Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel V. Deelneming aan strafbare feiten
Artikel 48

Artikel 48 (Medeplichtigen van een misdrijf)

Laatste versie

Als medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft: 1°. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf; 2°. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.

Uitleg in duidelijke taal

Als medeplichtigen van een misdrijf worden gestraft:

Dit houdt in dat degenen die als medeplichtigen van een misdrijf worden beschouwd, worden gestraft. De hiernavolgende opsomming specificeert wie als medeplichtigen worden aangemerkt:

1°. zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;

Dit zijn personen die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf.

2°. zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.

Dit zijn personen die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.