Artikel 242 (Schuldverkrachting)
Als schuldig aan schuldverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.
Uitleg in duidelijke taal
Als schuldig aan schuldverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, degene die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.
Dit artikel stelt dat een persoon schuldig aan schuldverkrachting is en gestraft wordt met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, indien die persoon met een andere persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Dit geldt terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die andere persoon daartoe de wil ontbreekt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:895 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4270 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5917 - Hof past schakelbewijs toe bij zedendelicten door fysiotherapeut - 26 september 2025
Het hof oordeelt dat verklaringen van meerdere slachtoffers als schakelbewijs kunnen dienen door de consistente modus operandi van de verdachte fysiotherapeut. Dit patroon van handelen, bestaande uit het creëren van een kwetsbare situatie en onverhoedse ontuchtige handelingen, levert voldoende steunbewijs op voor de veroordeling.
ECLI:NL:RBMNE:2025:3698 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11554 - Rechtbank Rotterdam - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7203 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4944 - Rechtbank Midden-Nederland: Bewijs van dwang bij verkrachting door steunbewijs - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat verkrachting bewezen kan worden op basis van consistente verklaringen van de aangeefster, ondersteund door objectief steunbewijs zoals camerabeelden van de deurbel, getuigenverklaringen en DNA-sporen op een mes. Het ontbreken van een letselrapportage staat een bewezenverklaring van de vereiste dwang niet in de weg.
ECLI:NL:GHDHA:2025:1747 - Gerechtshof Den Haag - 3 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1748 - Gerechtshof Den Haag - 3 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9445 - Rechtbank Rotterdam - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3126 - Rechtbank Noord-Nederland - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4266 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:706 - Parket bij de Hoge Raad - 15 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18083 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18119 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5744 - Verkrachting, vrijheidsberoving en mishandeling: steunbewijs en strafmaat bij eendaadse samenloop - 12 september 2025
De rechtbank Oost-Brabant acht verkrachting, vrijheidsberoving en mishandeling bewezen op basis van een consistente aangifte die wordt ondersteund door forensisch, technisch en getuigenbewijs. De rechtbank past eendaadse samenloop toe en legt, na strafkorting wegens overschrijding van de redelijke termijn, een gevangenisstraf van 30 maanden op.