Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XXV. Bedrog
Artikel 326

Artikel 326 (Oplichting en strafverhoging terroristisch oogmerk)

Laatste versie

1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit betekent letterlijk: een persoon die handelt met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, en met dat doel iemand anders beweegt tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie. Dit bewegen van die ander moet gebeuren hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels.

2. Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dit lid voegt toe dat indien het feit (de oplichting zoals omschreven in lid 1) wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, dan wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

116 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:691 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:6918 juli 2025Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5044 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 5 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:50445 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4369 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:436910 juli 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:861 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:86126 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:862 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:86226 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4365 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:436510 juli 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:989 - Conclusie AG: Wanneer is niet-nakomen door een dakdekker strafbare oplichting? - 16 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:98916 september 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

De AG adviseert de Hoge Raad de veroordeling voor oplichting in stand te laten. Een bestendige modus operandi, waarbij een dakdekker aanbetalingen vraagt maar werkzaamheden niet uitvoert en misbruik maakt van het reguliere verwachtingspatroon, kwalificeert als het aannemen van valse hoedanigheden en overstijgt de civielrechtelijke wanprestatie.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4435 - Rechtbank Oost-Brabant - 11 juli 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:443511 juli 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:774 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:7748 juli 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:940 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:9409 september 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:942 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:9429 september 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14565 - Rechtbank Den Haag - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:145656 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Financieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5926 - Rechtbank Amsterdam - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:592613 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8401 - Rechtbank Rotterdam - 10 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:840110 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:5130 - Rechtbank Midden-Nederland - 2 oktober 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:51302 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5437 - Rechtbank Overijssel - 4 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:54374 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2025:2501 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 28 augustus 2025

ECLI:NL:GHSHE:2025:250128 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4238 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:42384 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4239 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:42394 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Jeugdstrafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6809 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:68099 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak