Artikel 285 (Bedreiging met specifieke misdrijven en strafverzwaringen)
1. Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met de misdrijven omschreven in de artikelen 241 en 243, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
5. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met de misdrijven omschreven in de artikelen 241 en 243, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
- openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen: openbaar en samen met anderen geweld gebruiken tegen mensen of spullen;
- geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen: geweld gebruiken tegen iemand die internationale bescherming geniet, of tegen de spullen van die persoon die beschermd zijn;
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat: een misdrijf plegen dat een algemeen gevaar veroorzaakt voor de veiligheid van mensen of spullen, of een algemeen gevaar voor het leveren van diensten;
- de misdrijven omschreven in de artikelen 241 en 243: de misdrijven zoals beschreven in de artikelen 241 (aanranding) en 243 (verkrachting) van het Wetboek van Strafrecht;
- enig misdrijf tegen het leven gericht: een misdrijf plegen dat bedoeld is om iemands leven te beëindigen;
- gijzeling;
- zware mishandeling;
- of brandstichting; deze persoon wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie. Dit houdt in dat de maximale straf drie jaar gevangenis is, of een geldboete van de vierde categorie.
2. Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit betekent dat als de bedreiging zoals omschreven in het eerste lid schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt (dus op papier of digitaal wordt geuit, en er een eis of voorwaarde aan verbonden is), de straf hoger is: een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit stelt dat als iemand dreigt met het plegen van een terroristisch misdrijf, de straf een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie is.
4. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Dit betekent dat als een van de bedreigingen genoemd in het eerste, tweede of derde lid wordt geuit met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (dus met de bedoeling om een terroristische daad te plannen of simpeler uit te voeren), de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd wordt. De oorspronkelijke maximale gevangenisstraf wordt dan dus een derde zwaarder.
5. Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Dit lid specificeert dat als een van de bedreigingen genoemd in het eerste, tweede of derde lid wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van (dus vanwege hun functie als) Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan (zoals een gemeenteraadslid of parlementslid), rechterlijk ambtenaar (zoals een rechter of officier van justitie), advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring (dus als zij bezig zijn met nieuws verzamelen), ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar, dan wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd. De oorspronkelijke maximale gevangenisstraf wordt ook hier dus een derde zwaarder.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:930 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5397 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 14 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6124 - Strafoplegging voor meervoudige bedreiging, vernieling en belediging ondanks geweigerd onderzoek - 17 september 2025
De rechtbank veroordeelt een verdachte die alle feiten bekent voor vier bedreigingen, twee vernielingen en een belediging. Ondanks diens weigering mee te werken aan psychologisch onderzoek, legt de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op met contactverboden als bijzondere voorwaarden, gebaseerd op de ernst van de feiten.
ECLI:NL:GHSHE:2025:2728 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5925 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 3 september 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:10475 - Rechtbank Noord-Holland - 28 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5272 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4068 - Rechtbank Midden-Nederland - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11222 - Rechtbank Rotterdam - 25 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9553 - Rechtbank Rotterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7215 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7217 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3892 - Jeugdige veelpleger krijgt lagere straf door verminderde toerekenbaarheid en termijnoverschrijding - 26 september 2025
Rechtbank Noord-Nederland veroordeelt een jeugdige verdachte voor veertien feiten, waaronder vernielingen en diefstallen. Bij de strafoplegging wordt in matigende zin rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6434 - Toepassing jeugdstrafrecht op achttienjarige bij gewapende overval op supermarkt - 26 september 2025
De rechtbank veroordeelt een achttienjarige verdachte voor een gewapende overval, bedreiging en wapenbezit, gepleegd in medeplegen. Ondanks de leeftijd van de verdachte past de rechtbank, conform een reclasseringsadvies en gelet op zijn intellectuele vermogens en jonge leeftijd, het jeugdstrafrecht toe.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6436 - Bedreiging met imitatiewapen na achtervolging: voorwaardelijk opzet en strafmaat - 26 september 2025
De rechtbank oordeelt dat het richten van een imitatiewapen op politieagenten na een achtervolging een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht oplevert. Verdachte aanvaardde willens en wetens de aanmerkelijke kans dat bij de agenten de redelijke vrees voor hun leven zou ontstaan.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6449 - Rechtbank veroordeelt minderjarige voor gewapende overval en openlijk geweld - 26 september 2025
Een minderjarige verdachte wordt door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld voor medeplegen van een gewapende overval op een supermarkt, twee openlijke geweldplegingen en drugsbezit. Zij legt een deels voorwaardelijke jeugddetentie en een werkstraf op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden.
ECLI:NL:RBOBR:2025:5783 - Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over poging tot moord met voorbedachten rade - 17 september 2025
De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een poging tot moord met voorbedachte raad. De verdachte had na een conflict ruimschoots de tijd om zich te beraden op zijn besluit, wat blijkt uit de fietstocht en autorit om een mes te halen en terug te keren.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6194 - Volledige ontoerekeningsvatbaarheid en TBS bij poging zware mishandeling en bedreiging - 17 september 2025
De rechtbank ontslaat een verdachte, die lijdt aan schizofrenie, van alle rechtsvervolging voor poging tot zware mishandeling en bedreiging. De feiten worden hem vanwege zijn ziekelijke stoornis niet toegerekend. Wegens een hoog recidiverisico wordt de maatregel tbs met verpleging van overheidswege opgelegd.
ECLI:NL:RBOVE:2025:5603 - Jeugdrechtbank Overijssel veroordeelt minderjarige voor meervoudige bedreiging met de dood - 15 september 2025
De rechtbank Overijssel veroordeelt een minderjarige verdachte voor het tweemaal uiten van bedreigingen. De feiten betreffen zowel bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht als bedreiging met een seksueel misdrijf. De rechtbank acht beide feiten bewezen en legt een jeugddetentie op.