ECLI:NL:RBNNE:2025:3767 - Vrijspraak verkrachting bij gebrek aan bewijs voor dwangmiddelen - 11 september 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank spreekt een verdachte vrij van verkrachting omdat niet kan worden vastgesteld dat hij het slachtoffer een verdovend middel heeft toegediend of een ander dwangmiddel heeft gebruikt. Wel volgt een veroordeling voor het plegen van seksuele handelingen met een persoon met verminderd bewustzijn.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.073396.24
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.135885.24
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 10.074324.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 11 september 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 augustus 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.
Tenlastelegging Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
parketnummer 18.073396.24
- primair
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 29 februari 2024 en 1 maart 2024 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, (in het [hotel] , gevestigd aan of bij het [adres] ) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, zijn, verdachtes, penis, in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) hierin, dat verdachte tezamen en in vereniging, althans alleen,
in welke verminderde bewustzijn en/of lichamelijke onmacht situatie en/of fysieke overwicht situatie die [slachtoffer 1] zich (telkens) niet kon verzetten en/of onttrekken tegen/aan de voornoemde seksuele handelingen/gedragingen van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 29 februari 2024 en 1 maart 2024 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, in elk geval in Nederland, (in het [hotel] , gevestigd aan of bij het [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer 1] , van wie hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) dat die [slachtoffer 1] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, één of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte en/of zijn mededader meermalen, althans eenmaal,
terwijl die [slachtoffer 1] in die staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde;
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 29 februari 2024 en 1 maart 2024 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, (in het [hotel] , gevestigd aan of bij het [adres] ), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer afbeeldingen, te weten (digitale) fotobestanden en/of film-/video bestanden, althans audiovisuele bestanden, op een of meer gegevensdragers, te weten een of meer telefoontoestel(len), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken (te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2007) heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of verspreid (via Telegram, althans een berichtenapp, in elk geval via Social Media of anderszins via internet), en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de/een penis oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, (te weten audiovisuele bestanden met de bestandsnamen: [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] );
parketnummer 18.135885.24 1. hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 13 september 2023 en 14 september 2023 te [plaatsnaam] , in elk geval in de gemeente Weststellingwerf, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , een televisietoestel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen televisietoestel onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door middel van het oneigenlijk/onrechtmatig gebruikmaken van een cijfercombinatie en/of de toegang tot een sleutelkastje en/of de huissleutel van die woning uit dat sleutelkastje;
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2023 tot en met 12 december 2023 te Wolvega, in elk geval in de gemeente Weststellingwerf, en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) grote hoeveelhe(i)d(en) geld te weten (onder meer)
in elk geval (telkens) enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen geld (via pintransactie(s)) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door middel van het onrechtmatig gebruikmaken van een bankpas ten name van [slachtoffer 3] , welke een eerder (door verdachte en/of verdachtes mededader/medeplichtige) was weggenomen en/of onder valse voorwendselen door die [slachtoffer 3] (onder voorwaarden) was uitgeleend (aan verdachtes mededader/medeplichtige).
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie parketnummer 18.073396.24 De officier van justitie heeft overeenkomstig zijn schriftelijk requisitoir veroordeling gevorderd voor het onder feit 1. primair tenlastegelegde en het onder feit 2. tenlastegelegde. Hij heeft daarbij onder meer aangevoerd dat onmiskenbaar vaststaat dat het slachtoffer in lichamelijke onmacht was en dat verdachten daar bewust gebruik van hebben gemaakt. Ze hebben haar meegenomen vanaf de Spar naar een hotel dat eerder al is geboekt. Ze kon totaal niet lopen en toch hebben ze haar meegenomen. Op geen enkele wijze hebben ze andere hulp proberen in te roepen. Uiteindelijk hebben ze met zijn drieën door hun fysieke overmacht -die nog groter was vanwege de lichamelijke onmacht van het slachtoffer- haar door een andere feitelijkheid tegen haar wil seksuele handelingen laten verrichten en verricht. Ze kon in die toestand geen kant op en daar is misbruik van gemaakt. Ze was als een pop in hun handen. Niet bewezen verklaard kan worden dat verdachten het slachtoffer een bewustzijn verlagend middel hebben toegediend al is dit -gelet op het geconstateerde effect- wel waarschijnlijk. Er is niet een dergelijk middel aangetroffen. Er is misbruik gemaakt van haar toestand door haar bewust mee te nemen. Dit levert dwang op en daardoor is sprake van verkrachting zoals primair ten laste is gelegd. Deze handelingen met en van het 16-jarige slachtoffer zijn allemaal gefilmd, waardoor kinderpornografische afbeeldingen zijn vervaardigd. In een aanvullend digitaal proces-verbaal is onderzocht dat de Apple IPhone 8 in bezit van de medeverdachte [medeverdachte 1] op 29 februari 2024 om 21.49 uur geopend is om de camera te gebruiken en videos te maken. Weliswaar heeft de medeverdachte [medeverdachte 1] op zijn telefoon de filmpjes voorhanden gehad, maar het vervaardigen is toe te rekenen aan zowel de verdachte als aan de medeverdachte [medeverdachte 2] . Op de filmpjes zijn allen te herkennen en zichtbaar is ook dat soms selfies worden genomen waarbij de gezichten van hen in beeld komen. Ook is er sprake van verspreiding, nu gebleken is dat een vriend van het slachtoffer korte tijd later een dergelijk videofragment via een andere vriend toegestuurd heeft gekregen. Er is derhalve vervaardigen voor alle verdachten maar ook voorhanden hebben en verspreiden door verdachte.
parketnummer 18.135885.24 De officier van justitie heeft overeenkomstig zijn schriftelijk requisitoir veroordeling gevorderd voor het onder feit 1. en 2. tenlastegelegde.
Standpunt van de verdediging De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Oordeel van de rechtbank t.a.v. parketnummer 18.073396.24 feit 1. primair De rechtbank overweegt dat voor een bewezenverklaring van verkrachting als omschreven in artikel 242 Sr (oud) is vereist dat verdachte door het gebruik van dwangmiddelen opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer de seksuele handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Deze dwangmiddelen zijn (bedreiging met) geweld of (bedreiging met) een andere feitelijkheid.
De tenlastelegging spitst de dwang vooral toe op het toedienen van alcohol of een andere bewustzijn verminderende stof.
De rechtbank acht onvoldoende bewijs aanwezig dat verdachte en de medeverdachte(n) aan haar een middel dat een verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht zou veroorzaken, hebben toegediend. Deze toediening is niet waargenomen en de aanwezigheid van een dergelijk middel is niet uit onderzoek gebleken. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen wat er is gebeurd en waardoor en door wie het slachtoffer in de toestand waarin zij verkeerde, terecht is gekomen. Aangezien de rechtbank ook niet kan vaststellen dat het slachtoffer door een ander dwangmiddel tot het tegen haar wil ondergaan van seksuele handelingen die mede bestaan uit het binnendringen van het lichaam is gedwongen, spreekt de rechtbank verdachte daarom vrij van de onder 1. primair tenlastegelegde verkrachting.
Beoordeling van het bewijs en de bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
- De door verdachte ter zitting van 28 augustus 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik ken [slachtoffer 1] . Wij hebben elkaar op 29 februari 2024 in Leeuwarden getroffen. Wij zijn toen naar de Spar gegaan en ik heb daar een paar blikjes Lavish gehaald. Ze heeft twee blikjes aangenomen. Wij zijn naar een hotelkamer van het [hotel] gegaan en daar heb ik met haar geneukt en ze heeft me gepijpt.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal informatief gesprek zeden d.d. 1 maart 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 20 augustus 2024, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
[slachtoffer 1] vertelde dat zij 29 februari 2024 met de drie jongens en haar "neef" naar de Spar in Leeuwarden is gegaan. Daarna heeft zij meerdere blikjes "Lavish" gedronken. [slachtoffer 1] vertelde dat "Lavish" een tropisch drankje is met 12 à 14% alcohol. [slachtoffer 1] vertelde dat zij het gevoel had dat zij niet meer op de benen kon staan en dat zij de neiging had om over te geven. [slachtoffer 1] vertelde dat zij zich herinnerde dat er aan elke arm van haar een jongen stond en haar vasthield om haar te ondersteunen met lopen. Verder vertelde zij dat ze op een gegeven moment bij een hotel waren. Ze herinnerde zich dat ze op een gegeven moment in een lift stond en naar boven gingen. Dat zij op een gegeven moment met de drie jongens in een hotelkamer stond. [slachtoffer 1] vertelde dat ze aangaf dat ze naar huis wilde maar hoorde dat daar om gelachen werd of zoiets.
[slachtoffer 1] gaf aan dat ze niet goed weet wat er allemaal gebeurd was. Ze gaf aan dat ze zich herinnerde dat een van de jongens, die [medeverdachte 1] werd genoemd haar hoofd vast had en deze meerdere keren naar zijn geslachtsdeel bracht. Zij vertelde dat zij het geslachtsdeel van [medeverdachte 1] ook in haar mond heeft gehad. [slachtoffer 1] vertelde dat een andere jongen genaamd [verdachte] met zijn geslachtsdeel in haar vagina ging. De details kan [slachtoffer 1] tijdens het informatief gesprek niet vertellen omdat ze het gevoel heeft dat ze het niet heeft meegekregen er niet "bij" was. [slachtoffer 1] gaf aan dat zij niet tegen deze drie jongens op kon op dat moment. [slachtoffer 1] gaf aan dat zij op een gegeven moment water voelde, zij denkt dat zij onder de douche heeft gestaan met een jongen. Op een gegeven moment kreeg zij een korte broek en een T-shirt aan van [medeverdachte 1] . Wat zij vreemd vond was dat zij op dat moment geen onderbroek aan had. [slachtoffer 1] kan niet aangeven hoe haar kleding uit was gegaan. Nadat er op de hotelkamer deur wordt geklopt omdat er melding is gemaakt door anderen van overlast, worden zij en de jongens het hotel uitgezet aldus [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] vertelde dat haar "neef" een video had gekregen waarop te zien was dat er seks plaats had gevonden met twee jongens en haar. De twee jongens die seks met haar hadden gehad zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] . [medeverdachte 2] was de jongen die op dat moment filmde. [slachtoffer 1] vertelde dat zij dit wist omdat ze het filmpje zelf ook doorgestuurd heeft gekregen en dit op het filmpje zag.
- Een op 24 april 2024 naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van uitwerking studioverhoor
d.d.12 maart 2024, opgenomen op pagina 25 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: verbalisant, A: [slachtoffer 1] . A: Ik ben geboren op [geboortedatum] 2007. Ik kwam de jongens ( [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] ) tegen. Na het drinken van Lavish voelde ik mij raar en kon niet meer staan. En toen hebben ze mij naar een hotel gebracht. En toen werd ik een beetje van een soort van wakker. Toen waren wij in de hotelkamer, maar ik was helemaal niet bij of zo. In het hotel maakte ik een hard geluid of ik ging schreeuwen of zo, zei één van die jongens door wie wij het hotel werden uitgestuurd. Toen werden ze boos op mij omdat wij het hotel uit werden gestuurd. V: Toen jullie naar het hotel gingen, hoe ging dat? A: Dat kan ik mij niet zo goed herinneren. Ik werd in hun armen meegetrokken want ik kon niet meer zelf lopen V: Hoe ging dat dan, hoe moet ik mij voorstellen? A: Hier was [medeverdachte 1] en hier was [verdachte] . V: Elk aan een kant van jou en voelde jij je op dat moment? A: Ik kon niet lopen en ik schreeuwde van “naar mijn vader toe" of zoiets. V: En wat is daar gebeurd in die kamer? A: Dingen die ik niet wou. Ik had het zelf eerst niet eens door en ik voelde dat ik op bed lag en voelde helemaal niks meer. V: Dingen die jij niet wou en dingen die jij niet eens doorhad en wat zijn dat dan voor dingen? A: Seks en met hun handen en zo, friemelen. V: Met wie was er seks? A: Weet ik niet want toen was ik niet echt bij. [verdachte] heb ik wel gezien en die anderen zeiden dat ze dat ook hadden gedaan, maar dat had niet meegekregen. V: Wie heb je gezien dat het gebeurde? A: [verdachte] .
A: Dat heb ik niet zelf gezien. V: En wat heb je dan gezien wat [verdachte] met je deed? A: Wat je ook op het filmpje ziet. Gewoon aan mij zitten en zo. V: Je noemde net vingeren en seks? A: Ja. V: Bij de één is seks wat anders dan bij een ander, wat is voor jou seks? A: Gewoon seks, een piemel en een vagina. Ik werd met mijn hoofd naar iemands zijn geslachtsdeel geduwd. Is in mijn mond geweest. V: En ik hoor je zeggen filmpjes, wat weet je daarvan? A: [medeverdachte 2] heeft een film gemaakt. Ik wist daar helemaal niks van. Op dat filmpje zie je ook dat ik als een lijk op bed lig en dat [verdachte] achter mij staat en aan het ouwehoeren is. En dat [medeverdachte 1] naast mij ligt. V: Dat heb je toen niet gemerkt, dat heb je later gemerkt toen je bij je neef was? A: Ja. Ze stuurden het mij. V: Dat je op een gegeven moment water voelde, kun jij je daar iets van herinneren, hoe dat dan ging? A: Nee, ook niet. Ik was op een gegeven moment helemaal aan het zweten en ik heb wel gezegd dat ik wou douchen. Want ik voelde mij helemaal niet goed. En daarna viel ik weer helemaal weg. Ik viel steeds een beetje weg en dan kwam ik weer een beetje bij en dan viel ik weer helemaal weg en voelde niks meer. Heel raar. V: Dan zeg je dat je daar op het bed was en dingen zijn gebeurd., Hoe was het dan met je kleren? A: Dat weet ik ook niet. Ik heb wel één keer gezien dat [verdachte] in mij zat, maar ik kon niet echt bewegen. V: En wat deed hij dan? A: Ik lag op dat bed en hij zat gewoon achter te neuken. En [medeverdachte 1] lag ernaast. Die drukte mij tegen zijn geslachtdeel aan. Ook in mijn mond. V: Je kon echt niks maar weet je nog wel wat je dacht op dat moment? A: Dat ik naar mijn vader wou. Dat bleef ik ook steeds zeggen dat ik naar mijn vader wou.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 maart 2024, opgenomen op pagina 211 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: verbalisant, A: verdachte V: Je kent dat meisje, hoe heet zij? A: [slachtoffer 1] . V: Hoe oud is zij? A: 16. V: Hoeveel blikjes heeft zij gedronken? A: Vier of zo, en ook nog Hugo. Dit was een fles. V: Hoe was zij toen dan? A: Zij was aangeschoten. Lopen ging wat lastiger. V: Wat heb jij gefilmd in de badkamer. A: Dat zij daar lag, gebukt. V: Wij hebben jouw telefoons in beslag genomen en gaan die helemaal onderzoeken. Wat gaan wij daarop vinden?
A: Op de iPhone staat een filmpje van die nacht. V: Een personeelslid van het hotel heeft gezien dat het meisje door jongens ondersteund werd toen ze het hotel binnen gingen. Ze kon niet zelf meer lopen, ze moest ondersteund worden. Vertel daar eens over? A: We hebben haar gewoon geholpen. Ze zei dat ze anders zou vallen. V: Er was nog een vrouw in de lift, die zei gaat het wel? A: Klopt. Die vrouw was met haar dochter. [slachtoffer 1] zei ja gaat wel. Ik zei toen nee, ik vond het niet gaan, anders vraagt ze me niet om haar vast te houden. V: Zo is er een filmpje waarop [slachtoffer 1] laveloos over een reling hangt. Het lijkt erop dat dit in het hotel is. Jij staat achter het meisje en maakt neukbewegingen. Vertel daar eens over? A: Klopt. Ze ging gewoon leunen. Ik maakte gewoon een grapje. V: Wij hebben meer filmpjes gevonden waarop te zien is dat jij seks hebt met het meisje terwijl zij laveloos, dronken/gedrogeerd op bed ligt. Haar onderlichaam is bloot. Ze slaat nog een met haar arm naar achteren. Vertel daar eens over? A: Ze wou niet dat ik filmde.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 5 maart 2024, opgenomen op pagina 274 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 2] :
V: De politie heeft jou aangehouden voor verkrachting of medeplichtigheid daaraan. Seks met een meisje dat niets meer kon zeggen. Wat wil je daar zelf gelijk over vertellen? A: Dat ik er wel bij was, maar dat ik niks heb gedaan. Dat mijn vrienden haar naar boven gebracht hadden. In het hotel. Dat ik gefilmd had. V: Wie zijn die vrienden? A: [verdachte] en [medeverdachte 1] (fonetisch). V: Wat vond jij spannend en eng? A: Dat hun tweeën gingen seksen. V: Wie zijn hun tweeën. A: [verdachte] en [medeverdachte 1] . V: Met wie hadden ze seks? A: Ik weet haar achternaam, [slachtoffer 1] . V: Wat heeft [slachtoffer 1] gedronken, wat jij hebt gezien. A: Ook wat ik gedronken had, van die Lavish. V: Wat zag en hoorde je aan het meisje toen jullie naar het hotel gingen? A: [slachtoffer 1] zei: “Ik wil geen problemen hebben van mijn vader.” V: Wat zie jij aan [slachtoffer 1] als jullie naar dat hotel liepen? A: Niet normaal, dronken. Ze kon niet normaal lopen. Ze had teveel gedronken. V: Vertel eens over dat zij niet normaal kon lopen. Hoe loopt zij dan? A: Echt dronken, heen en weer. Ze kon niet normaal opstaan. Ze ging bijna vallen. V: Hoe kwam het dan dat ze niet viel? A: Omdat [medeverdachte 1] en [verdachte] haar aan haar arm vasthielden omdat ze anders niet normaal kon lopen. V: Begrijp ik het dan goed dat zij in het midden loopt en die anderen haar bij een arm vasthouden? A: Ja. V: En [slachtoffer 1] ?
A: Die hadden ze meegenomen en vastgehouden. Ze hadden haar mee naar boven genomen. Ze ging de hele tijd vallen. V: Wat zag je toen? A: Ze gingen haar op bed tillen. Toen gingen ze haar uitkleden. Daarna gingen ze dingen doen bij haar. V: Wie pijpte ze? A: Alle twee. V: Wat bedoel jij met pijpen? A: De lul in de mond. V: Wie deed zijn lul in haar kut? A: Ik heb een klein stukje gezien en dat had ik gefilmd. V: Jij zei ik heb ook gefilmd, met welke telefoon? A: Met mijn eigen drie 3 filmpjes. Ik heb ook met [verdachte] zijn telefoon gefilmd. Dat was een filmpje. V: Wat heb jij precies gefilmd, wat was er te zien? A: Dat die twee jongens gingen neuken. En dat ik er eigenlijk achter stond. V: Wie neukten? A: [medeverdachte 1] en [verdachte] . V: Wie neukten zij? A: [slachtoffer 1] . V: Waar gebeurde dat? A: Op het bed V: Ze neukten haar allebei op het bed? A: Ja, allebei. V: Wie zijn idee was dat om dat te filmen? A: Hun alle twee. V: Kon [slachtoffer 1] nog zeggen wat ze wel of niet wilde? A: Ik denk dat ze zo dronken was en niet door had wat er gebeurde. Pas later misschien wel. V: Wie heeft nog meer de seks gefilmd? A: [verdachte] .
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 4 maart 2024, opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Donderdagavond (de rechtbank begrijpt: donderdag 29 februari 2024) zag ik in het hotel waar ik werk jongens en die hadden een meisje tussen hen in hangen. Dat meisje zag er dronken of gedrogeerd uit. Ze moest echt ondersteund worden door de jongens. Ik zag aan het meisje dat ze moeite had om zelf te kunnen lopen. Ze had een aangeschoten gezicht, dronken gezicht. Ze kon haar hoofd niet zelf ondersteunen en hing heel los aan haar nek, zeg maar. Ik zag ook dat de jongens moeite hadden om haar vast te houden. Ze stribbelde niet tegen.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2024, opgenomen op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Ik heb de camerabeelden, welke beschikbaar gesteld werden door het onderzoeksteam Sijs, Zeden Noord- Nederland, uitgekeken en vervolgens beschreven in onderstaand camerabeeldenverslag. Het betreft audiovisuele bestanden gemaakt met de camera van twee mobiele telefoons, op de avond van 29 februari 2024 en de daarop aansluitende nacht van 1 maart 2024, in het [hotel] - [adres] .
[bestandsnaam] Duur opname: 13 seconden. Te zien is het ontblote achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] , gefilmd van dichtbij. Verdachte [verdachte] (enkele seconden later herkenbaar in beeld) staat met zijn kruis tegen het ontblote achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] en maakt stotende bewegingen met zijn heupen. Zijn bovenbenen zijn ontbloot. Slachtoffer [slachtoffer 1] maakt zacht kreunende geluiden. De camera draait naar links. Nu is te zien dat slachtoffer [slachtoffer 1] met haar bovenlichaam op haar buik voorover op een bed ligt, met de voeten op de grond. Ze ligt met haar gezicht gedeeltelijk in een deken. Haar onderrug, onderbuik, billen en benen zijn ontbloot. Verdachte [verdachte] staat met zijn kruis tegen het achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] en maakt stotende bewegingen met zijn heupen. Zijn billen en bovenbenen zijn ontbloot. Zijn broek bevindt zich ongeveer ter hoogte van zijn knieën. Het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] is niet in beeld. Het is niet te zien of hier sprake is van penetratie. Verdachte [medeverdachte 1] ligt op zijn linkerzij, leunend op zijn linkeronderarm, op het bed waar slachtoffer [slachtoffer 1] ook op ligt. Hij is volledig gekleed. Het hoofd van slachtoffer [slachtoffer 1] bevindt zich ongeveer ter hoogte van de heupen van verdachte [medeverdachte 1] . Verdachte [medeverdachte 1] heeft zijn rechterhand achter het hoofd van slachtoffer [slachtoffer 1] . Vermoedelijk houdt hij het haar van slachtoffer [slachtoffer 1] in zijn rechterhand. Slachtoffer [slachtoffer 1] tilt haar hoofd op en kijkt over haar linkerschouder naar achteren. Ze houdt haar linkerarm gestrekt naar achteren, legt haar vlakke linkerhand op het gezicht van verdachte [verdachte] en maakt een duwende beweging. Hierop draait het hoofd van verdachte [verdachte] naar zijn linkerzijde. De camera draait naar het gezicht van verdachte [verdachte] . Hij kijkt in de camera en lacht.
[bestandsnaam] Duur opname: 12 seconden. Te zien zijn het gezicht, de borst en de schouders van verdachte [medeverdachte 1] , te herkennen aan het donkere krullende haar. Hij kijkt recht in de camera. Met zijn linkerhand brengt hij een fles gelijkend op een witte wijnfles omhoog. Hij zet de fles aan zijn mond en neemt vermoedelijk een slok. Hij kijkt weer in de camera en glimlacht. Een zacht kreunend geluid, zeer vermoedelijk van slachtoffer [slachtoffer 1] , is te horen. Verdachte [medeverdachte 1] kijkt naar zijn linkerzijde. De camera draait naar rechts. Te zien zijn verdachte [verdachte] , te herkennen aan de grijze muts en zwart met witte kleding van het merk Adidas, en slachtoffer [slachtoffer 1] . Verdachte [verdachte] kijkt naar zijn linkerzijde, hij houdt zijn linkerarm horizontaal gestrekt naar links. Zijn billen en bovenbenen zijn ontbloot. Zijn broek bevindt zich ongeveer ter hoogte van zijn knieën. Slachtoffer [slachtoffer 1] ligt met haar bovenlichaam op haar buik op een bed, met haar voeten op de grond. Zij draagt bovenkleding, haar billen en onderrug zijn ontbloot. Verdachte [verdachte] heeft zijn rechterhand op de linkerbil van slachtoffer [slachtoffer 1] . Hij heeft zijn kruis tegen het achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] en maakt stotende bewegingen met zijn heupen. Het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] is niet te zien. Het is niet te zien of hier sprake is van penetratie. Slachtoffer [slachtoffer 1] maakt zacht kreunende geluiden.
[bestandsnaam] Duur opname: 4 seconden Te zien is een gedeelte van het gezicht en bovenlichaam van verdachte [verdachte] . De camera draait naar links en omlaag. Te zien is slachtoffer [slachtoffer 1] . Zij ligt met haar bovenlichaam op haar buikzijde op een bed. Haar voeten zijn op de grond. Zij draagt bovenkleding met korte mouwen. Haar onderbuik, onderrug, billen en benen zijn ontbloot. Verdachte [verdachte] heeft zijn rechterhand op de
onderrug van slachtoffer [slachtoffer 1] . Hij draagt bovenkleding, zijn bovenbenen en billen zijn ontbloot. Hij staat met zijn kruis tegen het achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] en maakt stotende bewegingen met zijn heupen. Het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] is niet te zien. De camera draait verder naar links. Te zien is dat verdachte [medeverdachte 1] met benen en onderrug op het bed ligt waar slachtoffer [slachtoffer 1] ook op ligt. Verdachte [medeverdachte 1] heeft kleding aan. De rechterhand van verdachte [medeverdachte 1] bevindt zich ter hoogte van zijn kruis. Het gezicht van slachtoffer [slachtoffer 1] bevindt zich ook ter hoogte van het kruis van verdachte [medeverdachte 1] . Het kruis van verdachte [medeverdachte 1] is niet zichtbaar, omdat hier een stuk deken voor zit.
[bestandsnaam] Duur opname: 3 seconden. Te zien is verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] heeft bovenkleding aan, zijn billen en grootste gedeelte van zijn benen zijn ontbloot. De bovenkant van zijn broek bevindt zich ongeveer ter hoogte van halverwege zijn kuiten. Te zien is dat slachtoffer [slachtoffer 1] op haar rug op een bed ligt. Haar benen, billen en armen zijn ontbloot. Haar bovenlichaam en hoofd/gezicht zijn niet te zien omdat deze geblokkeerd worden door het lichaam van verdachte [verdachte] . Te zien is dat verdachte [medeverdachte 1] op zijn rechterzij op het bed ligt, leunend op zijn rechteronderarm. Verdachte [medeverdachte 1] heeft onder- en bovenkleding aan. Slachtoffer [slachtoffer 1] heeft haar benen gespreid. Haar benen zijn gebogen, de knieën wijzen omhoog, de onderbenen zijn horizontaal. Verdachte [verdachte] staat met zijn bovenlichaam over het bovenlichaam van slachtoffer [slachtoffer 1] gebogen. Hij leunt met beide handen op het bed aan weerszijden van het bovenlichaam van slachtoffer [slachtoffer 1] . Zijn voeten staan op de grond. Zijn kruis bevindt zich tussen de benen van slachtoffer [slachtoffer 1] , ter hoogte van het kruis van slachtoffer [slachtoffer 1] . Hij maakt stotende bewegingen met zijn heupen. Het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] is niet in beeld.
[bestandsnaam] Duur opname: 16 seconden Deze opname is gemaakt in een douchecabine. Er is een geluid te horen gelijkend op kletterend water uit een douchekop. Gedurende de opname is de stem van slachtoffer [slachtoffer 1] een aantal keren te horen. Wat zij zegt is niet te verstaan. Te zien zijn verdachte [medeverdachte 1] en slachtoffer [slachtoffer 1] . Beiden zijn volledig naakt. Slachtoffer [slachtoffer 1] ligt op knieën en ellebogen op de grond en ze kijkt richting de grond. Verdachte [medeverdachte 1] zit geknield achter slachtoffer [slachtoffer 1] . Hij heeft zijn kruis en bovenbenen tegen het achterwerk en bovenbenen van slachtoffer [slachtoffer 1] . Hij houdt zijn vlakke linkerhand met gestrekte arm tegen het achterhoofd van slachtoffer [slachtoffer 1] . Er wordt ingezoomd op het bovenlichaam van slachtoffer [slachtoffer 1] . Verdachte [medeverdachte 1] legt zijn linkerhand in de nek van slachtoffer [slachtoffer 1] . Er wordt weer uitgezoomd. Slachtoffer [slachtoffer 1] beweegt haar heupen enkele malen naar voren en naar achteren tegen het kruis van verdachte [medeverdachte 1] . Het geslachtsdeel van verdachte [medeverdachte 1] is niet te zien. De rechterbovenarm van verdachte [medeverdachte 1] maakt snelle bewegingen. Verdachte [medeverdachte 1] legt zijn linkerhand op de linkerheup van verdachte [medeverdachte 1] . Vervolgens legt hij zijn linkerhand op de bovenrug van slachtoffer [slachtoffer 1] . Vervolgens kijkt hij over zijn linkerschouder in de richting van de camera en legt hij zijn rechterhand op de bovenrug van slachtoffer [slachtoffer 1] en zijn linkerhand op zijn linkerbovenbeen. Hij glimlacht in de camera. Vervolgens kijkt verdachte [medeverdachte 1] in de richting van het achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] . Hij houdt zijn rechterhand op de bovenrug van slachtoffer [slachtoffer 1] . Met zijn linkerhand reikt hij tussen de billen en bovenbenen van slachtoffer [slachtoffer 1] . Er wordt ingezoomd op het achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] . Te zien is dat verdachte [medeverdachte 1] met zijn linkerhand tussen de billen van slachtoffer [slachtoffer 1] zit.
[bestandsnaam] Duur opname: 28 seconden. Deze opname is gemaakt door verdachte [medeverdachte 1] , met de camera in zijn rechterhand. Verdachte [verdachte] staat naast het bed. Hij kijkt glimlachend in de richting van de camera en maakt verschillende gebaren met beide handen. Hij leunt lichtjes met zijn bovenlichaam over het bovenlichaam van slachtoffer [slachtoffer 1] . Slachtoffer [slachtoffer 1] geeft hierop geen zichtbare of hoorbare reactie. Slachtoffer [slachtoffer 1] is gedurende ongeveer een seconde in beeld. Gedurende deze tijd beweegt ze niet en spreekt ze niet. De camera draait in de richting van verdachte [medeverdachte 2] . Verdachte [medeverdachte 2] staat ongeveer een meter naast het bed. Hij kijkt glimlachend in de richting van de camera. In zijn rechterhand heeft hij een mobiele telefoon. Op de voorkant van de mobiele telefoon brandt een groen lampje. De camera draait in de richting van de badkamer. De persoon die de camera bedient loopt naar een spiegel en blijft voor deze spiegel staan. In de weerspiegeling is te zien dat verdachte [medeverdachte 1] de persoon is die filmt, met de mobiele telefoon in zijn rechterhand. Verdachte [medeverdachte 1] loopt in de richting van het bed. De camera wordt ingezoomd op het achterwerk van slachtoffer [slachtoffer 1] . Slachtoffer [slachtoffer 1] zegt iets, wat zij zegt is niet te verstaan. Verdachte [medeverdachte 1] slaat met zijn linkerhand met kracht op de rechterbil van slachtoffer [slachtoffer 1] , hierbij is een luid kletsend geluid te horen. Slachtoffer [slachtoffer 1] geeft hierop geen zichtbare of hoorbare reactie.
[bestandsnaam] Duur opname: 7 seconden. Te zien zijn verdachte [verdachte] en slachtoffer [slachtoffer 1] . Verdachte [verdachte] is gefilmd vanaf zijn voorzijde. Hij staat rechtop. Met zijn rechterhand trekt hij zijn broek en onderbroek aan de voorkant naar beneden, hierdoor is zijn kruis ontbloot. Slachtoffer [slachtoffer 1] is gefilmd vanaf haar achterzijde. Zij zit gehurkt tegenover verdachte [verdachte] . Het gezicht van slachtoffer [slachtoffer 1] bevindt zich ter hoogte van het kruis van verdachte [verdachte] . Het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] is deels in beeld. Te zien is dat slachtoffer [slachtoffer 1] het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] vlak boven de testikels in haar rechterhand heeft. Verdachte [verdachte] legt zijn linkerhand op het achterhoofd van slachtoffer [slachtoffer 1] . Het hoofd van slachtoffer [slachtoffer 1] beweegt enkele malen in verschillende richtingen. Het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] is niet volledig in beeld en de mond van slachtoffer [slachtoffer 1] is niet in beeld.
t.a.v. parketnummer 18.073396.24 De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 september 2023, opgenomen op pagina 72 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 16 april 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik woon aan de [adres] te [plaatsnaam] . Gisteravond, 13 september 2023 omstreeks 21:00 uur ging ik naar bed. Toen ik wakker werd ging ik naar de woonkamer. Toen zag ik meteen dat de televisie weg was.
Daarop kwam de politie. Ik heb voor hen de zijdeur geopend. Via deze zijdeur, welke toen de politie kwam op slot zat, kom je in een kantoor. Bij deze deur hangt ook het sleutelkastje. Dit sleutelkastje was onbeschadigd en de sleutel zat er in. Ik opende de zijdeur van het kantoor met de sleutel die in het kantoor hangt. Toen heeft de politie een onderzoek ingesteld in mijn woning. Daaruit bleek dat alle deuren goed op slot zaten. Ze zaten allemaal dubbel op slot of waren voorzien van een extra veiligheid. Na de voordeur kom je in de woonkamer. Daar bleek de flatscreen televisie weggenomen te zijn. Deze stond naast een deur naar het terras. Deze deur zo vertelde de agent was los. Dat wil zeggen dat deze wel dicht was maar niet afgesloten. Via deze deur kom je op het terras. Ook hier zo vertelde de politie waren geen sporen van dat er iemand binnen was geweest.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met fotoblad d.d. 14 oktober 2023, opgenomen op pagina 80 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op 13 oktober 2023 werd door mij contact gelegd met aangeefster. Ik vroeg aangeefster of zij meer camerabeelden kon aanleveren van de insluiping in de woning van haar moeder. Aangeefster bracht vervolgens een USB stick met beelden van de insluiping. Op de camerabeelden zag ik dat de camera gericht was op de achterdeur en dat deze beeld gaf in een kantoortje met daarin diverse kastjes. Op deze camerabeelden zag ik op 14-09-2023 het volgende, te:
00.24 uur beweging bij de achterdeur en twee verdachten door het raam zichtbaar.
