Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Zesde Titel. Rechtspleging in zaken betreffende het personen- en familierecht
Eerste afdeling. Rechtspleging in andere zaken dan scheidingszaken
Artikel 810

Artikel 810 (Advies en verhoorplicht Raad Kinderbescherming)

Laatste versie

1. De rechter kan in zaken betreffende minderjarigen, uitgezonderd die welke zijn levensonderhoud betreffen, indien hij dit met het oog op de beoordeling van de belangen van de minderjarige noodzakelijk acht, het advies van de raad voor de kinderbescherming inwinnen. Hij kan de raad daartoe in elke stand van de zaak oproepen.

2. De raad voor de kinderbescherming kan in deze zaken eigener beweging zijn mening schriftelijk aan de rechter kenbaar maken of ter terechtzitting verschijnen, indien de raad dit met het oog op de beoordeling van de belangen van de minderjarige noodzakelijk acht.

3. De raad voor de kinderbescherming ontvangt daartoe onverwijld een afschrift van het verzoekschrift, en wordt tijdig van het tijdstip van de terechtzitting op de hoogte gesteld.

4. Indien de zaak evenwel de ondertoezichtstelling van een minderjarige betreft, de toepassing of overeenkomstige toepassing van de artikelen 264 en 265 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek daaronder niet begrepen, dan wel de beëindiging van het ouderlijk gezag of van de voogdij, beslist de rechter niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping daartoe van de raad voor de kinderbescherming.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter kan in zaken betreffende minderjarigen, uitgezonderd die welke zijn levensonderhoud betreffen, indien hij dit met het oog op de beoordeling van de belangen van de minderjarige noodzakelijk acht, het advies van de raad voor de kinderbescherming inwinnen. Hij kan de raad daartoe in elke stand van de zaak oproepen.

Dit lid bepaalt dat de rechter, in procedures die gaan over minderjarigen (met uitzondering van procedures over hun levensonderhoud), het advies van de raad voor de kinderbescherming mag vragen. De rechter kan dit doen als hij of zij van oordeel is dat dit nodig is (noodzakelijk acht) voor een goede beoordeling van de belangen van de minderjarige. De rechter heeft de bevoegdheid de raad hiervoor op ieder moment tijdens de procedure (in elke stand van de zaak) op te roepen.

2. De raad voor de kinderbescherming kan in deze zaken eigener beweging zijn mening schriftelijk aan de rechter kenbaar maken of ter terechtzitting verschijnen, indien de raad dit met het oog op de beoordeling van de belangen van de minderjarige noodzakelijk acht.

Dit lid geeft aan dat de raad voor de kinderbescherming in dezelfde soort zaken (betreffende minderjarigen) ook op eigen initiatief (eigener beweging) zijn mening kan geven. Dit kan door een schriftelijk stuk aan de rechter te sturen of door aanwezig te zijn bij de zitting (ter terechtzitting verschijnen). De raad voor de kinderbescherming kan dit doen indien de raad van oordeel is dat dit nodig is (noodzakelijk acht) voor de beoordeling van de belangen van de minderjarige.

3. De raad voor de kinderbescherming ontvangt daartoe onverwijld een afschrift van het verzoekschrift, en wordt tijdig van het tijdstip van de terechtzitting op de hoogte gesteld.

Dit lid stelt dat de raad voor de kinderbescherming, om zijn taken te kunnen uitvoeren, zonder vertraging (onverwijld) een kopie (afschrift) van het verzoekschrift moet ontvangen. Verder moet de raad voor de kinderbescherming tijdig geïnformeerd worden over het precieze tijdstip waarop de zitting (terechtzitting) zal plaatsvinden.

4. Indien de zaak evenwel de ondertoezichtstelling van een minderjarige betreft, de toepassing of overeenkomstige toepassing van de artikelen 264 en 265 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek daaronder niet begrepen, dan wel de beëindiging van het ouderlijk gezag of van de voogdij, beslist de rechter niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping daartoe van de raad voor de kinderbescherming.

Dit lid bepaalt dat in specifieke, ingrijpende zaken de rechter niet mag beslissen zonder de raad voor de kinderbescherming te horen of correct (behoorlijk) op te roepen. Deze zaken zijn: de ondertoezichtstelling van een minderjarige (met uitzondering van de situaties genoemd in artikel 264 en 265 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek), of de beëindiging van het ouderlijk gezag, of de beëindiging van de voogdij. In dergelijke gevallen is de betrokkenheid van de raad dus verplicht voordat de rechter een beslissing neemt.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

92 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1046 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:104626 september 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:7656 - Rechtbank Noord-Holland - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:76568 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1047 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:104726 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6415 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:641523 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6417 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:641723 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6357 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:635722 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2025:2399 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 4 september 2025

ECLI:NL:GHSHE:2025:23994 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5515 - Rechtbank Overijssel - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:551526 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5892 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:589222 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7165 - Rechtbank Gelderland - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:716521 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5649 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:564921 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5652 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:565221 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5653 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:565321 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5654 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:565421 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5884 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:588421 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5562 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 19 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:556219 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5866 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:586618 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5656 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 14 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:565614 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5406 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 13 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:540613 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5382 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 12 augustus 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:538212 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht