ECLI:NL:RBOVE:2025:5515 - Rechtbank Overijssel - 26 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/321463 / FA RK 24-2364
beschikking van 26 augustus 2025
inzake
[de stiefvader]en[de moeder] , echtelieden, hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers en afzonderlijk te noemen: de stiefvader of de moeder, beiden wonende te [woonplaats 1] , advocaat: mr. A.R. van Maas de Bie.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de vader], hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats 2] (België), de thans meerderjarige: [kind 1], hierna te noemen: [kind 1] , wonende te [woonplaats 3] ,
ten aanzien van de inschrijving van de buitenlandse geboorteakte(n)
de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente [geboorteplaats 1] , zetelend te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand.
In verband met het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is in de procedure opgeroepen: de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de raad, gevestigd te Almelo.
1 Het procesverloop
1.1. De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
-
het verzoek (met bijlagen), binnengekomen op 20 september 2024;
-
een rolbericht met bijlage van mr. Van Maas de Bie, binnengekomen op 2 oktober 2024;
-
een rolbericht met bijlagen van mr. Van Maas de Bie, binnengekomen op 4 november 2024;
-
een brief van de raad van 20 november 2024, binnengekomen op 21 november 2024;
-
een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 13 december 2024, binnengekomen op 16 december 2024;
-
een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 3 februari 2025, binnengekomen op 17 februari 2025;
-
een brief met bijlagen van mr. Van Maas de Bie van 21 februari 2025, binnengekomen op 25 februari 2025;
-
het rapport van de raad van 28 maart 2025;
-
een brief met bijlagen van mr. Van Maas de Bie van 10 april 2025.
1.2. De kinderrechter mr. De Wit heeft op 21 november 2024 met [kind 2] en [kind 3] gesproken. De kinderrechter mr. Jongebreur heeft op 14 augustus 2025 een gesprek gehad met [kind 1] .
1.3. Het verzoek tot stiefouderadoptie is besproken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 21 augustus 2025. Daarbij waren aanwezig:
-
verzoekers, bijgestaan door mr. Van Maas de Bie,
-
[naam] namens de raad.
De vader is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
2 De feiten
2.1. De stiefvader is geboren op [geboortedatum 1] 1959 in de gemeente [geboorteplaats 1] en de moeder op [geboortedatum 2] 1967 in de gemeente [geboorteplaats 2] (België).
2.2. Tijdens het huwelijk van de moeder en de vader zijn tien kinderen geboren waaronder:
- de inmiddels meerderjarige [kind 1], op [geboortedatum 3] 2006 [geboorteplaats 3] (België),
en de minderjarigen:
- [kind 2] [de vader], op [geboortedatum 4] 2007 [geboorteplaats 4] (België), en
**- [kind 3] [de vader]**op [geboortedatum 5] 2008 [geboorteplaats 5] (België).
2.3. Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge (België) van 1 februari 2016 is de echtscheiding uitgesproken tussen de moeder en de vader. Dit huwelijk is definitief ontbonden door de inschrijving van het vonnis in het register van de Burgerlijke Stand van Brugge (België) op 13 juni 2016.
2.4. De moeder woont sinds 17 februari 2015 bij de stiefvader in Nederland. [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] wonen daar sinds 19 juni 2015.
2.5. Verzoekers zijn op 9 december 2016 te Amersfoort met elkaar gehuwd.
2.6. Tijdens het huwelijk van verzoekers zijn geboren de minderjarigen:
-
[kind 4] , geboren te [geboorteplaats 6] op [geboortedatum 6] 2019,
-
[kind 5] , geboren te [geboorteplaats 7] op [geboortedatum 7] 2022, en
-
[kind 6] , geboren te [geboorteplaats 8] op [geboortedatum 8] 2022.
2.7. Bij beschikking van deze rechtbank van 17 januari 2025 is het gezag van de vader over [kind 2] en [kind 3] beëindigd. Vanaf dat moment heeft de moeder alleen het gezag over hen.
2.8. De stiefvader heeft de Nederlandse nationaliteit. De moeder, de vader en de kinderen hebben de Belgische nationaliteit.
3 Het verzoek
3.1. De stiefvader en de moeder verzoeken de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: primair:
-
de adoptie uit te spreken van de minderjarigen [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] door de stiefvader;
-
te bepalen dat de geslachtsnaam van de kinderen [de stiefvader] zal zijn;
-
te gelasten dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage overgaat tot inschrijving van de Belgische geboorteakten van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] in het betreffende register van geboorten; alsmede
-
te gelasten dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een vermelding van de adoptie door de stiefvader [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] aan de voormelde akten toevoegt.
subsidiair: te bepalen dat de stiefvader mede wordt belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] .
3.2. Ter onderbouwing van het verzoek hebben de stiefvader en de moeder, samengevat, gesteld dat de stiefvader, samen met de moeder, al meer dan negen jaar voor de kinderen heeft gezorgd. De stiefvader is feitelijk als een vader voor de kinderen. Hun vader staat op grote afstand en is volledig uit zicht. De stiefvader, de moeder en de kinderen vinden het belangrijk, ook emotioneel gezien, dat de stiefouderadoptie plaats vindt, zodat de relatie tussen de stiefvader en de kinderen ook wettelijk bevestigd wordt. De banden tussen de vader en de kinderen zijn ernstig verstoord en er zijn geen mogelijkheden tot herstel van die banden. De kinderen zijn bang voor de agressie en het grensoverschrijdend gedrag van hun vader en willen geen contact met hem. Zij stellen dat in het verleden verschillende heftige incidenten hebben plaatsgevonden, die voor de kinderen traumatisch waren. [kind 3] is bovendien door hem aangerand. De verhoudingen tussen de vader en de moeder zijn volledig verstoord en het contact tussen hen is volledig verbroken. Ook het contact tussen de vader en de kinderen is al sinds januari 2017 volledig verbroken. De kinderen voelen zich niet veilig bij de vader en hun veiligheid is daar ook niet geborgd. Volgens de stiefvader en de moeder dient aan de weigering van de toestemming van de vader voorbij te worden gegaan, nu hij zich niet meer om de kinderen heeft bekommerd en een gevaar is voor de gezondheid, de veiligheid en de zedelijkheid van de kinderen. Een weigering van de vader kan daarom niet aan de stiefouderadoptie in de weg staan. De stiefouderadoptie is in het belang van de kinderen. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de stiefvader en de moeder nog naar voren gebracht dat zij als gezin een nieuwe start willen maken, als één familie. Zij voelen zich emotioneel gezien allemaal [de stiefvader] . Het is voor de kinderen zwaar om te worden geconfronteerd met de naam [de vader] op officiële documenten, zoals diploma’s. Alle gebeurtenissen hebben een diepe emotionele impact gehad op de kinderen die een en ander als traumatisch hebben ervaren. Dat geldt zeker voor [kind 3] die vastloopt en dringend psychische hulp nodig heeft. Dat wat zij hebben meegemaakt rechtvaardigt volgens de stiefvader en de moeder het verbreken van de banden met de vader. Ondanks het feit dat deze procedure een enorme trigger voor de kinderen is, hebben zij door alles wat er is gebeurd welbewust voor deze procedure gekozen.
4 Het verweer4.1. De biologische vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen en hij heeft geen verweer gevoerd.
4.2. Uit de raadsrapportage volgt dat hij het niet eens is met het verzoek, maar als het verzoek wordt toegewezen, zullen zij altijd zijn kinderen zijn en blijven. Hij draagt de kinderen in zijn hart en houdt de deur altijd voor hen open. Als de stiefouderadoptie de wil en de wens is van de kinderen, zal hij zich hiertegen niet verzetten en zich erbij neerleggen, zodat de kinderen niet belast worden.
5 De mening van de kinderen
5.1. Zowel [kind 1] als [kind 2] en [kind 3] willen graag door hun stiefvader worden geadopteerd.
5.2. [kind 2] vertelt dat de situatie thuis en de contacten met mama en haar stiefvader goed zijn. Zij ziet de stiefvader als vader en door adoptie wordt hij dan ook officieel haar vader. Zij noemt zichzelf al [de stiefvader] in plaats van [de vader] , maar door haar studie heet zij weer [de vader] . Dat vindt zij heel vervelend. Zij wil liever niet meer [de vader] genoemd worden. Het verzoek tot wijziging van de achternaam komt van haar en haar zus. Hun half-zusjes hebben eveneens de achternaam [de stiefvader] en zij voelen meer als zussen dan hun biologische zussen in België. Het voelt als familie voor haar. [kind 2] vindt haar vader niet de beste vader en heeft geen behoefte meer om hem te zien. Zij kent hem eigenlijk ook niet echt.
5.3. [kind 3] beschouwt haar halfzusjes ook als echte zussen en zo voelt het ook. Zij heeft een goede band met haar stiefvader en noemt hem ook papa. Zij heeft geen contact meer met haar vader. Toen zij zes jaar was, kwam hij naar Nederland, maar daarna is hij niet meer geweest en nam hij ook geen contact op. Zij mist hem niet. Zij weet niet beter dan dat de stiefvader haar vader is. Zij vindt het niet erg dat de (juridische) banden met haar vader worden verbroken. Zij wil graag de achternaam van haar stiefvader. Dan heet zij net zoals haar zusjes heten. Zij voelt zich meer een [de stiefvader] . Zij is een [de stiefvader] .
5.4. [kind 1] heeft helemaal geen contact, ook niet telefonisch, meer met haar vader en heeft ook geen behoefte aan contact met hem. Het is ongeveer zeven jaar geleden dat zij voor het laatst contact met hem heeft gehad. Ook met haar zes zussen en één broer heeft zij geen contact (meer). Er is heel veel gebeurd in het verleden, waardoor het zo is gelopen. Zij weet dat door de adoptie de familierechtelijke betrekkingen met haar vader worden beëindigd en met haar stiefvader worden bevestigd. Zij heeft met haar stiefvader een hele goed band, een vaderband. Hij voelt als haar vader en zij bespreekt veel met hem. Hij helpt haar als het nodig is. Zij wil heel graag de naam [de stiefvader] dragen. De kinderen van haar moeder en stiefvader dragen ook die naam. Zij is die naam zelf ook in het dagelijks leven gaan gebruiken, zoals bijvoorbeeld op school. Op officiële papieren staat dat natuurlijk niet. Het zou haar heel erg helpen als haar naam gewijzigd wordt, ook omdat zo wordt voorkomen dat zij het telkens uit moet leggen. Zij wil heel graag dat de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke situatie. Als het verzoek niet wordt toegewezen, zou zij dat niet leuk vinden, maar de (emotionele) band met haar stiefvader zal daardoor niet veranderen.
6 Het standpunt van de ambtenaar van de burgerlijke stand
6.1. De ambtenaar van de burgerlijke stand is geen belanghebbende met betrekking tot de verzochte adoptie en refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot de geslachtsnaam brengt de ambtenaar van de burgerlijke stand naar voren dat de minderjarigen [kind 2] en [kind 3] door de adoptie het Nederlanderschap verkrijgen op de eerste dag na een periode van drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak. Indien zij op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder zijn, verklaren zij zelf van welke ouder zij de geslachtsnaam wensen te dragen. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van naamkeuze van de adoptanten hierover. De inmiddels meerderjarige [kind 1] kan door adoptie echter niet de Nederlandse nationaliteit verkrijgen.
7 7. Het advies van de raad
7.1. De raad adviseert om het verzoek van de stiefvader tot adoptie van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] toe te wijzen. Volgens de raad is het in hun kennelijke belang dat zij worden geadopteerd door de stiefvader. De weergaven van de moeder en de vader over de gebeurtenissen van de afgelopen jaren zijn tegenstrijdig en er is een jarenlange juridische strijd gaande tussen hen sinds zij uit elkaar zijn gegaan. De kinderen zijn (deels) getuige geweest van deze strijd, wat hun mogelijk ook heeft beïnvloed in hun visie over de vader. Daarbij hebben zij ook hun eigen herinneringen aan vader en hun tijd met hem die niet positief zijn en waarvoor mogelijk psychologische behandeling nodig is om hiermee om te kunnen gaan. Volgens de raad is duidelijk dat de band tussen de kinderen en de vader ernstig verstoord is. Zij hebben al jarenlang op geen enkele wijze contact met hem en hebben ook niet de wens om dit contact in de toekomst aan te gaan. De kinderen hebben niets meer van de vader te verwachten in zijn rol als ouder. Zij hebben de leeftijd waarop zij andere verwachtingen en behoeften hebben met betrekking tot een vader in zijn ouderrol. Vader kan hieraan niet voldoen in hun ogen. Doordat de verhoudingen tussen hen zo ernstig zijn verstoord acht de raad het niet aannemelijk dat deze band, als deze in de toekomst al zou verbeteren, op een dusdanig korte termijn verbetert dat vader voor hen nog een rol van betekenis zou kunnen spelen in de rol van vader. De kinderen hebben duidelijk uitgelegd dat zij geen band voelen met vader maar wel met stiefvader. Hij is voor hen al jarenlang een vaderfiguur en zij willen alle drie dat hij hen adopteert. Zij willen zijn achternaam dragen en voor zover dit mogelijk is, zijn kinderen zijn. Tevens willen dat zij ook hun band met hun jongere (half) zusjes wordt bekrachtigd. Door een stiefouderadoptie wordt de feitelijke gezinssituatie op juridische wijze bekrachtigd zoals deze al jaren is en zoals verzoekers en de kinderen deze ook in de toekomst wensen te behouden. De stiefouderadoptie kan ook rust en duidelijkheid brengen, iets waar de kinderen behoefte aan lijken te hebben. Ze zijn moe van de jarenlange strijd en willen niet dagelijks geconfronteerd worden met de vader en zijn naam.
8 De beoordeling
Internationaal privaatrechtelijke aspecten
8.1. Omdat de moeder, de vader en de kinderen de Belgische nationaliteit hebben en de stiefvader de Nederlandse, draagt deze zaak een internationaal karakter. Daarom moet eerst de vraag worden beantwoord of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en zo ja, welk recht van toepassing is op het verzoek.
De bevoegdheid
8.2. De rechtbank is bevoegd van het verzoek tot adoptie kennis te nemen, nu de kinderen en verzoekers in Nederland wonen.
Het toepasselijke recht
8.3. Op een in Nederland uit te spreken adoptie is Nederlands recht van toepassing, met dien verstande dat op de toestemming dan wel raadpleging of de voorlichting van de ouders van het kind het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit bezit toepasselijk is.
8.4. Een adoptie geschiedt naar Nederlands recht door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen of op verzoek van één persoon alleen. Twee personen tezamen kunnen geen verzoek tot adoptie doen, indien zij krachtens artikel 41 geen huwelijk met elkaar zouden mogen aangaan.
8.5. De moeder is van rechtswege juridisch ouder van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] . Zij kan dus niet om hun adoptie verzoeken. Een verzoek tot adoptie kan slechts worden gedaan door een verzoeker die via een adoptie in een familierechtelijke betrekking tot het kind wil komen te staan. Hoewel de rechtbank begrijpt dat de moeder eveneens de wens heeft om tot adoptie te komen, kan in juridische zin alleen de stiefvader verzoeken om adoptie van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] . De moeder zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek. Dit houdt in dat de rechtbank hierna alleen het verzoek tot (stiefouder)adoptie van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] door de stiefvader inhoudelijk zal beoordelen. De stiefvader kan worden ontvangen in zijn verzoek.
De inhoudelijke beoordeling
8.6. Het verzoek kan (naar Nederlands recht) alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang is van het kind en op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Ook dient aan de voorwaarden, genoemd in artikel 1:228 Burgerlijk Wetboek (BW), wordt voldaan.
8.7. Bij het kennelijk belang van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] dient - naast hetgeen hieronder nog wordt overwogen - in dit verband niet alleen te worden gelet op de positie die [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] door adoptie verkrijgen, maar ook op wat zij verliezen. Hierbij moet in de eerste plaats worden gedacht aan de aanspraak op verzorging en opvoeding.
8.8. De bepaling dat op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien dat het te adopteren kind niets meer van zijn ouder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, ziet op het dragen van verantwoordelijkheid jegens een kind, in het bijzonder de verzorging, de opvoeding en het uitoefenen van het gezag en staat daarmee los van de vraag of een kind nog contact kan hebben met een ouder na de adoptie.
8.9. De rechtbank stelt vast dat het gaat om een complexe situatie. Adoptie is een verstrekkende maatregel waarbij de juridische banden van een kind met zijn oorspronkelijke ouders en bloedverwanten worden doorgesneden en er juridische banden met de nieuwe ouder(s) worden vastgesteld.
8.10. Naar het oordeel van de rechtbank staat het volgende vast. De moeder heeft sinds februari 2015 een relatie met de stiefvader. De kinderen verblijven sinds juni 2015 bij de moeder en de stiefvader en groeien nu al meer dan tien jaar op in het gezin van de moeder en de stiefvader. Sindsdien heeft de stiefvader, samen met de moeder, onafgebroken de zorg voor [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] . De moeder is op 9 december 2016 met de stiefvader gehuwd. Tijdens dit huwelijk zijn nog drie kinderen geboren. Samen met [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] vormen zij een gezin. Sinds 2017 hebben [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] de vader niet meer gezien en is hij niet meer betrokken in het leven van de kinderen. Er is ook geen enkel contact met hun zussen en broer in België. Uit de rapportage van de raad volgt dat de weergaven van gebeurtenissen van de afgelopen jaren tussen de moeder en de stiefvader enerzijds en de vader anderzijds tegenstrijdig zijn en dat er een jarenlange juridische strijd tussen hen gaande is geweest sinds zij uit elkaar zijn gegaan. De kinderen zijn (deels) getuige geweest van deze strijd en het heeft hen mogelijk beïnvloed in hun visie over de andere partij, maar zij hebben ook eigen herinneringen aan vader en hun tijd met hen en die herinneringen zijn niet positief. De band tussen [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] en hun vader is ernstig verstoord. Volgens de raad kan stiefouderadoptie rust en duidelijkheid brengen en dat is iets waar [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] behoefte aan hebben. [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] zijn consistent in hun wens door stiefvader geadopteerd te worden. Zowel bij de raad als de rechtbank hebben zij dit verteld en ook in het dossier zijn verklaringen van hen overgelegd. Bij beschikking van deze rechtbank van 17 januari 2025 is het gezag van de vader over [kind 2] en [kind 3] beëindigd. Vanaf dat moment heeft de vrouw alleen het gezag over hen. De vader is niet bij die mondelinge behandeling geweest en is ook in deze procedure niet verschenen. In de praktijk vervult de stiefvader al jarenlang de vaderrol voor [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] . Zij beschouwen de stiefvader als hun vader en de stiefvader ziet hen als zijn dochters. Zij wensen ook de naam van de stiefvader te dragen en niet meer te worden geconfronteerd met de naam [de vader] , welke naam veel negatieve herinneringen oproept.
8.11. De moeder, [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] stemmen in met de adoptie. De raad adviseert het verzoek tot adoptie toe te wijzen.
8.12. De rechtbank is van oordeel dat de adoptie, gelet op het voorgaande, in het kennelijk belang is van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] en dat zij niets meer van hun vader te verwachten hebben in de ouderrol.
8.13. Nu aan de eerste twee gronden van artikel 1:227 BW is voldaan, dient de rechtbank te beoordelen of aan de voorwaarden van 1:228 BW is voldaan. De rechtbank zal eerst de voorwaarde genoemd in 1:228 lid 1 onder d bespreken, te weten de voorwaarde dat geen van de ouders het verzoek tot adoptie tegenspreekt.
8.14. Zoals hiervoor onder 8.3. is overwogen is op de toestemming Belgisch recht van toepassing.
8.15. Naar Belgisch recht moeten de ouders van het kind dat geadopteerd zal worden hun instemming geven om de adoptie te kunnen uitspreken. Als de afstamming van een kind vaststaat ten aanzien van de moeder en de vader, moeten beide ouders instemmen met de adoptie. Deze toestemming moet in een authentieke akte worden opgenomen of voor de rechtbank die het verzoek behandelt worden verklaard De rechter kan weigering van de ouders naast zich neerleggen en desondanks de adoptie uitspreken (artikel 348-3 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (BBW)). Als echter één van de twee ouders vermoedelijk vermist is, er niets bekend is over zijn/haar verblijfplaats of als hij/zij zijn wil niet kan uiten, is de toestemming van de ander voldoende.
8.16. De rechtbank stelt vast dat de moeder met het gezag alsook [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] instemmen met de adoptie door de stiefvader.
8.17. De vader zonder gezag is niet verschenen in deze procedure. Hij heeft ten overstaan van de raad te kennen gegeven het niet eens te zijn met de verzochte adoptie, maar als dat de wens van de kinderen is, hij zich daartegen niet zal verzetten. Dan zal hij zich erbij neerleggen zodat de kinderen niet belast worden.
8.18. Indien een persoon die op grond van de artikelen 348-2 tot en met 348-7 BBW dient in te stemmen met de adoptie, weigert deze toestemming te geven, kan de adoptie niettemin worden uitgesproken op verzoek van de adoptant, de adoptanten of het openbaar ministerie indien de familierechtbank deze weigering ongerechtvaardigd acht. Indien de moeder of de vader van het kind echter weigert in te stemmen met de adoptie, kan de rechtbank de adoptie enkel uitspreken indien na een grondig maatschappelijk onderzoek duidelijk wordt dat deze persoon niet meer voor het kind zorgt of de gezondheid, de veiligheid of de goede zeden van het kind in gevaar heeft gebracht. Om te beoordelen of de weigering van toestemming misbruik oplevert, houdt de rechtbank rekening met de belangen van het kind (artikel 348-11 BBW).
8.19. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vader (naar Belgisch recht) geen toestemming gegeven voor de adoptie, maar kan aan deze weigering echter voorbij worden gegaan. De raad heeft uitgebreid onderzoek gedaan en rapport en advies uitgebracht, dat tijdens de mondelinge behandeling is herhaald, bevestigd en aangevuld. De vader heeft de laatste zeven jaar de kinderen niet meer verzorgd en opgevoed en zich dus niet om hen bekommerd. De verwachting is er niet dat hij dat alsnog zou doen en de kinderen staan hier ook niet voor open. De weigering van de vader om in te stemmen met de adoptie acht de rechtbank ongerechtvaardigd, nu, zoals is overwogen in 8.10., adoptie in het kennelijk belang van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] is.
8.20. De rechtbank is van oordeel dat ook aan de overige in artikel 1:228 lid 1 BW genoemde voorwaarden voor adoptie is voldaan:
a. [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] zijn op de dag van het eerste verzoek minderjarig en zij hebben geen bezwaar tegen de adoptie;
b. [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] zijn geen kleinkinderen van de stiefvader;
c. de stiefvader is ten minste achttien jaren ouder dan [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] ;
e. de stiefvader heeft [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] ten minste een jaar verzorgd en opgevoed;
g. de vader heeft niet langer het gezag over [kind 2] en [kind 3] .
8.21. [kind 1] is gedurende de procedure meerderjarig geworden, zodat het vereiste van artikel 1:228 lid 1 sub g BW voor haar geen rol meer speelt, terwijl overigens de moeder sinds 17 januari 2025 alleen het gezag over [kind 2] en [kind 3] uitoefent.
8.22. Gelet op bovenstaande zal de rechtbank het verzoek tot adoptie van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] door de stiefvader toewijzen.
Rechtsgevolgen
8.23. Een in Nederland uitgesproken adoptie heeft, wat betreft het ontstaan en de verbreking van de familierechtelijke betrekkingen, de rechtsgevolgen die daaraan worden toegekend door het Nederlands recht.
8.24. De adoptie heeft haar gevolgen vanaf de dag waarop de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
8.25. Door de adoptie wordt de stiefvader, samen met moeder, de juridische ouder van [kind 3] , die nog minderjarig is op het moment dat de adoptie in kracht van gewijsde gaat. [kind 1] en [kind 2] zijn op dat moment meerderjarig. Gelet op het huwelijk ontstaat van rechtswege gezamenlijk ouderlijk gezag over [kind 3] .
Aantekening in het gezagsregister
8.26. De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2 lid 1 aanhef en onder sub m van het Besluit gezagsregisters bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking doet toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.
De geslachtsnaam van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3]
8.27. Op grond van artikel 10:19 lid 1 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. Ingevolge artikel 10:20 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit heeft bepaald door het Nederlandse recht. Artikel 10:22 lid 1 BW bepaalt dat ingeval van verandering van nationaliteit het recht van de staat van de nieuwe nationaliteit van toepassing is, daaronder begrepen de regels van dat recht betreffende de gevolgen van de nationaliteitsverandering voor de naam.
8.28. [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] bezitten thans de Belgische nationaliteit. Zij hebben afzonderlijk verklaard (na de adoptie) de naam ‘ [de stiefvader] ’ te willen dragen, zijnde de achternaam van de stiefvader. Ook verzoekers hebben dit verklaard.
8.29. Indien het kind op de dag van de uitspraak in eerste aanleg minderjarig was en ten minste één der adoptiefouders Nederlander is, verkrijgt het kind het Nederlanderschap op de eerste dag na een periode van drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak. Op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan, levert dit een grondslag op voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit, zijnde de nationaliteit van de stiefvader, door [kind 2] en [kind 3] , nu zij op de dag van de uitspraak minderjarig zijn. Dit betekent dat Nederlands recht van toepassing is op de verzochte geslachtsnaamwijziging van [kind 2] en [kind 3] .
8.30. Ten aanzien van de geslachtsnaam bij adoptie geldt naar Nederlands recht, voor zover hier van belang, het volgende. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van hun beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde, dan wel de geslachtsnaam van die ouder. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van de adoptanten omtrent de geslachtsnaamkeuze.
8.31. [kind 2] en [kind 3] hebben verklaard dat zij de geslachtsnaam van de stiefvader wensen te dragen. De moeder en de stiefvader hebben dit ook verklaard. De rechtbank zal daarom verstaan dat de geslachtsnaam van [kind 2] en [kind 3] na de adoptie ‘ [de stiefvader] ’ zal zijn;
8.32. Voor wat betreft [kind 1] geldt dat zij gedurende de adoptieprocedure meerderjarig is geworden. Nu zij op de dag van de uitspraak meerderjarig is, krijgt zij door de adoptie niet van rechtswege de Nederlandse nationaliteit. Zij zal de Nederlandse nationaliteit moeten aanvragen door naturalisatie. Ten aanzien van [kind 1] is daarom Belgisch recht op de geslachtsnaamswijziging van toepassing. Volgens Belgisch recht draagt de geadopteerde bij stiefouderadoptie ofwel de naam van de echtgenoot of samenwonende, ofwel de naam van de adoptant, ofwel een die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Bij meerderjarige kinderen kiest deze zelf de geslachtsnaam.
8.33. [kind 1] heeft ook verklaard dat zij na de adoptie de geslachtsnaam van de stiefvader zal hebben. De moeder en de stiefvader hebben dit ook verklaard. De rechtbank zal ten aanzien van [kind 1] eveneens verstaan dat haar geslachtsnaam ‘ [de stiefvader] ’ zal zijn;
Ten aanzien van de geboortegegevens van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3]
8.34. De Belgische geboorteakten van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] zijn niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats 1] .
8.35. De rechtbank die de adoptie uitspreekt gelast ambtshalve afzonderlijk de inschrijving van de in het eerste en het tweede lid bedoelde akte van geboorte.
8.36. Bij de stukken bevinden zich de geboorteakten van [kind 1] met nummer: [nummer 1] , [kind 2] [nummer 2] en [kind 3] nummer: [nummer 3] uit België. De rechtbank zal gelasten dat deze geboorteakten worden ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente Den Haag. Hierbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de ambtenaar heeft aangegeven dat duidelijk is hoe de afstamming tot de moeder en de vader is ontstaan en de ambtenaar om die reden geen bezwaar heeft tegen een last tot inschrijving van deze geboorteakten. Uit deze akten volgt: plaats van geboorte : [geboorteplaats 3] (België) datum van geboorte : [geboortedatum 3] 2006 geslacht : vrouwelijk geslachtsnaam : [de vader] voornaam : [kind 1] kind van [de moeder] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1967 (moeder) en [de vader] , geboren te [geboorteplaats 9] op [geboortedatum 9] 1965 (vader), waarbij de rechtbank opmerkt dat de hoofdletters de geslachtsnaam betreffen. plaats van geboorte : [geboorteplaats 4] (België) datum van geboorte : [geboortedatum 4] 2007 geslacht : vrouwelijk geslachtsnaam : [de vader] voornaam : [kind 2] kind van [de moeder] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1967 (moeder) en [de vader] , geboren te [geboorteplaats 9] op [geboortedatum 9] 1965 (vader), waarbij de rechtbank opmerkt dat de hoofdletters de geslachtsnaam betreffen.
plaats van geboorte : [geboorteplaats 5] (België) datum van geboorte : [geboortedatum 5] 2008 geslacht : vrouwelijk geslachtsnaam : [de vader] voornaam : [kind 3] kind van [de moeder] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1967 (moeder) en [de vader] , geboren te [geboorteplaats 9] op [geboortedatum 9] 1965 (vader), waarbij de rechtbank opmerkt dat de hoofdletters de geslachtsnaam betreffen.
8.37. De ambtenaar zal, nadat de geboorteakten van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, de latere vermeldingen van de adoptie(s) en de geslachtsnaamswijziging toevoegen aan de geboorteakten van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] .
8.38. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
9 De beslissing
De rechtbank:
9.1. verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek;
9.2. spreekt de adoptie uit van:
-
[kind 1], geboren op [geboortedatum 3] 2006 te [geboorteplaats 3] (België),
-
[kind 2] [de vader], geboren op [geboortedatum 4] 2007 te [geboorteplaats 4] (België), en
**- [kind 3] [de vader]**geboren op [geboortedatum 5] 2008 te [geboorteplaats 5] (België),
dochters van [de moeder] en [de vader] , door [de stiefvader], wonende te [woonplaats 1] , met instandhouding van de familierechtelijke betrekkingen tussen [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] en de moeder;
9.3. stelt vast dat [kind 1] , [kind 2] , [kind 3] en verzoekers hebben verklaard dat zij kiezen voor de geslachtsnaam “ [de stiefvader] ”, zodat de rechtbank verstaat dat hun volledige namen na de adoptie zijn: [kind 1] , [kind 2]en[kind 3] [de stiefvader];
9.4. gelast de inschrijving in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage van: -de akte van geboorte met nummer: [nummer 1] betreffende [kind 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2006 [geboorteplaats 3] ; -de akte van geboorte met nummer: [nummer 2] betreffende [kind 2] [de vader] , geboren op [geboortedatum 4] 2007 te [geboorteplaats 4] ; en -de akte van geboorte met nummer: [nummer 3] betreffende [kind 3] [de vader] , geboren op [geboortedatum 5] 2008 te [geboorteplaats 5] ;
9.5. gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een latere vermelding(en) van de adopties aan de daarvoor in aanmerking komende akten toe te voegen;
9.6. wijst af het meer of anders verzochte.
Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de raad voor de kinderbescherming en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door de raad opgenomen in zijn registratie.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
Afschrift verzonden d.d. Aan:
Raad voor de Kinderbescherming Mr. van Maas de Bie [kind 1] De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag (ter kennisneming)
Afschrift verzonden na appèltermijn d.d. Aan:
gezagsregister De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, afdeling Burgerzaken (ter inschrijving)
Artikel 10:19 lid 1 Burgerlijk Wetboek en artikel 1:5 lid 7 Burgerlijk Wetboek
Artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 10:105 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:227 lid 1 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:227 lid 2 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:227 lid 3 Burgerlijk Wetboek
Artikel 10:106 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:229 lid 3 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:230 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:251 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:5 lid 3, derde volzin Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:5 lid 7 Burgerlijk Wetboek
Artikel 1:25 lid 5 Burgerlijk Wetboek