Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18.255140.22

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 september 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E. van der Meer, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2022 tot 20 september 2022, te Groningen, (althans) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA (XTC-pillen) en/of 2CB, zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA en/of 2CB, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I; (Artikel art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 10 lid 4 Opiumwet)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot 20 september 2022, te Groningen, (althans) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA (XTC-pillen) en/of 2CB, zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA en/of 2CB, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 juni 2022 tot 20 september 2022 te Groningen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte:

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2022 tot en met 20 september 2022 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres] , 666,15 gram cocaïne en/of 11.217,40 gram MDMA en/of 7,05 gram amfetamine en/of 23.901 gram (bevroren) amfetamine en/of 887,43 gram 2CB, zijnde amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA en/of 2CB (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2022 tot en met 20 september 2022, te Groningen, (althans) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende ketamine, heeft verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld en/of (in elk geval) in voorraad heeft gehad, te weten 1237,90 gram ketamine in een pand aan de [adres] te Groningen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 1 primair en veroordeling voor feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3.

Standpunt van de verdediging De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 primair betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van feiten 2 en 3 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte weliswaar in zijn algemeenheid op de hoogte was van het feit dat er drugs aanwezig waren in zijn woning, maar niet van de specifieke hoeveelheden. Met het ontbreken van die wetenschap kan niet worden vastgesteld dat hij de ten

laste gelegde hoeveelheden opzettelijk aanwezig heeft gehad.

Oordeel van de rechtbank

Vrijspraak feit 1, primair De rechtbank acht evenals de officier van justitie en de raadsman feit 1 primair niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 De rechtbank past de bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten. Voor de leesbaarheid van dit vonnis zijn deze bewijsmiddelen weergegeven in bijlage. Deze bijlage wordt geacht integraal deel uit te maken van dit vonnis.

Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 2] steeds vaker tassen bij hem neerzette. Uiteindelijk kwam verdachte erachter dat er harddrugs in die tassen zaten. Hij heeft deze drugs ook gezien en heeft zelfs in opdracht drugs in zakjes gedaan. Derhalve had verdachte wetenschap van het feit dat er regelmatig tassen vol harddrugs bij hem thuis werden opgeslagen. Daarmee heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat er in ieder geval grotere hoeveelheden drugs aanwezig waren in zijn woning. Dat hij niet op de hoogte was van de concrete hoeveelheden zoals deze ten laste zijn gelegd, doet hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en anderen in de periode van 1 januari 2022 tot 20 september 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk hebben verkocht, afgeleverd en vervoerd, grote hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, amfetamine, MDMA (XTC-pillen) en 2CB, zijnde cocaïne, amfetamine, MDMA en 2CB, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte in de periode van 1 mei 2022 tot 20 september 2022 te Groningen, opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk gelegenheid heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte:

hij op 20 september 2022 te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres] , 662,15 gram cocaïne, 11.216,44 gram MDMA, 3,08 gram amfetamine, 23.900,87 gram (bevroren) amfetamine en 887,43 gram 2CB, zijnde amfetamine, cocaïne, MDMA en 2CB, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

3 hij op met 20 september 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten een hoeveelheid van een materiaal bevattende ketamine, in voorraad heeft gehad, te weten 1237,90 gram ketamine in een pand aan de [adres] te Groningen.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

  1. medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan.

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Standpunt van de verdediging De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een maximale taakstraf met aftrek van het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Daartoe heeft hij aangevoerd dat verdachte een beperkte rol heeft gespeeld in het geheel en dat de grote hoeveelheid veel invloed heeft op de hoogte van de straf, terwijl verdachte hiervan niet concreet op de hoogte was. Verder dient rekening te worden gehouden met het feit dat sprake is van een forse

overschrijding van de redelijke termijn, dat verdachte first offenderis en dat hij ten tijde van het plegen van de feiten erg kwetsbaar was.

Oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering d.d. 25 augustus 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 3 juli 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.

De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Ernst van de feiten Verdachte is in een periode van ruim 4 maanden medeplichtig geweest aan het verkopen en afleveren van verschillende soorten harddrugs en heeft daartoe samen met anderen opzettelijk grote hoeveelheden cocaïne, MDMA, (bevroren) amfetamine, 2-CB en ketamine aanwezig gehad in zijn woning. Verdachte heeft zijn woning beschikbaar gesteld door een sleutel aan medeverdachte [medeverdachte 2] te geven en hem toe te staan meerdere malen tassen vol met drugs in zijn huis en bijbehorende berging op te slaan. Ook heeft verdachte drugs klaargemaakt voor de verkoop door deze in zakjes te verdelen. Door zo te handelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van drugshandel in Nederland en kan hij medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs zeer verslavend zijn en bovendien schadelijk voor de gezondheid. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee. De rechtbank rekent verdachte dit alles aan. De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij grotendeels verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden.

Persoonlijke omstandigheden De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt onder andere dat verdachte een zinvolle dagbesteding heeft, er geen sprake is van problematiek op het gebied van financiën en/of middelengebruik en dat hij beschikt over een passende woning. Verdachte kampt met PTSS en heeft in vrijwillig kader hulp geaccepteerd voor zijn psychische problemen. Volgens de reclassering lijken de onderhavige feiten een incident in een periode dat verdachte kwetsbaar was. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Het risico op recidive wordt ingeschat als laag.

Strafoplegging Op grond van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting wordt voor 4 maanden dealen in harddrugs doorgaans een gevangenisstraf van 8 maanden gehanteerd. Aangezien de rol van verdachte die van medeplichtige was, dient op grond van artikel 49 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht een vermindering van een derde te worden toegepast. Het oriëntatiepunt voor het aanwezig hebben van meer

dan 20.000 gram drugs is een gevangenisstraf van 36 maanden.

Gelet op de ernst van de feiten en de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting acht de rechtbank een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel op zijn plaats. De rechtbank houdt echter in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat verdachte ten opzichte van de medeverdachten een relatief kleine rol heeft gespeeld. Zo heeft verdachte anders dan zijn medeverdachten niet in contact gestaan met afnemers van drugs en ook geen drugs afgeleverd. Zijn rol was meer passief dan actief van aard, doordat hij toestond dat er drugs werden opgeslagen in zijn woning. Bovendien is een kortere periode bewezen verklaard dan ten laste is gelegd. Ook ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding om de door de officier van justitie gevorderde strafeis te matigen. Tot slot houdt de rechtbank rekening met het feit dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van minder dan een jaar, wat op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad leidt tot een strafvermindering van 10%.

Alles afwegend zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 17 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Het voorwaardelijke strafdeel heeft te gelden als stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte in de toekomst weer strafbare feiten pleegt. Een onvoorwaardelijke taakstraf, zoals door de raadsman is bepleit, acht de rechtbank gelet op de ernst van de feiten en de oriëntatiepunten niet passend.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen koffiemolens en (valse) briefjes van 50,00 moeten worden onttrokken aan het verkeer.

Standpunt van de verdediging De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het beslag.

Het oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen (valse) briefjes van 50,00 dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De in beslag genomen koffiemolens dienen te worden verbeurd verklaard, nu dit een voorwerpen betreffen met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 47, 48, 49 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, 2 en 10 van de Opiumwet, 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten en artikel 40 van de Geneesmiddelenwet. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel

ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 17 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 10 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Ten aanzien van het beslag Onttrekt aan het verkeerde in beslag genomen twee valse briefjes van 50,00 en de twee koffiemolens.

Dit vonnis is gewezen door mr. A. Nieuwenhuis voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. H. van der Werff, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 oktober 2025.

Bijlage

Bewijsmiddelen

Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 oktober 2022, opgenomen op pagina 1352 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van [verdachte] :

Adres: [adres] Plaats: Groningen A: Op een gegeven moment vroeg [medeverdachte 3] wanneer ben je weg en wanneer ben je in Groningen en later heb ik ook wel gezegd dat ik iemand nodig ben om voor mijn post te zorgen. [medeverdachte 3] heeft mij dit later aangeboden. Daarna vroeg hij of er iets bij mij mocht liggen. V: Wanneer is hij begonnen met spullen bij je te brengen? A: Ik denk in juni 2022 ongeveer. A: Toen er steeds meer tassen kwamen heeft hij mij verteld wat er in de tassen zaten. V: Wat zei hij dan? A: Hij zei dat er drugs in de tassen zaten V: Over wat voor drugs hebben wij het wat in de tas of tassen zat? A: Harddrugs. V: Weet je ook wat voor drugs? A: Op dat moment dacht ik dat het coke was. A: Op een gegeven moment toen ik geld van hem had gekregen, moest ik ook dingen voor hem doen. V: Wat moest je voor hem doen dan? A: Ik moest onder druk van hem omdat ik nu geld van hem had gekregen pillen voor hem in een zakje doen. Wat moest jij in zakjes doen en hoe ging dat proces? A; Alles wat op de bovenste rij staat in deze kast moest ik voor hem in zakjes doen. V: Hoeveel moest je in een zakje doen? A: Alle pillen moesten per 5 in een zakje, V: Die andere drugs kan niet per 5 worden verpakt Hoe deed je dit dan? A: die moest ik van [medeverdachte 3] per 0.8 of 1.0 gram verpakken. V: Weet je ook over wat drugs wij het hebben dan? A: De pillen zijn volgens mij XTC en die andere drugs weet ik niet.

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 11 oktober 2022, opgenomen op pagina 1365 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van [verdachte] :

V: Wanneer kwam de drugs bij jou in huis? A: Ik denk vanaf mei dit jaardat er voor de eerste keer drugs in huis kwam.

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 augustus 2022, opgenomen op pagina 616 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ]

d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisant: TA003, sessienummer 27035 27-05-2022, 20.14 uur [adres] = [adres] Bij 05.40 zegt [medeverdachte 4] : als ik hier weg ga, dan ga ik naar [adres] toe, dan weet je waar ik ben, [medeverdachte 1] vraagt: naar [adres] bedoel je.

Uit onderstaand telefoongesprek (TA004/1984) tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) zegt [medeverdachte 5] dat hij naar [adres] moet, [medeverdachte 4] zegt dat [medeverdachte 5] aantal bier moet maken. Sessienummer TA004/1984, 03-06-2022 18:03 uur: [medeverdachte 5] ik moet met hem met die andere naar ehhhh [adres] [medeverdachte 4] oh nou is goed man, succes [medeverdachte 5] nou ik weet niet eens wat me te wachten staat [medeverdachte 4] jij moet gewoon 100 bier maken met hem. [medeverdachte 5] maakt niet uit, ik maak wel kanker 100 bier voor hem, is goed, 1000 bier 100000 bier, geen probleem

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 september 2022, opgenomen op pagina 634 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ]

d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisant: De harde schijf van de camera's in de hal van de portiek, waardoor de [adres] , het makkelijkste te bereiken is, is in beslag genomen. MAANDAG 1 AUGUSTUS 2022 Ik zag dat op maandag 1 augustus 2022, omstreeks 20:31 uur, een man, die ik, met 100% zekerheid, herken als [medeverdachte 3] . Ik zag dat [medeverdachte 3] zich de toegang tot de portiek verschafte met een sleutel. Ik zag dat [medeverdachte 3] in zijn linkerhand een zwarte tas vasthad, waar weinig tot niets in leek te zitten. Ik zag dat [medeverdachte 3] , omstreeks 20:45 uur, uit de lift kwam met in zijn rechterhand een witte tas, waar iets in leek te zitten.

WOENSDAG 3 AUGUSTUS 2022 Ik zag dat, op woensdag 3 augustus 2022, omstreeks 19:34 uur, [medeverdachte 3] zich met een sleutel toegang tot de portiek verschafte. Ik zag dat [medeverdachte 3] in zijn linkerhand een blauw tas met witte accenten vasthield, die ik herken als een tas van de Albert Heijn. Ik zag dat [medeverdachte 3] , omstreeks 19:40 uur, uit de lift kwam en zich, met een sleutel, toegang verschafte tot de ruimte waar de bergingen van de [adres] , waaronder de berging van de [adres] , zich bevinden.

MAANDAG 8 AUGUSTUS 2022

VRIJDAG 12 AUGUSTUS 2022

portiek betraden en met de lift omhoog gingen. Ik zag dat [naam] een afneembare fietstas in zijn rechterhand had. Ik zag dat, omstreeks 03:02 uur, [medeverdachte 3] en [naam] de lift uitkwamen en de portiek verlieten. Ik zag dat [naam] een afneembare fietstas in zijn rechterhand hield.

DINSDAG 16 AUGUSTUS 2022 Ik zag dat [medeverdachte 3] , op dinsdag 2022, omstreeks 15:15 uur, voor de portiek stond en dat hij een rode rugtas met zwarte banen in zijn rechterhand had. Ik zag dat, omstreeks 15:18 uur, [medeverdachte 4] aan kwam rijden op een fiets en dat [medeverdachte 3] zich, met een sleutel, toegang verschafte tot de portiek. Ik zag dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] in de lift stapten. Ik zag dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] , omstreeks 15:33 uur, uit de lift stapten met een grijskleurig kastje en een donkerkleurige koffer. Ik zag dat [medeverdachte 4] nu een roodkleurige tas met zwarte banen droeg, gelijkend op de tas die [medeverdachte 3] eerder bij zich droeg.

ZATERDAG 3 SEPTEMBER 2022 Ik zag dat, op zaterdag 3 september 2022 omstreeks 11:32 uur, [medeverdachte 3] voor de portiek stond en aanbelde bij één van de woningen op het paneel. Ik zag dat de deur hierna opende, zonder dat [medeverdachte 3] zijn sleutel gebruikte Ik zag dat [medeverdachte 3] , omstreeks 12:04 uur, uit de lift kwam met twee andere mannen. Ik zag dat [medeverdachte 3] sprak tegen de man die in het zwart gekleed is, met een tatoeage op zijn onderarm. Ik zag dat zij elkaar een hand of 'boks' gaven, waarna de onbekende man wegreed op de scooter die voor het pand staat. Ik zag dat de man op de camerabeelden, qua uiterlijk, veel overeenkomsten had met het uiterlijk van een man op de foto van een pasje van [verdachte] , dat is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de [adres] . [verdachte] staat volgens de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) ingeschreven aan de [adres] .

DINSDAG 6 SEPTEMBER 2022 Ik zag dat, op dinsdag 6 september 2022, omstreeks 14:16 uur, [medeverdachte 3] zich, met sleutel toegang verschafte tot de portiek. Ik zag dat [medeverdachte 3] van een onbekende man een zwarte weekendtas aangegeven kreeg. Ik zag dat, omstreeks 14:21 uur, [medeverdachte 3] uit de lift kwam, zonder tas, en de portiek verliet. Ik zag dat de tas. die [medeverdachte 3] draagt, in uiterlijk overeenkomt met een tas die, rechts onderin, de kast met voorraden harddrugs, tijdens de doorzoeking van [adres] , werd aangetroffen en die vol zat met zakken met bruine tabletten.

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2022, opgenomen op pagina 496 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ]

d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisant:

In de periode van 20 april 2022 tot en met 30 april 2022, blijkt dat, op basis van de onderschepte communicatie op de taplijn [nummer ] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , meerdere deals hebben plaatsgevonden. In de periode van 1 mei 2022 tot en met 31 mei 2022, blijkt dat, op basis van de onderschepte communicatie op de taplijn [nummer ] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , meerdere deals hebben plaatsgevonden. In de periode van 1 juni 2022 tot en met 20 juni 2022, blijkt dat, op basis van de onderschepte communicatie op de taplijn [nummer ] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , de taplijn [nummer ] , in gebruik bij [medeverdachte 4] , de taplijn [nummer ] , in gebruik bij [medeverdachte 3] [medeverdachte 1] en de taplijn [nummer ] , in gebruik als de dealtelefoon, meerdere deals hebben plaatsgevonden.

  1. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL0100- [nummer ] -81, voor zover inhoudend:

Inbeslagneming Plaats: [adres] , Groningen Datum: 20 september 2022 Goednummers: PL0100- [nummer ] -1529067, -1529070, -1529077, -1529079, -1529080, -1529085, - 1529087, -1529090, -1529093, -1529098, -1529101, -1529104, -1529111 en -1529116.

  1. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL0100- [nummer ] -82, voor zover inhoudend:

Inbeslagneming Plaats: [adres] , Groningen Datum: 20 september 2022 Goednummers: PL0100- [nummer ] -1529071, -1529078, -1529081 en -1529102.

  1. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL0100- [nummer ] -92, voor zover inhoudend:

Inbeslagneming Plaats: [adres] , Groningen Datum: 20 september 2022 Goednummers: PL0100- [nummer ] -1529128, -1529135, -1529139, -1529141, -1529144, -1529147, - 1529150, -1529152 en-1529154.

  1. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL0100- [nummer ] -96, voor zover inhoudend:

Inbeslagneming Plaats: [adres] , Groningen Datum: 20 september 2022 Goednummers: PL0100- [nummer ] -1529143, -1529146 en -1529149.

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 1 november 2022, opgenomen op pagina 690 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ]

d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisanten: Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529067 Netto gewicht: 5,27 Gram Indicatieve testen Positief voor cocaïne

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529070 Netto gewicht: 463,18 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529077 Netto gewicht: 659,88 gram Indicatieve testen: Positief voor 2C-B

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529079 A. Netto gewicht: 189,26 gram Indicatieve testen: Positief voor 2C-B B. Netto gewicht:38,29 gram Indicatieve testen: Positief voor 2C-B

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529085 A. Netto gewicht: 51,79 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA B. Netto gewicht: 301,66 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529087 Netto gewicht: 258,91 gram SIN Monster: AAQA0475NL Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529090 Netto gewicht: 642,73 gram Indicatieve testen: Positief voor cocaïne

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529093 Netto gewicht: 12,08 gram SIN Monster: AAQA0055NL

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529098 Netto gewicht: 191,85 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor ketamine

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529101 A. Netto gewicht: 3,71 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA B. Netto gewicht: 0,97 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA C. Netto gewicht: 1,75 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PLO0100- [nummer ] -1529104 Netto gewicht: 0,73 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor ketamine Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529111 Netto gewicht: 0,99 gram Indicatieve testen: Positief voor cocaïne

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529116 Netto gewicht: 1,23 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529128 Netto gewicht: 4983,25 gram (8801 stuks) SIN monster: AAQA0059NL

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529135 Netto gewicht: 1059,43 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529139 Netto gewicht: 1704,37 gram SIN Monster: AAQA0494NL

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529141 Netto gewicht: 256,14 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529144 Netto gewicht: 647,82 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor ketamine

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529147 B. Netto gewicht: 3,08 gram Indicatieve testen: Positief voor amfetamine

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529150 Netto gewicht: 49,74 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529152 Netto gewicht: 13,39 gram

Indicatieve testen: Positief voor cocaïne

Goednummer: PLO100- [nummer ] -1529154 Netto gewicht: 40,68 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 12 oktober 2022, opgenomen op pagina 712 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ]

d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisanten: Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529071 Netto gewicht: 1979,50 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529078 A. Netto gewicht: 25,40 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor ketamine B. Netto gewicht: 372,83 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor ketamine

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529081 A. Netto gewicht: 159,45 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor MDMA B. Netto gewicht: 19,67 gram Vervolgonderzoek FTIR: indicatie voor MDMA

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529102 Netto gewicht: 139,92 gram Indicatieve testen: Positief voor MDMA

  1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 22 september 2022, opgenomen op pagina 716 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer ] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisanten:

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529143 Omschrijving: een bevroren substantie Netto gewicht: 18937,44 gram Overzichtstabel testuitslagen

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529146 Omschrijving: een bevroren substantie Netto gewicht: 2986,62 gram Overzichtstabel testuitslagen

Goednummer: PL0100- [nummer ] -1529149 Omschrijving: een bevroren substantie Netto gewicht: 1976,81 gram Overzichtstabel testuitslagen

  1. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 039), d.d. 31 oktober 2022 opgemaakt door ing.

A.B.M. van Esch - de Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

  1. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 040), d.d. 1 november 2022 opgemaakt door ing. F. Wallace, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 003), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 005), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 006), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

  1. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 007), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 008), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

  1. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 009), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

  2. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 010), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 011), d.d. 21 september 2022 opgemaakt door ing. N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer [nummer ] (aanvraag 047), d.d. 8 december 2022 opgemaakt door ing. P.H. Wallinga, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring: