er een scherm naar voren om de pincode in te vullen. Dit is zo gebeurd. [5] Aanvullende informatie: De bankpassen moesten doorgeknipt en opgehaald worden. Niet door de chip, anders kon de transitie naar de nieuwe rekening niet plaatsvinden. Hierna werden de doorgeknipte passen opgehaald. [6]

  • een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende telefoonchats:

Op 26 augustus 2021 werd [medeverdachte] aangehouden. Bij aanhouding bleek hij in bezit van een iPhone XS Max. [7] Ik zag een WhatsApp-gesprek van 29 juli 2021 tussen [medeverdachte] en tegennummer [telefoonnummer] .

        *Ik zag dat het tegennummer was voorzien van de contactnaam ' [verdachte] '.*
        
        *Ik zag dat [medeverdachte] door het tegennummer werd benaderd om ergens heen te rijden.*
        
        *Het tegennummer zegt ’ [adres] ’ en ‘ [woonplaats] ’. Ik heb vervolgens dat adres bevraagd in het politiesysteem en ik zag dat er op 30 juli 2021 aangifte was gedaan van poging tot cybercrime door [benadeelde] .*
        <footnoteReference id="_f767fcd2-ba74-4f31-be8b-41979676308a">[8]</footnoteReference>
  • een proces-verbaal van aangifte, inhoudende de aangifte van [aangever 1]:

Plaats delict: [adres] , [woonplaats] Pleegdatum: 30 juni 2021

Op 30 juni 2021 werd ik gebeld door een medewerker van de SNS bank. Ik hoorde dat hij zei: "Ik wil u mededelen dat er iemand heeft geprobeerd om in te loggen op uw rekening, om daar 2900,00 euro op af te halen.” Ik mocht de telefoon niet neerleggen. Ik hoorde dat hij vroeg om mijn betaalpasnummer. Ik heb dit toen gegeven. Ik heb ook mijn pincode afgegeven. Ik hoorde dat de medewerker zei dat ik de pinpas diagonaal moest doorknippen. [9] Ik hoorde dat hij zei dat er een man aan de deur komen. Ik hoorde dat er aangebeld werd bij de centrale hal. Ik heb de man nog gezien bij mijn voordeur toen hij de pas kwam afhalen. [10]

  • een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende telefoonchats:

Op 26 augustus 2021 werd [medeverdachte] aangehouden. Bij aanhouding bleek hij in bezit van een iPhone XS Max. [11] Ik zag een WhatsApp-gesprek van 30 juni 2021 tussen [medeverdachte] en tegennummer [telefoonnummer] .

        *Ik zag dat het tegennummer was voorzien van de contactnaam ' [verdachte] '.*
        
        *Ik las dat het tegennummer ‘ [straat] ’ en ‘ [huisnummer] ’ verzond naar [medeverdachte] .*
        
        *Ik zag dat er vervolgens door [medeverdachte] werd gevraagd naar ‘code’ en ‘naam’.*
        
        *Hierop reageerde het tegennummer met ‘ [telefoonnummer] ’ en ‘ [aangever 1] ’.*
        
        *Ik zag dat het een adres in [woonplaats] betrof en dat er aangifte was gedaan van oplichting door [aangever 1] , oplichting van 30 juni 2021.*
        <footnoteReference id="_38563a1f-7b23-4091-8567-6bddb63bc30c">[12]</footnoteReference>
  • een proces-verbaal van aangifte, inhoudende de aangifte van [aangever 2]:

Plaats delict: [adres] , [woonplaats] Pleegdatum: 21 juni 2021

Op 21 juni 2021 werd ik gebeld door een telefoonnummer dat voor mij leek op het telefoonnummer van de SNS-bank. Er zou iemand geprobeerd hebben om een bedrag van dertigduizend euro van mijn bankrekening af te halen. De man vroeg mij te gaan naar een website waar ik de naam ook niet meer van weet. Hij stelde mij allerlei vragen over mijn bankrekening. We moesten mijn computer checken of er malware op stond geïnstalleerd. Mijn computer werd overgenomen middels een programma. Ik moest mijn bankpas doorknippen van linksonder naar rechtsboven. Dat heb ik met mijn pas en de pas van mijn vrouw gedaan. Ik moest de doorgeknipte bankpassen in een envelop doen met daarop geschreven: " […] ." Een DHL bezorger zou deze komen ophalen met een code [telefoonnummer] . Er werd aangebeld door een koerier die dit nummer aan mij toonde om zich te identificeren. Ik overhandigde hem de envelop en de koerier ging weer weg. [13]

