Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 2. Ouderlijk gezag
§ 1. Het gezamenlijk gezag van ouders binnen en buiten huwelijk en het gezag van één ouder na scheiding
Artikel 251

Artikel 251 (Uitoefening gezamenlijk gezag ouders)

Laatste versie

1. Gedurende hun huwelijk oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit.

2. Na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Gedurende hun huwelijk oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit.

Dit betekent letterlijk dat de ouders, zolang hun huwelijk duurt, het gezag over hun kinderen samen (gezamenlijk) uitoefenen.

2. Na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen.

Dit betekent letterlijk dat ook nadat het huwelijk is beëindigd (ontbinding) op een andere wijze dan door de dood, of na een scheiding van tafel en bed, de ouders die reeds gezamenlijk het gezag uitoefenden, dit gezag gezamenlijk blijven uitoefenen.