Artikel 49 (Strafmaat medeplichtigheid)
1. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd.
2. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig jaren.
3. De bijkomende straffen zijn voor medeplichtigheid dezelfde als voor het misdrijf zelf.
4. Bij het bepalen van de straf komen alleen die handelingen in aanmerking die de medeplichtige opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd.
Dit betekent dat wanneer iemand medeplichtig is aan een misdrijf, het maximum van de hoofdstraffen die voor dat misdrijf zijn vastgesteld, met een derde wordt verlaagd.
2. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig jaren.
Dit houdt in dat indien het een misdrijf betreft waarop een levenslange gevangenisstraf staat, aan de medeplichtige een gevangenisstraf van maximaal twintig jaar wordt opgelegd.
3. De bijkomende straffen zijn voor medeplichtigheid dezelfde als voor het misdrijf zelf.
Dit stelt dat de bijkomende straffen die aan een medeplichtige kunnen worden opgelegd, gelijk zijn aan de bijkomende straffen die voor het betreffende misdrijf zelf gelden.
4. Bij het bepalen van de straf komen alleen die handelingen in aanmerking die de medeplichtige opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen.
Dit betekent dat bij de vaststelling van de straf voor de medeplichtige, uitsluitend die handelingen in overweging worden genomen die de medeplichtige met opzet heeft vergemakkelijkt of bevorderd, alsmede de gevolgen van die handelingen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:797 - Parket bij de Hoge Raad - 15 juli 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:4004 - Rechtbank Noord-Nederland - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9196 - Verstrekken sleutel leidt tot veroordeling voor medeplichtigheid aan drugsbezit - 24 september 2025
Rechtbank Limburg oordeelt dat het verstrekken van een sleutel, terwijl verdachte vermoedde dat er iets niet klopte, voorwaardelijk opzet op het drugsmisdrijf oplevert. Dit is onvoldoende voor medeplegen maar wel voor medeplichtigheid aan het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine.
ECLI:NL:RBMNE:2025:5083 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:2044 - Gerechtshof Den Haag - 19 september 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3743 - Wetenschap van drugslab aangenomen ondanks ontkenning en passieve rol bewoner - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een bewoner moet hebben geweten van een drugslab op haar perceel, ondanks haar ontkenning. De constante bedrijvigheid en geur maken haar verklaring ongeloofwaardig. Omdat haar rol passief was, kwalificeert de rechtbank haar bijdrage als medeplichtigheid en niet als medeplegen.