  • een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende telefoonchats:

Op 26 augustus 2021 werd [medeverdachte] aangehouden. Bij aanhouding bleek hij in bezit van een iPhone XS Max. [14]

Ik zag een WhatsApp-gesprek van 21 juni 2021 waarbij het tegennummer naar [medeverdachte] stuurt: ‘ […] ’. Het tegennummer betrof [telefoonnummer] en had als contactnaam ‘ [verdachte] ’.

        *Ik zag dat het tegennummer [medeverdachte] aanspoorde om naar het adres te gaan.*
        
        *Ik zag dat er op 27 augustus 2021 aangifte van oplichting was gedaan door [aangever 2] .*
        <footnoteReference id="_310b2ae3-5d0b-49a9-a976-f8aa059f1099">[15]</footnoteReference>
  • een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het onderzoek uitgelezen data iPhone SIN: AAOj0284NL:

In de Signal komt er op 18-8-2021 een system message binnen. De contacten in de Signal chat zijn [A] (owner) en [telefoonnummer] [verdachte] . Bij een zoekslag in de politiesystemen, blijkt dit nummer in gebruik bij:[verdachte] , geboren [1999] .[16]

  • een proces-verbaal van bevindingen, inhoudende een gesprek met de wijkagent van Muiden:

Wijkagent [verbalisant] is de wijkagent van Muiden . Samengevat verklaarde [verbalisant] mij het volgende:[medeverdachte] is bevriend met [B] , [B] zit momenteel vast voor soortgelijke fraude.Dat [medeverdachte] en [B] ook bevriend zijn met [verdachte] .Dat [verdachte] op de [adres] te [woonplaats] woonde, maar dat hij nu in [woonplaats] woont.[17]

Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor de feiten waarover deze gaan.

4.4.2. Bewijsoverwegingen

Koppeling tegennummer [telefoonnummer] Uit bovengenoemde aangiftes en chatberichten blijkt dat een samenwerking van (minimaal) twee personen bankhelpdeskfraude heeft gepleegd, waarvan de aangevers slachtoffer zijn geworden. Uit de bewijsmiddelen en de politiesystemen blijkt dat het tegennummer gekoppeld wordt aan de gegevens van de verdachte. Dit wijst erop dat dit telefoonnummer op enig moment in gebruik was bij de verdachte. Ook blijkt uit de verklaring van de wijkagent van Muiden dat verdachte op enig moment bevriend was met medeverdachte [medeverdachte] . Daarnaast is bij medeverdachte [medeverdachte] een iPhone aangetroffen, waarop het tegennummer staat opgeslagen onder de contactnaam ‘ [verdachte] ’, zoals ook de voornaam luidt van verdachte.

De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de politieregistratie en komt op basis van deze registratie in combinatie met de daarnaast genoemde bewijsmiddelen tot de conclusie dat de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] is geweest.

Het verweer dat de verdachte ten tijde van de ten laste gelegde periode het telefoonnummer [telefoonnummer] niet gebruikte, is door de verdediging in het licht van de genoemde bewijsmiddelen onvoldoende concreet gemaakt.

Medeplegen Uit de WhatsApp-gesprekken tussen de verdachte en de medeverdachte blijkt dat er alle keren sprake is geweest van een vooropgezet plan. De verdachte is telkens de persoon geweest die de voor de oplichting benodigde codes en adresgegevens van de slachtoffers doorspeelde aan de medeverdachte, die daarmee op pad ging naar de slachtoffers. Daarmee stuurde en spoorde de verdachte de medeverdachte aan om naar de adressen van de slachtoffers te gaan en de oplichting te voltooien. Uit deze instructies en berichten blijkt een van tevoren afgesproken werkwijze die wordt gebruikt om deze fraude te plegen.

De rechtbank oordeelt dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededader die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering, waarbij de rollen van verdachte en de medeverdachte beide essentieel waren voor de voltooiing van de bankhelpdeskfraude. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen onder feiten 1 en 2 primair bewezen.

Conclusie Op basis van de feiten en omstandigheden die uit de opgenomen bewijsmiddelen volgen, stelt de rechtbank vast dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan bankhelpdeskfraude in de zaken van de drie slachtoffers, in de vorm van oplichting en diefstal zoals genoemd in de tenlastelegging.

4.5. Bewezenverklaring De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:

t.a.v. feit 1 primair

in de periode van 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, meermalen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere rekeninghouders van de SNS bank en een rekeninghouder van de ABN-AMRO bank, te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

heeft bewogen tot de afgifte van bankpassen en het ter beschikking stellen van pincodes door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met de bankrekening en dat de bankrekening moest worden gecheckt op malware en voornoemde rekeninghouders te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en overgenomen werd(en), en (vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het doorknippen van de bankpas(sen) en deze bankpas(sen) (vervolgens) op te halen;

t.a.v. feit 2 primair

in de periode van 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meer geldbedragen, te weten in totaal 22.876 euro, in elk geval enig geldbedrag, welk geldbedrag, geheel of ten dele toebehoorde aan meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten door oplichting verkregen bankpassen en pincodes, tot het gebruik waarvan verdachte en zijn mededader(s) niet gerechtigd waren;

De rest van de tekst van de beschuldiging kan niet worden bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen, zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Dit benadeelt de verdachte niet.

5 Kwalificatie en strafbaarheid

5.1 Kwalificatie De bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:

t.a.v. feit 1 primair : medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd

t.a.v. feit 2 primair : diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, meermalen gepleegd

5.2 Strafbaarheid feiten en verdachte De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

6 Straf

6.1. Vordering van de officier van justitie De officier van justitie eist dat de verdachte wordt veroordeeld tot:

  • een taakstraf van 100 uur, te vervangen door 50 dagen hechtenis als de verdachte deze taakstraf niet of niet goed uitvoert.

6.2. Standpunt van de verdediging De advocaat van de verdachte heeft vrijspraak bepleit.

6.3. Oordeel van de rechtbank De rechtbank legt aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 140 uren op. Bij het bepalen van deze straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Ook weegt de rechtbank het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee.

Ernst en omstandigheden van de feiten De verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan zogeheten bankhelpdeskfraude. Zij hebben zich in telefoongesprekken voorgedaan als een bankmedewerker en de slachtoffers voorgehouden dat er iets mis was met hun bankaccounts. Vervolgens hebben zij de slachtoffers bewogen tot het telefonisch doorgeven van hun pincodes en het afgeven van hun bankpassen, om hier vervolgens geldbedragen van op te nemen. Op deze geraffineerde wijze werden de slachtoffers geldbedragen ontfutseld, met als enige doel: zo veel mogelijk geld buitmaken.

De verdachte en zijn medeverdachte hebben op georganiseerde en professionele wijze misbruik gemaakt van de goedheid en het gewekte vertrouwen van de door hen zorgvuldig uitgekozen kwetsbare slachtoffers, die allen op hoge leeftijd waren. Door het handelen van verdachte en zijn medeverdachte is niet alleen het vertrouwen van aangevers in het digitale betalingsverkeer en het bankwezen ernstig geschaad, het heeft ook een negatieve invloed gehad op de mentale gesteldheid van de slachtoffers. Dit blijkt ook duidelijk uit de verklaring van de heer [benadeelde] op de zitting en de schriftelijke toelichting bij de vorderingen van de benadeelde partijen. De verdachte heeft met zijn handelen alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin en heeft zich geen moment rekenschap gegeven van de gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers hebben. De rechtbank rekent dit verdachte aan.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van de verdachte kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 24 juni 2025, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor een vermogensdelict.

Overschrijding redelijke termijn en taakstrafverbod Aan de verdachte is in 2018 een taakstraf opgelegd voor een soortgelijk feit (afpersing) en hij heeft in 2021, dus binnen vijf jaar, de bankhelpdeskfraude gepleegd. De wet bepaalt dat de rechtbank aan de verdachte nu niet opnieuw een taakstraf mag opleggen. Het taakstrafverbod uit artikel 22b, tweede lid, aanhef en onderdeel 1 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.

De rechtbank constateert dat deze strafzaak onredelijk lang heeft geduurd. Dit is belastend voor de slachtoffers en de verdachte, die recht heeft op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn. De verdachte is op 26 januari 2023 als verdachte gehoord over zijn betrokkenheid bij de bankhelpdeskfraude en hij kon op basis van de inhoud van dat verhoor redelijkerwijs verwachten dat een strafzaak tegen hem zou volgen. De rechtbank doet vandaag, twee jaar en bijna zeven maanden later, uitspraak. Dat is langer dan de twee jaar die als uitgangspunt geldt als maximale termijn voor een strafzaak. Er is sprake van een schending van het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 17, eerste lid, van de Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

De rechtbank moet de verdachte hiervoor compenseren. Deze compensatie vindt in strafzaken plaats door vermindering van de duur van een op te leggen gevangenisstraf of taakstraf, of van de hoogte van een geldboete of ontnemingsmaatregel. Dat gebeurt op basis van door de strafrechter gehanteerde uitgangspunten, waarbij dus sprake is van ‘rechtersrecht’. De wetgever heeft tot nu toe zelf geen wettelijke regeling getroffen met een andersoortig stelsel voor het compenseren van schendingen van het recht op een eerlijk proces vanwege de duur van een strafprocedure.

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld hoe het taakstrafverbod uit artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht zich verhoudt tot de noodzaak voor het compenseren van een dergelijke schending van de redelijke termijn. Daarbij stelt zij voorop dat het de rechtbank niet is toegestaan om te toetsen hoe artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht zich verhoudt tot artikel 17, eerste lid van de Grondwet. Het zogenoemde toetsingsverbod van artikel 120 van de Grondwet staat daaraan in de weg. Maar de rechtbank toetst het taakstrafverbod wel aan het EVRM, op grond van artikel 94 van de Grondwet.

Uit artikel 13 van het EVRM volgt dat een compensatie voor een schending van artikel 6 van het EVRM effectief en doeltreffend moet zijn. Zolang de wetgever daarvoor geen regeling maakt, is het aan de rechter om daaraan invulling te geven. De rechtbank oordeelt dat het in dit licht noodzakelijk is dat de strafrechter de vrijheid heeft om, aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval, te bepalen dat vanwege de duur van de procedure en met inachtneming van de doelen van het strafrecht een taakstraf wordt opgelegd in plaats van een gevangenisstraf. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht in zoverre in strijd is met artikel 6 en 13 van het EVRM.

In deze zaak doet zich de situatie voor dat de verdachte in juni 2021 een strafbaar feit heeft gepleegd, dat hij in januari 2023 daarover door de politie is verhoord en dat de rechtbank in augustus 2025 uitspraak doet in de strafzaak. Hoewel de ernst van de feiten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf eist, dient dat in deze situatie geen redelijk doel meer. Verdachte heeft na deze feiten geen andere strafbare feiten meer begaan en lijkt zijn leven op orde te hebben. Een taakstraf zonder gevangenisstraf is hier, na deze lange tijd, een passende strafmodaliteit, maar het taakstrafverbod staat daaraan, zoals al overwogen, in de weg. In de praktijk wordt in gevallen waarin rechters gelet op de omstandigheden van het geval het opleggen van een gevangenisstraf onwenselijk vinden, het taakstrafverbod vaak toegepast door het opleggen van een gevangenisstraf van één dag, naast een taakstraf. De Hoge Raad heeft dit ook goedgekeurd (Hoge Raad 20 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:202). De rechtbank kiest hier niet voor deze oplossing, maar zal, omdat artikel 22b Sr in verband met de schending van de redelijke termijn in strijd is met artikel 6 en 13 van het EVRM, het taakstrafverbod buiten toepassing laten.

Strafoplegging

Uit het hierboven genoemde strafblad van de verdachte blijkt, zoals al overwogen, dat hij de afgelopen jaren geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd, waardoor de rechtbank van oordeel is dat ook een voorwaardelijk strafdeel niet nodig is. Daarnaast heeft de advocaat van de verdachte ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte toegelicht dat hij aan het studeren is en momenteel in het buitenland verblijft voor het volgen van een minor.

Gelet op dit alles legt de rechtbank aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 140 urenop, te vervangen door 70 dagen hechtenis als de verdachte deze taakstraf niet of niet goed uitvoert.

7 Vordering benadeelde partij

7.1. Vordering van de benadeelde partijen

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 416,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, omdat hij door gebrek aan saldo op zijn bankrekening (ten gevolge van het bewezenverklaarde) het boekje met spaarzegels van de supermarkt ten gelde heeft moeten maken om zijn boodschappen te kunnen betalen.

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [aangever 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 64,60. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, omdat hij kosten heeft gemaakt voor het opnieuw laten installeren van zijn computer nadat zijn computer was overgenomen bij het bewezenverklaarde.

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij Volksbank N.V. (bankmerk SNS bank) Volksbank N.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vorderde in eerste instantie een bedrag van € 29.032,00. Op de zitting is vastgesteld dat een deel van de gevorderde schadevergoeding ziet op een slachtoffer dat niet op de tenlastelegging is opgenomen, waarop de Volksbank de vordering heeft beperkt tot een bedrag van € 15.196,00. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, omdat de bank de gestolen geldbedragen van haar klanten [aangever 1] en [aangever 2] uit coulance aan hen heeft vergoed. Daarbovenop rekent de bank een vergoeding van € 120,00 aan onderzoekskosten per gedupeerde klant.

7.2. Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat zijn schade al is gecompenseerd door de ABN-AMRO bank. Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [aangever 2] en de aangepaste vordering van benadeelde partij de Volksbank N.V. heeft de officier van justitie gevorderd deze toe te wijzen. Zij voert aan dat deze vorderingen goed zijn onderbouwd en heeft daarbij aangevoerd dat de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel moeten worden opgelegd.

7.3. Standpunt van de verdediging

De advocaat van de verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, gelet op de bepleite vrijspraken. Subsidiair heeft zij gesteld dat de vordering van [benadeelde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat zijn geleden schade al is vergoed door de ABN-AMRO bank. Ten aanzien van de vordering van de Volksbank N.V. moet het deel van [C] niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat dit slachtoffer niet op de tenlastelegging staat. De advocaat heeft ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [aangever 2] geen opmerkingen over de arbeidskosten van de herinstallatie van de computer. De advocaat heeft aangevoerd dat de schadevergoedingsmaatregel niet moet worden toegewezen, omdat de schadevergoedingsmaatregel primair is bedoeld voor natuurlijke personen.

7.4. Oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] De rechtbank zal de vordering van benadeelde partij [benadeelde] afwijzen, omdat de door hem geleden schade volledig door de ABN-AMRO bank is vergoed. Dat hij tijdelijk geen banktegoed had en daarom voor zijn levensonderhoud zijn spaartegoed bij de supermarkt heeft aangesproken, is geen schade in de zin van het recht, omdat zijn financiële positie daardoor niet is verslechterd. Had hij zijn banktegoed kunnen gebruiken, dan had hij immers het geld daarvan uitgegeven.

De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.

Omdat de vordering van benadeelde partij [benadeelde] wordt afgewezen, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [aangever 2] De rechtbank is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat benadeelde partij [aangever 2] als gevolg van het hiervoor onder 1 primair bewezenverklaarde rechtstreeks schade heeft geleden doordat hij kosten heeft moeten maken voor het opnieuw installeren van zijn computer. Die kosten zijn door de bank niet vergoed. De rechtbank zal de vordering van deze benadeelde partij daarom geheel toewijzen, voor het bedrag van € 64,60.

Als extra waarborg voor de betaling van de vordering zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 64,60, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente gerekend vanaf 21 juni 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte of zijn medeverdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 2 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil.

Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij Volksbank N.V. De rechtbank is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 2 primair bewezenverklaarde rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor het bedrag van € 15.196,00 geheel toewijzen, omdat de vordering voldoende is onderbouwd.

De Volksbank N.V. heeft verzocht bij een veroordeling tot vergoeding van haar schade de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De rechtbank doet dit niet. De ratio van de schadevergoedingsmaatregel is om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van schadevergoeding. Van (grotere) rechtspersonen zoals de Volksbank mag worden verwacht dat zij zelf goed in staat zijn om de toegewezen vordering te (laten) incasseren.

De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.

Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden op dit moment begroot op nihil.

8 Toegepaste wetsartikelen

De opgelegde straf is gebaseerd op de volgende wetsartikelen:

9, 36f, 47, 57, 311, 326 van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank:

Bewezenverklaring

  • verklaart bewezen dat de verdachte de feiten heeft gepleegd, zoals hierboven in paragraaf 4.5. is omschreven;

  • verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;

Strafbaarheid feit

  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;

  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 5 is vermeld;

Strafbaarheid verdachte

  • verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;

Straf en/of maatregel

  • veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 140 uur;

  • beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de

taakstraf wordt vervangen door 70 dagen hechtenis;

Vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [benadeelde] (feit 2)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] af;

  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden

begroot op nihil;

Vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [aangever 2] (feit 1)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 2] geheel toe, bestaande uit

€ 64,60 materiële schade;

  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2021 tot de dag van volledige

betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;

  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 2] aan de Staat € 64,60 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 2 dagen gijzeling;

  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;

  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten

behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

Vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij Volksbank N.V. (feit 2)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij Volksbank N.V. geheel toe, bestaande uit

€ 15.196,00 materiële schade;

  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Volksbank N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2021 tot de dag van volledige

betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;

  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten

behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.T. Könning, voorzitter, mr. J.F. Haeck en mr. K. de Meulder, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van der Steege, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2025.

De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.

Bijlage: De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.  hij in of omstreeks 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld, althans enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens en/of (inlog)codes van zijn/haar/hun bank accounts en/of autorisatiecode en/of pincode en/of bankpas(sen) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans gegevens door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met de bankrekening en/of dat de bankrekening moest worden gecheckt op malware en/of voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werd(en), en/of (vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het doorknippen van de bankpas(sen) en/of deze bankpas(sen) (vervolgens) op te halen, waarna voornoemde rekeninghouder(s) werd(en) bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of de voornoemde (inlog)gegevens en/of bankpas(sen) waardoor bovengenoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 juni 2021 tot en met 26 augustus 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld, althans enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens en/of (inlog)codes van zijn/haar/hun bank accounts en/of autorisatiecode en/of pincode en/of bankpas(sen) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans gegevens door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met de bankrekening en/of dat de bankrekening moest worden gecheckt op malware en/of voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werd(en), en/of (vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het doorknippen van de bankpas(sen) en/of deze bankpas(sen) (vervolgens) op te halen, waarna voornoemde rekeninghouder(s) werd(en) bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of de voornoemde (inlog)gegevens en/of bankpas(sen) waardoor bovengenoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n); welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, in op of omstreeks de periode 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft uitgelokt door beloften en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk voornoemde [medeverdachte] het/de adres(sen) en/of postcode(s), althans enige inlichtingen van voornoemde rekeninghouder(s) verstrekt, waarna die [medeverdachte] de bankpas(sen) kon ophalen, in elk geval heeft hij, verdachte op enigerlei wijze door (een) belofte(n), het verschaffen van (een) middel(en) en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) voornoemd feit opzettelijk uitgelokt;

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 juni 2021 tot en met 26 augustus 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld, althans enig goed en/of het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens en/of (inlog)codes van zijn/haar/hun bank accounts en/of autorisatiecode en/of pincode en/of bankpas(sen) van zijn/haar/hun bankaccount(s), althans gegevens door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met de bankrekening en/of dat de bankrekening moest worden gecheckt op malware en/of voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computers van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werd(en), en/of (vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot het doorknippen van de bankpas(sen) en/of deze bankpas(sen) (vervolgens) op te halen, waarna voornoemde rekeninghouder(s) werd(en) bewogen tot de afgifte van geld (middels digitale overschrijving) en/of de voornoemde (inlog)gegevens en/of bankpas(sen) waardoor bovengenoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n); bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [medeverdachte] het/de adres(sen) en/of postcode(s), althans enige inlichting(en) van voornoemde rekeninghouder(s) te verstrekken, waarna die [medeverdachte] de bankpas(sen) kon ophalen;

