ECLI:NL:GHARL:2025:4006 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 10 juli 2025
Arrest
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000089-23
Uitspraak d.d.: 10 juli 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, zittingsplaats Arnhem en Rotterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem en Rotterdam, van 20 december 2022 met parketnummer 05-330384-21 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedatum] 1979,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [P.I.] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 3 juni 2024, 10 april 2025, 14 april 2025, 15 april 2025, 18 april 2025, 13 mei 2025 en 17 juni 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Op 10 juli 2025 is het onderzoek gesloten en is er meteen uitspraak gedaan.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden, mr. J.J. Veldheer en mr. L.A. van Bavel, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door mr. P. van der Geest, advocate te Utrecht, namens de benadeelde partijen naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewezenverklaring, een andere strafoplegging en andere beslissingen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
primairhij op of omstreeks 4 juni 2020 te Tienhoven, gemeente Stichtse Vecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen (onder wie [slachtoffer 2] , aanwezig in een chalet met [adres] , en/of [naam] ) op chaletpark aan de [adres] te Tienhoven, van het leven te beroven, zich heeft begeven naar de omgeving van dat chalet, waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) met een of meer (automatische) vuurwapens meerdere kogels in de richting van en/of door een of meer ruiten/wanden van dat chalet hebben/heeft geschoten, waarbij die [slachtoffer 2] in zijn hals/bovenlichaam werd geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 9] en/of een of meer (al dan niet onbekend gebleven) anderen, op of omstreeks 4 juni 2020 te Tienhoven, gemeente Stichtse Vecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) en/of verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen (onder wie [slachtoffer 2] , aanwezig in een chalet met [adres] , en/of [naam] ) op chaletpark aan de [adres] te Tienhoven, van het leven te beroven, zich hebben/heeft begeven naar de omgeving van dat chalet, waarna die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) met een of meer (automatische) vuurwapens meerdere kogels in de richting van en/of door een of meer ruiten/wanden van dat chalet hebben/heeft geschoten, waarbij die [slachtoffer 2] in zijn hals/bovenlichaam werd geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3 juni 2020 en/of 4 juni 2020, in ieder geval in of omstreeks de maand juni 2020 te Tienhoven, gemeente Stichtse Vecht en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) te voorzien van informatie over de persoon die een vermoede diefstal had gepleegd en/of over [naam] en/of dat chalet aan te wijzen en/of aan te laten wijzen en/of een baken te plakken en/of te laten plakken waarmee het beoogde slachtoffer kon worden gelokaliseerd en/of die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) te voorzien en/of te laten voorzien van informatie over het slachtoffer en/of over de ligging van dat chalet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De advocaten-generaal hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde.
De raadsman heeft verzocht verdachte integraal vrij te spreken. Hetgeen hij daartoe heeft aangevoerd komt, voor zover van belang voor de bewijswaardering, aan de orde in de overwegingen van het hof.
Het hof is van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. De motivering hiervan zal hieronder -geïntegreerd in de bewijsoverweging- aan de orde komen. Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het subsidiair tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze hieronder zijn uitgewerkt. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Voor zover niet anders vermeld, wordt hierna telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het dossier van de Politie Oost-Nederland (onderzoek Nigeria; ONRAB20005) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina’s 1 tot en met 13103). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processenverbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde
- Het proces-verbaal van bevindingen van 4 juni 2020 (pagina’s 1508 tot en met 1510), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisanten:
Op 4 juni 2020 omstreeks 03.33 uur hoorde ik dat er iemand zou zijn neergeschoten op de [adres] te Tienhoven. Ik en mijn collega begaven ons onmiddellijk naar de opgegeven locatie. Het slachtoffer zou zich bevinden in het perceel met [adres] .
Ik liep samen met mijn collega’s het perceel op. Ik zag een man. Hij liet mij zijn wond zien. Ik zag een inschot van ongeveer één centimeter in diameter ter hoogte van zijn rechter schouder/ nekspier. De man bleek later te zijn:
[slachtoffer 2]
Hij was het slachtoffer. Ik zag achter hem zijn vriendin en dochter staan.
- Het proces-verbaal aangifte van 4 juni 2020 (pagina’s 1512 en 1513), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik doe aangifte van een poging moord, gepleegd op 4 juni 2020 om 03:31 uur op de [adres] , Tienhoven, gemeente Stichtse Vecht. Er is op mijn woning geschoten toen ik op de bank lag te slapen in de huiskamer. Ik lag op de bank te dommelen toen ik ineens harde klappen hoorde. Ik werd wat meer wakker en besefte mij dat er geschoten werd en dat ik geraakt was.
In het ziekenhuis bleek dat er een projectiel onder mijn sleutelbeen mijn lichaam in is gegaan en aan de andere kant er weer uit ging.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige van 4 juni 2020 (pagina’s 1516 en 1517), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van (naar het hof begrijpt)[benadeelde 7] :
Ik ben de partner van [slachtoffer 2] . Ik noem hem zelf altijd [slachtoffer 2] . Samen hebben we een dochtertje die [benadeelde 8] heet. Ik woon in dit chalet.
Ik kan u het volgende vertellen over de schietpartij. Ik lag met [benadeelde 8] in bed en [slachtoffer 2] lag op de bank in de huiskamer. Deze bank staat in de achterzijde van de woning. Midden in de nacht schrokken mijn dochter en ik wakker van harde klappen. Nagenoeg meteen daarna hoorde ik [slachtoffer 2] roepen. Toen ik [slachtoffer 2] zag, zag ik bloed rechts in zijn nek en op zijn schouder zitten.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 5 juni 2020 (pagina’s 1520 tot en met 1523), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Naar aanleiding van het schietincident gepleegd op 4 juni 2020 op de [adres] te Tienhoven, heb ik de verkregen camerabeelden van chalet met [adres] geanalyseerd. De periode van de verkregen geregistreerde camerabeelden betreffen van 4 juni 2020.
Analyse camerabeelden
- Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] Tienhoven Ut.) van 8 oktober 2020 (pagina’s 1529 tot en met 1533), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Op 4 juni 2020 om 05:00 uur kwam ik, naar aanleiding van een poging tot doodslag/moord, voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] , Tienhoven, binnen de gemeente Stichtse Vecht.
Omschrijving onderzoekslocatie De chalet was globaal als volgt ingericht: Bij binnenkomst via de voordeur van de woning, bevond zich een hal met direct daarna een keuken. Links bevond zich de woonkamer. Rechts van de hal bevonden zich de badkamer, ouderlijke slaapkamer en de kinderkamer.
Bevindingen Onderzoek buiten Ik zag links van de woning, aan de woonkamer zijde een aantal beschadigingen in de gevel. Ik zag dat de beschadigingen zeer waarschijnlijk met behulp van een projectiel zijn veroorzaakt. Ik zag dat rechts in de hoek bij de ruit van de woonkamer de meeste beschadigingen zaten. Ik telde namelijk 7 beschadigingen. Achter dit raam lag het slachtoffer op de bank. Op die hoogte zag ik dat er twee projectiel door en door zijn gegaan.
Ik zag dat er één projectiel bij de schutting van de buurman was terecht gekomen. Tevens zag ik dat er één projectiel, via de volière in het dak van de overkapping was terecht gekomen.
Aan de achterkant bevond zich een sloot. Ik zag dat naast de sloot, aan de overkant, zich een ruiterpad bevond. Gezien vanaf het ruiterpad naar de woning, schuinrechts werden 9 hulzen op de grond aangetroffen. Rechts werden 4 hulzen aangetroffen.
Onderzoek woning Ik zag dat een aantal projectielen door de gevel en raam waren gegaan en in de woning waren terecht gekomen. Op de keukenvloer trof ik twee projectielen aan. In de muur rechts werd door mij uit een beschadiging een derde projectiel veiliggesteld.
Sporendragers SIN : AANR0741NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AANE2900NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AANR0736NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AALL7241NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AALL7242NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3972NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3971NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3970NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3969NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3968NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3967NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3966NL Object : Munitie (Huls)
SIN : AAMO3965NL Object : Munitie (Huls)
- NFI-rapport Munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Tienhoven op 4 juni 2020 van 13 augustus 2020 (pagina’s 1564 tot en met 1567), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van E.J.A.T. Mattijssen, Msc , NFIdeskundige wapens en munitie:
De afvuursporen in de hulzen [AALL7241NL, -42NL, AAMO3965NL t/m -72NL, AANE2900NL, AANR0736NL en -41NL] worden verwacht wanneer deze zijn verschoten met een semi- en volautomatisch werkend aanvalsgeweer van het kaliber 7,62 x 39mm, vermoedelijk merk Ceska Zbrojovka, model Vz. 58.
- Het proces-verbaal van technisch onderzoek van 28 januari 2021 (pagina’s 5571 tot en met 5576), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Merk: Českà Zbrojovka (CZ) Model: Vz-58 Kaliber: 7.62mm x 39
Omschrijving automatisch militair aanvalsgeweer CZ Dit automatische militaire aanvalsgeweer is van het merk Českà Zbrojovka (CZ) en wordt over het algemeen aangeduid als zijnde (een lokale variant van de) Kalashnikov/AK47. Het automatische militaire aanvalsgeweer CZ is bestemd om zowel semiautomatisch (schot voor schot) als automatisch te vuren.
- Het proces-verbaal van verdenking van 17 juni 2019 (pagina’s 4886 tot en met 4889), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
De verdachte:
[verdachte]
Omschrijving start onderzoek Antenne Op 31 juli 2018 werd 81 kilo cocaïne aangetroffen. De cocaïne was verpakt in pakketten van 1 kilo welke waren verstopt in twee grote vrachtautowielen. Naar aanleiding hiervan is het onderzoek ANTENNE opgestart.
Onderzoeksverloop ANTENNE: Samengevat bleek:
- Dat de verdachte onderdeel uitmaakt van een groep die vermoedelijk cocaïne smokkelt naar het Verenigd Koninkrijk.
Vastgestelde Modus operandi
- Door personen uit de organisatie worden oude vrachtautowielen gekocht.
- De wielen worden met pakketten cocaïne gevuld.
- Deze gevulde wielen worden op een vrachtautocombinatie gemonteerd als reservewiel(en).
- De vrachtautochauffeur brengt de vrachtauto met de verborgen drugs over de grens het VK in.
Start vervolg onderzoek Echinops: Met de informatie uit onderzoek Antenne werd besloten een onderzoek, onder onderzoeksnaam Echinops, te starten op meerdere subjecten, waaronder [verdachte] .
- Het proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2021 (pagina’s 1571 tot en met 1581), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Onderzoek: Echinops
Diefstal verdovende middelen vanuit [adres] Alphen aan den Rijn:
Tijdens het strafrechtelijke opsporingsonderzoek is gebleken dat in de nacht van 2805-2020 op 29-05-2020 een partij verdovende middelen, zeer vermoedelijk cocaïne, was weggenomen vanuit de loods aan de [adres] in Alphen aan den Rijn.
Encrochats:
[gebruikersnaam 2] met [gebruikersnaam 1]
[gebruikersnaam 3] met [gebruikersnaam 4] :
[gebruikersnaam 3] met [gebruikersnaam 5]
Onderzoek [naam]
Uit onderzoek in de computersystemen van de politie bleek dat de BMW met kenteken [kenteken 4] meerdere malen door verbalisanten waargenomen was met als bestuurder:
[naam]
Locaties van mobiele telefoons:
- Op 31-05-2020 vanaf 21:31 uur tot en met 21:33 uur straalde telefoon [IMEI nummer 1] een telefoonmast aan de Nieuwe Weteringeseweg 251 in Groenekan aan.
- Op 01-06-2020 vanaf 00:34 uur tot en met 01:21 uur, straalde telefoon [IMEI nummer 2] een telefoonmast aan de Kerkdijk 78 in Westbroek aan.
- Op 02-06-2020 vanaf 21:59 uur tot en met 22:12 uur, straalde telefoon [IMEI nummer 1] de drie telefoonmasten aan de Nieuwe Weteringeseweg 251 in Groenekan, de telefoonmast aan de Kerkdijk 78 in Westbroek en de telefoonmast aan de Groenekanseweg 5 in Maartensdijk aan. Dit houdt in dat de telefoon zich in het gebied binnen deze drie telefoonmasten bevond.
- Op 03-06-2020 vanaf 22:31 uur tot en met 22:52 uur, straalden telefoons [IMEI nummer 1] en [IMEI nummer 2] de drie telefoonmasten aan de Nieuwe Weteringeseweg 251 in Groenekan, de telefoonmast aan de Kerkdijk 78 in Westbroek en de telefoonmast aan de Groenekanseweg 5 in Maartensdijk aan. Dit houdt in dat de telefoons zich in het gebied binnen deze drie telefoonmasten bevond.
- Het proces-verbaal van 3 juli 2024 (pagina’s 12811 tot en met 12820), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van verdachte:
Er is 1000 kilo cocaïne geplaatst op een adres in Alphen aan de Rijn en ze hebben gevraagd of de Poolse groep die een paar dagen kon stashen. De volgende ochtend waren de spullen weg. Ik heb het dan over die 1000 kilo.
- De verklaring van verdachte afgelegd op de zitting van het gerechtshof op 10 april 2025, inhoudende – zakelijk weergegeven:
Er waren drugs gestolen uit een loods die in beheer was bij de groep Polen uit onderzoek Echinops. Na de diefstal ben ik door de eigenaren van de drugs meegenomen, op een stoel gezet en verhoord. Ik moest de spullen voor hen gaan zoeken en ben teruggegaan naar de loods. De eigenaar van de spullen stuurde drie Marokkaanse jongens. Zij gingen druk uitoefenen. Dezelfde dag of de dag erna verspreidde de eigenaar van de spullen informatie over de vermoedelijke chauffeur van de BMW. Dat zou een bekende dief uit Utrecht zijn. Ik heb die informatie met allerlei kennissen gedeeld en gevraagd om informatie. Ik zei daarbij dat er drugs waren gestolen en dat ik en mijn Poolse groep verantwoordelijk werden gehouden voor de diefstal. We hadden een adres gekregen op een chaletpark. De eigenaar van de spullen gaf ons opdracht om naar dat adres te rijden en te kijken of de auto daar op de parkeerplaats stond. Ik ben er met [naam] of [naam] langsgegaan. Dezelfde dag of de dag erna kregen we opdracht om een GPS te plaatsen onder de auto, zodat we konden zien waar hij naartoe ging. De volgende dag moesten we de telefoon die aan de GPS gekoppeld was, afgeven op een adres in Utrecht. De telefoon werd aan twee Marokkaanse jongens overhandigd. Ze bleven ons echter pushen dat we die spullen moesten zoeken. We zijn toen een paar keer langs het bungalowpark gereden. Ik ben drie keer bij het bungalowpark geweest. De derde keer was om de GPS weg te halen. Over het weghalen van de GPS kan ik vertellen dat we door de eigenaar van de spullen werden opgeroepen om de GPS weg te halen.
Naar het chaletpark ben ik, denk ik, twee keer met de Renault Twingo gereden.
Ik heet [verdachte] maar wordt ook [verdachte] genoemd.
Ik had een Encrochat-telefoon, dat was [gebruikersnaam 2] . Ik had die telefoon ongeveer vijf maanden en had hem gekregen van de opdrachtgever van de drugstransporten. [gebruikersnaam 6] is de bijnaam van een Sky-telefoon. De Sky-telefoon met de bijnaam [gebruikersnaam 6] hebben wij, de Poolse groep, ook gekregen van de opdrachtgever van de drugstransporten. De Sky-telefoon was een witte iPhone. Het klopt dat de telefoon de meeste tijd bij mij was. In de periode van 1 tot en met 4 juni 2020 was de Skytelefoon ook de meeste tijd bij mij.
U, jongste raadsheer, houdt mij de conversatie uit chatgroep [chatgroep 1] van 31 mei 2020 om 23:37 uur op pagina 11751 van het dossier voor. Ik denk wel dat ik dat bericht van [accountnaam 1] (Jes Max uur) heb getekst.
U, jongste raadsheer, vraagt mij hoe ik naar het bungalowpark ben gegaan voor het verwijderen van de GPS. Ik ben door [naam] opgehaald met de Renault Twingo. Ik had de [gebruikersnaam 2] -telefoon en de [gebruikersnaam 6] -telefoon bij me.
U, jongste raadsheer houdt mij de conversatie uit chatgroep [chatgroep 2] van 3 juni 2020 van 19:51 uur tot 19:53 uur voor, aan welke groep de [gebruikersnaam 6] -telefoon op dat moment is toegevoegd en vraagt of het bericht ik kom dar om 22.10 heb gestuurd. Ik denk het wel. U jongste raadsheer houdt mij voor dat [accountnaam 2] ook appt En die GPS er uit halen. Daarvoor kwamen wij daar ook. Wij kwamen aanrijden en parkeerden de auto aan de weg. Daar hebben we ongeveer twintig minuten op iemand gewacht. Er is met de Sky-telefoon geappt.
U, advocaat-generaal Lodder, houdt mij voor dat ik zojuist verklaarde dat het bericht Ik komt om 22:10(op pagina 11869 van het dossier) door mij of [naam] is verstuurd en vraagt of wij toen dat bericht werd gestuurd – om circa 20:00 uur – samen waren. Als het om 20:00 uur is verstuurd, dan heb ik het geschreven, want [naam] was toen nog niet bij mij. Hij kwam mij pas rond 21:15 uur halen. Toen we, nadat [naam] en die ander hadden geprobeerd de GPS van de auto te halen, naar huis gingen, ben ik naar mijn huis gereden en [naam] is vanaf daar naar zijn huis gereden. Hij woont in de buurt van Gouda bij de eigenaresse van de Renault Twingo. De Sky-telefoon bleef toen bij mij thuis.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 2 december 2021 (pagina’s 5296 tot en met 5304), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Technische gegevens [accountnaam 1] Uit onderzoek Argus is gebleken dat de volgende technische gegevens gekoppeld worden aan het account [accountnaam 1] : IMEI nummer [IMEI nummer 2]. De gebruikersnaam gekoppeld aan dit account is [gebruikersnaam 6] .
Interceptie Echinops Blijkens interceptie van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in het onderzoek Echinops was het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [verdachte] . Dit nummer werd onder andere geïntercepteerd van 14 november 2019 tot en met 2 januari 2020 en van 17 april 2020 tot en met 29 juni 2020.
Imeinummer [IMEI nummer 2] De historische verkeersgegevens zijn opgevraagd van het IMEI-nummer [IMEI nummer 2] over de periode 22-10-2019 t/m 22-04-2020.
Op 30-03-2020 te 18:05:28 uur komt het toestel voor het eerst op het netwerk van KPN.
Op 04-04-2020 komt de PGP voor de eerste keer op de thuismast van [verdachte] aan de Hoge Rijndijk 14 te Woerden.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 7 juli 2020 (pagina’s 5344 en 5345), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Op 24 juni 2020 werd de woning, gelegen aan de [adres] te Woerden, betreden. Er werd een verpakkingsdoos van een mobiele telefoon aangetroffen. Ik zag dat er op de doos een labelsticker met de tekst “ [gebruikersnaam 2] ” was geplakt. Aan de achterzijde van de doos zag ik een labelsticker met daarop Imei nummer [IMEI nummer 1] .
- Het proces-verbaal van bevindingen van 28 september 2020 (pagina’s 5036 tot en met 5106), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Chatgesprek tussen [gebruikersnaam 2] en [gebruikersnaam 3]
- Het proces-verbaal van bevindingen van 1 september 2020 (pagina’s 5008 tot en met 5011), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Het encrochat account [gebruikersnaam 2] stond bij verschillende andere encrochat accounts opgeslagen onder de onderstaande namen:
Encrochat account [gebruikersnaam 2] opgeslagen onder de naam [gebruikersnaam 3] [gebruikersnaam 6]
- Het proces-verbaal van bevindingen van 28 september 2022 (pagina’s 9783 tot en met 9786), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Het Imeinummer [IMEI nummer 1]
De historische verkeersgegevens van het nummer [IMEI nummer 1] werden opgevraagd van 19 oktober 2019 tot en met 19 april 2020. De gegevens zijn geleverd van 16-01-2020 tot en met 19-04-2020.
Uit de verstrekte verkeersgegevens blijkt onder andere het volgende:
Op 07-04-2020 te 02:00:15 uur vertrekt de PGP via De Lutte naar Polen en komt deze op 1204-2020 te 20:59:41 uur via De Lutte weer terug in Nederland.
Imeinummer [IMEI nummer 2]
Op het IMEI-nummer [IMEI nummer 2] zijn historische verkeersgegevens opgevraagd over de periode 22-10-2019 t/m 22-04-2020. De verstrekte gegevens lopen van 30-03-2020 tot en met 22-04-2020.
Op 07-04-2020 te 02:05:25 uur verplaatst de PGP zich via Duitsland naar Polen. Laatste zendmast in Nederland op 07-04-2020 te 02:00:07 uur op een zendmast te Losser. Op 12-04-2020 te 22:38:13 uur is de PGP weer via Duitsland terug op de zendmast te Woerden.
Telefoonnummer [telefoonnummer 1]
Vertrekt op 07-04-2020 omstreeks 02:02 uur via De Lutte en komt terug op 12042020 omstreeks 20:59 uur via De Lutte.
-
Een geschrift, zijnde een overzicht van berichten in de chatgroep [chatgroep 3] (pagina’s 10325 tot en met 10407), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven:
-
Het proces-verbaal van bevindingen van 6 april 2021 (pagina’s 1582 tot en met 1620), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
[1]
SKY-ECC communicatie 31 mei 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] - [accountnaam 9] - [accountnaam 8] .
SKY-ECC communicatie 1 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] - [accountnaam 9] - [accountnaam 8] .
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] - [accountnaam 9] - [accountnaam 8] .
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 8] , [accountnaam 10] , [accountnaam 11] , [accountnaam 12]
De gebruiker van [accountnaam 8] start een nieuwe SKY-groep met de gebruikers van [accountnaam 10] , [accountnaam 11] , [accountnaam 12] . De volgende communicatie vindt plaats:
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] - [accountnaam 9] - [accountnaam 8] .
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 13] , [accountnaam 1] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 13] , [accountnaam 1] , [accountnaam 2] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9]
De gebruiker van [accountnaam 8] is toegevoegd aan de chatsessie.
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9]
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9] , [accountnaam 1] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9]
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9] , [accountnaam 1] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9]
SKY-ECC communicatie 3 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9] , [accountnaam 1] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 4 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9]
SKY-ECC communicatie 4 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9] , [accountnaam 1] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 4 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 2] , [accountnaam 13]
SKY-ECC communicatie 4 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 4 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 4 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9] , [accountnaam 13] , [accountnaam 2]
SKY-ECC communicatie 6 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 14] , [accountnaam 15] , [accountnaam 9]
SKY-ECC communicatie (naar het hof begrijpt) 17 juni 2020 Communicatie in de chatgroep [accountnaam 7] , [accountnaam 8] , [accountnaam 9]
-
Een geschrift, zijnde een overzicht van berichten in de chatgroep [chatgroep 1] (pagina’s 12086 tot en met 12094), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven:
-
Het proces-verbaal van bevindingen van 5 maart 2024 (pagina’s 11679 tot en met 11987), voor zover inhoudende (op pagina 11751)– zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
Uit de metadata blijkt dat aan het account [accountnaam 16] de gebruikersnamen/nicknames [gebruikersnaam 9] en [gebruikersnaam 8] zijn gekoppeld.
-
Een geschrift, zijnde een overzicht van berichten uitgewisseld tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 6] (pagina’s 12118 tot en met 12121), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven:
-
Een geschrift, zijnde een overzicht van berichten uitgewisseld tussen [accountnaam 11] en [accountnaam 8] (pagina’s 12284 tot en met 12293), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven:
-
Een geschrift, zijnde een overzicht van berichten uitgewisseld tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] (pagina 12305), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven:
-
Het proces-verbaal van bevindingen van 14 oktober 2021 (pagina’s 4796 tot en met 4798), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisanten:
Uit de politiesystemen blijkt dat collega's op 29 maart 2020, omstreeks 10.45 uur een oranje Renault Twingo voorzien van kenteken [kenteken 6] zag rijden. Zij zagen dat de bestuurder zich identificeerde als [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1979 te [land van herkomst] .
Onderzoek Echinops: Tijdens een doorzoeking werd een personenauto van het merk Renault, type Twingo, oranje van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken 6] inbeslaggenomen. Uit onderzoek bleek dat de personenauto is voorzien van een IMEI nummer, te weten: [IMEI nummer 3].
Van het imeinummer [IMEI nummer 3] werden in onderzoek Echinops de historische verkeersgegevens opgevraagd. Wij hebben onderzoek gedaan in de verstrekte historische verkeersgegevens.
Wij zagen dat het imeinummer [IMEI nummer 3] op 3 juni 2020 de volgende masten heeft aangestraald: 23.02.33 uur een mast in Westbroek 23.04.51 uur een mast in Maartensdijk 23.10.27 uur een mast in Westbroek 23.17.07 uur een mast in Maarssen
- Het proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2020 (pagina’s 8756 tot en met 8860), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als relaas van de verbalisant:
2. Aanleiding analyse
Op 6 juli 2020 werd [medeverdachte 1] aangehouden voor onderzoek TGO POT. Tijdens zijn aanhouding werd een Apple iPhone 8 in beslag genomen welke gekoppeld was aan het SkyECC account [accountnaam 8] .
5. Inbeslagname iPhones bij [medeverdachte 1]
Apple iPhone 8, voorzien van het IMEI-nummer [IMEI nummer 4] . In dit toestel werd telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruikt. Vastgesteld is dat dit toestel en nummer gekoppeld waren aan het Sky-account [accountnaam 8] .
6. Beschikbaar komen SkyECC data toestel [accountnaam 8]
Recent is het mogelijk geworden om met behulp van een FFS-dump (FulIFileSystem) de zich op een SkyECC telefoon bevindende skydb.sqlite-database te extraheren. Door de FFS dump van de Apple iPhone 8, voorzien van het IMEI-nummer [IMEI nummer 4] , zijn nu bestanden beschikbaar welke door de gebruiker zijn opgeslagen in de Vault/kluis.
8. Vault toestel [accountnaam 8]
De gebruiker van het account [accountnaam 8] heeft 22 bestanden opgeslagen in de zogenoemde Vault (kluis) op de bij zijn account behorende Apple Phone 8.
Het betreft onder andere de volgende Vault-bestanden:
Bestand A9 betreft een foto van een hand met daarin een telefoon. Op de telefoon zijn chatberichten zichtbaar van [gebruikersnaam 7] , [gebruikersnaam 10] en een [gebruikersnaam 11] . Dit betreffen berichten over de vrouw van [naam] (Tienhoven). Bestand A10 is een foto van een telefoon met daarop een afbeelding van [naam] . Bestand Al7 betreft een tekstbestand met daarin het adres [adres] Breukel. Dit zou het verblijfsadres van [naam] zijn.
8.4.4. Afbeelding chatgesprek BMW [kenteken 5] in de VAULT. Op 1 juni 2020 omstreeks 23:31:27 slaat [accountnaam 8] afbeelding A9 op in zijn Vault. Dit is een foto van een hand met daarin een telefoon waarop een chatgeprek te zien is. Dit chatgesprek is afkomstig uit de chatgroep [chatgroep 4] . Deze chatgroep heeft 3 deelnemers, [accountnaam 6] , [accountnaam 4] en [accountnaam 17] .
Bewijsoverwegingen
Op basis van de bewijsmiddelen stelt het hof het volgende vast. In de nacht van 28 op 29 mei 2020 is een partij cocaïne van ongeveer 1000 kilogram uit een loods aan de [adres] in Alphen aan den Rijn weggenomen. Diverse personen, verenigd in te onderscheiden groepen, hebben geprobeerd deze partij drugs terug te krijgen. Via het kenteken van een verdachte auto is de naam van (één van) de vermoedelijke dief/dieven, [naam] , bij hen bekend geworden, waarna zij hebben gezocht naar [naam] , zijn familie, de verblijfplaatsen van hem en zijn familie en de door hen gebruikte voertuigen. Verder hebben de eigenaren van de drugs en derden die zij hebben ingeschakeld, in te onderscheiden chatgroepen gewelddadige acties overwogen om te bewerkstelligen dat de drugs zouden worden teruggegeven. Een groep van personen, aangestuurd door de gebruiker van het SkyECC-account [accountnaam 8] ( [medeverdachte 1] ), is door de eigenaren van de ontvreemde drugs, dan wel hun vertegenwoordiger(s), ingeschakeld in verband met de uitvoering van die gewelddadige acties. Uiteindelijk heeft een van hen in de nacht van 4 juni 2020, rond 3:30 uur, een chalet aan de [adres] te Tienhoven beschoten met een semi- en volautomatisch aanvalsgeweer. Het chalet bestond uit één woonlaag. Achteraf bleek dit niet het chalet van [naam] en/of zijn gezin, maar ging het om het chalet dat toebehoorde aan de familie [naam] . Bij de beschieting is de heer [slachtoffer 2] , die zich met zijn partner en hun kind in het chalet bevond, door een kogel geraakt in zijn schouder/nekspier. Ook nadat het voor de deelnemers aan de chatgroepen duidelijk was dat het verkeerde chalet was beschoten, hield de communicatie over het doorgaan met gewelddadige acties aan. Pas nadat het signaal was gekomen dat de drugs zouden worden teruggegeven, zijn de verdere acties eerst gepauzeerd en daarna -na teruggave van een deel van de drugs en (toegezegde) betaling van een geldbedrag- geannuleerd. Op basis van de bewijsmiddelen kan bewezen worden verklaard dat de schutter en een of meer anderen opzettelijk en met voorbedachten rade hebben geprobeerd een of meer personen (onder wie [slachtoffer 2] , aanwezig in een chalet met [adres] , en/of [naam] ) op chaletpark aan de [adres] te Tienhoven van het leven te beroven.
Rol van de verdachte
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde Omdat het hof niet kan vaststellen dat verdachte (voorwaardelijk) opzet had op de dood van één of meer personen (zoals genoemd in het primair tenlastegelegde), spreekt het hof verdachte vrij van het (medeplegen van het) hem primair tenlastegelegde.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde Het hof is van oordeel dat de handelingen van verdachte ondersteunend waren aan de beschieting van het chalet, en dat hij hierbij behulpzaam is geweest met name door het aanwijzen of laten aanwijzen van het chalet en overweegt daartoe als volgt.
Verdachte als onderdeel van groep Polen Het hof stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast over de rol van verdachte. Verdachte was onderdeel van een groep (Poolse) personen die de opslag verzorgde van de partij drugs die in de nacht van 28 op 29 mei 2020 is ontvreemd uit de loods aan de [adres] in Alphen aan de Rijn. Nadat hij eerst door de eigenaren van de drugs zelf verdacht werd van betrokkenheid bij deze diefstal, onder druk werd gezet en verantwoordelijk werd gehouden voor de ontvreemding hiervan, heeft hij in de dagen daarna en voorafgaand aan de beschieting van het chalet actief bijgedragen aan het in kaart brengen van de dader(s) van de diefstal. Zo meldde hij dat bij de diefstal een BMW van [naam] betrokken was. Ook was hij betrokken bij het opsporen van de verblijfplaats van [naam] en zijn familie en bij het plaatsen van GPS-apparatuur onder een auto en heeft hij na het plaatsen van de GPS de bijbehorende mobiele telefoon in opdracht van zijn contactpersoon aan twee Marokkaanse jongens overhandigd. Verder is verdachte vanaf 31 mei 2020 een aantal malen aanwezig geweest bij het chaletpark te Tienhoven. Verdachte had de beschikking over een EncroChat-account met de gebruikersnaam [gebruikersnaam 2] en SkyECCaccount [accountnaam 1] met de gebruikersnaam [gebruikersnaam 6] . Via het SkyECC-account communiceerde hij met zijn opdrachtgevers over het traceren van [naam] , het plaatsen van de GPS en het aanwijzen van het chalet.
Gang van zaken in de avond van 3 juni 2020 Het hof stelt verder het volgende vast op grond van de bewijsmiddelen. Verdachte is in de avond van 3 juni 2020 met een ander persoon rond 21:15 uur afgereisd naar het chaletpark te Tienhoven. Het SkyECC-account [accountnaam 1] bevond zich die dag bij hem en is meegegaan naar het chaletpark. Gelet op het feit dat dit account rond 19:45 uur werd toegevoegd aan de chatgroep ( [chatgroep 2] ), dat in deze chatgroep vervolgens werd gevraagd om het chalet aan te wijzen (‘laten zien die route waar huis is precies’) en de GPS te verwijderen en ook de afspraak werd gemaakt voor een ontmoeting met degene die de gebruiker van het SkyECCaccount [accountnaam 8] stuurde, staat voor het hof vast dat verdachte degene is geweest die deze berichten heeft ontvangen c.q. verzonden. De man met wie verdachte om 21:15 uur naar het chaletpark vertrok was immers voor dat tijdstip niet bij verdachte en kon toen dus ook geen gebruik maken van het SkyECC-account [accountnaam 1] . Verdachte en de gebruiker van het SkyECC-account [accountnaam 8] hadden dus contact met als doel een ontmoeting bij het chaletpark te laten plaatsvinden tussen verdachte en de ‘soldaat’ van de gebruiker van het SkyECC-account, zodat verdachte aan die ‘soldaat’ het chalet kon aanwijzen. De telefoon met het SkyECC-account [accountnaam 1] is na het bezoek aan het chaletpark met verdachte teruggegaan naar zijn woning. Gelet op het voorgaande staat voor het hof vast dat verdachte degene is geweest die in de avond van 3 juni 2020 heeft gecommuniceerd met het SkyECC-account [accountnaam 1] . Verdachte is met een tweede persoon afgereisd naar Tienhoven. Gelet op de chatcommunicatie in de chatgroep [chatgroep 2] van na 19:45 uur over de ontmoeting met de persoon die de gebruiker van het SkyECC-account [accountnaam 8] stuurde en aan wie het chalet moest worden aangewezen, stelt het hof vast dat de ontmoeting heeft plaatsgevonden. Het hof stelt vast dat ook daadwerkelijk een chalet is aangewezen, nu na het schietincident nadrukkelijk wordt gecommuniceerd dat het verkeerde huis is aangewezen. Of het verdachte is geweest die het chalet daadwerkelijk heeft aangewezen of -zoals verdachte heeft verklaard- de man met wie hij toen samen was, is voor de bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde minder relevant. Als de man (met wie verdachte samen was) het chalet heeft aangewezen, heeft deze man gehandeld in opdracht van verdachte of na het verstrekken van informatie door verdachte aan hem (in welk geval verdachte die informatie heeft verstrekt met als doel dat die man het chalet aan een derde zou aanwijzen). Het was immers verdachte die met de gebruiker van het SkyECC-account [accountnaam 8] communiceerde over de ontmoeting tussen hem (verdachte) en de ‘soldaat’ in verband met het aanwijzen van het chalet. Na het maken van de afspraak over die ontmoeting, reed verdachte samen met de andere man naar het chaletpark in Tienhoven. Uit de daarna gevoerde chatgesprekken blijkt niet dat een ander dan verdachte gebruik maakte van het SkyECCaccount [accountnaam 1] . Uit het berichtenverkeer volgt evenmin dat een ander dan verdachte het chalet heeft aangewezen, maar ook als het de man was die met verdachte is meegereisd, is sprake van een zodanige samenwerking tussen verdachte en die man dat ten aanzien van de hulp aan het gronddelict medeplegen kan worden bewezen.
Verdachtes wetenschap beperkt tot de chats waaraan hij deelnam Het hof stelt voorts vast dat er in verschillende PGP-chatgroepen is gesproken over de diefstal van de drugs en de diverse gewelddadigheden die verband houden met het onder druk zetten van de dieven. Het hof kan niet vaststellen dat verdachte bekend was met de berichten die werden uitgewisseld in de chatgroepen waaraan hij niet via zijn SkyECCaccount of EncroChat-account deelnam. Evenmin kan het hof vaststellen dat verdachte wist dat het de bedoeling was om een chalet te beschieten waarin zich (mogelijk) mensen bevonden. Het hof hecht er in dit verband waarde aan dat de chat waarin de gebruiker van het SkyECC-account [accountnaam 2] verdachte in de loop van de avond van 3 juni 2020, nadat hem is gevraagd het chalet aan te wijzen, informeert dat ze gaan schieten en een beetje lawaai maken, tot twee keer toe wordt voorafgegaan door de mededeling ‘als de bewoners niet thuis zijn’. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte zich bewust was van de mogelijkheid dat als gevolg van het aanwijzen zou worden geschoten op een chalet waarin zich personen zouden bevinden.
Opzet De verdediging heeft aangevoerd dat het (voorwaardelijke) opzet van verdachte niet gericht is geweest op de dood en dat daarom geen sprake is van het voor medeplichtigheid noodzakelijke dubbele opzet.
Het hof overweegt dat uit de artikelen 47, 48 en 49 van het Wetboek van Strafrecht, gelezen in onderling verband en samenhang, volgt dat enerzijds ten aanzien van de medeplichtige bij de bewezenverklaring en kwalificatie moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook als het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan, en dat anderzijds het maximum van de aan de medeplichtige op te leggen straf een derde minder bedraagt dan het maximum van de straf, gesteld op het misdrijf dat de medeplichtige voor ogen stond. Als het (voorwaardelijk) opzet van de medeplichtige niet (volledig) is gericht op het gronddelict, moet het misdrijf waarop het opzet van de medeplichtige wel was gericht, voldoende verband houden met het gronddelict. Of van zo’n voldoende verband sprake is, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Een algemene regel daarover laat zich lastig formuleren. In de regel zal echter kunnen worden aangenomen dat dit verband bestaat als het misdrijf waarop het (voorwaardelijk) opzet van de medeplichtige was gericht, een onderdeel vormt van het gronddelict, bijvoorbeeld bij een misdrijf dat is begaan onder strafverzwarende omstandigheden. Ook in andere gevallen kan sprake zijn van voldoende verband met het gronddelict. Daarbij zijn de aard van het gronddelict, de aard van de gedraging van de medeplichtige en de overige omstandigheden van het geval van belang. (Vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO4471 en HR 30 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:78.)
Naar het oordeel van het hof is het opzet van verdachte gericht geweest op bedreiging door het beschieten van een (leeg) chalet. Gezien de aard van de gedragingen -het aanwijzen van het chalet zodat er lawaai kan worden gemaakt en kan worden geschoten- en de overige omstandigheden -de bedreiging vindt plaats in het kader van het met gewelddadige acties terugkrijgen van een ontvreemde partij drugs- is het hof wel van oordeel dat voldoende verband bestaat tussen het misdrijf van bedreiging waarop het opzet van verdachte was gericht en het gevolgde gronddelict, zodat verdachte als medeplichtige aansprakelijk kan worden gehouden voor het gronddelict dat verder is gegaan dan waarop zijn opzet gericht is geweest.
Het hof zal bij het bepalen van de strafmaat, gezien het bepaalde in artikel 49 lid 4 van het Wetboek van Strafrecht, wel alleen die handelingen in aanmerking nemen die verdachte opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
subsidiair[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 9] en/of een of meer (al dan niet onbekend gebleven)anderen, op of omstreeks 4 juni 2020 te Tienhoven, gemeente Stichtse Vecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) en/of verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen (onder wie [slachtoffer 2] , aanwezig in een chalet met [adres] , en/of [naam] ) op chaletpark aan de [adres] te Tienhoven, van het leven te beroven, zich hebben/heeft begeven naar de omgeving van dat chalet, waarna die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/ofdie ander(en) met een of meer (automatische) vuurwapens meerdere kogels in de richting van en/of door een of meer ruiten/wanden van dat chalet hebben/heeft geschoten, waarbij die [slachtoffer 2] in zijn hals/bovenlichaam werd geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3 juni 2020 en/of 4 juni 2020, in ieder geval in of omstreeks de maand juni 2020 te Tienhoven, gemeente Stichtse Vechten/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) te voorzien van informatie over de persoon die een vermoede diefstal had gepleegd en/of over [naam] en/of dat chalet aan te wijzen en/of aan te laten wijzen en/of een baken te plakken en/of te laten plakken waarmee het beoogde slachtoffer kon worden gelokaliseerd en/of die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 9] en/of die ander(en) te voorzien en/of te laten voorzien van informatie over het slachtoffer en/of over de ligging van dat chalet.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van medeplichtigheid aan poging tot moord.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde, te weten het primair tenlastegelegde, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren met aftrek van het voorarrest.
De advocaten-generaal hebben gevorderd dat verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren met aftrek van het voorarrest.
De raadsman heeft, voor het geval het hof opzet op de dood wel aanwezig zou achten en tot een bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde mocht komen, verzocht een gevangenisstraf op te leggen van maximaal drie jaren. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte onder druk handelde, dat hij in hoger beroep een uitgebreide, risico met zich brengende, verklaring heeft afgelegd, dat artikel 63 Sr van toepassing is en dat er meer dan twee jaren is verstreken sinds de instelling van het hoger beroep.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden.
Op 4 juni 2020 is er op een chalet geschoten terwijl in dat chalet een gezin lag te slapen. De vader die op de bank lag, werd door een kogel in de buurt van zijn hals getroffen. Verdachte heeft het chalet aangewezen of laten aanwijzen, terwijl de schutter het idee had te schieten op het chalet van het beoogde slachtoffer. Verdachte heeft een ondergeschikte rol gespeeld in die zin dat hij enkel opdrachten uitvoerde en niet betrokken werd in de chatgroepen waarin over het toe te passen geweld op personen werd gesproken. Wel blijkt dat er tegen verdachte een opmerking is gemaakt over schieten op een woning in geval de bewoners niet thuis zouden zijn. Omdat het hof niet kan vaststellen dat verdachte wist dat er op een chalet zou worden geschoten waarbij de bewoners (mogelijk) wel thuis zouden zijn, gaat het hof bij het bepalen van de straf uit van het delict bedreiging.
Het hof heeft in aanmerking genomen dat de maximale straf die op bedreiging staat voor een medeplichtige twee jaar gevangenisstraf is. Het hof heeft verder acht geslagen op het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 6 maart 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, en op de reclasseringsadviezen van 8 maart 2022 en 20 juni 2023.
Hoewel bedreigingen regelmatig bestraft worden met een lichtere straf dan een gevangenisstraf, acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hier passend en geboden. Er is immers geschoten op een woning en dat betreft (ook als de dader ervan uitgaat dat de bewoners niet thuis zijn) een ernstige vorm van bedreiging. Alles afwegende zal het hof daarom een gevangenisstraf voor de duur van een jaar met aftrek van het voorarrest opleggen.
De verdediging heeft een beroep gedaan op de overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte heeft op 2 januari 2023 hoger beroep ingesteld en het onderhavige arrest wordt op 10 juli 2025 uitgesproken, zodat de appelfase ruim twee en een half jaar heeft geduurd. Aangezien verdachte een substantieel deel van de appelfase in voorlopige hechtenis zat, neemt het hof als uitgangspunt dat in hoger beroep binnen zestien maanden eindarrest wordt gewezen. Indien niet binnen deze termijn uitspraak wordt gedaan, kan de duur van de behandeling desalniettemin redelijk zijn. Dat kan onder meer het geval zijn als de zaak complex en omvangrijk is. Het onderzoeksdossier omvat ongeveer 15.000 pagina’s. De zaak van verdachte maakt deel uit van een megazaak met in eerste aanleg vele verdachten en in hoger beroep aanvankelijk negen verdachten. Dit werden er in de loop van de tijd zeven omdat een verdachte zijn hoger beroep introk en een verdachte procesafspraken maakte met het Openbaar Ministerie, waarna diens zaak met een op 20 januari 2025 gewezen arrest werd afgedaan. Verder heeft een groot aantal benadeelde partijen een vordering tot schadevergoeding ingediend. In 2024 is er een uitgebreide regiezitting, verdeeld over twee dagen, gehouden. Verschillende verzoeken tot nader onderzoek en het horen van getuigen zijn toen toegewezen. Het hof stelt vast dat de duur van de behandeling in hoger beroep in dit geval is veroorzaakt door de complexiteit en omvang van de zaak. Gelet hierop is naar het oordeel van het hof geen sprake van een schending van het recht op een behandeling binnen een redelijke termijn.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 25.999,39. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 19.250,--. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Gelet op de beperkte rol van verdachte bij het schietincident, is het hof van oordeel dat de behandeling van de vordering – in het bijzonder de vaststelling van de eventuele schadeplichtigheid van verdachte – een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans niet in de vordering worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.385,--. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Gelet op de beperkte rol van verdachte bij het schietincident, is het hof van oordeel dat de behandeling van de vordering – in het bijzonder de vaststelling van de eventuele schadeplichtigheid van verdachte – een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans niet in de vordering worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.000,--. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Gelet op de beperkte rol van verdachte bij het schietincident, is het hof van oordeel dat de behandeling van de vordering – in het bijzonder de vaststelling van de eventuele schadeplichtigheid van verdachte – een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom thans niet in de vordering worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 47, 48, 49, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7] Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 7] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9] Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 9] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8] Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 8] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door mr. M.H.D.M. van Leent, voorzitter, mr. J.D. den Hartog en mr. O.O. van der Lee, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. I.W. Levelt-Iseger, griffier, en op 10 juli 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Opmerking griffier:
De meeste in dit bewijsmiddel opgenomen berichten staan tevens in het proces-verbaal van bevindingen van 5 maart 2024 (pagina’s 11679 tot en met 11987). Op de terechtzitting van 10 april 2025 zijn diverse van deze berichten voorgehouden. In het proces-verbaal van die terechtzitting is als vindplaats van die berichten veelal verwezen naar de betreffende pagina’s in het proces-verbaal van bevindingen van 5 maart 2024.