ECLI:NL:HR:1954:35
Arrest
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
VERWEERSCHRIFT
Aan de Hooge Raad der Nederlanden.
Geeft eerbiedig te kennen:
[de vrouw] , echtgenote van [de man] , wonende te [woonplaats] , ten deze aldaar woonplaats kiezende aan de [c-straat 1] ten kantore van de advocaat en procureur Mr H.J.J. van den Biesen;
Met conclusie:
Dat het Uw Raad behage het ingestelde beroep in cassatie ontvankelijk te verklaren, doch dit overigens te verwerpen, kosten rechtens.
’s-Gravanhage, 8 October 1954.
’t Welk doende enz,
Advocaat
No. 2843
Fw
De Hoge Raad der Nederlanden,
Gezien vorenstaand verzoekschrift en de daarbij bestreden beschikking van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage van 20 September 1954;
Gelet op de conclusie van den Advocaat-Generaal Loeff, namens den Procureur-Generaal, tot verwerping van het beroep;
Overwegende ten aanzien van de voorgestelde middelen van cassatie,
dat de strekking van de curatele wegens verkwisting — bescherming van den curandus uit hoofde van de bij hem gebleken ongeschiktheid tot waarneming van zijn vermogensbelangen — medebrengt, dat de wet geacht moet worden den curandus bekwaam te laten tot handelingen van zuiver familierechtelijken aard, en daaraan niet afdoet, dat zulk een handeling — gelijk bij een op eis van den curandus uitgesproken echtscheiding — gevolgen kan hebben van vermogensrechtelijken aard, vermits ten aanzien van die gevolgen de curatele zich weder kan doen gelden;
dat dus het beroep in zijn beide middelen faalt;
Verwerpt het beroep.
Gedaan en gewezen den twaalfden November 1900 vier en vijftig bij de Heren Donner, President, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en Boltjes, Raden, in tegenwoordigheid van den Substituut-Griffier Morsink.