Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Handhaving
Afdeling 1. Toezicht op de naleving
Paragraaf 2. Bevoegdheden
Artikel 50

Artikel 50

Laatste versie

1. De ambtenaren belast met de grensbewaking en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen, zijn bevoegd, hetzij op grond van feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren hetzij ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding, personen staande te houden ter vaststelling van hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie. Degene die stelt Nederlander te zijn, maar dat niet kan aantonen, kan worden onderworpen aan de dwangmiddelen als bedoeld in het tweede en vijfde lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden de documenten aangewezen waarover een vreemdeling moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie.

2. Indien de identiteit van de staande gehouden persoon niet onmiddellijk kan worden vastgesteld, mag hij worden overgebracht naar een plaats bestemd voor verhoor. Hij wordt aldaar niet langer dan gedurende zes uren opgehouden, met dien verstande, dat de tijd tussen middernacht en negen uur voormiddags niet wordt meegerekend.

3. Indien de identiteit van de staande gehouden persoon onmiddellijk kan worden vastgesteld en indien blijkt dat deze persoon geen rechtmatig verblijf geniet, dan wel niet onmiddellijk blijkt dat hij rechtmatig verblijf heeft, mag hij worden overgebracht naar een plaats bestemd voor verhoor. Hij wordt aldaar niet langer dan gedurende zes uren opgehouden, met dien verstande, dat de tijd tussen middernacht en negen uur voormiddags niet wordt meegerekend.

4. Indien nog grond bestaat voor het vermoeden dat de opgehouden persoon geen rechtmatig verblijf heeft, kan de in het tweede en derde lid bepaalde termijn door de Commandant der Koninklijke marechaussee respectievelijk door de korpschef in het belang van het onderzoek met ten hoogste acht en veertig uren worden verlengd.

5. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd de opgehouden persoon aan diens kleding of lichaam te onderzoeken, alsmede zaken van deze persoon te doorzoeken.

6. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regelen gegeven omtrent de toepassing van de voorgaande leden van dit artikel.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

38 uitspraken gevonden
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2025:4255 - Raad van State - 4 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:42554 september 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16425 - Rechtbank Den Haag - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1642525 juli 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16980 - Bevoegdheid bij ophouding: de individuele ambtenaar is het bestuursorgaan - 15 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1698015 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat bij een vreemdelingenrechtelijke ophouding op grond van artikel 50 Vw 2000, de individuele ambtenaar het bevoegde bestuursorgaan is, niet de minister. Deze ambtenaar, handelend in zijn hoedanigheid als bestuursorgaan, dient in een beroepsprocedure verweer te voeren en kan daartoe een machtiging verlenen.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:11707 - Rechtbank Den Haag - 3 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:117073 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16870 - Onjuiste grondslag voor ophouding leidt niet tot onrechtmatige vreemdelingenbewaring - 12 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1687012 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een foutieve wettelijke grondslag voor de ophouding maakt de daaropvolgende vreemdelingenbewaring niet onrechtmatig. Dit geldt als er wel een correcte grondslag bestond, de maximale termijn niet is overschreden en de vreemdeling niet in zijn belangen is geschaad. De belangenafweging valt dan in het voordeel van de minister uit.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4068 - Raad van State - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:406827 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15901 - Rechtbank Den Haag - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1590126 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15912 - Rechtbank Den Haag - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1591226 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14491 - Rechtbank Den Haag - 4 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:144914 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13755 - Rechtbank Den Haag - 21 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1375521 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13331 - Rechtbank Den Haag - 14 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1333114 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18599 - Rechtbank Den Haag - 8 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:185998 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18235 - Rechtbank Den Haag - 19 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1823519 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14488 - Rechtbank Den Haag - 4 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:144884 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16424 - Rechtbank Den Haag - 29 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1642429 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16145 - Rechtbank Den Haag - 21 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1614521 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12265 - Rechtbank Den Haag - 10 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1226510 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:12605 - Rechtbank Den Haag - 14 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1260514 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:17050 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1705021 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18000 - Rechtbank Den Haag - 30 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1800030 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak