Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel IIA. Maatregelen
Tweede afdeling. Terbeschikkingstelling
Artikel 38

Artikel 38 (Terbeschikkingstelling met voorwaarden)

Laatste versie

1. Indien de rechter niet een bevel als bedoeld in artikel 37b geeft, stelt hij ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. Als algemene voorwaarde geldt dat de ter beschikking gestelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.

2. De rechter geeft tevens een in de uitspraak aangewezen instelling, die aan bepaalde bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen eisen voldoet, opdracht de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.

3. Indien bij de uitspraak tevens een vrijheidsstraf wordt opgelegd, kan deze in het in het eerste lid van dit artikel bedoelde geval ten hoogste op vijf jaar worden bepaald.

4. Indien bij de uitspraak tevens een vrijheidsstraf wordt opgelegd voor een langere periode dan drie jaar legt de rechter in de uitspraak de aard van de zorgverlening vast, die als voorwaarde is vastgesteld.

5. Een voorwaarde kan de rechter slechts stellen, indien de ter beschikking gestelde zich bereid heeft verklaard tot naleving van de voorwaarde.

6. De rechter kan op vordering van de officier van justitie of ambtshalve bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.

7. Een bevel als bedoeld in het zesde lid gaat in op het ogenblik waarop de verdachte ter tenuitvoerlegging van dit bevel wordt aangehouden, dan wel op het tijdstip waarop de tenuitvoerlegging van een ander bevel tot vrijheidsbeneming, in dezelfde zaak gegeven, eindigt.

8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de procedure van terbeschikkingstelling met voorwaarden.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2020. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de rechter niet een bevel als bedoeld in artikel 37b geeft, stelt hij ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. Als algemene voorwaarde geldt dat de ter beschikking gestelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de rechter geen bevel geeft zoals omschreven in artikel 37b (dat betrekking heeft op plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis), dan legt de rechter voorwaarden op met betrekking tot het gedrag van de persoon die ter beschikking is gesteld. Deze voorwaarden dienen ter bescherming van de veiligheid van andere personen of ter bescherming van de algemene veiligheid van personen of goederen. Een algemene voorwaarde die altijd geldt, is dat de ter beschikking gestelde moet meewerken aan het vaststellen van zijn identiteit. Dit kan inhouden dat hij medewerking verleent aan het laten nemen van een of meer vingerafdrukken, of dat hij een identiteitsbewijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, ter inzage aanbiedt.

2. De rechter geeft tevens een in de uitspraak aangewezen instelling, die aan bepaalde bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen eisen voldoet, opdracht de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.

Dit betekent letterlijk: De rechter wijst in de uitspraak ook een specifieke instelling aan. Deze instelling moet voldoen aan bepaalde eisen die zijn vastgelegd bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur. De rechter geeft deze instelling de opdracht om de ter beschikking gestelde persoon hulp en steun te bieden bij het naleven van de opgelegde voorwaarden.

3. Indien bij de uitspraak tevens een vrijheidsstraf wordt opgelegd, kan deze in het in het eerste lid van dit artikel bedoelde geval ten hoogste op vijf jaar worden bepaald.

Dit betekent letterlijk: Als er bij de rechterlijke uitspraak ook een vrijheidsstraf wordt opgelegd, dan kan deze vrijheidsstraf, in het geval zoals beschreven in het eerste lid van dit artikel (namelijk terbeschikkingstelling met voorwaarden), voor een maximale duur van vijf jaar worden vastgesteld.

4. Indien bij de uitspraak tevens een vrijheidsstraf wordt opgelegd voor een langere periode dan drie jaar legt de rechter in de uitspraak de aard van de zorgverlening vast, die als voorwaarde is vastgesteld.

Dit betekent letterlijk: Als er bij de rechterlijke uitspraak ook een vrijheidsstraf wordt opgelegd die langer duurt dan drie jaar, dan moet de rechter in de uitspraak specificeren welke soort zorgverlening als voorwaarde is vastgesteld voor de ter beschikking gestelde.

5. Een voorwaarde kan de rechter slechts stellen, indien de ter beschikking gestelde zich bereid heeft verklaard tot naleving van de voorwaarde.

Dit betekent letterlijk: De rechter kan een voorwaarde alleen opleggen als de persoon die ter beschikking wordt gesteld, heeft verklaard dat hij bereid is om zich aan die voorwaarde te houden (naleving).

6. De rechter kan op vordering van de officier van justitie of ambtshalve bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.

Dit betekent letterlijk: De rechter heeft de bevoegdheid om te bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden onmiddellijk van kracht wordt (dadelijk uitvoerbaar). Dit kan de rechter doen op verzoek (vordering) van de officier van justitie, of op eigen initiatief (ambtshalve).

7. Een bevel als bedoeld in het zesde lid gaat in op het ogenblik waarop de verdachte ter tenuitvoerlegging van dit bevel wordt aangehouden, dan wel op het tijdstip waarop de tenuitvoerlegging van een ander bevel tot vrijheidsbeneming, in dezelfde zaak gegeven, eindigt.

Dit betekent letterlijk: Een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid, zoals genoemd in het zesde lid, wordt van kracht op het moment dat de verdachte wordt gearresteerd (aangehouden) om dit bevel uit te voeren. Het kan ook ingaan op het moment dat de uitvoering van een ander bevel tot vrijheidsbeneming, dat in dezelfde zaak is gegeven, afloopt (eindigt).

8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de procedure van terbeschikkingstelling met voorwaarden.

Dit betekent letterlijk: Er kunnen door middel van een algemene maatregel van bestuur (een soort uitvoeringsbesluit van de regering) meer gedetailleerde regels (nadere regels) worden vastgesteld over de procedure die gevolgd moet worden bij een terbeschikkingstelling met voorwaarden.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

38 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:972 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:9729 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1755 - Gerechtshof Den Haag - 8 augustus 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:17558 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:7215 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:721530 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15308 - Rechtbank Den Haag - 18 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1530818 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Penitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13675 - Rechtbank Den Haag - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1367525 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12637 - Rechtbank Den Haag - 11 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1263711 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2025:2728 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 7 oktober 2025

ECLI:NL:GHSHE:2025:27287 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5876 - Rechtbank Overijssel - 7 oktober 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:58767 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:6107 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 6 oktober 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:61076 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2662 - Gerechtshof Amsterdam - 2 oktober 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:26622 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17934 - Rechtbank Den Haag - 26 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1793426 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11562 - Rechtbank Rotterdam - 24 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1156224 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5875 - Rechtbank Oost-Brant: geen voorbedachten rade ondanks bedreiging en korte tijdspanne - 23 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:587523 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank veroordeelt verdachte voor poging tot doodslag, niet poging tot moord. Ondanks een eerdere bedreiging en een tijdsverloop van drie minuten wordt voorbedachte rade niet bewezen, omdat de escalerende gemoedstoestand en heftige emotie van verdachte op een ogenblikkelijke gemoedsopwelling duiden.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11341 - Rechtbank Rotterdam legt TBS met voorwaarden op voor belaging en mishandeling - 23 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1134123 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank veroordeelt een verminderd toerekeningsvatbare verdachte voor onder meer belaging en mishandeling van zijn ex-partner. Er wordt een gevangenisstraf en een TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd. De rechtbank oordeelt expliciet dat de feiten geen geweldsmisdrijf vormen in de zin van artikel 38e Sr.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:5006 - Vrijspraak poging doodslag na ontploffing bij spelersbus door gebrek aan opzet - 22 september 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:500622 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank spreekt een verdachte vrij van poging tot doodslag en zware mishandeling omdat voorwaardelijk opzet niet bewezen is. De verdachte wist niet dat de buschauffeur aanwezig was en heeft de aanmerkelijke kans op de dood of zwaar letsel daarom niet bewust aanvaard.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17048 - Volledige ontoerekeningsvatbaarheid leidt tot TBS met voorwaarden bij mishandeling van ambtenaren - 16 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1704816 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank Den Haag verklaart mishandelingen van ambtenaren bewezen, maar ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid door een psychose. De rechtbank legt een TBS-maatregel met voorwaarden op, omdat de veiligheid van anderen dit vereist en de verdachte behandelbereidheid toont.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3767 - Vrijspraak verkrachting bij gebrek aan bewijs voor dwangmiddelen - 11 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:376711 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank spreekt een verdachte vrij van verkrachting omdat niet kan worden vastgesteld dat hij het slachtoffer een verdovend middel heeft toegediend of een ander dwangmiddel heeft gebruikt. Wel volgt een veroordeling voor het plegen van seksuele handelingen met een persoon met verminderd bewustzijn.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3768 - Vrijspraak verkrachting en veroordeling seksueel binnendringen bij verminderd bewustzijn - 11 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:376811 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank spreekt vrij van verkrachting omdat dwang niet bewezen is, maar veroordeelt wel voor het medeplegen van seksueel binnendringen. Doorslaggevend is dat verdachten wisten dat het slachtoffer door haar toestand van verminderd bewustzijn en lichamelijke onmacht geen weerstand kon bieden.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6890 - Rechtbank Amsterdam - 5 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:68905 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3631 - Rechtbank Noord-Nederland - 4 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:36314 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Penitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht