Terug naar rechtsgebieden

Internationaal Privaatrecht

Tot 50 recente arresten van de Hoge Raad

Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:22

Uitleg van het petitum: Hoge Raad corrigeert te strikte lezing vordering

Arrest

12 januari 202415× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat een vordering niet als te vaag mag worden afgewezen als uit de stellingen en het partijdebat duidelijk is wat wordt bedoeld. Een rechter moet een petitum uitleggen aan de hand van de onderbouwing en de wederzijdse begripsvorming.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Arbeidsrecht, Letselschaderecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1797

Keuzerecht bij samenloop internationale alimentatieverdragen

Arrest

22 december 20232× aangehaald in latere zaken

Bij samenloop van twee toepasselijke alimentatie-executieverdragen die elkaar 'onverlet laten', komt de executant het keuzerecht toe. De keuze voor het ene verdrag bepaalt de toepasselijke rechtsmiddelen en termijnen, zoals de cassatietermijn, die per verdrag verschilt.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1265

Litispendentie in hoger beroep: grenzen aan onbevoegdverklaring na inhoudelijk oordeel

Arrest

29 september 20237× aangehaald in latere zaken

Als de rechter in eerste aanleg een beroep op litispendentie (art. 12 Rv) verwerpt en inhoudelijk beslist, kan het hof niet alsnog de onbevoegdheid uitspreken. De discretionaire keuze om de zaak niet aan te houden is in hoger beroep een voldongen feit.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1266

Art. 12 Rv: Erkenning is de norm, tenuitvoerlegging de uitzondering

Arrest

29 september 20235× aangehaald in latere zaken

Voor aanhouding en onbevoegdverklaring op grond van art. 12 Rv is erkenning van de buitenlandse beslissing voldoende. De eis van tenuitvoerlegging geldt alleen extra als een executieverdrag van toepassing is. De rechter moet vaststellen welke procedure (buitenlandse of Nederlandse) als eerste aanhangig is gemaakt.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1290

Overgangsrecht conflictregel art. 1:88 BW: datum rechtshandeling is beslissend

Arrest

22 september 20232× aangehaald in latere zaken

De vraag welke conflictregel van toepassing is op de vereiste toestemming van een echtgenoot, wordt bepaald door het recht dat gold op het moment van de rechtshandeling. Een latere wetswijziging in het overgangsrecht doet hier niet aan af, ook niet als deze de situatie niet expliciet regelt.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:1132

Functionele immuniteit van overheidsfunctionarissen in civiele zaken geldt ook bij oorlogsmisdrijven

Arrest

25 augustus 2023

Hoge Raad bevestigt dat (voormalige) overheidsfunctionarissen in civiele zaken functionele immuniteit van jurisdictie genieten voor overheidshandelingen. Deze immuniteit kent, naar de huidige stand van het internationaal gewoonterecht, geen uitzondering, zelfs niet bij ernstige verwijten zoals oorlogsmisdrijven.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht, Mensenrechten
Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:865

Krimschatten: Oekraïense cultuurwet als voorrangsregel in Nederlands internationaal privaatrecht

Arrest

9 juni 20232× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad bevestigt dat de Krimschatten moeten worden afgegeven aan de Staat Oekraïne. Een Oekraïens besluit ter bescherming van cultureel erfgoed (Order No. 292) wordt terecht aangemerkt als voorrangsregel (art. 10:7 BW), wat de claims van de Krimmusea opzijzet.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:660

Doorwerking mededingingsrechtelijk vermoeden in bevoegdheidstoets art. 8 Brussel I-bis

Arrest

21 april 20234× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of het materiële mededingingsrechtelijke vermoeden van beslissende invloed van een moeder- op een dochtervennootschap doorwerkt in de procedurele bevoegdheidstoets van art. 8 lid 1 Brussel I-bis voor vorderingen tegen die dochter.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Europees Civiel Recht
BestuursrechtMededingingsrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:408

Gewoonlijk werkland: plaats van instructie en sociale premies cruciaal

Arrest

17 maart 20233× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof over het toepasselijk recht. Voor het 'gewoonlijk werkland' is de plaats waar de werknemer instructies ontvangt beslissend, niet waar ze worden gegeven. De plaats van belasting- en premieafdracht is een zelfstandig, zwaarwegend criterium voor de 'nauwere band'-toets.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Arbeidsrecht, Europees Civiel Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:313

Hoge Raad: Hof mocht WKV niet ambtshalve toepassen en reikwijdte dwaling verduidelijkt

Arrest

24 februari 20239× aangehaald in latere zaken

Een hof mag het Weens Koopverdrag niet ambtshalve toepassen als partijen in hoger beroep niet klagen over de keuze van de rechtbank voor uitsluitend Nederlands recht. Daarnaast is dwaling (art. 6:228 BW) niet beperkt tot eigenschappen van de zaak, maar kan ook zien op de (on)mogelijkheid van de wederpartij om tijdig te leveren.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:200

Verjaring teruggave cultuurgoed: kennis Staat niet beperkt tot centrale autoriteit

Arrest

10 februari 202331× aangehaald in latere zaken

De verjaringstermijn voor de teruggave van een cultuurgoed onder art. 3:310a BW (oud) start zodra de staat bekend wordt met de locatie en bezitter. De Hoge Raad oordeelt dat 'de staat' niet beperkt is tot de centrale autoriteit; kennis bij andere staatsorganen telt ook mee.

Civiel RechtGoederenrecht, Internationaal Privaatrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2022:1108

Beperkte reikwijdte inschrijfplicht rechtsmiddel en gezag van gewijsde buitenlands vonnis

Arrest

15 juli 202214× aangehaald in latere zaken

De inschrijvingsplicht voor een rechtsmiddel (art. 3:301 lid 2 BW) geldt alleen als een uitspraak daadwerkelijk in de plaats van een leveringsakte kan treden. De omvang van het gezag van gewijsde van een erkend buitenlands vonnis wordt bepaald door het recht van herkomst.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht, Europees Civiel Recht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2022:685

Hoge Raad beantwoordt geen vragen over draagmoederschap en wacht op wetgever

Arrest

13 mei 202213× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad onthoudt zich van het beantwoorden van prejudiciële vragen over de erkenning van ouderschap na internationaal draagmoederschap. Aangezien er wetgeving in voorbereiding is, zou beantwoording de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. De feitenrechter krijgt een voorlopige handreiking.

Civiel RechtPersonen En Familierecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:1990

Overgangsrecht Arbitragewet geldt ook voor buitenlandse arbitrages

Arrest

24 december 20215× aangehaald in latere zaken

Het overgangsrecht van de Wet modernisering arbitragerecht (art. IV) is een uitputtende regeling die ook van toepassing is op buitenlandse arbitrages. Bepalend is de startdatum van de arbitrage, niet de datum van de gerechtelijke procedure voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:1721

Iraanse Huwelijkse Voorwaarden Getoetst aan de Nederlandse Openbare Orde

Arrest

19 november 202118× aangehaald in latere zaken

Bepalingen in naar vreemd recht gesloten huwelijkse voorwaarden kunnen buiten toepassing worden gelaten als de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de Nederlandse openbare orde. Dit treft alleen de strijdige bepalingen, niet de gehele overeenkomst, en vereist een beoordeling van de concrete omstandigheden.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:1170

Niet-erkenning Albanees vonnis leidt tot volledige herbeoordeling van het geschil

Arrest

16 juli 20219× aangehaald in latere zaken

Indien een buitenlands vonnis wegens strijd met de openbare orde niet wordt erkend, treft dit de beslissing als geheel. De Nederlandse rechter moet het geschil dan op grond van art. 431 lid 2 Rv volledig opnieuw behandelen, niet slechts het gebrekkige deel.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:230

Internationale bevoegdheid: Ambtshalve toetsing, samenhang en de Handlungsort/Erfolgsort-leer

Arrest

12 februari 20212× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad benadrukt de ambtshalve plicht van de rechter om internationale bevoegdheid te toetsen, inclusief samenhang tussen vorderingen (art. 103 RvC). Het hof had de bevoegdheid niet mogen afwijzen zonder alle stellingen en bevoegdheidsgronden kenbaar in zijn oordeel te betrekken.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht, Europees Civiel Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:1280

Exclusieve rechtsmacht beslagrechter scheepsbeslag onder Beslagverdrag

Arrest

17 juli 20204× aangehaald in latere zaken

De rechter van de plaats van het scheepsbeslag (het beslagforum) heeft op grond van art. 5 Beslagverdrag exclusieve rechtsmacht over de opheffing en de vervangende zekerheid. Een rechter in een andere verdragsstaat mag deze bevoegdheid niet doorkruisen met een bevel tot medewerking.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Transport En Handelsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:1223

Peeters/Gatzen-vordering: bevoegdheid rechter bepaald door Brussel I-Verordening, niet Insolventieverordening

Arrest

3 juli 20204× aangehaald in latere zaken

Een Peeters/Gatzen-vordering valt onder de Brussel I-Verordening. De bevoegde rechter wordt bepaald aan de hand van de plaats van de onrechtmatige daad. De 'Erfolgsort' (plaats van schade) is waar de initiële schade intreedt (verdwijning van vermogen), niet waar de gevolgschade wordt gevoeld.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht, Insolventierecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:956

Rechtsmacht en fondsvorming: de wisselwerking tussen LLMC en Brussel I-bis

Arrest

29 mei 20209× aangehaald in latere zaken

Artikel 11 LLMC creëert zelf geen rechtsmacht, maar stelt de voorwaarde dat er een rechtsgeding aanhangig is. Rechtsmacht voor een verzoek tot fondsvorming moet berusten op een externe grondslag, zoals de Verordening Brussel I-bis of het commune bevoegdheidsrecht.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Transport En Handelsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:797

Verbod moedervereniging treft lokale chapters met rechtspersoonlijkheid niet

Arrest

24 april 202030× aangehaald in latere zaken

Een verbod op een landelijke (informele) vereniging (art. 2:20 BW) strekt zich niet automatisch uit tot de lokale afdelingen (chapters), als die chapters zelfstandig als (informele) vereniging met rechtspersoonlijkheid kwalificeren. Voor elke rechtspersoon is een afzonderlijke verbodsprocedure en beoordeling vereist.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Ondernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StaatsrechtGrondrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:2036

Buitenlandse erkenning en verkrijging Nederlanderschap: bezit van staat, bekrachtiging en wettiging

Arrest

20 december 201929× aangehaald in latere zaken

Een naar destijds geldend recht nietige buitenlandse erkenning leidt niet tot verkrijging van het Nederlanderschap. Dit verandert niet door een mogelijke strijd met art. 8 EVRM. Wel kunnen bezit van staat, bekrachtiging of een latere wettiging alsnog tot het Nederlanderschap leiden.

Civiel RechtPersonen En Familierecht, Internationaal Privaatrecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:1400

VEB/BP: Prejudiciële vragen over Erfolgsort bij collectieve aandeelhoudersacties

Arrest

20 september 201917× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in een collectieve actie. De kernvraag is of het intreden van zuiver financiële schade op een Nederlandse beleggingsrekening volstaat om Nederland als 'Erfolgsort' aan te merken.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht, Financieel Recht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:1239

Procesonbekwaamheid na Spaanse tutela: machtiging tutor en opvolging door erfgenamen

Arrest

19 juli 20194× aangehaald in latere zaken

Een Spaanse 'tutela' wordt gelijkgesteld aan Nederlandse curatele. De tutor heeft rechterlijke machtiging nodig om te procederen. Een hof is niet verplicht de tutor in de gelegenheid te stellen een dergelijke machtiging met terugwerkende kracht te verkrijgen voor een door de curandus zelf ingesteld hoger beroep.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht, Erfrecht, Personen En Familierecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:1085

Rechtsmacht Nederlandse rechter bij kinderontvoering naar niet-verdragsland

Arrest

5 juli 201948× aangehaald in latere zaken

De uitsluiting van cassatieberoep bij kinderontvoering (art. 13 lid 8 Uwik) geldt niet voor een bevoegdheidsbeslissing. In zaken van kinderontvoering naar een niet-verdragsland wordt de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bepaald aan de hand van art. 3 Rv, waarbij de eerdere gewone verblijfplaats van het kind een belangrijke aanknopingsfactor is.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:925

Bevoegdheid Nederlandse rechter bij collectieve beleggersschade: Hoge Raad vraagt uitleg aan HvJEU

Arrest

14 juni 20196× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU over de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter in een collectieve actie. De kernvraag is of de locatie van een beleggingsrekening als 'Erfolgsort' geldt bij zuiver financiële schade.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Financieel Recht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:732

Stilzwijgende aanvaarding rechtsmacht en de scheiding van immuniteitsverweer

Arrest

17 mei 201913× aangehaald in latere zaken

Een beroep op immuniteit van jurisdictie impliceert niet automatisch een betwisting van de rechtsmacht op andere gronden. Om stilzwijgende aanvaarding van rechtsmacht te voorkomen, moet een gedaagde elke grond voor onbevoegdheid expliciet en tijdig aanvoeren.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Transport En Handelsrecht, Europees Civiel Recht, Verbintenissenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:566

Ambtshalve toetsing rechtsmacht: de vergeten grond van het forum arresti

Arrest

12 april 201943× aangehaald in latere zaken

De rechter moet ambtshalve zijn internationale rechtsmacht toetsen op basis van alle beschikbare gegevens. Als andere gronden falen, moet hij ook onderzoeken of rechtsmacht kan worden aangenomen op basis van het forum arresti (art. 10 jo. 767 Rv) wegens een gelegd conservatoir beslag.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:443