2. hij in of omstreeks 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en), te weten in totaal ongeveer 22.876 euro, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door oplichting verkregen, althans onder valse voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) en/of pincode(s) voor het inloggen op internetbankieren en/of het autoriseren van een betaling en/of autoriseren van een overboeking en/of (een) onder valse voorwendselen en/of diefstal verkregen bankpas(sen) en/of pincode(s), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren en/of het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met hun bankrekening en/of dat hun bankrekening was gehackt en/of voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werd(en);

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 juni 2021 tot en met 26 augustus 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en), te weten in totaal ongeveer 22.876 euro, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door oplichting verkregen, althans onder valse voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) en/of pincode(s) voor het inloggen op internetbankieren en/of het autoriseren van een betaling en/of autoriseren van een overboeking en/of (een) onder valse voorwendselen en/of diefstal verkregen bankpas(sen) en/of pincode(s), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren en/of het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met hun bankrekening en/of dat hun bankrekening was gehackt en/of voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werd(en), welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, in op of omstreeks de periode 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft uitgelokt door beloften en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk voornoemde [medeverdachte] het/de adres(sen) en/of postcode(s), althans enige inlichting(en) van voornoemde rekeninghouder(s) verstrekt, waarna die [medeverdachte] de bankpas(sen) kon ophalen, in elk geval heeft hij, verdachte op enigerlei wijze door (een) belofte(n), het verschaffen van (een) middel(en) en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) voornoemd feit opzettelijk uitgelokt;

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 21 juni 2021 tot en met 26 augustus 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en), te weten in totaal ongeveer 22.876 euro, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s) van de SNS bank en/of de ABN-AMRO bank, althans enig persoon handelend namens die rekeninghouder(s), te weten

1. [benadeelde] (7.920 euro)

2. [aangever 1] (2.956 euro)

3. [aangever 2] (12.000 euro)

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door oplichting verkregen, althans onder valse voorwendselen door de rekeninghouder(s) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) en/of pincode(s) voor het inloggen op internetbankieren en/of het autoriseren van een betaling en/of autoriseren van een overboeking en/of (een) onder valse voorwendselen en/of diefstal verkregen bankpas(sen) en/of pincode(s), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren en/of het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, te weten door zich onder valse naam voor te doen als een bankmedewerker en/of voornoemde rekeninghouder(s) te vertellen dat er fraude was gepleegd met hun bankrekening en/of dat hun bankrekening was gehackt en/of voornoemde rekeninghouder(s) te bewegen tot installeren van het programma Anydesk (een remote desktop tool) en/of vervolgens het accepteren van een externe (remote) verbinding, waarna de computer(s) van deze rekeninghouder(s) binnengedrongen en/of overgenomen werd(en), bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 21 juni 2021 tot en met 29 juli 2021 te Muiden, gemeente Gooise Meren en/of Berkel en Rodenrijs en/of Apeldoorn en/of Heemstede, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichting(en) heeft verschaft, door die [medeverdachte] het/de adres(sen) en/of postcode(s), althans enige inlichting(en) van voornoemde rekeninghouder(s) te verstrekken, waarna die [medeverdachte] de bankpas(sen) kon ophalen;

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Midden-Nederland met proces-verbaalnummer 17, documentcode MK1R022037, doorgenummerd pagina 1 tot en met 328. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt proces-verbaal. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 van het Wetboek van Strafvordering worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.

Pagina 128.

Pagina 128.

Pagina 128.

Pagina 128.

Pagina 129.

Pagina 107.

Pagina 108.

Pagina 153.

Pagina 154.

Pagina 140.

Pagina 141.

Pagina 233.

Pagina 220.

Pagina 221.

Pagina 269-270.

Pagina 317.


Voetnoten

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Midden-Nederland met proces-verbaalnummer 17, documentcode MK1R022037, doorgenummerd pagina 1 tot en met 328. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt proces-verbaal. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 van het Wetboek van Strafvordering worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.

Pagina 128.

Pagina 128.

Pagina 128.

Pagina 128.

Pagina 129.

Pagina 107.

Pagina 108.

Pagina 153.

Pagina 154.

Pagina 140.

Pagina 141.

Pagina 233.

Pagina 220.

Pagina 221.

Pagina 269-270.

Pagina 317.