00.24.56 uur gezicht verdachte 1 zichtbaar
00.30 uur de achterdeur gaat een klein stukje open en twee verdachten komen het kantoor binnenlopen. Beide verdachten houden hun hoofd laag en komen gebukt het kantoor binnen.
Verdachte 1: donkere huidskleur, zwarte hoody, capuchon van hoody op het hoofd, donkere bodywamer, grijze Adidas broek met bekende witte strepen langs de zijkant, donkere schoenen met reflecterende delen in de neus en op de hak, zwarte baard. Verdachte 2: donkere huidskleur, witte jas (kort model) met zwarte rits, capuchon en zwarte bies aan de onderzijde, blauwe spijkerbroek met scheuren, zwarte korte dreadlocks, armband om zijn rechterpols, tatoeage rechterhand van een roos/bloem.
00.31 uur het licht in het kantoor gaat uit en verdachte 2 kijkt recht in de camera.
00.37 uur verdachte 1 komt in beeld.
00.38 uur verdachte 2 komt in beeld en heeft zijn telefoon in zijn rechterhand en kennelijk schijnt hij met deze telefoon in de ruimte. Verdachte 2 houdt zijn rechterhand vlak voor de camera en hier is duidelijk te zien dat verdachte 2 een opvallende tatoeage op de rug van zijn rechterhand heeft. Deze tatoeage heeft de vorm van een roos/bloem en beslaat de gehele bovenzijde van de hand.
00.39 uur verdachte 1 draagt een telefoon in zijn linkerhand.
00.43 uur verdachte 2 loopt naar buiten en verdachte 1 loopt er achteraan ook naar buiten. Verdachte 1 sluit de deur en verricht handelingen bij de achterdeur aan de buitenzijde.
00.47 uur verdachte 1 staat bij het slot van de achterdeur aan de buitenzijde.
00.48 uur verdachte 1 opent de achterdeur en loopt naar binnen. Verdachte 2 loopt ook naar binnen. De deur blijft op een kier staan en beide verdachte lopen uit beeld.
01.10 uur verdachte 1 sluit de achterdeur. Verdachte 1 en 2 zijn niet via de achterdeur naar buiten gegaan. Verdachte 1 en 2 zijn via een andere uitgang naar buiten gegaan.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juni 2024, opgenomen op pagina 87 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op één van de foto's staat een foto van een rechterhand van de verdachte. Op deze hand, aan de bovenkant, is duidelijk zichtbaar een grote tatoeage op de bovenkant van de hand. Deze tattoo betreft een soort van roos. Tijdens het verhoor van de verdachte op 15 april 2024, was duidelijk zichtbaar deze tattoo van de verdachte op zijn rechterhand. Verdachte: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 2003
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met fotoblad d.d. 7 juli 2024, opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Door mij werden de Progisuitdraai, de foto's van de inbraak en de foto's van de tatoeage van de hand van verdachte [verdachte] naast elkaar gelegd. Uit de vergelijking van de tatoeages van de hand van verdachte [verdachte] en de hand welke op de camerabeelden van de inbraak maak ik op dat dit exact dezelfde tatoeage betreft. Tevens werden de SKDB foto en de foto van de verdachte bij de inbraak naast elkaar gelegd. Ik zag dat de foto's veel gelijkenissen vertoonden, waaronder de haardracht en de smalle kaaklijn van verdachte [verdachte] .
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2023, opgenomen op pagina 183 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik doe aangifte van diefstal van mijn pinpas. Er zijn pintransacties verricht waardoor ik een groot aantal euro's kwijt ben. Degene die dit gedaan heeft is mijn buurvrouw die naast mij woont aan de [adres] in Wolvega. Deze buurvrouw heeft meerdere pintransacties gedaan met mijn pinpas waar ik geen toestemming voor heb gegeven. De buurvrouw kwam gister, 6 december, bij mij aan de deur. Ik denk dat dit rond 15:30 uur geweest moest zijn. De buurvrouw wilde haar excuus aanbieden dat er geld miste van mijn rekening. Ik heb haar binnengelaten. De voordeur bleek nog open te staan dus ik gaf aan dat ik die dicht wilde doen. In de tijd dat ik naar de voordeur liep en weer in gesprek ging met de buurvrouw was zij alleen bij mij in de woning. De buurvrouw zei tijdens het gesprek dat ze de voordeursleutel nog in haar deur had zitten. Zij is deze toen gaan halen. Mijn tas met pinpas ligt ook in dezelfde hal waar de voordeur zich bevind, op een soort rekje achter mijn jas. De buurvrouw kwam weer mijn woning binnen en heeft nog enkele minuten in mijn huis gezeten. Ik zei toen tegen haar dat ze maar weg moest gaan. Vandaag, donderdag 7 december 2023, werd ik weer gebeld door mijn bank dat er opnieuw vreemde bedragen waren afgeschreven van mijn rekening.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juni 2024, opgenomen op pagina 212 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Naar aanleiding van de vermeende diefstal, dan wel verduistering van een pinpas van aangever [slachtoffer 3] is een onderzoek ingesteld naar het gebruik van deze pas, na ontvreemding. Op de bankafschriften van aangever is te zien dat op de dagen van 6 en 7 december 2023, meerdere keren gepind is met de pinpas in een casino te Leeuwarden. Voor zowel op 6 als 7 december is er in totaal gepind 9 keer. Iedere pinactie vond plaats binnen het genoemde casino. Iedere pinactie betrof de opname van cash geld binnen het casino van in totaal 9x een opname van 200 euro, in totaal 1800 euro. Hierop is contact gezocht met het casino te Leeuwarden. De beelden waren beschikbaar. Ook was bekend wie de personen waren die gebruik hadden gemaakt van de pinpas van aangever. Men dient zich te legitimeren met o.a. een BSN nummer. Hierdoor werd geregistreerd de persoon / personen die zowel op 6 als 7 december 2023 in het casino waren geweest. Op de tijdstippen genoemd van de bankafschriften van aangever was te zien dat er op 6 december 2023 2x om 16.17 uur was gepind in het casino.
Op de beelden van het casino is te zien na een check bij het punt van binnenkomst dat de verdachte [verdachte] de persoon moet zijn die op 6 december 2023, 2x die dag heeft gepind met de gestolen pas. Op 7 december 2023, wordt in totaal een 7-tal keren gepind met de gestolen pas. De tijdstippen zijn gelegen tussen 16.49 uur en de laatste om 17.33 uur die dag. Kijkende naar de balie bij binnenkomst kwamen kort voor 16.49 binnen in het casino, de eerder genoemde verdachte [verdachte] , in aanwezigheid van de tweede verdachte genaamd [medeverdachte 3] . Beiden kwamen gelijktijdig binnen. Op de bewegende filmbeelden is duidelijk te zien dat beide verdachten zich legitimeren bij de incheckbalie. [verdachte] op 6 en 7 december 2023, en [medeverdachte 3] op 7 december 2023, samen met [verdachte] . Daarna is op de beelden te zien dat zij pinnen bij een apparaat wat cash geld uitbetaalt bij het pinnen om met deze te kunnen spelen op de spelautomaten aldaar. Duidelijk is te zien dat beiden enige tijd spelen op verschillende apparaten. Na een tijdje gaan beiden naar de balie bij de ingang / uitgang en wisselen hun munten om in papiergeld. Op 6 december 2023 doet [verdachte] hetzelfde echter hij wisselt het geld niet om en steekt de munten in zijn broekzak, waarna hij het casino verlaat.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met fotoblad d.d. 26 juni 2024, opgenomen op pagina 217 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 26 juni 2024, werden als nog de beelden bekeken van de pinacties binnen het casino te Leeuwarden op respectievelijk 6 en 7 december 2024. (de rechtbank leest hier verbeterd 2023) Op 6 december 2024 (de rechtbank leest hier verbeterd 2023), is de verdachte [verdachte] alleen in het casino. Hij pint met de gestolen pinpas, twee keer achter elkaar op 6 december 2024 (de rechtbank leest hier verbeterd 2023), om 16.37 uur. Dit betreft het pinnen binnen het casino te Leeuwarden. Op 7 december 2024 *(de rechtbank leest hier verbeterd 2023)*wordt er in totaal 7 keer gepind met de gestolen pinpas. Op beelden is te zien dat beide verdachten verschillende keren pinnen bij het pinapparaat. Om 16.48 uur wordt gepind door de verdachte [verdachte] . Om 16.49 uur wordt gepind door de verdachte [medeverdachte 3] . Om 16.53 uur wordt gepind door de verdachte [medeverdachte 3] Om 17.07 uur wordt gepind door de verdachte [medeverdachte 3] . Om 17.19 uur wordt gepind door de verdachte [medeverdachte 3] . Om 17.33 uur wordt gepind door de verdachte [verdachte] , 2x achter elkaar. In totaal is er dus in twee dagen tijd 9 keer gepind. Alle keren 200 euro per keer.
Verdachten [verdachte] , geboren [geboortedatum] 2003 [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum] 1998
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte met fotoblad d.d. 12 maart 2024, opgenomen op pagina 265 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
A: Vanaf eind juli/ begin augustus kwam [medeverdachte 3] er achter dat ik bij de thuiszorg werkte. Hij heeft toen mijn telefoon en tablet afgepakt. Hij heeft toen gekeken naar cliënten in de tablet/telefoon. Ik moest mijn code aan [medeverdachte 3] gegeven zodat hij in de tablet en telefoon kon kijken.
V: Wat voor gegevens van patiënten kon je hiermee bevragen? A: Adres, de code van het kluisje waar de huissleutel in zit en de rapportage van een client. V: Wat voor zaken zocht [medeverdachte 3] op over cliënten? A: Cliënten die in de buurt van Wolvega woonden opzoeken om te kijken waar hij naar binnen wilde gaan. Hij had een plan om in te breken. Hij zocht bijvoorbeeld naar de tijden dat de cliënten naar bed gingen. Ook had hij alleen interesse in cliënten waar een sleutelkastje naast de voordeur hing. De code zocht hij dan op zodat hij makkelijk binnen kon komen. V: Hoe ken jij mevrouw [slachtoffer 2] ? A: Dat was een cliënt van mij. V: Deze mevrouw woont op de [adres] in [plaatsnaam] . A: Ja klopt. V: Ben jij vanuit de [thuiszorg] betrokken bij deze mevrouw? A: Ja. V: Mevrouw [slachtoffer 2] doet op 14 september 2023 aangifte van inbraak in haar woning. Er een grote flatscreen TV weggenomen. Vertel eens hoe deze inbraak is gegaan? A: Dat zijn [medeverdachte 3] en [verdachte] geweest. Ze hebben een TV weggenomen. Toen ik thuis kwam, tussen 01:00 uur en 02:00 uur zag ik een TV in mijn keuken staan. [medeverdachte 3] en [verdachte] waren ook binnen in mijn woning. Ze zijn lopend naar de woning van mevrouw [slachtoffer 2] gegaan en ook weer lopend terug met de TV. Ze zijn naar binnen gegaan met behulp van de huissleutel. Dit heeft [medeverdachte 3] mij verteld. [verdachte] vertelde nog dat er camera's hingen. O: Wij wonen jou een fotoblad met daarop 2 verdachten. V: Welke twee personen zie jij op het fotoblad? A: [medeverdachte 3] en [verdachte] . De afbeelding van de roos op de hand is van [verdachte] . Ik herken beide personen op de foto's. V: Hoe kan het dat deze twee verdachte zo gemakkelijk binnenkomen? A: Met de huissleutel vanuit het sleutelkluisje.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte met fotoblad d.d. 11 maart 2024, opgenomen op pagina 246 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
A: Ik moest van [medeverdachte 3] naar de buurvrouw gaan om te praten. Ik moest de voordeur van [medeverdachte 3] openlaten. Dit met de intentie dat [medeverdachte 3] dan de pinpas uit haar tas kon halen. Ik wist namelijk dat deze voor in de gang stond, dit moest ik [medeverdachte 3] vertellen. Ik moest dus de buurvrouw afleiden in de kamer. [medeverdachte 3] heeft toen de pinpas weggenomen. V: Later is de pinpas gebruikt van de buurvrouw bij het casino in Leeuwarden, en wel op 6 en 7 december 2023, wat zegt je dit? A: Dat kan wel kloppen, [medeverdachte 3] had twee dagen de pinpas. O: We tonen jou een paar foto's van [medeverdachte 3] en nog een persoon in het casino. Herken je deze mannen en zo ja wie zijn zij? A: [verdachte] en [medeverdachte 3] . V: Wie is [verdachte] en waar ken je hem van? A; Ja ik herken die naam, dit is [verdachte] . V: Wist je wat beide mannen gingen doen met de pinpas van je buurvrouw? A: Ja dat wist ik, ze zouden daar geld pinnen.
Bewijsoverwegingen
t.a.v. parketnummer 18.073396.24 feit 1. subsidiair De rechtbank overweegt dat voor de beoordeling van de vraag of verdachte en de medeverdachte hebben gehandeld in strijd met artikel 243 Sr (oud) de vraag dient te worden beantwoord of het slachtoffer ten tijde van de seksuele handelingen verkeerde in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht en of verdachte en de medeverdachte hiervan wetenschap hadden.
De rechtbank overweegt daarover het volgende. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat men bij de invulling van het begrip verminderd bewustzijn onder meer kan denken aan situaties waarin de persoon zich bevindt in een roes als gevolg van het innemen van alcohol of drugs. Het gaat om situaties tussen waakzaamheid en geheel van de wereld zijn in, waarbij van de persoon in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij weerstand biedt aan seksuele verlangens van een ander.1 Onder lichamelijke onmacht wordt verstaan een toestand van fysieke weerloosheid die zijn oorzaak vindt in een bij het slachtoffer zelf bestaand lichamelijk onvermogen tot handelen.2
Verdachte heeft verklaard dat hij seks heeft gehad met het slachtoffer, terwijl hij wist dat zij aangeschoten was van de alcoholische drankjes die zij gedronken had en dat zij moeite had om zelfstandig te lopen. Uit de beschreven beelden en verklaringen van zowel getuigen als verdachten volgt ook dat het slachtoffer dusdanig onder invloed was dat zij onmiskenbaar onvoldoende in staat was zich aan de situatie te onttrekken of haar wil kenbaar te maken. Gelet op het gedrag van het slachtoffer en haar (on)vermogen om adequaat te kunnen reageren en bewegen, is de rechtbank van oordeel dat het slachtoffer in een situatie van verminderd bewustzijn en op momenten ook lichamelijke onmacht verkeerde en dat verdachten dit hebben geweten.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1. subsidiair tenlastegelegde.
t.a.v. parketnummer 18.073396.24 feit 2. Gelet op voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in nauwe en bewuste samenwerking met anderen schuldig heeft gemaakt aan het onder 2. ten laste gelegde vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Uit het procesdossier valt niet af te leiden door wie voornoemde afbeeldingen zijn verspreid. De rechtbank zal verdachte van dat deel vrijspreken.
t.a.v. parketnummer 18.135885.24 feit 1. De rechtbank constateert dat het Openbaar Ministerie niet het medeplegen van de diefstal uit de woning met valse sleutels ten laste heeft gelegd, terwijl dit feit wel door meerdere personen is gepleegd. en waarbij ieder een aandeel had. Bij medeplegen zou niet relevant zijn geweest wie precies wat heeft gedaan als er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank is van oordeel dat voor de verdachte ook als pleger er voldoende bewijs is dat hij de televisie heeft gestolen en ook dat hij daarbij gebruik heeft gemaakt van een sleutel die gehaald was uit het opengemaakte sleutelkluisje en dus met een valse sleutel.
Bewezenverklaring De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 18.073396.24 onder 1. subsidiair en 2. en het in zaak met parketnummer 18.135885.24 onder 1. en 2. tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
- subsidiair
hij in de periode omvattende de dagen 29 februari 2024 en 1 maart 2024 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, in het [hotel] , gevestigd aan het [adres] , tezamen en in vereniging met een ander met [slachtoffer 1] , van wie hij, verdachte en zijn mededader wisten dat die [slachtoffer 1] in staat van verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte en zijn mededader
terwijl die [slachtoffer 1] in die staat van verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde;
hij in de periode omvattende de dagen 29 februari 2024 en 1 maart 2024 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, in het [hotel] , gevestigd aan het [adres] , tezamen en in vereniging met anderen meermalen, een of meer afbeeldingen, te weten film-/video bestanden op gegevensdragers, te weten telefoontoestellen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken (te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2007) heeft vervaardigd en verworven en in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en/of waarna door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, te weten audiovisuele bestanden met de bestandsnamen: [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] .
parketnummer 18.135885.24 1. hij in de periode omvattende de dagen 13 september 2023 en 14 september 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Weststellingwerf, uit een woning gelegen aan de [adres] , een televisietoestel, dat aan [slachtoffer 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
valse sleutels, te weten door middel van het onrechtmatig gebruikmaken van de toegang tot een sleutelkastje en de huissleutel van die woning uit dat sleutelkastje;
hij in de periode van 6 december 2023 tot en met 7 december 2023 te Wolvega, in de gemeente Weststellingwerf en te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, meermalen tezamen en in vereniging met een ander, een grote hoeveelheid geld te weten
die aan [slachtoffer 3] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader dat weg te nemen geld via pintransacties onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten door middel van het onrechtmatig gebruikmaken van een bankpas ten name van [slachtoffer 3] , welke eerder door verdachtes mededader was weggenomen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18.073396.24
- subsidiair
met iemand van wie hij weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn en/of lichamelijke onmacht verkeert, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
parketnummer 18.135885.24 1. diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het in de zaak met parketnummer 18.073396.24 onder 1. primair en 2. en het in zaak met parketnummer 18.135885.24 onder 1. en 2. tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden met aftrek van het voorarrest en oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling (verder: tbs) met de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Daarnaast heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid (hierna: DUT) van deze maatregel gevorderd en oplegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (hierna: GVM) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft in zijn eis meegewogen dat het feit aan verdachte in licht verminderde mate kan worden toegerekend.
Standpunt van de verdediging De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en oplegging van een tbs met voorwaarden.
Oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het maatregelenrapport van Reclassering Nederland d.d. 3 juni 2025, de psychiatrische rapportage van drs. A. Banaei Kashani, de psychologische rapportage van M.M.F. van Casteren d.d. 27 september 2024, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten Verdachte heeft samen met zijn medeverdachte seksuele handelingen verricht bij het slachtoffer, van wie hij wist dat ze in staat van verminderd bewustzijn verkeerde. Verdachte en de medeverdachte hebben haar oraal en vaginaal gepenetreerd. Zij hebben schaamteloos misbruik gemaakt van de omstandigheid
dat het slachtoffer niet bij machte was om zich te verweren of te protesteren. Daarnaast hebben zij, samen met een derde persoon, de seksuele handelingen gefilmd. Door hun handelwijze hebben verdachte en medeverdachte de lichamelijke en seksuele integriteit van het slachtoffer op grove wijze geschonden. Door het filmen van de vernederende seksuele handelingen hebben zij een verregaande inbreuk gemaakt op de privacy van het slachtoffer en zijn zij op zeer respectloze wijze met haar omgegaan. Slachtoffers van dergelijke feiten ondervinden daar vaak nog lang nadelige gevolgen van. Dat geldt ook voor het slachtoffer in deze zaak, zoals blijkt uit de ter zitting voorgedragen slachtofferverklaring. Verdachte en medeverdachte hebben daar op geen enkele manier rekening mee gehouden.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan twee vermogensdelicten. Verdachte heeft een televisie gestolen bij een mevrouw op leeftijd. Zij kreeg hulp van de thuiszorg. De toenmalige partner van de thuiszorgmedewerkster had zich toegang verschaft tot de gegevens van de cliënten, waaronder de code van een sleutelkastje. Daarmee kregen verdachte en de ex-partner toegang tot de woning van het slachtoffer. Enige weken later heeft de toenmalige partner de pinpas van de buurvrouw van de thuiszorgmedewerkster gestolen. Samen met verdachte werden grote geldbedragen in een casino gepind. Verdachten hebben bij het plegen van deze feiten kennelijk doelbewust ouderen als slachtoffer gekozen. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan nu ouderen doorgaans kwetsbare personen zijn die vaak van de zorg van anderen afhankelijk zijn en daarom genoodzaakt zijn om op anderen te vertrouwen. De verdachte heeft louter uit eigen financieel gewin gehandeld en zich niet bekommerd om de uitwerking van zijn handelen. Ook weegt de rechtbank mee dat de diefstal bij de slachtoffers in de woning heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft bij de slachtoffers het gevoel van veiligheid in en rond hun huis ernstig aangetast. De eigen woning is bij uitstek een plaats waar zij zich veilig zouden moeten kunnen voelen.
De persoon van verdachte De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten en nog in een proeftijd loopt.
De rechtbank heeft ook gelet op de psychologische rapportage van drs. M.M.F. van Casteren. De conclusie is dat bij verdachte sprake is van een licht verstandelijke beperking en antisociale persoonlijkheidsproblematiek. Deze problematiek bestond al ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde. Het is gelet op de aard van de problematiek aannemelijk dat de verstandelijke beperking en de antisociale problematiek van invloed zijn geweest op zijn gedragskeuzes en gedrag. Door de ontkennende houding van verdachte is het lastig om een onderbouwde uitspraak te doen over de mate en manier van doorwerking van de verstandelijke beperking en de antisociale trekken. De psycholoog onthoudt zich daarom van een advies over de mate van toerekenen. Het algemene risico op het plegen van delicten wordt als hoog ingeschat. Verdachte heeft op dit moment geen eigen woning, geen dagbesteding en een beperkt prosociaal netwerk. Hij is erg beïnvloedbaar en denkt niet na over wat hij bij slachtoffers aanricht en wat de mogelijke gevolgen voor hemzelf kunnen zijn. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn probleemgedrag en legt de schuld steeds buiten zichzelf. Hij heeft moeite met het accepteren van begeleiding en behandeling en beschikt zelf niet over voldoende copingvaardigheden om zijn leven op een adequate manier vorm te geven. De psycholoog adviseert het volwassenenstrafrecht toe te passen. Gezien het hoge algemene recidiverisico en de problematiek van verdachte wordt een klinische behandeling geadviseerd binnen een instelling als Trajectum. Na de klinische behandeling is een beschermde woonplek met ondersteuning en toezicht noodzakelijk waarbij verdachte toegeleid zou kunnen worden naar een passende dagbesteding. Een dergelijke behandeling zou opgelegd kunnen worden binnen het juridisch kader van een tbs met voorwaarden.
Uit de psychiatrische rapportage van drs. A. Banaei Kashani blijkt dat bij verdachte sprake is van een lichte verstandelijke beperking, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis. Deze stoornissen waren tijdens de tenlastegelegde feiten aanwezig en het is aannemelijk dat de stoornissen verdachtes gedragskeuzes en gedragen hebben beïnvloed. Omdat verdachte de feiten heeft ontkend, kan de psychiater geen advies geven over de mate van toerekenen. De kans op recidive van wangedrag met strafrechtelijke gevolgen in het algemeen wordt hoog geschat. Verdachte geeft weinig openheid over zijn leven, waardoor het lastig is om zijn gedrag met hem te monitoren en te beïnvloeden. Hij kan schijnaanpassing vertonen, waardoor begeleiding op het verkeerde been gezet kan worden. De psychiater adviseert het volwassenstrafrecht toe te passen. Om het recidiverisico te beperken wordt een intensieve en langdurige behandeling en begeleiding noodzakelijk geacht, gezien de ernstige, complexe, chronische en hardnekkige problematiek. De behandeling dient aangeboden te worden op een voor verdachte te begrijpen en te volgen niveau. Hij moet leren omgaan met zijn beperkingen en adequaat gedrag aanleren. De psychiater adviseert een klinische opname in een forensische kliniek zoals een FPK om een intensieve en stevige start van de behandeling te waarborgen. De behandeling dient ook na de klinische fase voortgezet te worden bij een forensische polikliniek en er dient toegewerkt te worden naar een vorm van begeleid wonen. Gelet op het voorgaande wordt een TBS met voorwaarden geadviseerd, met een GVM.
Uit het maatregelenrapport van Reclassering Nederland blijkt dat feitelijk niet wordt voldaan aan de door de reclassering gestelde criteria om in aanmerking te komen voor positief advies ten aanzien van een tbs met voorwaarden. Er is sprake van een ontkennende houding, er is geen overeenstemming over risicos, er is slechts beperkte openheid wat toezicht bemoeilijkt en er is sprake van een beperkte responsiviteit gezien verdachte zijn houding en het feit dat hij geen behandelvraag heeft. Echter, gedurende de gesprekken met de reclassering liet hij ook een voorzichtige groei zien in inzicht, erkenning van de aanwezige problematiek en de bereidheid hier aan te werken. Hoewel de ontwikkeling pril is, is de verwachting dat verdachte zich over het algemeen zal conformeren aan de voorwaarden waarbij een stringent kader zoals een TBS met voorwaarden wel van wezenlijk belang wordt geacht om duurzame inzet te garanderen. Er zal een lange adem met veel herhaling nodig zijn om nieuwe gedragspatronen te laten inslijten. Gezien de vastgestelde problematiek is hierbij een klinische start van de behandeling geïndiceerd, waarna via een geleidelijke uitstroom naar begeleid wonen zou kunnen worden gewerkt. Verdachte heeft zich hiertoe bereid verklaard. Voor het klinische deel wordt behandeling in een instelling gespecialiseerd in cliënten met een verstandelijke beperking noodzakelijk geacht. Verdachte is hiertoe door Divisie Individuele Zaken (DIZ) aangemeld bij [instelling] . De reclassering schat het recidiverisico in als hoog. Zij adviseert positief over tbs met voorwaarden. De reclassering wil verdachte, mede gezien zijn jonge leeftijd en ontwikkeling, het voordeel van de twijfel geven en hem de kans bieden tot medewerking aan de maatregel. Verder adviseert de reclassering oplegging van de GVM maatregel. Tijdens de zitting heeft de deskundige het advies van de reclassering bevestigd.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij bereid is zich te houden aan de voorwaarden die de reclassering in het kader van tbs met voorwaarden heeft geadviseerd.
Toerekenbaarheid De rechtbank neemt de gemotiveerde conclusie van de gedragsdeskundigen over. Zij hebben echter in verband met de ontkennende houding van verdachte, geen advies over de mate van toerekenbaarheid gegeven. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat ten tijde van de ten laste gelegde feiten het (psychisch) functioneren van verdachte beïnvloed en beperkt werd door de bij hem aanwezige stoornissen. Dit leidt dit tot het oordeel van de rechtbank dat de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Motivering maatregel TBS met voorwaarden en straf Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een tbs-maatregel moet worden opgelegd, met daarbij de voorwaarden die de reclassering heeft geformuleerd. De rechtbank overweegt daarbij dat gebleken is dat de noodzakelijke behandeling ter vermindering van de risicofactoren dit tbs- kader nodig heeft.
Blijkens de hiervoor genoemde psychologische rapportage bestond bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. De door verdachte begane feiten zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
Het in de zaak met parketnummer 18.073396.24 onder 1. subsidiair bewezenverklaarde feit is bovendien een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de oplegging van die maatregel. Indien verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt en dwangverpleging wordt alsnog bevolen, is de maatregel qua duur ongemaximeerd.
Ter zitting is daarnaast gesproken over de opties van oplegging van de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel en de optie van het - na ommekomst van het strafdeel - schorsen van de voorlopige hechtenis van verdachte. Dit als extra mogelijkheden voor enerzijds het uitvoeren van de bij dit vonnis opgelegde voorwaarden die aan de maatregel zijn verbonden en anderzijds justitieel ingrijpen in geval er hoger beroep wordt ingesteld tegen dit vonnis en verdachte na verloop van tijd (opnieuw) gevaarzettend gedrag zou vertonen. De rechtbank zal, ter bescherming van de samenleving, zowel de dadelijke uitvoerbaarheid als de schorsing van de voorlopige hechtenis opleggen. Aan deze schorsing zullen dezelfde voorwaarden worden verbonden als opgelegd bij de maatregel.
De aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten rechtvaardigen dat een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur in de vorm van een gevangenisstraf aan verdachte wordt opgelegd. De rechtbank houdt bij de strafoplegging echter ook rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en acht het van groot belang dat verdachte zo snel mogelijk begint aan de voor hem noodzakelijke behandeling. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat zij in de zaak met parketnummer 18.073396.24 onder 1. tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie. Bij de bepaling van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf is een belangrijk element de datum waarop er naar verwachting een plek voor verdachte vrij komt in een kliniek. Verdachte is aangemeld bij [instelling] maar niet duidelijk is of daar binnen afzienbare tijd plaats is voor verdachte. De reclassering noemt in haar rapport de algemene regeling dat de dienst DIZ ervoor zorgt dat er een overbruggingsplek komt als de plek bij Trajectum nog niet vrij is, maar de betreffende dienst hanteert hiervoor een termijn van minimaal vier weken na uitspraak. De rechtbank houdt rekening met die termijnen. Alles afwegende komt de rechtbank tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 600 dagen, met aftrek van voorarrest. Dit maakt dat verdachte na het uitspreken van dit vonnis nog ruim vijf weken lang gedetineerd zal zijn. Die periode is voldoende om ervoor te zorgen dat er aansluitend aan deze detentie een plaats voor verdachte vrij is in een kliniek.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr
De rechtbank ziet geen aanleiding om een GVM op te leggen, gezien de ernst en ingrijpendheid van de maatregel tbs met voorwaarden die al wordt opgelegd en de leeftijd van verdachte.
Benadeelde partijen
parketnummer 18.073396.24 [slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 5.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
parketnummer 18.135885.24 feit 2. [slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 5.100,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd.
Standpunt van de verdediging De raadsman heeft geen verweer ten aanzien van de vorderingen gevoerd.
Oordeel van de rechtbank parketnummer 18.073396.24 Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 maart 2024.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat hij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedings-maatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
parketnummer 18.135885.24 feit 2.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De benadeelde partij heeft een bedrag van 5.100,00 gevorderd. Het bewezenverklaarde feit betreft de diefstal van het geld dat in het casino is gepind, zijnde een bedrag van 1.800,00. Dat deel van de vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 december 2023. De vordering zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat hij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedings-maatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Inbeslaggenomen goederen
Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot het beslag.
Standpunt van de raadsman De raadsman heeft teruggave van de inbeslaggenomen goederen verzocht. Oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten diverse kledingstukken ( [nummer] ), moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling Bij onherroepelijk vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een voorwaardelijk jeugddetentie van vier weken, met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 4 maart 2023. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft bij vordering van 24 april 2024 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Standpunt van de verdediging De raadsman heeft gemotiveerd verzocht de vordering af te wijzen.
Oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat thans de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde sanctie gelet op de in de hoofdzaak opgelegde straf en maatregel niet opportuun moet worden geacht en zal de vordering van de officier van justitie afwijzen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36f, 37a, 38, 38a, 47, 57, 243 (oud), 240b (oud) en 311 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 18.073396.24 onder 1. primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18.073396.24 onder 1. subsidiair en 2. en het in de zaak met parketnummer 18.135885.24 onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 600 dagen.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
helpen bij het naleven van de voorwaarden;
-
de veroordeelde zal zich, aansluitend aan de gevangenisstraf, laten opnemen in de [instelling] , of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor zijn behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
-
de veroordeelde laat zich ambulant behandelen door Trajectum of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
-
de veroordeelde zal, als de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde daarmee instemt, voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
-
de veroordeelde verblijft na afronding van de klinische behandeling in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem/haar heeft opgesteld;
-
de veroordeelde zal niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaan, zonder toestemming van de reclassering;
-
de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2007, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
-
de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van school, betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
-
de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
-
de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening en/of bewindvoering. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
-
de veroordeelde geeft openheid over zijn sociale contacten en relatie en geeft inzicht in zijn online leefwereld/sociale media.
Draagt de reclassering op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Schorst de voorlopige hechtenismet ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. Aan deze schorsing zijn dezelfde voorwaarden verbonden zoals hiervoor onder 1. tot en met 12. opgenomen bij de opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling.
Benadeelde partijen
parketnummer 18.073396.24 Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 1] te betalen:
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van 5.500,00 (zegge: vijfduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 62 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
parketnummer 18.135885.24 feit 2. Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 3] te betalen:
Verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat te betalen een bedrag van 1.800,00 (zegge: achttienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 28 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet
op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven kledingstukken in een zak ( [nummer] ).
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer
10 074324.22:
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 24 juni 2022.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma - Oude Nijeweme, voorzitter, mr. O.F. Brouwer en mr. A. Dijkstra, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 september 2025. Mrs. Brouwer en Dijkstra zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 Kamerstukken II2001/02, 27745, 6, p 22.
2 HR 28 februari 1989, NJ1998, 658.