Uitleg commune rechtsmacht (art. 7 lid 1 Rv) naar EU-maatstaven

Arrest

29 maart 201965× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat commune regels voor internationale rechtsmacht, zoals art. 7 lid 1 Rv, moeten worden uitgelegd conform de rechtspraak van het HvJEU. Dit betekent dat de rechter alle beschikbare gegevens mag toetsen en dat de rechtsmacht over een medegedaagde een ankergedaagde vereist.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:54

Erkenning buitenlands faillissementsvonnis en strijd met de Nederlandse openbare orde

Arrest

18 januari 201937× aangehaald in latere zaken

Een buitenlands faillissementsvonnis wordt niet erkend als het, of de daaraan voorafgaande procedures, in strijd is met fundamentele Nederlandse rechtsbeginselen. Het kennelijke oogmerk om via onrechtmatige procedures een faillissement uit te lokken, kan leiden tot niet-erkenning op grond van de openbare orde.

Civiel RechtInsolventierecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:2377

Erkenning buitenlands kind door gehuwde man: nationaliteit beoordeeld ex tunc

Arrest

21 december 20188× aangehaald in latere zaken

De erkenning van een buitenlandse rechtshandeling wordt getoetst aan de actuele openbare orde (ex nunc), maar de verkrijging van het Nederlanderschap als gevolg daarvan wordt beoordeeld naar het recht dat gold op het moment van die rechtshandeling (ex tunc) vanwege de rechtszekerheid.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:2361

Prejudiciële vragen over immuniteit van executie en reikwijdte Brussel I-bis

Arrest

21 december 20188× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU over de uitleg van Verordening Brussel I-bis. Kernvraag is of een vordering tot opheffing van conservatoir beslag, gebaseerd op de immuniteit van executie van een internationale organisatie (SHAPE), een 'burgerlijke of handelszaak' is en onder welke bevoegdheidsregel deze valt.

Civiel RechtEuropees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:2165

Vaststelling gewoonlijk werkland internationale chauffeurs volgens EVO en Rome I

Arrest

23 november 201820× aangehaald in latere zaken

Voor het bepalen van het toepasselijk recht op een internationale arbeidsovereenkomst moet de rechter alle relevante gezichtspunten uit de HvJEU-arresten Koelzsch en Schlecker betrekken bij het vaststellen van het 'gewoonlijk werkland' en de 'kennelijk nauwere band', ook de door de werknemer aangevoerde omstandigheden.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Arbeidsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:2174

Hoge Raad vraagt HvJEU uitleg Detacheringsrichtlijn voor internationaal wegvervoer

Arrest

23 november 20182× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over de toepassing van de Detacheringsrichtlijn op internationaal wegvervoer. Kernvragen zijn de uitleg van 'op het grondgebied' voor mobiele werknemers en de betekenis van een 'algemeen verbindend verklaarde' cao.

Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Civiel RechtArbeidsrecht, Internationaal Privaatrecht, Transport En Handelsrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:918

New York Verdrag: Tenuitvoerlegging geweigerd na herziening door appelarbiters

Arrest

15 juni 20189× aangehaald in latere zaken

Een arbitraal vonnis ('Final Award') kan niet in Nederland worden tenuitvoergelegd als een latere herzieningsuitspraak ('Resolution') door andere arbiters, in overeenstemming met de arbitrageovereenkomst en het toepasselijke recht, de rechtskracht aan dat vonnis heeft ontnomen. Dit valt onder de weigeringsgrond van art. V lid 1(e) Verdrag van New York.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:147

Anticiperende Toepassing Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000 en Procesonbekwaamheid

Arrest

2 februari 201815× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad aanvaardt anticiperende toepassing van het niet-geratificeerde Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000. Een Spaanse 'tutela' wordt erkend en de vraag of voor het voeren van een procedure in Nederland rechterlijke machtiging nodig is, wordt beantwoord naar Nederlands recht (lex fori executionis).

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:59

Erkenningsverbod gehuwde man en recht op privéleven: geen automatisme voor Nederlanderschap

Arrest

19 januari 201825× aangehaald in latere zaken

Een absoluut wettelijk verbod voor een gehuwde man om zijn kind te erkennen is een ontoelaatbare inbreuk op het recht op privéleven (art. 8 EVRM). Dit leidt er echter niet toe dat een oude, buitenlandse erkenning alsnog met terugwerkende kracht het Nederlanderschap verleent.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:31

Bevoegdheid nevenvoorziening staat los van echtscheidingsbevoegdheid onder Brussel II-bis

Arrest

12 januari 201824× aangehaald in latere zaken

De bevoegdheid van de Nederlandse rechter voor een verzoek over ouderlijke verantwoordelijkheid (art. 8 Brussel II-bis) is autonoom. Deze bevoegdheid, gebaseerd op de gewone verblijfplaats van het kind, is niet afhankelijk van de bevoegdheid van de rechter om over het echtscheidingsverzoek te oordelen.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:3105

Ruime uitleg 'rechtsfeit' in EEX-Vo voor bevoegdheid bij tegenvordering

Arrest

8 december 20173× aangehaald in latere zaken

De term 'rechtsfeit' in art. 6 lid 3 EEX-Vo moet ruim worden uitgelegd als 'feitencomplex'. Voor bevoegdheid over een tegenvordering is een feitelijke samenhang ('verknochtheid') met de oorspronkelijke vordering voldoende, conform de ruime strekking van andere taalversies en het doel van proceseconomie.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Europees Civiel Recht, Ondernemingsrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:2992

Verdrag van New York: Discretionaire bevoegdheid bij vernietigd arbitraal vonnis

Arrest

24 november 201720× aangehaald in latere zaken

De rechter heeft op grond van art. V lid 1 Verdrag van New York discretionaire bevoegdheid om een in het buitenland vernietigd arbitraal vonnis alsnog te erkennen en ten uitvoer te leggen. Deze bevoegdheid mag echter slechts in bijzondere gevallen worden toegepast.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:2269

Peeters/Gatzen-vordering in internationaal perspectief: Hoge Raad vraagt uitleg aan HvJEU

Arrest

8 september 201711× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU over de kwalificatie van een Peeters/Gatzen-vordering. De kernvraag is of deze vordering onder de Insolventieverordening of de EEX-Verordening valt, wat bepalend is voor de rechtsmacht en het toepasselijke recht.

Civiel RechtInsolventierecht, Internationaal Privaatrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:942

Erkenning kind uit bigaam huwelijk en gevolgen voor Nederlanderschap

Arrest

19 mei 201745× aangehaald in latere zaken

Een familierechtelijke betrekking voortvloeiend uit een ten tijde van de geboorte bigaam huwelijk wordt niet erkend voor de verkrijging van het Nederlanderschap. Dat het huwelijk later monogaam wordt, verandert hier niets aan, omdat het moment van geboorte beslissend is.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:694

Verzekeraarssubrogatie (art. 7:962 BW) prevaleert bij regres op medeaansprakelijke derde

Arrest

14 april 201750× aangehaald in latere zaken

Een WAM-verzekeraar die de benadeelde schadeloosstelt, wordt gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde jegens een derde (art. 7:962 BW), niet in die van de benadeelde (art. 6:12 BW). Hierdoor is de verzekeraar gebonden aan een forumkeuzebeding tussen de verzekerde en de derde.

Civiel RechtEuropees Civiel Recht, Internationaal Privaatrecht, Verzekeringsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:555

Hoge Raad: Geen hoger beroep tegen erkenning buitenlands arbitraal vonnis

Arrest

31 maart 20175× aangehaald in latere zaken

Het non-discriminatieverbod van art. III Verdrag van New York brengt mee dat tegen een rechterlijk verlof tot erkenning van een buitenlands arbitraal vonnis geen hoger beroep openstaat, analoog aan de regeling voor binnenlandse vonnissen. Een uitzondering wegens schending van art. 6 EVRM is beperkt.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:133

Bevoegdheid rechter bij vordering op bestuurder tevens werknemer (EEX-Vo)

Arrest

3 februari 20173× aangehaald in latere zaken

Indien een bestuurder van een vennootschap ook een arbeidsovereenkomst heeft, prevaleren de beschermende bevoegdheidsregels voor werknemers (art. 18-21 EEX-Vo). Een vordering van de werkgever-vennootschap moet dan worden ingesteld bij de rechter van de woonplaats van de werknemer-bestuurder.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht, Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2016:2184

Erkenning Amerikaanse gezagsbeslissing: prorogatie als internationaal aanvaardbare bevoegdheidsgrond

Arrest

23 september 20162× aangehaald in latere zaken

Voor erkenning van een buitenlandse beslissing over ouderlijke verantwoordelijkheid moet de bevoegdheid van de buitenlandse rechter rusten op een internationaal aanvaardbare grond. Prorogatie (forumkeuze door partijen) bij de echtscheidingsrechter is zo'n grond, afgeleid uit Brussel II-bis en het HKV 1996.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht