Artikel 45 (Poging tot misdrijf strafbaarheid en strafmaat)
1. Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.
2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde verminderd.
3. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig jaren.
4. De bijkomende straffen zijn voor poging dezelfde als voor het voltooide misdrijf.
Uitleg in duidelijke taal
1. Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.
Dit betekent dat een poging om een misdrijf te plegen strafbaar is, op het moment dat de intentie (het voornemen) van de dader duidelijk is geworden doordat er een start is gemaakt met het uitvoeren van het misdrijf (een begin van uitvoering heeft geopenbaard).
2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde verminderd.
Dit houdt in dat wanneer er sprake is van een poging tot een misdrijf, het maximum van de hoofdstraffen die voor het voltooide misdrijf zijn vastgesteld, wordt verlaagd met een derde.
3. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig jaren.
Indien het een misdrijf betreft waarvoor normaal gesproken een levenslange gevangenisstraf is vastgesteld, dan wordt in het geval van een poging tot dat misdrijf een gevangenisstraf opgelegd van maximaal twintig jaar.
4. De bijkomende straffen zijn voor poging dezelfde als voor het voltooide misdrijf.
Dit bepaalt dat de bijkomende straffen die kunnen worden opgelegd bij een poging tot misdrijf, identiek zijn aan de bijkomende straffen die gelden voor het volledig uitgevoerde (voltooide) misdrijf.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBROT:2025:10953 - Vrijspraak ondanks identificatie gebruiker crypto-accounts wegens onvoldoende bewijs - 15 september 2025
Rechtbank Rotterdam spreekt verdachte vrij van invoer van cocaïne en uitlokking tot moord. Hoewel de rechtbank de verdachte identificeert als gebruiker van versleutelde communicatie-app- en Sky-accounts, ontbreekt wettig bewijs voor de drugsvondst en kan niet worden vastgesteld dat hij de enige gebruiker was van de accounts.
ECLI:NL:RBMNE:2025:4145 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4147 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4153 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4154 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5783 - Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over poging tot moord met voorbedachten rade - 17 september 2025
De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een poging tot moord met voorbedachte raad. De verdachte had na een conflict ruimschoots de tijd om zich te beraden op zijn besluit, wat blijkt uit de fietstocht en autorit om een mes te halen en terug te keren.